3 Mededelingen

De voorzitter:

Zoals u weet, collega's, is onze collega Peter Ester, lid van de ChristenUniefractie, zondag overleden. We zullen Peter op een later moment in aanwezigheid van de familie hier nog uitgebreid herdenken. Gisteren bij de opening van de plenaire vergadering heb ik al kort met een aantal van u stilgestaan bij zijn overlijden. Ook de commissievoorzitter heeft dat gisteren gedaan. Omdat niet iedereen daarbij kon zijn, lijkt het me goed, ook in overleg met de fractie, om dat vandaag opnieuw te doen. Ik verzoek u allen te gaan staan.

Peter Ester was ruim elf jaar een betrokken lid van deze Kamer. Als financieel woordvoerder van de ChristenUnie waren de Algemene Financiële Beschouwingen en deze jaarlijkse behandeling van het Belastingplan de debatten waarin zijn grote ervaring op het gebied van 's lands financiën en zijn kennis van de arbeidsmarkt tot uiting kwamen. Hij hield van zijn Kamerwerk. Zoals zijn weduwe mij maandag vertelde: hij vond het het mooiste wat hij in zijn leven gedaan heeft. Hij deed dat ook altijd op een prettige, deskundige en collegiale wijze. De reacties van velen binnen en buiten de Kamer in de afgelopen dagen getuigen van warme herinneringen bij ons allen, ook de medewerkers van de Kamer, aan Peter. Wij zullen hem missen als een vriend.

Ik heb gisteren namens de Eerste Kamer ons oprechte medeleven betuigd aan de familie Ester en in het bijzonder aan zijn weduwe. Hier wil ik nogmaals ons medeleven uitspreken met de collega's van de fractie van de ChristenUnie. Het is buitengewoon verdrietig dat zij en wij allen deze aimabele en zeer gewaardeerde collega zullen moeten missen. We branden vandaag een kaars op zijn plaats. Laten we een kort moment van stilte houden.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Dank u wel.

Ik heb de voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal van het overlijden van Peter Ester op de hoogte gesteld.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat het volgende lid zich heeft afgemeld:

Hiddema, wegens bezigheden elders.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De heer Van Rooijen heeft mij conform artikel 139, eerste lid, van het Reglement van Orde gemeld de Kamer om verlof te willen vragen voor het houden van een interpellatie. Ik geef het woord aan de heer Van Rooijen voor een korte toelichting bij de interruptiemicrofoon.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter. Het kabinet heeft ons vrijdagavond een brief toegezonden waarin het aangeeft, met een toelichting, de motie-Van Rooijen waarin we verzoeken om de inkomensondersteuning IO-AOW van €5 naar €28 te verhogen per 1 juli 2023, niet uit te voeren. Mijn fractie zou de Kamer toestemming willen vragen voor een heel korte interpellatie, waarbij ik ook een motie zal indienen. Ik zal uiterlijk vrijdag de verantwoordelijke minister ook de heel korte vragen daarvoor toezenden.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Wenst een van de andere leden het woord over het interpellatieverzoek? Dat is niet het geval. Is er voldoende steun voor het houden van een interpellatiedebat? Ik constateer dat dat het geval is. Wenst een van de leden stemming over het verzoek? Dat is niet het geval.

Dan stel ik vast dat de Kamer verlof heeft gegeven om de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen te interpelleren. Ik stel voor de interpellatie de volgende vergadering te houden — dat is volgende week — met een spreektijd in de eerste termijn voor de interpellant van drie minuten maximaal en een spreektijd in de tweede termijn voor de interpellant en alle andere sprekers van twee minuten per persoon. Verder zal de heer Van Rooijen zijn interpellatievragen zo spoedig mogelijk aan mij doen toekomen, zodat ik deze kan verspreiden onder de leden en deze uiteraard kan doen toekomen aan de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven