De voorzitter:
Ik verzoek de leden om te gaan staan.
Op 20 november is op 84-jarige leeftijd te Roermond overleden de
heer Frans Feij. Hij was lid van de Eerste Kamer voor de VVD van september
1974 tot juli 1987. Gedurende dertien parlementaire jaren heeft hij zich verdienstelijk
gemaakt in dit huis en bijgedragen aan belangrijke debatten over onder meer
de herziening van de Grondwet en de inrichting van het bestuurlijk bestel.
Franciscus Maria Feij werd geboren op 6 mei 1926 in de Limburgse
gemeente Echt. Na de hbs werd hij in 1945 gemeenteambtenaar, eerst in Stevensweert,
daarna in Geleen. Naast zijn werk volgde hij verschillende opleidingen. Uiteindelijk
behaalde hij het doctoraal bestuurswetenschappen aan de Katholieke Universiteit
Nijmegen. Op 35-jarige leeftijd, in 1961, werd hij burgemeester van de Limburgse
gemeente Melick en Herkenbosch en tevens van de naastgelegen gemeente Vlodrop.
Achttien jaar vervulde hij deze functies. Zijn naam is veel langer aan deze
gemeenten, die in 1991 zijn opgegaan in de gemeente Roerdalen, verbonden gebleven.
Hij initieerde in zijn gemeenten de eerste lokale omroep in Nederland, waarmee
hij een brug sloeg naar de burgers.
De heer Feij stapte in 1971 van de KVP over naar de VVD, hetgeen toen
enig opzien baarde. Met zijn benoeming in 1979 tot burgemeester van Venlo,
werd hij de eerste VVD'er die in Limburg in dit ambt benoemd werd. Hij was
in Venlo zeer gezien. Aansluitend werd hij in 1984 nog eens zes jaar burgemeester
van Breda. Onder zijn leiding onderging deze stad een bestuurlijke modernisering
en economische schaalvergroting. Mede dankzij de vasthoudende opstelling van
Feij kreeg Breda in 1989 de status van stedelijk knooppunt.
Frans Feij was in de zittingsperiode 1983-1987 tweede ondervoorzitter
van de Eerste Kamer. Zijn grote betrokkenheid bij het openbaar bestuur en
zijn inzicht in de werking ervan, droegen bij aan het werk van onder meer
de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat, waarvan
hij plaatsvervangend voorzitter was. Dit was een tijdsgewricht waarin het
opinietijdschrift Vrij Nederland het lidmaatschap van de Eerste Kamer aanduidde
als een "schnabbel". Volstrekt anders dan deze beeldvorming was de taakopvatting
van Frans Feij, die zich graag vastbeet in lijvige dossiers. Zijn bijdrage
aan debatten in deze zaal kenmerkten zich door een grote kennis van zaken.
Soms was hij scherp van tong, maar altijd was hij gericht op praktische oplossingen
voor de reële vraagstukken. Feij was nog geen jaar senator toen hij tijdens
een beleidsdebat over de begroting van het departement van Binnenlandse Zaken
het toenmalige kabinet-Den Uyl hekelde vanwege een stroom nota's waarin nieuw
beleid werd geëtaleerd, zonder dat concrete wetsvoorstellen het parlement
bereikten. Altijd sterk verbonden met de provincie waar hij vandaan kwam,
heeft Frans Feij zich dwars over partijgrenzen heen ingezet voor de herindustrialisatie
van Limburg. Dat heb ik ook persoonlijk ervaren. De Limburgequipe waarvan
hij deel uitmaakte, kenmerkte zich door sterke persoonlijke banden en was
erop gericht om de door de mijnsluitingen zwaar getroffen regio nieuw perspectief
te bieden. Meermaals week het standpunt van Feij af van dat van zijn fractie
en liet hij zich leiden door de persoonlijke inzichten en principes. Hij omschreef
zichzelf als een liberaal in hart en nieren.
Na zijn burgemeesterschappen vervulde hij nog diverse bestuurlijke functies,
waaronder die van voorzitter van Transport en Logistiek Nederland. Ook na
zijn politieke en bestuurlijke leven bleef Frans Feij een warme en aimabele
persoonlijkheid met een groot hart voor de menselijke kant van het leven.
Als erkenning voor zijn maatschappelijke verdiensten werd hij in 1986 benoemd
tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
De Eerste Kamer is Frans Feij dankbaar voor wie hij was en voor zijn bijdrage
aan het politieke debat, zowel binnen als buiten de Kamer. Hij was een markante
persoonlijkheid die zijn leven in dienst heeft gesteld van het openbaar bestuur
en de democratie. Moge ons respect voor zijn persoon een steun zijn voor zijn
vrouw en kinderen.
Ik verzoek de leden om een moment van stilte.