5 Beëdiging mevrouw J.G. Vlietstra

Aan de orde is de beëdiging van mevrouw J.G. Vlietstra. 

De voorzitter: 

Ik deel aan de Kamer mede dat door mij zijn benoemd tot leden van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van het benoemde lid der Kamer, mevrouw J.G. Vlietstra: de heer Knapen (voorzitter), mevrouw De Bruijn-Wezeman en mevrouw Wezel. 

Ik deel aan de Kamer mede dat de ingekomen missives van de voorzitter van het centraal stembureau en de geloofsbrief van mevrouw J.G. Vlietstra inmiddels in handen zijn gesteld van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief. 

Het is mij gebleken dat de commissie haar taak reeds heeft verricht. 

Ik geef derhalve het woord aan de heer Knapen, voorzitter van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van mevrouw J.G. Vlietstra, tot het uitbrengen van rapport. 

De heer Knapen, voorzitter der commissie: 

Voorzitter. De commissie die de geloofsbrief van het te benoemen lid van de Kamer, mevrouw J.G. Vlietstra, heeft onderzocht, heeft de eer te rapporteren dat de geloofsbrief en de daarbij ingevolge de Kieswet overgelegde bescheiden in orde zijn bevonden. 

Het rapport van de commissie is neergelegd ter Griffie ter inzage voor de leden. 

De commissie adviseert de Kamer om mevrouw Vlietstra als lid van de Kamer toe te laten. 

De voorzitter: 

Ik dank de heer Knapen voor het uitbrengen van het rapport en de commissie voor het verrichten van haar taak. Ik stel aan de Kamer voor het advies van de commissie te volgen en het volledige rapport in de Handelingen te doen opnemen. 

Daartoe wordt besloten. 

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.) 

De voorzitter: 

Ik verzoek de Griffier mevrouw Vlietstra binnen te leiden. 

Nadat mevrouw Vlietstra door de Griffier is binnengeleid, legt zij in handen van de Voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaringen en beloften af. 

De voorzitter:

Ik wens u van harte geluk met uw benoeming en verzoek u de presentielijst te tekenen. Maar voordat u plaatsneemt in ons midden, wil ik u graag als eerste feliciteren. De overige leden kunnen dat pas doen nadat ik de vergadering gesloten heb. Ik feliciteer u vanaf deze plek, mevrouw Vlietstra. Van harte gefeliciteerd. U mag allen weer gaan zitten. Nee, mevrouw Barth, nog geen bloemen, we gaan eerst nog even verder met de vergadering. 

Naar boven