5 Afscheid van het lid Van den Berg

Afscheid van het lid Van den Berg

Aan de orde is het afscheid van het Eerste Kamerlid Van den Berg (VVD).

De voorzitter:

Collega's. Wij nemen hier vandaag afscheid van de heer Van den Berg, die tegenover mij zit. U heeft mij per brief laten weten met ingang van vandaag ontslag te nemen van de Eerste Kamer, omdat deze rol zich lastig laat combineren met uw hoofdfunctie, zoals u aangaf in uw ontslagbrief.

Meneer Van den Berg. U werd lid van de Eerste Kamer in januari 2022, toen het vorige kabinet een week oud was, en u verlaat de Kamer een week voordat het nieuwe kabinet voor het eerst zijn plannen presenteert. In juni 2022 hield u uw maidenspeech bij maar liefst zes wetsvoorstellen om de Grondwet te wijzigen. U memoreerde bij die gelegenheid dat het een voorrecht was om als achterachterkleinzoon van mr. Johan Antoni Philipse, lid van de Eerste Kamer in de periode 1849 tot 1871, waarvan 18 jaar Kamervoorzitter, ruim 150 jaar later lid te zijn van de senaat.

Het was bovendien een voorrecht, zo zei u, om gezien uw wetenschappelijke en politieke achtergrond — u bent bestuurskundige en liberaal — een maidenspeech te kunnen houden bij zes grondwetswijzigingen. In uw bijdrage stond u stil bij het tijdloze belang voor liberalen van de Grondwet en van grondrechten enerzijds. Anderzijds betoogde u dat de Grondwet en het constitutionele gedachtegoed vanuit bestuurskundig perspectief zelden zo relevant zijn geweest.

U haalde dit voorjaar het landelijke nieuws door een inbreng in de commissie voor Economische Zaken en Klimaat over het stoppen met de gaswinning in Groningen. Dat roept wat emotie op, merk ik.

(Hilariteit)

De voorzitter:

U gaf aan, in reactie op de ontstane ophef, dat dat niet uw bedoeling was geweest met uw vragen voor een zorgvuldige behandeling, juist vanwege het impactvolle politieke en maatschappelijke dossier.

Als leider van de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa was u de afgelopen jaren ook met regelmaat in Straatsburg aan het werk voor mensenrechten, rechtsstaat en democratie.

Sinds 1 juni bent u voorzitter van Universiteiten van Nederland. Een plek waar u als bestuurskundige én politiek ervaringsdeskundige als een vis in het water bent. Het is u op het lijf geschreven. Bovendien een plek die uw volledige aandacht verdient.

Beste Caspar, ik wens je — en ik weet zeker dat ik namens alle collega's spreek — alle goeds toe in je verdere werkzaamheden. Je vertrek is een verlies voor de Eerste Kamer.

Dan verzoek ik de heer Van den Berg om voor het rostrum plaats te nemen en schors ik de vergadering voor enkele ogenblikken, zodat de leden afscheid van u kunnen nemen nadat ik dat gedaan heb.

(Applaus)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven