Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, aan de orde te stellen in de vergaderingen van 15, 16 en 17 oktober:

1. de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (VII) voor het jaar 1997 (25000-VII);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Gemeentefonds voor het jaar 1997 (25000-C);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Provinciefonds voor het jaar 1997 (25000-D);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (VII) voor het jaar 1995 (slotwet) (24851);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Gemeentefonds voor het jaar 1995 (slotwet) (24864);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Provinciefonds voor het jaar 1995 (slotwet) (24865);

hierbij zijn tevens aan de orde:

  • - de financiële verantwoording van het ministerie van Binnenlandse Zaken over het jaar 1995 (24844, nr. 9);

  • - de financiële verantwoording van het Gemeentefonds over het jaar 1995 (24844, nr. 23);

  • - de financiële verantwoording van het Provinciefonds over het jaar 1995 (24844, nr. 24);

2. de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 1997 (25000-XIV);

  • - het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Landbouw-Egalisatiefonds, Afdeling A, voor het jaar 1997 (25000-B);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor het jaar 1995 (slotwet) (24859);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Landbouw-Egalisatiefonds, Afdeling A, voor het jaar 1995 (slotwet) (24863);

hierbij zijn tevens aan de orde:

  • - de financiële verantwoording van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over het jaar 1995 (24844, nr. 17);

  • - de financiële verantwoording van het Landbouw-Egalisatiefonds over het jaar 1995 (24844, nr. 22);

3. de gezamenlijke behandeling van:

  • - het rapport commissie klimaatverandering (24695);

  • - de vervolgnota Klimaatverandering (24785) (debat met de regering);

4. het voorstel van (rijks)wet) Goedkeuring van het op 17 januari 1995 te Antwerpen totstandgekomen Verdrag inzake de samenwerking op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschappen en welzijn tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap in het Koninkrijk België (24434, R1550).

Ik stel voor, dinsdag 1 oktober te stemmen over artikelen en amendementen van wetsvoorstel 24646 (Wet universitaire bestuursstructuur).

Ik stel voor, de stukken 19637, nrs. 199, 200 en 206, 21490, nr. 20, 22700, nr. 21, 22954, nr. 4, 23206, nr. 8, 23235, nr. 24, 23490, nr. 53, 24036, nrs. 22, 25 en 30, 24292, nr. 12, 24400-V, nrs. 77 en 84, 24400-VII, nrs. 44 en 47, 24400-VIII, nrs. 100, 101 en 104, 24400-XIII, nr. 52, 24400-XV, nrs. 44, 45 en 46, 24400-XVI, nrs. 88, 89, 91 en 100 voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Verhagen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! Ik vraag u te bevorderen dat de behandeling van de zogenaamde koppelingswet, die voor deze week was voorzien, op de agenda van volgende week wordt geplaatst, gelet op het belang van de inwerkingtreding en op de mogelijkheid om de Eerste Kamer om tijdige afhandeling van deze wetgeving te kunnen verzoeken.

De voorzitter:

Ik stel voor, hier nu kennis van te nemen. Ik kan er nu geen uitsluitsel over geven, omdat er nog een aantal onzekerheden zijn over de onderwerpen van debat volgende week. Bovendien is er nog een aantal andere punten. Het was wel mijn bedoeling om dit punt voor volgende week te agenderen. Ik meen evenwel dat wij er voorzichtig mee moeten zijn om plenair precies de tijdstippen vast te stellen. Wij hebben nu eenmaal te maken met het simpele feit dat soms de wens bestaat om andere urgente debatten te voeren, en dan wordt het balanceren.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Marijnissen.

De heer Marijnissen (SP):

Mijnheer de voorzitter! Het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Nederland vindt slechts plaats bij vrouwen onder de 70 jaar. De SP heeft er in de Kamer al heel lang en vaak voor gepleit om die leeftijdsgrens af te schaffen, maar de minister wilde daar niet aan op grond van een vermoede inefficiëntie. Nu zijn er vandaag berichten binnengekomen van een Nijmeegs onderzoek waaruit blijkt dat, waar het gaat om de investeringen in zo'n bevolkingsonderzoek en het rendement dat dit aan menselijk geluk kan opleveren, er geen enkele relatie is tussen leeftijd en het voorkomen van borstkanker. Ik wil dan ook vragen om een brief van het kabinet met een reactie op dat Nijmeegse onderzoek. Hieraan voeg ik nog toe de vraag of die reactie zodanig kan zijn dat wij die brief kunnen meenemen bij de bespreking van het JOZ.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Hofstra.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter! Mede namens de collega's Van Heemst en Leers verzoek ik u de brief van de minister van Verkeer en Waterstaat van februari dit jaar over de uitgifte van benzineverkooppunten en wegrestaurants op de agenda te plaatsen. Wij willen dit graag omdat wij dan een motie kunnen indienen.

De voorzitter:

Het gaat dan om wat wij in de wandeling een tweeminutendebat noemen en niet meer dan dat.

De heer Hofstra (VVD):

Dat klopt, maar het laatste algemeen overleg was een besloten overleg.

De voorzitter:

Het ging mij even over het karakter van het debat.

Ik stel voor, een debat met één termijn en een spreektijd van twee minuten per fractie aan de agenda van volgende week of de week daarop toe te voegen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven