De voorzitter:
Aan de orde is de herdenking van de heer H. Hofstede. Ik verzoek de leden te gaan staan. Dat staat hier, maar dat is inmiddels gebeurd.
Vandaag gedenken wij Henk Hofstede, die op 25 januari jongstleden op 82-jarige leeftijd overleed. Hij was acht jaar lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal voor het CDA, van 13 juni 1995 tot 10 juni 2003.
Hendrik Hofstede werd op 19 september 1937 geboren in Wilsum. Hij volgde de Christelijke Nationale School in zijn geboorteplaats. In Kampen ging hij naar het Gemeentelijk Lyceum. Na drie jaar maakte hij de overstap naar de Tuinbouwschool. Zijn dienstplicht vervulde hij eind jaren vijftig van de vorige eeuw bij de Koninklijke Mariniers. In 1961 rondde hij de opleiding voor de bloemisterij in Zwolle af.
Van 1951 tot en met 1964 was Henk Hofstede werkzaam in de tuin- en bosbouw. Op zijn 27ste werd hij lid van het hoofdbestuur van de Christelijke Bond van Werknemers in de Voedings-, Agrarische, Recreatie-, Genotsmiddelen en Tabaksverwerkende Bedrijven, later Voedingsbond CNV.
Na tien jaar werd Hofstede lid van het hoofdbestuur van het Christelijk Nationaal Vakverbond. Hij was bij het CNV belast met welzijn, ontwikkelingssamenwerking, militaire zaken en interne organisatie. Enkele jaren later werd hij tweede ondervoorzitter om vervolgens in 1986 voorzitter van het CNV te worden. Dat bleef hij tot 1 juli 1992.
Hofstede slaagde er in die periode in om van de verschillende christelijke bonden een hechte vakcentrale te maken. Ook zette hij zich als voorzitter in voor de vakbeweging in ontwikkelingslanden en was hij lid van de Wereldbond van Arbeid.
Politiek actief was Hofstede in 1958 geworden door zijn lidmaatschap van de ARP, in navolging van zijn grootvader van vaderszijde. Die was voor de antirevolutionairen 25 jaar lid van de gemeenteraad van Wilsum, evenals zijn grootvader van moederszijde dat was voor Gemeentebelangen.
In 1964 trad Hofstede in hun voetsporen en werd hij lid van de gemeenteraad van IJsselmuiden, waartoe Wilsum intussen was gaan behoren. Binnen het CDA was hij later onder andere lid van de commissie ontwikkelingssamenwerking, van de adviescommissie Wetenschappelijk Instituut en van de commissie-Gardeniers, die de verkiezingsnederlaag van de partij in 1994 onderzocht.
Een jaar na die verkiezingsnederlaag in de Tweede Kamer werd Hofstede in 1995 gekozen als lid van de Eerste Kamer. Hij was voor de CDA-fractie vanzelfsprekend woordvoerder op sociale zaken. Ook voerde hij regelmatig het woord over economische zaken, ontwikkelingssamenwerking en beroepsonderwijs.
Eerste Kamervoorzitter Herman Tjeenk Willink zei in zijn felicitatie ter gelegenheid van de maidenspeech van Hofstede, en ik citeer: "U bent geen ideologische scherpslijper, maar u komt wel met ijkpunten, door u altijd 'kapstokken' genoemd: naastenliefde, echte rechtvaardigheid, eigen verantwoordelijkheid van mensen en vrijheid."
Spraakmakend was Hofstede in 1997 bij de onverwachte tegenstem van het CDA bij het initiatiefwetsvoorstel-Rosenmöller op het recht van werknemers om een kortere werkweek wettelijk af te dwingen, waardoor het voorstel werd verworpen. Volgens Hofstede, woordvoerder namens de CDA-fractie, paste een wettelijk recht op deeltijdwerk niet in de Nederlandse verhoudingen, die gebaseerd zijn op, in zijn woorden, "overleg en ruil".
Naast zijn politieke en maatschappelijke carrière was Hofstede onder andere actief als lid van de Nationale Campagnecommissie Anti-Racisme, bestuurslid van de Anne Frank Stichting, lid van de raad van commissarissen van Bloemenveiling Holland, lid van de raad van advies van UWV en nog tot 2016 voorzitter van het College van Kerkrentmeesters van de Grote Kerk Vianen.
Op 29 april 1990 werd Henk Hofstede benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau en op 10 juni 1992 tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In datzelfde jaar ontving hij tevens het Eremetaal in Goud voor de Republiek Polen.
Henk Hofstede stond bekend als een sociaal bewogen vakbondsbestuurder en politicus. Een van zijn bekendste uitspraken is: "Wees niet te rechtvaardig, wees niet al te goddeloos". Die balans zocht hij in al zijn werkzaamheden.
Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.
Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.