7 Stemming Dienstplicht vrouwen

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Kaderwet dienstplicht en van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met het van toepassing worden van de dienstplicht op vrouwen (34764).

De voorzitter:

Dan is aan de orde de stemming over het wetsvoorstel 34764, Wijziging van de Kaderwet dienstplicht en van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met het van toepassing worden van de dienstplicht op vrouwen.

De staatssecretaris van Defensie is niet aanwezig. Er wordt gebeld. Ik begrijp dat een enkel Kamerlid een stemverklaring wenst af te leggen. Het is een beetje merkwaardig als dan de staatssecretaris er niet is. Maar de staatssecretaris komt eraan, hoor ik nu. Het lijkt wel Sinterklaas!

Wij waren al bang dat u misschien verdwaald was in het gebouw, maar dat is dus niet het geval. Ik heet u van harte welkom, staatssecretaris van Defensie. U bent namens de regering bij de stemming aanwezig. U bent van harte welkom in de Eerste Kamer.

Hebben alle leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Ik begin met meneer Schaper.

De heer Schaper (D66):

Mevrouw de voorzitter, vanwege de tijdsdruk een korte stemverklaring.

De D66-fractie zal voor dit wetsvoorstel stemmen vanwege het beginsel dat mannen en vrouwen voor de wet gelijk zijn. Zij neemt echter afstand van de onderbouwing in het wetsvoorstel dat de positie van de vrouw sinds de vorige wet zodanig is verbeterd dat deze een aanpassing, zoals in het wetsvoorstel voorgesteld, rechtvaardigt.

Dit was alles.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Schaper. Ik geef het woord aan meneer Lintmeijer.

De heer Lintmeijer (GroenLinks):

Ik hoorde onderweg hierheen: mannen nemen het woord. Dat is wel een pijnlijke opmerking!

Voorzitter, dank. De fractie van GroenLinks is desalniettemin blij met de voorliggende aanpassingen van de Kaderwet dienstplicht en de Wet gewetensbezwaren militaire dienst. Gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen hoort in alle geledingen van de samenleving tot uiting te komen. Daar waar wettelijke beperkingen in de weg staan, hoe dan ook onderbouwd, dienen deze te worden weggenomen. De wetswijziging heeft nu geen directe praktische consequenties. Als dat in de toekomst onverhoopt wel het geval is, wacht de krijgsmacht de uitdagende opgave om de gelijke instroom van jonge mannen en vrouwen vorm te geven en een cultuur te creëren waarin die gelijkwaardige positie daadwerkelijk tot uiting komt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Lintmeijer. Ik denk dat ik nu toch een vrouw het woord ga geven, mevrouw Martens.

Mevrouw Martens (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Het wetsvoorstel regelt dat de dienstplicht, als deze weer actief wordt, ook van toepassing zal zijn op vrouwen. De leden onderschrijven de intentie van het wetsvoorstel. Het ligt geheel in de lijn van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en gezien het feit dat het gelijktijdig oproepen van beide ouders of verzorgers van kinderen niet aan de orde zal zijn, evenmin als het oproepen van zwangere vrouwen, alsmede dat het blijft gaan om een generieke dienstplicht, zullen de leden voor het wetsvoorstel stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Martens. Mevrouw Vlietstra.

Mevrouw Vlietstra (PvdA):

Voorzitter. Naar de mening van mijn fractie hebben vrouwen en mannen gelijke rechten en gelijke plichten, ook waar het gaat om de dienstplicht. Wij stemmen daarom van harte voor het wetsvoorstel. Toch plaatsen wij daarbij twee opmerkingen. De opvatting van de regering dat vrouwen in de krijgsmacht nu al een volkomen gelijkwaardige positie bekleden, deelt mijn fractie niet. Wij verwachten van de regering dat zij maatregelen neemt om een fors hogere deelname van vrouwen in alle functies van het leger te bereiken, alsmede een cultuur waarin vrouwen zich welkom weten.

Ten tweede, voorzitter: de communicatie over het wetsvoorstel blijft beperkt tot de mededeling op de website van Defensie en een brief aan eenieder die de leeftijd van 17 jaar bereikt. Met verwijzing naar het WRR-rapport "Weten is nog geen doen" geven wij de regering in overweging op bredere wijze bekendheid te geven aan deze fundamentele wetswijzigingen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Vlietstra. Ik geef het woord aan de heer Diederik van Dijk.

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Voorzitter. Met enige onthutsing las mijn fractie in de memorie van antwoord, pagina 4, dat de regering met dit wetsvoorstel uitdrukkelijk niet beoogt de positie van vrouwen te verbeteren. Vrouwen moeten ook maar eens hun plichten verstaan, zo luidt, vrij samengevat, het credo van de regering. Dit nu is een doorn in het oog van de SGP. De SGP bepleit keuzevrijheid. Als vrouwen in militaire dienst willen, uitstekend. Als zij dat niet wensen, dan geen verplichting. Helaas kiest de regering ervoor al het mooie onderscheid tussen mannen en vrouwen weg te nivelleren. Het toppunt van emancipatie: vrouwen verplicht de loopgraaf in! Baas in eigen bunker! Als ik vrouw was, stemde ik SGP. Wij stemmen in ieder geval tegen dit wetsvoorstel.

(Hilariteit)

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk. Wie kan ik na deze prachtige woorden van de heer Van Dijk nog verder het woord geven? Niemand?

Goed. Dan stemmen wij bij zitten en opstaan.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, het CDA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de OSF, de SP, D66 en de PVV voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van de SGP ertegen, zodat het is aangenomen.

Zoals ik u al gezegd heb, zal ik zo de vergadering sluiten. Dan kunt u hier in de plenaire zaal de heer Binnema feliciteren, die ik dan ook verzoek om zo meteen hier voor het rostrum plaats te nemen. Als de heer Binnema door iedereen is gefeliciteerd, dan is er in de Hall gelegenheid om de nieuwe Griffier met een klein drankje toe te drinken en te feliciteren met zijn nieuwe functie.

Naar boven