De voorzitter:
Ik verzoek de leden te gaan staan.
Vandaag gedenken wij Jan Pastoor, die op 10 december jongstleden op 84-jarige leeftijd overleed. Hij was acht jaar lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal voor het CDA, van 8 juni 1999 tot 12 juni 2007.
Jan Jacobus Lambertus Pastoor werd op 3 april 1935 geboren in Ruinerwold. Hij begon op de lagere school in zijn geboorteplaats. Na de Tweede Wereldoorlog zette hij zijn opleiding voort op de lagere school in Wanneperveen, omdat zijn vader daar burgemeester werd in 1946.
Aan het Openbaar Lyceum in Meppel haalde Jan Pastoor in 1954 zijn gymnasium a-diploma. Hij studeerde vervolgens Nederlands recht, in het bijzonder publiekrecht, aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Na zijn militaire dienst ging hij werken bij de gemeente Wassenaar als ambtenaar op de secretarie. Acht jaar later werd de burgemeesterszoon zelf burgemeester in de gemeente Workum. Daar bleef hij acht jaar en hij was in die periode tweemaal korte tijd waarnemend burgemeester van buurgemeente Hindeloopen. Aansluitend was Jan Pastoor — opnieuw acht jaar — burgemeester van Smilde. Hij moest als burgemeester de verscheurde gemeenschap bij elkaar proberen te brengen na de Molukse gijzelingsactie op de lagere school in Bovensmilde in 1977. Hij noemde het later eens een "zeer complexe klus".
Van 1987 tot 1999 was Jan Pastoor lid van Gedeputeerde Staten van Drenthe. Hij was belast met bestuurlijke aangelegenheden, volksgezondheid, ouderenbeleid, volkshuisvesting en energie. In die functie was hij onder meer verantwoordelijk voor de gemeentelijke herindeling, die hij in één keer doorvoerde voor de gehele provincie. In 1998 ging Drenthe van 34 naar 12 gemeenten.
Naast zijn werk als bestuurder was Jan Pastoor van 1971 tot 1992 ambtenarenrechter. Toen de ambtenarengerechten geïntegreerd werden in de rechtbanken, was hij rechter-plaatsvervanger in drie rechtbanken.
Jan Pastoor werd in Wassenaar actief voor de CHU, de Christelijk-Historische Unie, als secretaris van de kiesvereniging Wassenaar van de partij. Na zijn verhuizing naar Friesland was hij penningmeester van de CHU-Kamerkring Friesland. Toen de CHU opging in het CDA, vervulde hij dezelfde functie voor het CDA-gewest Friesland. Ook was hij voorzitter van de CDA-Bestuurdersvereniging, eerst van Drenthe en van 1991 tot 1997 van de landelijke Bestuurdersvereniging.
Toen Jan Pastoor in 1999 lid werd van de Eerste Kamer voor het CDA, kreeg hij ook hier bestuurlijke onderwerpen in zijn portefeuille. Zo hield hij zijn maidenspeech op 6 juli 1999 bij de behandeling van het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Hoevelaken en Nijkerk. Gemeentelijke herindelingen werden zijn specialiteit.
Verder behandelde hij wetgeving met betrekking tot het politiebestel, rampenbestrijding, cameratoezicht en integriteitsbeleid. Ook volkshuisvesting en ruimtelijke ordening hadden vanuit zijn bestuurlijke kennis en ervaring zijn interesse en aandacht.
In een vraaggesprek met RTV Drenthe in 2008 zei Jan Pastoor dat het Eerste Kamerlidmaatschap het mooiste was geweest in zijn politiek-bestuurlijke loopbaan. Ik citeer: "Je bent helemaal op jezelf teruggeworpen en moet alles zelf beoordelen. Je werkt daarnaast in een fractie waarin een grote kameraadschap en een buitengewone vriendschap bestaan. Ik heb ervan genoten." Overigens is dit een vertaling uit het Drents, want dat sprak hij graag als de mogelijkheid zich voordeed. Ik niet.
Op 13 juni 1999 werd Jan Pastoor benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Naast zijn politieke en maatschappelijke carrière was hij onder andere actief als lid van de raad van commissarissen van de Bank Nederlandse Gemeenten, voorzitter van het Sint Antonius Ziekenhuis in Sneek, lid van de Ereraad van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging en bestuurslid van de De Savornin Lohman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de Christelijk-Historische Unie.
Jan Pastoor stond bekend als een zorgvuldig en precies bestuurder, wars van politieke spelletjes. Hij was ervan overtuigd dat de overheid betrouwbaar moet zijn.
Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.
Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.