Aan de orde zijn de stemmingen over elf moties, ingediend bij de behandeling van het ontwerp-Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan 1996, te weten:

- de motie-Lansink c.s. over de doorstroming van MBO naar HBO (24556, nr. 5);

- de motie-Lansink c.s. over een model met een cursusduur van ten minste vier jaar bij de differentiatie van leerwegen (24556, nr. 6);

- de motie-Lansink c.s. over de financiële taakstelling voor het hoger onderwijs (24556, nr. 7);

- de motie-Lansink over de koppeling van studiefinanciering en cursusduur (24556, nr. 9);

- de motie-J.M. de Vries c.s. over het kunstvakonderwijs (24556, nr. 10);

- de motie-J.M. de Vries c.s. over de geesteswetenschappen en instandhouding van het kerndomein (24556, nr. 11);

- de motie-Jorritsma-van Oosten c.s. over het studie-advies (24556, nr. 12);

- de motie-Rabbae c.s. over de doorstroming van MBO naar HBO (24556, nr. 13);

- de motie-Rabbae c.s. over de mogelijkheid om studenten vanaf drie maanden bindend te verwijzen (24556, nr. 14);

- de motie-Stellingwerf over het thema "oriëntatie op waarden en normen" (24556, nr. 15);

- de motie-Van Gelder c.s. over de doorstroming van MBO naar HBO (24556, nr. 16).

(Zie vergadering van 30 januari 1996.)

De voorzitter:

De heer Rabbae heeft mij gevraagd om zijn motie op stuk nr. 14 in stemming te brengen vóór de motie op stuk nr. 12 van mevrouw Jorritsma. Ik heb het idee dat het allemaal niet veel uitmaakt, omdat de standpunten al lang bepaald zijn. Naar mij blijkt, heeft niemand er bezwaar tegen om de heer Rabbae in dezen tegemoet te treden.

In stemming komt de motie-Lansink c.s. (24556, nr. 5).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de RPF, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Lansink c.s. (24556, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de RPF, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Lansink c.s. (24556, nr. 7).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de RPF, de SGP, het GPV, GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Lansink (24556, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de RPF, GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-J.M. de Vries c.s. (24556, nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-J.M. de Vries c.s. (24556, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Rabbae c.s. (24556, nr. 14).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de RPF, de SGP, het CDA, de groep-Nijpels en het AOV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Jorritsma-van Oosten c.s. (24556, nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van D66, de VVD, de RPF, de SGP, het GPV, de CD, de PvdA, de SP en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Rabbae c.s. (24556, nr. 13).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Stellingwerf (24556, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Gelder c.s. (24556, nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen achteraf.

De heer Lansink (CDA):

Voorzitter! De fractie van het CDA heeft tegen de motie van mevrouw Jorritsma-van Oosten op stuk nr. 12 gestemd. De motie is weliswaar sympathiek, maar staat toch voor een deel haaks op de motie, die ik zelf medeondertekend heb. Ik ga dan voorbij aan het feit, dat over de vormgeving van het bindend studie-advies nog moet worden gesproken, voordat wij daarover een definitief oordeel kunnen geven. Uit het feit dat er over heel wat moties is gestemd, maak ik op dat het HOOP niet voor kennisgeving is aangenomen.

De voorzitter:

Ik merk formeel op dat iemand kan vinden dat iets niet voor kennisgeving kan zijn aangenomen, maar dat per saldo de besluitvorming ter zijner tijd bij de Kamer ligt. De conclusie kan niet voor de Kamer as such getrokken zijn. Ik neem aan dat de heer Lansink zijn persoonlijke gevoelens en die van zijn fractie tot uitdrukking heeft gebracht. Anders zouden wij een merkwaardig type stemverklaring krijgen.

De heer Lansink (CDA):

Dat is inderdaad het geval.

Naar boven