3 Stemmingen

Aan de orde is de stemming over moties, ingediend bij het beleidsdebat over het rapport van de Staatscommissie Grondwet en de kabinetsreactie daarop (31570, A),

te weten:

  • - de motie-Engels c.s. over een algemene bepaling in de Grondwet waarin wordt uitgedrukt dat Nederland een democratische rechtsstaat is (31570, letter B);

  • - de motie-Lokin-Sassen c.s. over een artikel in de Grondwet inzake een algemeen recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter (31570, letter C).

(Zie vergadering van 7 februari 2012.)

De voorzitter:

Ik heet de minister voor Immigratie, Integratie en Asiel, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, van harte welkom in de Eerste Kamer.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Swagerman (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie heeft in het debat een onderscheid gemaakt in aard van beide moties, en daarop een verschil in positie gebaseerd. Wat de motie-Engels betreft, die de VVD niet steunt, het volgende. Op zichzelf, voor zover het het debat over het al dan niet zijn van een democratische rechtsstaat betreft, heeft de motie onze sympathie, maar mijn fractie hecht er wel aan, haar positie nader toe te lichten. De motie-Engels beoogt een algemene bepaling in de Grondwet te doen opnemen waarin wordt uitgedrukt dat Nederland een democratische rechtsstaat is, althans behoort te zijn. Het effect van zo'n algemene bepaling is dat er interpretatieve effecten van uitgaan, als ware het een sproei-installatie naar de overige bepalingen van de Grondwet. Dat acht de VVD onwenselijk in dit stadium, waarin een dergelijk effect nog onvoldoende is doordacht.

De motie-Lokin-Sassen benadrukt onder meer uitdrukking te geven aan een bepaling die reeds in de Grondwet staat, te weten dat niemand van zijn rechten kan worden afgehouden. Ofschoon ook kan worden gesteld dat een onafhankelijke, onpartijdige rechter en het recht op een eerlijk proces al impliciet in de Grondwet besloten liggen, vindt de VVD-fractie expliciete opname van deze onderdelen een nuttig aanvulling.

De heer Sörensen (PVV):

Voorzitter. Mijn fractie hecht eraan, over beide moties iets te zeggen. Wij hebben de eerste motie, van collega Engels, mede ondertekend, en ik zal uitleggen waarom. Ik heb hier uitgebreid beweerd dat wij wel een rechtsstaat zijn, maar geen democratie. Wij hebben toch ondertekend, om de eenvoudige reden dat er een toevoeging komt, namelijk "dat Nederland een democratische rechtsstaat is, of behoort te zijn." Het laatste heeft ons doen besluiten om voor deze motie te stemmen.

De motie van mevrouw Lokin-Sassen c.s. is misschien overbodig, maar wij gaan daar zeker voor stemmen, om de eenvoudige reden dat wij ons afvragen wie daar nou eigenlijk tegen kan zijn in Nederland. Wij houden wel een slag om de arm, want wij hebben gemerkt dat sommige mensen gebruik maken van wat wij noemen juridische obstructie, juridisch gelamenteer om steeds weer uitstel te bereiken. Wij hopen niet dat deze extra passage in de Grondwet hiertoe zal leiden. Ondanks het feit dat wij vóór zullen stemmen, houden wij onze handen vrij wat andere wetsvoorstellen betreft die nog gaan komen.

In stemming komt de motie-Engels c.s. (31570, letter B).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PVV, de Partij van de Arbeid, de ChristenUnie, de SP, GroenLinks, D66, de Partij voor de Dieren, 50PLUS en de OSF voor deze motie hebben gestemd en die van de fracties van de VVD, het CDA en de SGP ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Lokin-Sassen c.s. (31570, letter C).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Sluiting 13.40 uur.

Naar boven