De voorzitter:
Aan de orde is de herdenking van de heer Schreurs. Ik verzoek de leden te gaan staan.
Wij hebben de goede gewoonte om de oud-leden die ons zijn ontvallen hier te gedenken. Vandaag gedenken wij Jos Schreurs, die op 10 april jongstleden op 87-jarige leeftijd overleed. Hij was voor het CDA negen maanden lid van deze Kamer, van 16 september 1980 tot 10 juni 1981.
Marie Guillaume Gerard Joseph Schreurs werd op 18 november 1934 geboren in het Limburgse Nuth. Na de lagere school ging Jos Schreurs naar onderwijsinstituut Rolduc in Kerkrade, waar hij in 1953 zijn gymnasiumdiploma behaalde. Aan het Groot-Seminarie in Roermond studeerde hij theologie. Twintig jaar later behaalde hij aan de Hogeschool voor Theologie en Pastoraat in Heerlen zijn academische graad.
Vanaf 21 maart 1959 was Jos Schreurs priester in de rooms-katholieke kerk. Tijdens zijn kerkelijke loopbaan was hij streekkapelaan in Well, kapelaan in de Sint Servaas-parochie in Maastricht, aalmoezenier, pastoor en deken in Schinnen en hoofdaalmoezenier Dienst Kerk en Samenleving bij het bisdom Roermond.
Schreurs was in september 1980 de eerste gekozen volksvertegenwoordiger namens de nieuwgevormde partij Christen Democratisch Appèl, het CDA.
Voordat hij Eerste Kamerlid werd, was Schreurs al eens gevraagd zich te kandideren voor de Tweede Kamer. In dat geval had hij zijn functie als priester moeten opgeven, en dat was voor hem "te veel gevraagd", zoals hij zelf in een interview zei. Voor de Eerste Kamer hoefde dat niet, en daarom zei hij daar wel "ja" tegen. Wel had hij kerkelijke toestemming nodig.
In hetzelfde interview werd hem gevraagd of er door de kerk voorwaarden aan zijn Kamerlidmaatschap waren gesteld. Schreurs antwoordde daarop: "Ik had mijn eed in de Kamer nooit kunnen afleggen als mijn lidmaatschap aan bepaalde voorwaarden zou zijn gebonden. Denk in dit verband aan de scheiding tussen Kerk en Staat!"
Jos Schreurs hield zich in de Eerste Kamer vooral bezig met onderwijs en maatschappelijk werk. Tot een maidenspeech kwam het echter nooit. Daarvoor was hij te kort Eerste Kamerlid. Want ondanks dat hij in juni 1981 opnieuw in de Kamer werd gekozen, besloot hij af te zien van zijn zetel.
Aanleiding voor die beslissing vormde de druk die hij ervoer van de Roermondse bisschop Gijsen om zijn lidmaatschap van de Kamer neer te leggen. Schreurs had namelijk vóór het abortusvoorstel van kabinet-Van Agt gestemd, omdat hij van mening was dat in de wet de publieke verantwoordelijkheid voor het ongeboren leven verankerd was. Dat stemde overeen met zijn eigen ethische overtuiging.
Het verzoek van Gijsen aan Schreurs om te stoppen als Eerste Kamerlid werd niet door de gehele rooms-katholieke kerk gesteund. Schreurs kreeg zelfs een functie elders aangeboden, maar die nam hij niet aan. Hij besloot daarentegen af te zien van het Eerste Kamerlidmaatschap omdat, in zijn eigen woorden, "ik het elders werk zoeken als een juridisch foefje beschouwde". "Ik heb," zo zei hij, "een grote emotionele betrokkenheid bij mijn werk in de Oostelijke Mijnstreek. Deze betrokkenheid met het wel en wee van de mensen was voor mij de reden om mee te doen in de politiek."
Dat wij hem vandaag herdenken, de dag waarop wij ook een initiatiefvoorstel over verruiming van de abortuswetgeving behandelen, kan haast geen toeval zijn.
Naast zijn werk als priester was Schreurs onder andere voorzitter van de Stichting Moederschapszorg-Vroedvrouwenschool, voorzitter van de Stichting Jeugdhulpverlening BGO en voorzitter van het bestuur van psychiatrisch ziekenhuis Welterhof in Heerlen.
Op 27 april 1984 werd Jos Schreurs benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en op 7 december 2015 tot erekanunnik van het bisdom Roermond. Ook was hij ereburger van Schinnen, kapelaan van Zijne Heiligheid de paus, en kreeg hij de erepenning van de provincie Limburg en die van de gemeente Heerlen.
Monseigneur Jos Schreurs was een overtuigd katholiek die geloofde in de scheiding tussen Kerk en Staat. Hij koos niet voor de makkelijke weg en bleef trouw aan zijn principes en betrokken bij het wel en wee van de mensen in de Oostelijke Mijnstreek.
Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.
Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.