De voorzitter:
Aan de orde is de herdenking van mevrouw M.F. Jaarsma. Ik verzoek de leden en alle andere aanwezigen te gaan staan.
Wij hebben de goede gewoonte om de oud-leden die ons zijn ontvallen hier te herdenken. Vandaag gedenken wij Ria Jaarsma, die op 23 februari jongstleden op 80-jarige leeftijd overleed. Zij was voor de Partij van de Arbeid bijna zestien jaar lid van deze Kamer, van 23 juni 1987 tot 10 juni 2003, waarvan een klein jaar fractievoorzitter; de eerste vrouwelijke fractievoorzitter in de Eerste Kamer voor de PvdA.
Maria Francisca Jaarsma-Buijserd werd op 19 juni 1942 geboren in Amsterdam. Na de openbare lagere school ging zij naar de hbs in haar geboorteplaats. Aansluitend haalde ze haar mo Nederlands en later haar mo pedagogiek. Ook volgde ze in diezelfde periode verschillende cursussen op het gebied van boekhandel, uitgeverij en vormgeving. In 1986 studeerde ze af in de onderwijskunde en andragologie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte toen al geruime tijd als zelfstandig ondernemer op het gebied van advisering, onderzoek, publiciteit en grafische vormgeving, nadat ze eerder bij verschillende uitgeverijen had gewerkt.
Vanaf 1974 was Ria Jaarsma actief voor de Partij van de Arbeid, eerst een jaar als gemeenteraadslid in Nederhorst den Berg en later twaalf jaar als lid van Provinciale Staten van Noord-Holland. In 1987 werd zij lid van de Eerste Kamer. Ze was voor de PvdA woordvoerder op het gebied van onderwijs en sociale zaken. Ook was ze acht jaar lang voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Onderwijs.
In een column op de website van de Eerste Kamer, getiteld "Met geduld en vlijt", schreef Jaarsma in 2000 waarom zij van het Eerste Kamerwerk hield. Allereerst vanwege het deeltijdkarakter: als senator heb je de tijd om wetgeving te spiegelen aan de werkelijkheid. Ten tweede, aldus Jaarsma, omdat je voor en achter de schermen invloed hebt, bijvoorbeeld om een wetsvoorstel bij te stellen. En als derde reden roemde zij de collegialiteit en samenwerking op inhoudelijk vlak.
Ze doelde hier onder andere op een toetsingskader voor overgangsrecht in de sociale zekerheid dat na acht jaar discussie tussen Eerste Kamer en regering tot stand kwam én in 2000 werd vastgelegd in de Aanwijzingen voor de regelgeving, zodat het zijn vrijblijvende karakter zou verliezen. Werk waarvan wij 23 jaar na dato nog steeds de vruchten plukken. Jaarsma schreef hierover: "Je moet een lange adem hebben, maar soms leidt dat tot resultaten die de krant niet halen, maar wel degelijk voor burgers van belang zijn."
Bij haar afscheid zei toenmalig Kamervoorzitter Braks dat Jaarsma een van de hoofdrolspelers was geweest in de discussie over de sociale zekerheid. Haar ervaring in de uitvoeringspraktijk was volgens hem bijzonder van nut geweest bij de discussies over deze onderwerpen in de Kamer. Braks zei: "Zij was regelmatig boos op Paars, omdat zij vond dat er weinig werd gekeken naar de uitvoeringskant van het verhaal. Ik heb grote bewondering voor de wijze waarop zij zich hier steeds heeft ingezet, ook nadat haar fysieke situatie moeilijker werd." Jaarsma leed aan voortschrijdende reuma en was arbeidsongeschikt verklaard. Wat ze meemaakte bij bijvoorbeeld de aanschaf van een rolstoel gebruikte ze ook in debatten waar het over de uitvoeringspraktijk van wetsvoorstellen ging.
Ze publiceerde veel, met name over vrouwenemancipatie, onderwijs en arbeidsmarktbeleid. Samen met Elske ter Veld schreef zij bovendien een boek over Hannie van Leeuwen, getiteld "Zeg maar Hannie ...". In de geest van de collegialiteit hadden sociaaldemocraten Ter Veld en Jaarsma vaak samengewerkt met christendemocraat Van Leeuwen.
Naast haar werk was Jaarsma actief in organisaties die zich bezighouden met onder andere emancipatie, onderwijs en werkgelegenheid. Zo was ze onder andere voorzitter van het Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening Flevoland, lid van de stuurgroep Emancipatie van de Stichting Interuniversitair Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek en bestuurslid van de Algemene Hogeschool in Amsterdam.
Ria Jaarsma stond bekend als een eigenzinnig, vasthoudend en onafhankelijk politicus die streefde naar — in haar eigen woorden — "inhoudelijk resultaat, niet om te scoren".
Moge ons respect voor haar persoon en haar verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor haar familie en vrienden.
Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.