4 Mededelingen

De voorzitter:

Mevrouw Jorritsma.

Mevrouw Jorritsma-Lebbink (VVD):

Voorzitter. Ik heb een punt van orde. Ik weet niet of u meer informatie heb, maar voor zover ik nu kan zien lijkt het of er volgende week geen wetsvoorstel of inhoudelijke behandeling van een wetsvoorstel op de agenda komt te staan. Nou hebben we vandaag de behandeling van een wetsvoorstel waar normaal gesproken volgende week over gestemd zou worden. Als er volgende week geen plenaire vergadering zou zijn, dan zou dat een week opschuiven, maar de week daarna is het herfstreces. Ik zou dus eigenlijk willen vragen of wellicht vanavond direct na de behandeling van het wetsvoorstel dat wetsvoorstel even in stemming gebracht kan worden, zodat we niet allemaal alleen maar voor de stemming over één wetsvoorstel volgende week terug moeten komen of aanwezig moeten zijn.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Jorritsma. Het eerste klopt. Op dit moment staat er voor volgende week nog geen wetsvoorstel voor een plenair debat. Het kan natuurlijk altijd nog zijn dat er uit een commissie vanmiddag een spoedverzoek komt om wel een debat te houden. Bovendien laat het zich aanzien dat er wel een installatie is van een nieuw Kamerlid. We kunnen kijken of dat nog uit te stellen is. Dat is de vraag. Desalniettemin kan ik hoe dan ook even rondkijken of er steun is voor uw verzoek om vanavond aan het einde van het debat direct te stemmen over het wetsvoorstel waarover we vanmiddag een debat voeren, los van de andere aspecten. Ik zie sommigen nee schudden en anderen ja knikken. Dan vraag ik aan de leden wie het woord hierover wil. Dan kunnen we even kijken of er een meerderheid is voor of tegen dit voorstel.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Voorzitter. Mag ik even één minuut overleggen met mijn fractie? Kunt u even schorsen? Dit komt zomaar binnen.

De voorzitter:

Natuurlijk, mevrouw Faber. Ik schors voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Aan de orde is het ordevoorstel om direct aan het einde van het debat vanavond te stemmen over het wetsvoorstel dat vandaag op de agenda staat, de Wet betaald ouderschapsverlof. Ik kijk even rond wie ik daarover het woord mag geven zodat wij kunnen inventariseren of hier voldoende steun voor is.

Mevrouw Vos (PvdA):

De PvdA-fractie vindt het een beetje prematuur om daarover nu al te besluiten. Er gebeurt misschien vanmiddag wat. Het kan via een e-mailprocedure. En er is aan het einde van het debat, wat wel vaker gebeurt, de vraag of een van de fracties nog stemming wil. Als dat niet het geval is, is het wetsvoorstel aangenomen. Dus ik wil liever niet nu besluiten.

De voorzitter:

U stemt dus niet voor dit ordevoorstel. Mevrouw Faber, u had gevraagd om schorsing en ik had u eigenlijk het eerst het woord moeten geven. Excuses daarvoor.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Is het niet zo dat in het belang van de openbare orde een Kamerlid tijdig benoemd moet worden, zodat de Eerste Kamer voltallig is? Stel dat er ineens spoedwetgeving komt, dan kan het feit dat de Kamer niet voltallig is niet als excuus worden gebruikt voor het niet laten doorgaan van de spoedwetgeving. Ik denk bijvoorbeeld aan het intrekken van coronamaatregelen, want dat kan tegenwoordig maar zo gebeuren. Ik vind dat dit wel iets is waarover we moeten nadenken. We staan dus niet te trappelen om nu zomaar uit te spreken dat we volgende week niet vergaderen.

De voorzitter:

Ook als uw Voorzitter vind ik het belangrijk dat de Kamer zo veel mogelijk voltallig blijft. Op dit moment is nog niet duidelijk wie het benoemde lid zal zijn. Als dat duidelijk wordt, zal ik die installatie plenair laten plaatsvinden. Stemt u — dit gezegd zijnde — voor of tegen dit ordevoorstel, even los van dat punt?

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Nu begin ik te twijfelen. Ik geef toe dat dit niet zo vaak gebeurt.

De voorzitter:

Twijfel is de moeder aller vooruitgang.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dat is waar. Als het geen belemmering is en als dan wel duidelijk wordt afgesproken dat het Kamerlid direct beëdigd wordt als er een spoedwet of spoedmaatregelen aankomen, dan hebben wij er geen problemen mee.

De voorzitter:

Prima. Dus u stemt voor het ordevoorstel, uw opmerkingen in aanmerking nemende. Die hebben wij goed gehoord.

Mevrouw Prast (PvdD):

Mijn fractie is tegen dit voorstel. De belangrijkste redenen zijn dat wij nog tijd nodig hebben om te overleggen hoe we gaan stemmen — we willen het niet afraffelen — en dat wij het niet netjes vinden tegenover de nieuwe senator die geïnstalleerd gaat worden dat er mogelijkerwijs volgende week bijna niemand aanwezig is.

De heer Kox (SP):

Voorzitter. Mijn fractie begrijpt het voorstel, maar is er niet voor vanwege de geldende procedure om een week later te stemmen. Dat kan. Er zijn geen redenen om de vergadering volgende week niet te laten doorgaan, want we hebben fractie- en commissievergaderingen, sommige daarvan misschien wel fysiek. En er is de mogelijkheid dat er moties worden ingediend. We begrijpen het voorstel, maar we steunen het niet.

De heer Schalk (SGP):

Ook mijn fractie denkt dat het zou kunnen om vanavond te stemmen, maar dat betekent wat ons betreft niet dat er volgende week geen vergadering zou zijn. Als dat de voorwaarde zou zijn, zouden wij tegen dit voorstel stemmen.

De voorzitter:

Die voorwaarde zit niet in het ordevoorstel. Het ordevoorstel is om vanavond te stemmen.

De heer Schalk (SGP):

Wij hebben geen bezwaar tegen stemming als er niet iets bijzonders zou gebeuren.

De voorzitter:

Dan noteer ik een voorstem.

De heer Niek Jan van Kesteren (CDA):

Voorzitter. Wij zijn om praktische redenen voor het voorstel om vanavond te stemmen.

Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):

Voorzitter. Wij zijn ook om praktische redenen voor het voorstel.

De heer Frentrop (FVD):

Voorzitter. Wij zijn voor het wetsvoorstel, maar tegen het ordevoorstel. Wij stemmen graag volgende week.

De voorzitter:

Dit was meteen uw stemverklaring voor de stemmingen bij het wetsvoorstel. Dan hebben we die vast gehad.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, dan schiet het lekker op vandaag. Onze fractie is om praktische redenen voor stemming vanavond.

Mevrouw Bredenoord (D66):

Voorzitter. Onze fractie is voor het wetsvoorstel en ook voor het ordevoorstel.

De voorzitter:

Dat was ook een stemverklaring.

Mevrouw Nanninga (Fractie-Nanninga):

Ik houd het bij het ordevoorstel. Daar zijn wij niet voor.

De voorzitter:

Niet voor.

De heer Rosenmöller (GroenLinks):

Ik heb een beetje bedenktijd nodig, voorzitter. Wij begrijpen het wel, maar als ik alles op een rijtje zet, gaat er volgende week toch vergaderd worden en dan is het misschien toch beter om de stemming volgende week te doen, conform de geldende afspraken.

De voorzitter:

U stemt tegen het ordevoorstel. Dan de heer Otten nog. Tegen het ordevoorstel. Mevrouw Faber.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik hoop dat u mij dit toestaat. Meneer Rosenmöller triggerde mij wel. Nou, het ligt eraan: klimaat wordt een beetje gevoelig en moskeeën liggen weer gevoelig bij u. Maar goed, anyway. Meneer Rosenmöller heeft het erover dat er volgende week waarschijnlijk toch vergaderd gaat worden. Kunt u dat nader duiden?

De voorzitter:

Nee, het wel of niet doorgaan van de vergadering volgende week hangt af van de vraag of er op dat moment andere agendapunten zijn. U heeft dat punt al gemaakt. Als die er zijn, gaat de vergadering door, ook als er niet gestemd wordt over dit wetsvoorstel.

Meneer Van Rooijen, tweede ronde.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ik heb dezelfde vraag als mevrouw Faber …

De voorzitter:

Het antwoord is hetzelfde.

De heer Van Rooijen (50PLUS):

… namelijk waar de informatie vandaan komt, want dan vind ik het heel prematuur om nu te besluiten om vanavond te stemmen. Laten we praktisch blijven en het dan niet doen, als er aanwijzingen zijn dat er volgende week een vergadering is. Ik weet dat niet, maar begrijp dat.

De voorzitter:

Dat is nog niet zeker. Anders had ik dat gezegd.

Dan constateer ik dat er een meerderheid is voor het ordevoorstel, namelijk van 41 stemmen gewogen. Mevrouw Faber.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Mag ik alstublieft nog één minuut schorsen? Zou u dat willen doen?

De voorzitter:

Uiteraard, mevrouw Faber.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dank u.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Mevrouw Faber.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dank u, voorzitter. Excuus voor alle verwarring. Wij zijn tegen het voorstel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik constateer dat er geen meerderheid is voor het ordevoorstel. Dan zal er, zoals gebruikelijk, ofwel niet worden gestemd — dan is het wetsvoorstel vanavond aangenomen — ofwel volgende week worden gestemd over het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie heb ik op grond van artikel 37 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer in de plaats van de heer Niek Jan van Kesteren het lid Essers aangewezen als voorzitter van de commissie voor Financiën.

Tevens heb ik op verzoek van de CDA-fractie op grond van artikel 36 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer het lid Soeharno aangewezen als lid van:

• de commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV);

• de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

Vervolgens heb ik op verzoek van de PvdA-fractie op grond van artikel 36 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer het lid Vos aangewezen als lid van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Tevens heb ik het lid Vos op grond van artikel 37 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer in de plaats van mevrouw Sent aangewezen als voorzitter van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), met ingang van 7 oktober 2021.