Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van 18, 19 en 20 februari:
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband
met medezeggenschap (24681);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet
bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten in verband met de instelling van
een vast college van advies van het Rijk op het terrein van de bedreigde uitheemse
dier- en plantensoorten (24801);
- het wetsvoorstel Wijziging van
de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning
tot verblijf in verband met de arbeidsplicht voor vergunninghouders (24819);
- het wetsvoorstel Regeling van het overleg over de integratie van
minderheden (Wet overleg minderhedenbeleid) (24835);
- het wetsvoorstel
Wijziging van de Wet Luchtverkeer (bewijzen van bevoegdheid, bestrijding drank-
en drugsgebruik) (24513).
Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 25, 26 en 27 februari:
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet van 15 december 1993, houdende
wijziging van het stelsel van stichtingsnormen en opheffingsnormen in de Wet
op het basisonderwijs en van het huisvestingsstelsel in de Wet op het basisonderwijs
en de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs
(Stb. 716) (25028).
Ik stel voor, het voorstel van rijkswet Goedkeuring van het op 17 mei
1994 te Parijs tot stand gekomen verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en de Franse Republiek inzake personencontrole op de luchthavens op Sint Maarten
(Trb. 1994, 144) (24074, R1513), tot nader order van de agenda af te voeren.
Dat kan dan worden behandeld in de loop van de maand april.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Op verzoek van de D66-fractie benoem ik in:
Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nummers 25155 en 25165 de termijnen
zijn verstreken, stel ik voor, dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter
stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd.
Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Aangezien voor de stukken 25106, 25111, 25112, 25113 en 25174 de termijnen
zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Ik stel voor, de stukken 22589, nr. 108, 24242, nr. 3, 24292 nr. 14, 25000-V,
nrs. 50 en 52, 25000-VIII, nr. 59, en 25000-XIII, nrs. 31 en 32, voor kennisgeving
aan te nemen.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Rabbae.
De heer Rabbae (GroenLinks):
Voorzitter! Gisteren heeft de EO een televisieprogramma uitgezonden over
het ronselen van minderjarige asielzoekers uit Nederland voor de prostitutie
in Antwerpen, een ernstige zaak. Aanstaande donderdag is er een algemeen overleg
over deze kwestie, met name de zogenaamde AMA's. Via u, voorzitter, wil ik
de minister van Justitie en haar staatssecretaris vragen of zij met het oog
op dat overleg hun licht willen werpen op onder andere de volgende twee punten.
In genoemde uitzending is geopperd dat de samenwerking tussen Justitie
in België en Justitie in Nederland stokt als het gaat om deze problematiek.
Verder werden ernstige beschuldigingen geuit, ook door een wethouder van
Antwerpen, in de richting van een aantal personen, met wie ook het OM contact
heeft. Het zou dan ook een goede zaak zijn wanneer de bewindslieden deze zaak
voor aanstaande donderdag in een brief aan de Kamer duidelijk maken.
De heer De Hoop Scheffer (CDA):
Met name het punt van het mogelijke gebrek aan samenwerking tussen Nederlandse
en Belgische autoriteiten baarde en baart de CDA-fractie grote zorgen. Daarom
steunen wij gaarne het voorstel van de heer Rabbae.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering met de grootste
spoed door te geleiden naar het kabinet.