Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, morgen zo nodig ook na 18.30 uur te vergaderen om de behandeling van het wetsvoorstel inzake tijdelijke afwijking van het minimumloon te kunnen afronden.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar de grootst mogelijke problemen mee heb. Ik heb morgenavond een belangrijke verplichting buitenshuis. Ik weet dat de Kamer dan voorgaat, maar ik vind het niet juist om het schema op een zo laat moment te wijzigen in een periode dat wij toch een beetje de afspraak hebben dat wij donderdagavond niet vergaderen. Ik doe een beroep op de collega's die het wetsvoorstel over het minimumloon behandelen, om in onderling overleg onder uw leiding te bekijken of het mogelijk is om een oplossing te vinden waarin wij ons aan de tijd kunnen houden. Wellicht kunnen wij het debat opknippen en het volgende week dinsdag afronden. Het is slechts een suggestie, maar ik heb echt een verplichting die bijna onmogelijk aan derden kan worden overgedragen. Ik doe een beroep op de clementie van mijn collega's. Ik stel voor, het besluit nog even aan te houden tot morgen bij de regeling.

De voorzitter:

Ik zei ook: zo nodig. Het hangt van de leden af of "zo nodig" in kracht van gewijsde treedt.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Maar formeel gesproken wordt dan nu het besluit genomen. Wij laten het dan afhangen Voorzittervan de ontwikkeling van het debat. De doelstelling is om het morgen af te maken. Voor de eerste termijn is in het schema een uur en drie kwartier uitgetrokken. Ik sluit niet uit dat het langer gaat duren. Vanuit de praktijk heb ik enige scepsis over afronding voor 18.30 uur. Ik maak nu formeel bezwaar en zou een beslissing willen parkeren tot morgen tussen de middag. Nogmaals, ik doe een beroep op mijn collega's.

De heer De Jong (CDA):

Voorzitter! Ik heb een sterke voorkeur voor afronding morgen van het debat. Als er geschoven moet worden, kan wellicht beter met andere onderwerpen worden geschoven. Ik heb enig begrip voor collega Rosenmöller, die ervan uit mocht gaan dat hij morgenavond iets anders kon gaan doen.

De voorzitter:

Het enige onderwerp waarmee wij kunnen schuiven, is dit onderwerp. Ik maak er een opmerking bij. Er is bijna geen onderwerp dat wordt afgerond binnen de tijd die daar redelijkerwijs voor is gereserveerd. Wij plannen op indicaties van spreektijden, die in de praktijk ongeveer de helft van de realiteit blijken te belopen, nog afgezien van interrupties. Soms moet een debat worden afgebroken. Gisteravond is dat nog gebeurd met het initiatiefvoorstel van de heer Duivesteijn. Wij konden niet verder met het debat, hetgeen wellicht samenhing met een niet 100% volledige voorbereiding: weg avond. Intussen begint er een geweldige opeenhoping van agendapunten te komen. Wij moeten zo af en toe een soort noodmaatregel nemen en afwijken van de regel om eens een keer ergens doorheen te komen. Dat is de achtergrond van mijn voorstel. Maar als de sprekers onder elkaar de discipline kunnen ontwikkelen die ertoe leidt dat wij om 18.30 uur klaar zijn, dan sta ik volledig aan uw kant.

De heer Marijnissen (SP):

Voorzitter! Ik heb mij nog niet in dit ordedebatje gemengd, maar ik begrijp uit uw woorden dat de heer Rosenmöller nu nog geen duidelijkheid heeft. Ik weet niet of dat wel redelijk is.

De heer Van Hoof (VVD):

Voorzitter! Ik denk dat het niet goed is om het debat in drieën te knippen. Dat zou ik zeker niet willen. Met begrip voor de positie van de heer Rosenmöller ben ik er wel voor om morgen na de eerste termijn te bekijken waar wij staan en wat de situatie is en vervolgens te beslissen of wij moeten doorgaan. Maar als wij vervolgens doorgaan, dan moeten wij het ook afmaken.

De voorzitter:

Ik kan mij daarin vinden en ik zie dat dit voor meer collega's geldt. Maar het vergt wel een hoge mate van discipline om zo'n onderwerp binnen redelijke termijn af te maken. Ik kom de laatste tijd zo vaak tegen dat wordt gezegd: wij zijn nog niet klaar, dus schorsen maar. Dan hebben wij een deel van de avond over dat wij nergens anders voor kunnen gebruiken: weg tijd. Wij hebben vanmorgen in het Presidium moeten besluiten om het zware vergaderschema weer in te voeren om rond te komen met onze werkzaamheden. In de week voor Pinksteren komen wij alweer met woensdagochtend- en donderdagavondvergaderingen. Anders komen wij niet door ons werk heen. Ik hoop dat u een beetje begrip hebt voor de klem waarin wij ons allen zetten door voor dingen soms meer tijd te vergen dan absoluut noodzakelijk is.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Voorzitter! Ik heb daar alle begrip voor. Als het Presidium met zo'n voorstel komt – ik weet niet of dat nu in formele zin gebeurt – dan zullen wij ons daar op geen enkele wijze tegen verzetten. Maar nu hebben wij nog met het lichte schema te maken, om het maar even in die terminologie te vatten. Ik hoor van de collega's dat zij begrip hebben voor mijn agendaverplichtingen voor morgenavond, omdat zij ook weten wat die inhouden. Dank daarvoor! Maar misschien mogen wij dan afspreken dat voor morgen formeel het eindtijdstip van om en nabij half zeven blijft staan en dat wij onszelf verplichten om terughoudendheid te betrachten. Maar dat is dan geen garantie voor het morgen afronden van het debat over dit wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik vind het goed om het op deze manier te doen, als er dan maar een gemeenschappelijke wil is om de behandeling van het wetsvoorstel binnen de gestelde tijd af te ronden en niet te gemakkelijk te speculeren op het "volgende week is er weer een vergaderdag". Volgende week dinsdagavond kunnen wij niet vergaderen, omdat het aantal decibels rond deze vergaderzaal dan zo groot is dat wij elkaar niet kunnen verstaan. Op 1 mei heeft een aantal collega's bezigheden elders, waardoor het moeilijk wordt te vergaderen. De donderdag van de week daarop is hemelvaartsdag, waardoor ook op woensdagavond niet wordt vergaderd. Dat zijn allemaal heel korte vergaderweken. Als de sprekers morgen met elkaar kunnen afspreken dat zij zodanig met hun spreektijd zullen omgaan dat het debat om 18.30 uur kan worden afgerond, dan zouden wij elkaar zeer van dienst zijn. Maar ik kan op dit moment geen absolute garantie geven dat wij de avond niet ingaan. Dat moeten wij morgen dan maar in de loop van de dag bekijken.

Het woord is aan mevrouw Van Ardenne.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! Vanmorgen werd via de media bekend dat minister Van Aartsen vandaag met de sector overlegt over een herstructureringsplan voor de varkenshouderij. Wij kennen dat plan niet. Gezien de actualiteit, lijkt het ons goed om de regering via u te verzoeken om dit plan zo spoedig mogelijk naar de Kamer toe te zenden, opdat wij inzage hebben in datgene waarover op dit moment wordt overlegd tussen de sector en de regering.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven