2 Mededelingen

De voorzitter:

Op 16 augustus 2019 hebben Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander, Hare Majesteit Koningin Máxima en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix der Nederlanden mededeling gedaan van het overlijden van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Christina. Namens u allen heb ik gevoelens van medeleven betuigd aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix en aan Zijne Majesteit de Koning. Onze gedachten zijn bij degenen die Prinses Christina persoonlijk het meest missen: bij de familieleden en vrienden, die haar zo lief waren. Wij wensen hun kracht bij het dragen van dit verlies.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Teunissen, wegens verblijf buitenslands;

Vendrik, wegens ziekte.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De leden Otten, Rookmaker en De Vries hebben aangekondigd met ingang van 20 augustus 2019 een nieuwe fractie te vormen, te weten: de Fractie-Otten. In verband met de afsplitsing heb ik namens de fractie Forum voor Democratie het lid Frentrop benoemd tot voorzitter van de commissie voor Financiën (FIN) in plaats van het lid Otten en het lid Beukering tot ondervoorzitter van de commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL) in plaats van het lid De Vries.

Namens de fractie Forum voor Democratie heb ik aangewezen: het lid Dessing als lid van de commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) en de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De leden Van Wely en Cliteur heb ik aangewezen als lid van de commissie voor Europese Zaken. Het lid Nanninga heb ik aangewezen als lid van de commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO). Het lid Van der Linden heb ik aangewezen als lid van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Namens de Fractie-Otten heb ik het lid Otten benoemd tot ondervoorzitter van de commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) in plaats van het lid Van Wely. Voor de goede orde meld ik hierbij dat ik het lid Otten ook heb aangewezen als lid van de commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V). Voorts heb ik het lid Otten aangewezen als lid van de commissie voor Financiën (FIN), de commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) en de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het lid Rookmaker heb ik aangewezen als lid van de commissie voor Europese Zaken (EUZA), de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO). Het lid De Vries heb ik aangewezen als lid van de commissie voor Koninkrijksrelaties (KOREL), de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ), de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) en de commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ).

Namens de fractie van D66 heb ik aangewezen het lid Backer als lid van de commissie voor Europese Zaken (EUZA) in plaats van het lid Dittrich.

Ingekomen zijn:

  • -beschikkingen van de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal houdende aanwijzing van de heer A.L.E. Arbouw en de heer E.B. van Apeldoorn tot leden en de heer E. van der Burg, de heer H.P.M. Knapen, de heer R.A. Koole alsmede mevrouw M.H.M. Faber-van de Klashorst tot plaatsvervangend leden van de NAVO Parlementaire Assemblee;

  • -voorts beschikkingen van de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal houdende aanwijzing van de heer A.L.E. Arbouw en mevrouw M.G.H.C. Oomen-Ruijten tot leden en de heer E. van der Burg, mevrouw F. Karimi, mevrouw G. Prins-Modderaar als plaatsvervangend leden van de OVSE-Parlementaire Assemblee;

  • -alsmede beschikkingen van de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal houdende aanwijzing van de heer M.J.M. Kox, mevrouw R.G. de Bruijn-Wezeman en mevrouw M.M. de Boer tot vertegenwoordiger en mevrouw P.W. Geerdink, mevrouw M.G.H.C. Oomen-Ruijten en de heer R.A. Koole tot plaatsvervangend vertegenwoordiger in de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa;

  • -vervolgens beschikkingen van de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal houdende aanwijzing van mevrouw P.W. Geerdink, mevrouw A.M.V. Gerkens, de heer J.J. Atsma, de heer R. van Gurp tot leden van de Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie;

  • -verder beschikkingen van de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal houdende aanwijzing van de heer W.T. van Ballekom, de heer R. Wever, de heer A.G.J.M. Rombouts, de heer P. Ester, mevrouw A.M.V. Gerkens, mevrouw G.V.M. Veldhoen, mevrouw J.E.A.M. Nooren en de heer R.A. Janssen tot leden en de heer H.P.M. Knapen, de heer M.J. van Rooijen, de heer D.J.H. van Dijk en mevrouw M.G.H.C. Oomen-Ruijten tot plaatsvervangende leden van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad;

  • -ten slotte beschikkingen van de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal houdende aanwijzing van mevrouw R.G. de Bruijn-Wezeman en de heer H.P.M. Knapen tot vertegenwoordigers in de Parlementaire Assemblee van de Unie voor de Mediterrane Regio.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

De Kamer heeft diverse voornemens tot het sluiten, vaststellen, wijzigen of verlengen van verdragen, protocollen en overeenkomsten ontvangen. Ik stel vast dat voor deze voornemens de termijnen zijn verstreken en dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van de volgende voornemens geen behoefte bestaat: 31936-I, 35221-A, 35222-A.

Ingekomen is een verzoek van mevrouw N. Pouw-Verweij d.d. 23 juli 2019, waarin zij meedeelt dat zij per 24 juli 2019 tot en met 12 november 2019 haar lidmaatschap van de Eerste Kamer tijdelijk wenst te beëindigen in verband met zwangerschaps- en bevallingsverlof. Dit verzoek heb ik ingewilligd. En ik heb vandaag vernomen dat collega Pouw inmiddels is bevallen van een zoon. Ik zal haar namens de Kamer onze felicitaties sturen. De voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal is van het ontslag van mevrouw Pouw op de hoogte gebracht.

Naar boven