Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van enkele onderwijswetten in verband met het opnemen van een document inzake evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies in het onderwijs (24149).

De voorzitter:

Ik heb begrepen dat er behoefte is om over de orde te spreken. Het woord is aan de heer Cornielje.

De heer Cornielje (VVD):

Voorzitter! Ik mag spreken namens de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, die vanmorgen in een extra spoedprocedure bijeen is geweest. Aanleiding vormde de berichtgeving in de media dat gisteren een uitspraak is gedaan door het Europese Hof van Justitie inzake de positieve discriminatie. De commissie was van oordeel dat dit onderwerp een nader bericht van de regering noodzakelijk maakt om het wetsvoorstel, zoals het nu voorligt, te toetsen aan de uitspraak van het Europese Hof. Wij verzoeken de staatssecretaris dan ook om ons met een brief daarvan op de hoogte te stellen. Aangezien het toch wellicht het hart van het wetsvoorstel raakt, vragen wij om de behandeling op te schorten totdat een dergelijke brief binnen is.

Staatssecretaris Netelenbos:

Voorzitter! Dit verzoek lijkt mij alleszins redelijk, omdat wij niet meer weten dan datgene wat gisteren en vanochtend in de kranten is verschenen ten aanzien van de uitspraak van het Europese Hof. Die berichten zijn nogal verwarringwekkend. Het is heel goed om te bestuderen wat precies de portee van de uitspraak is. Dat zal nog wel enige weken in beslag moeten nemen, al was het alleen maar omdat het, naar zeggen, een week duurt voordat ik in het bezit ben van de uitspraak van het Europese Hof. Het lijkt mij overigens dat er geen strijdigheid is tussen de uitspraak en het wetsvoorstel, voor zover ik dat nu uit de krant heb kunnen beoordelen. Het wetsvoorstel gaat immers om evenredige vertegenwoordiging en het opstellen van een document. Maar om het debat hier echt goed te kunnen voeren, is het goed dat er commentaar ligt van mijn kant naar aanleiding van de uitspraak van het Hof. Dat zal dus nog enige tijd in beslag nemen. Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk een brief hierover sturen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit wetsvoorstel van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 10.19 uur tot 14.30 uur geschorst.

Voorzitter: Deetman

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven