Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. drie brieven van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de mededeling, dat zij in haar vergadering van 19 november 1996 de haar door de Tweede Kamer toegezonden voorstellen van wet, gedrukt onder de nummers 24851, 24864 en 24865, heeft aangenomen.

De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

2. de volgende brieven:

twee, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, over het verloop van de verkiezingen in Bosnië-Herzegovina op 14 september jl. (22181, nr. 172);

  • een, ten geleide van antwoorden op vragen gesteld tijdens het begrotingsonderzoek (25000-V, nr. 24);

een, van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken, ten geleide van de geannoteerde agenda JBZ-Raad van 28 en 29 november 1996 (23490, nr. 57);

een, van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, over de verdeelmaatstaf minderheden (25000-C, nr. 6);

een, van de minister van Financiën, over fraudebestrijding gemeenschapsbegroting (25100);

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, ten geleide van de agenda van de EU-Raad voor telecommunicatie en post op 28 november 1996 te Brussel (21501-10, nr. 27);

een, van de minister van Economische Zaken, over de REB-teruggaafregeling (24250, nr. 35);

een, van de staatssecretaris van Economische Zaken, over de uitkomsten van het overleg tussen de stichting Keurhout en de milieuorganisaties inzake participatie van laatstgenoemden binnen de stichting (21517, nr. 28);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van de beleidsbrief "Bestrijding seksueel geweld" (25102);

een, van de minister en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het toelatingsbeleid thuiszorg (23235, nr. 29);

een, van de Hoge Raad der Nederlanden, over de voordracht ter vervulling van een vacature in de Hoge Raad (25105).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de minister van Binnenlandse Zaken, over voetbalvandalisme;

een, van de minister van Financiën, inzake artikel 29 Comptabiliteitswet;

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, ten geleide van de richtlijnen voor de Trajectnota/MER Noord-oostelijke verbinding Betuweroute-Oldenzaal grens;

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake onderzoeken verhaal en terugvordering;

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake evaluatie registratieplicht gevaarlijke stoffen Arbowet.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

4. de volgende brieven:

een, van C.J. van Rijt, over de HSL;

een, van mevrouw L.H. Anemaat-Stuy, over de mensenrechten;

een, van Jac. Glas, over de democratie;

een, van W. Kokx, over de deelname van de heer Nuis aan het programma van Barend en Van Dorp.

Deze brieven liggen op de griffie ter inzage. Kopie is gezonden aan de betrokken commissies.

Naar boven