1

Dinsdag 29 januari 2013

Aanvang 10.15 uur

Voorzitter: Putters

Tegenwoordig zijn 69 leden, te weten:

Barth, Beckers, Beuving, Van Bijsterveld, De Boer, Van Boxtel, Brinkman, Bröcker, Broekers-Knol, Bruijn, Van Dijk, Dupuis, Duthler, Elzinga, Engels, Essers, Ester, Faber-van de Klashorst, Flierman, Franken, Frijters-Klijnen, Ganzevoort, Thom de Graaf, Marcel de Graaff, De Grave, Hermans, Hoekstra, Holdijk, Huijbregts-Schiedon, Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Knip, Koffeman, Kok, Koole, Kox, Kuiper, De Lange, Linthorst, Lokin-Sassen, Martens, Meurs, Nagel, Noten, Popken, Postema, Putters, Quik-Schuijt, Reuten, Reynaers, Ruers, Schaap, Scholten, Schouwenaar, Schrijver, Sent, Slagter-Roukema, Smaling, Sörensen, Van Strien, Strik, Swagerman, Sylvester, Terpstra, Thissen, Vliegenthart, Vlietstra, Vos en De Vries,

en de heer Rutte, minister-president, minister van Algemene Zaken, de heer Opstelten, minister van Veiligheid en Justitie, en de heer Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

en de heer Scheltema, regeringscommissaris.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Fred de Graaf, Schrijver en Ter Horst, wegens verblijf buitenslands;

Van der Linden en Backer, wegens verblijf buitenslands in verband met deelname aan een interparlementaire vergadering over het Europees semester in Brussel;

Van Beek, De Vries-Leggedoor en Postema, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik heet de minister-president en de minister van Veiligheid en Justitie van harte welkom in de Kamer.

Aan het begin van deze vergadering wil ik kort stilstaan bij de aankondiging van Hare Majesteit de Koningin van haar voornemen terug te treden uit haar ambt. Velen van ons zullen gisteravond geroerd naar haar toespraak hebben geluisterd. Aan een zeer bijzonder koningschap komt binnenkort een einde. Na de toespraak hebben de Voorzitter van onze Kamer en de Voorzitter van de Tweede Kamer in een mededeling te kennen gegeven met groot respect en ontroering kennis te hebben genomen van het voornemen tot abdicatie van Hare Majesteit de Koningin.

De troonsafstand van de Koningin en de inhuldiging van de nieuwe Koning vinden op 30 april plaats in de hoofdstad Amsterdam. De beëdiging en inhuldiging van de Koning zullen, ingevolge artikel 32 van de Grondwet, plaatsvinden in een openbare verenigde vergadering van de Staten-Generaal. Beëdiging en inhuldiging zullen zich voltrekken volgens de bepalingen van de Rijkswet van 27 februari 1992, de Wet beëdiging en inhuldiging van de Koning. Na de eedsaflegging door de Koning krijgen de leden van de Eerste Kamer en de leden van de Tweede Kamer de gelegenheid hun eed of belofte van trouw aan de Grondwet en aan de Koning te herbevestigen.

Onze Voorzitter zal in de komende drie maanden als voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal leiding geven aan de voorbereiding van de Verenigde Vergadering. De ambtelijke voorbereiding staat onder leiding van onze griffier, als griffier van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal. Gisteravond is er al contact geweest met onze Voorzitter die momenteel in het buitenland verblijft. Met de voorbereidingen is vanmorgen een begin gemaakt. De beide Kamers zullen uiteraard nauw samenwerken en inzake het geheel van plechtigheden en festiviteiten rond de troonswisseling zullen de Kamers nauw samenwerken met de regering en het gemeentebestuur van Amsterdam.

Op 31 januari, aanstaande donderdag, wordt Hare Majesteit de Koningin 75 jaar. Namens u allen feliciteer ik haar op deze plaats van harte met haar verjaardag. Onze gelukwensen gaan gepaard met grote dankbaarheid voor de toewijding, intense betrokkenheid en warme menselijkheid waarmee de Koningin het Koninkrijk der Nederlanden en haar bevolking steeds heeft gediend, ook onder moeilijke omstandigheden. Moge een gelukkige afsluiting van haar regeerperiode voor onze Koningin in het verschiet liggen.

Voor een korte reactie geef ik nu graag het woord aan de minister-president.

Minister Rutte:

Mijnheer de Voorzitter. De toespraak waarmee Koningin Beatrix gisteravond bekendmaakte dat zij op 30 april aanstaande haar ambt overdraagt aan Prins Willem-Alexander, markeert een bijzonder moment in de staatkundige geschiedenis van ons land. De inhuldiging van de nieuwe Koning zal volgens de Grondwet plaatsvinden in een openbare bijeenkomst van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal.

De overweldigende stroom aan reacties uit binnen- en buitenland onderstreept hoezeer Koningin Beatrix mensen heeft geraakt en geïnspireerd, hoe zij in de 33 jaar dat zij onze Koningin was, indruk maakte door haar hartelijkheid, haar oprechte interesse, haar grote kennis van zaken en tegelijkertijd haar onvermoeibare inzet voor ons land. Het is goed en ook waardevol om dat hier te kunnen vaststellen. Direct na deze bijeenkomst is er een speciale bijeenkomst van de ministerraad, waarin wij een aantal praktische zaken zullen bespreken en ook procedureafspraken zullen maken op weg naar 30 april. Het kabinet ziet er zeer naar uit om deze dag in zeer nauwe samenspraak met de beide Kamers van de Staten-Generaal tot een succes te maken, in grote dankbaarheid voor alles wat Koningin Beatrix voor ons land heeft betekend en gedaan, en tegelijkertijd in het volle vertrouwen dat Prins Willem-Alexander, met Prinses Máxima aan zijn zijde, zijn aanstaande taak met grote inzet, maar ook met grote overtuiging op zich zal nemen. Ik dank u wel.

De voorzitter:

Ik dank de minister-president.

Ik schors nu voor een kort ogenblik om de minister-president de gelegenheid te geven naar de ministerraad te gaan en om de minister van Veiligheid en Justitie de gelegenheid te geven om plaats te nemen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven