Aan de orde is de herdenking naar aanleiding van het overlijden van de heer P. Tjeerdsma, oud-lid van de Eerste Kamer.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden te gaan staan.

Bij aanvang van het reces, op 13 juli jongstleden, overleed op 94-jarige leeftijd het voormalig Eerste Kamerlid Pieter Tjeerdsma. Hij was lid van deze Kamer voor de ARP en later het CDA in de periode van mei 1971 tot september 1974 en van juni 1976 tot september 1983. Gedurende drie zittingstermijnen heeft Pieter Tjeerdsma zich in totaal tien jaar volledig ingezet en verdienstelijk gemaakt als lid van de Eerste Kamer.

Pieter Tjeerdsma werd geboren op 7 juni 1916 in het Friese dorp Garijp, tegenwoordig behorend tot de gemeente Tietjerksteradeel. Als zoon van een schipper groeide hij op in een omgeving waarin werken op jonge leeftijd de regel was en studeren een uitzondering. Dankzij de hoge cijfers die hij behaalde op de lagere technische school kreeg Piet Tjeerdsma een studiebeurs die hem in staat stelde om aan de HTS te Leeuwarden een opleiding te voltooien tot bouwkundig ingenieur. In latere jaren verbreedde hij zijn kennis met diverse leergangen, onder meer op het terrein van staatsrecht en financiën.

In 1938 begon Tjeerdsma als opzichter bij Provinciale Waterstaat. In deze functie was hij verantwoordelijk voor de werkverschaffing en maakte hij kennis met de sociale problematiek van kansarmen en ongeschoolden. Deze ervaring droeg hij mee in zijn latere functies in de vakbeweging.

In de jaren van de Duitse bezetting organiseerde Tjeerdsma, toen jong ambtenaar bij de gemeente Haarlem, in deze stad de druk en verspreiding van het illegale blad Trouw. In het verzet droeg hij de naam Piet Haarlem. In de jaren na de oorlog bleef hij betrokken bij de verdere ontwikkeling van Trouw, waarbij hij ervoor streed, het nog jonge dagblad een algemeen christelijke signatuur te geven.

Na de oorlog begon zijn loopbaan als vakbondsbestuurder. Vijf jaar was hij bestuurslid van de Nederlandse Christelijke Bond van Overheidspersoneel en vervolgens ruim twintig jaar landelijk secretaris van de vakcentrale CNV. Korte tijd was hij tweede voorzitter van het CNV. Vanuit de vakbeweging was hij vele jaren lid van de Sociaal Economische Raad.

In 1971, in hetzelfde jaar dat hij aantrad als lid van deze Kamer, werd Tjeerdsma benoemd tot burgemeester van de Friese gemeente Wonseradeel. In dit ambt, dat hij negen jaar bekleedde, verzette hij zich met succes tegen een gemeentelijke herindeling. Zijn bestuurlijke ervaring als burgemeester kwam hem van pas als woordvoerder namens zijn fractie voor de portefeuilles binnenlandse zaken, volkshuisvesting en ruimtelijke ordening.

Als senator viel Tjeerdsma op door zijn principiële en onafhankelijke opstelling die hem meerdere malen een minderheidsstandpunt deed innemen in zijn fractie. Zijn nuchtere kijk op cijfers en op de uitvoeringspraktijk in de wegenbouw, de volkshuisvesting, maar ook op het beleid voor beroepsonderwijs en omscholing maakten hem tot een gerespecteerd woordvoerder in deze Kamer. Met zijn vasthoudendheid wist Piet Tjeerdsma bewindslieden vaak te bewegen tot grotere duidelijkheid en aanvullende toezeggingen.

Dankzij zijn veeljarige betrokkenheid bij de Sociaal Economische Raad sprak Tjeerdsma in deze Kamer met gezag over pensioenwetgeving en nieuwe regelgeving voor het ondernemingsbestuur.

Achter zijn rustige, door de kracht van argumenten gekenmerkte wijze van betogen, ging een politicus schuil die nooit de vragen van sociale rechtvaardigheid uit het oog verloor. Zijn pleidooien voor de bouw van een groter aantal betaalbare woningwetwoningen, de stimulering van de werkgelegenheid in regio's met een achterblijvende groei en het verlengen van de partiële leerplicht voor werkende jongeren waren een blijk van zijn even praktische als principiële opstelling in beleidsdebatten met een sociale dimensie.

Vanuit de Eerste Kamer was Piet Tjeerdsma van 1971 tot 1978 eveneens lid van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad. Ook daar gaf hij blijk van een gedegen inzicht in vraagstukken van arbeidsmarkt, sociaal recht en emigratie.

Als erkenning voor zijn maatschappelijke verdiensten werd hij in 1967 benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau en in 1983 tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Vanwege zijn optreden tijdens de bezettingsjaren ontving hij het Verzetsgherdenkingskruis.

De Eerste Kamer is Piet Tjeerdsma dankbaar voor wie hij was en voor wat hij principieel, strijdbaar en standvastig, zoals zijn dagblad Trouw hem typeerde, heeft bijgedragen aan de samenleving en het werk van de senaat. Moge ons aller betrokkenheid en respect een steun zijn voor zijn naaste familie.

Ik verzoek u om een moment van stilte.

(De aanwezigen nemen een moment stilte in acht.)

Sluiting 13.38 uur

Naar boven