De voorzitter:

Aan de orde is de herdenking van de heer Van Mierlo. Ik verzoek de leden om te gaan staan.

Op 11 maart jongstleden overleed op 78-jarige leeftijd Hans van Mierlo, minister van staat, voormalig lid van de Tweede Kamer en fractieleider van D66, oud-minister van Defensie en oud-minister van Buitenlandse Zaken. Hij was van 13 september 1983 tot 4 juni 1986 lid van de Eerste Kamer voor de partij waarvan hij een van de oprichters was. Hans van Mierlo is van grote betekenis geweest voor de politiek en het openbaar bestuur in ons land. Hij heeft het grootste deel van zijn werkzame leven in dienst gesteld van de democratie, en van de kwaliteit van bestuur en recht.

Hans van Mierlo werd op 18 augustus 1931 in Breda geboren als tweede kind in een katholiek gezin van acht kinderen. Zijn vader was directeur van de N.V. Ettense Steenfabriek. Van huis uit was hij vertrouwd met het politieke milieu. Zijn betovergrootvader, J.Ch. van Mierlo, was van 1849 tot 1850 lid van deze Kamer. Hans van Mierlo doorliep het gymnasium bij de Jezuïeten in Nijmegen en volgde aansluitend de studie Nederlands recht aan de Katholieke Universiteit aldaar.

Hans van Mierlo verscheen in de jaren zestig op het politieke toneel, in een tijd die gekenmerkt werd door culturele omslag, speelse rebellie en snel afbrokkelend vertrouwen in voorheen vanzelfsprekend geachte autoriteit. Met geestverwanten smeedde hij plannen voor een nieuwe partij, een partij die niet aan een zuil gebonden was, maar de burger meer inspraak wilde geven. Via de zwart-wittelevisie maakte Nederland kennis met een nieuw politiek fenomeen die de drijfveer van zijn groep tot politieke vernieuwing als volgt verwoordde. "We waren ongerust. Over de politieke situatie in ons land. Over de verwarring en de ondoorzichtigheid. Over de tanende invloed van de kiezers. Over de ontoereikendheid van de verouderde politieke spelregels."

Zijn beweging zette drie lijnen uiteen. In de eerste plaats een meer directe democratie, waardoor de burger meer rechtstreeks betrokken zou zijn bij de machtsvorming en -uitoefening. In de tweede plaats politiekepartijvernieuwing en in de derde plaats een minder ideologische en meer praktische politiek. Hij maakte zijn entree in de Tweede Kamer met een voor die tijd ongekend grote verkiezingsoverwinning. Zijn invloed is door de jaren heen verder blijven strekken dan de grenzen van zijn eigen partij, waarvan hij de verpersoonlijking was.

Hans van Mierlo was een man van vele politieke levens. Zes keer was hij bij de Tweede Kamerverkiezingen lijsttrekker voor D66. Hij kwam en ging als partijleider, en keerde veel later weer als fractievoorzitter terug. Hij werd minister van Defensie in het tweede en derde kabinet-Van Agt. Zijn finest hour beleefde hij in 1994, toen zijn partij ineens groot werd in de Kamer, en hij in staat was om een regeringscoalitie af te dwingen die qua samenstelling zonder precedent was in de moderne parlementaire geschiedenis. Tijdens het eerste kabinet-Kok acteerde hij als minister van Buitenlandse Zaken op het wereldtoneel, dat door het wegvallen van de communistische regimes in Oost-Europa en na de Duitse hereniging een historische omwenteling had ondergaan.

Op 22 mei 1984 sprak hij in zijn maidenspeech in dit huis over de positie van de Nederlandse regering ten aanzien van de plaatsing van kruisraketten op vaderlandse bodem. Zijn betoog nam direct een hoge vlucht, waarbij in hoog tempo de nucleaire strategie van de NAVO, de ontwikkeling van Oost-Westbetrekkingen en de positie van West-Europa in de trans-Atlantische verhoudingen samenhangend en in meervoudig perspectief werden belicht. Fel kritiseerde hij de nationale politici, die het kernwapenprobleem hadden teruggebracht tot de vraag: plaatsen we wel of plaatsen we niet? Ik citeer: "In welk kader het is, dondert niet. De vraag is slechts: waar sta je? In de nationale discussie gaat het alleen nog maar om deze vraag, los van iedere context en politiek. Dat is een gruwelijke en onverantwoordelijke vertekening, een verenging van het probleem waar het om gaat." Juist door deze verenging was het probleem in zijn ogen een nationaal en politiek trauma geworden. Zijn benadering typeerde de bijdrage van Van Mierlo aan menig debat in beide Kamers van het Nederlandse parlement: scherp, analytisch, soms sardonisch, maar ook altijd met de zelfrelativering en ironie waarin de kiem van een oplossing werd aangedragen.

Van Mierlo was een visionair denker, met een vastberaden inzet voor een democratisch en sterk Europa dat een bijdrage kon leveren aan de internationale rechtsorde en aan stabiele verhoudingen in de wereld. Zo benadrukte hij op 7 mei 1985 in zijn bijdrage aan het belangrijke debat in deze Kamer over het verdrag tot oprichting van de Europese Unie de noodzaak van een eigenstandig Europees vredes- en veiligheidsbeleid.

Hij was een warme persoonlijkheid, een man met humor en kwinkslagen, een man van welgekozen woorden, niet aan vorm gebonden. Hij was een inspirator, voor wie ernst en provocatie soms dicht bij elkaar lagen. Hij was een man die velen op sleeptouw heeft genomen en zelf vaak voorop liep. In het bewustzijn van ons land zal Hans van Mierlo voortleven als een baanbrekend politicus, een markant staatsman en overtuigd Europeaan. De zorg die hem in de politiek bracht, is ook een zorg van onze tijd. Zijn wijze van politiek bedrijven, zijn politieke beschaving en zijn verbindende kracht zijn voor de politieke generaties die na hem komen een blijvende bron van inspiratie.

Tussen zijn jeugd aan de lagere school Sint Laurentius in Ginneken en het Canisius College te Nijmegen, en zijn overlijden in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam, ligt een rijk leven. Politiek als roeping, als beleving, liefde voor cultuur en het geschreven en ongeschreven woord gingen samen met een bourgondisch joie de vivre. De Eerste Kamer is Hans van Mierlo dankbaar voor wie hij was, en voor zijn bijdrage aan de parlementaire democratie en het openbaar bestuur van ons land. Het gegeven dat zo velen in Nederland en ook binnen de Staten-Generaal hem met dankbaarheid, groot respect, warmte en weemoed gedenken, moge een steun zijn voor zijn echtgenote, zijn kinderen en al zijn naasten.

Minister Balkenende:

Voorzitter. Met het droevige nieuws van het overlijden van Hans van Mierlo nemen wij afscheid van het gezicht van een generatie. Hij was een man die met zijn nadenkende en filosofische karakter als het ware geboren was voor het lidmaatschap van deze "chambre de réflexion".Voorzitter

Dat is een van de vele functies die hij over een lange periode van ruim 40 jaar in de Nederlandse politiek heeft vervuld. Het nieuws van zijn overlijden was niet alleen een schok voor iedereen die hem persoonlijk kende, maar voor de hele Nederlandse samenleving. Een tijdperk is ten einde; het tijdperk-Van Mierlo. Dat begon en eindigde in zijn geliefde Amsterdam. Tussen die beroemde wandeling over de Amsterdamse grachten en het heengaan van een gezaghebbend minister van staat, ligt een rijk en waardevol leven in dienst van het algemeen belang.

Het was een leven als lid van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer, als partijleider, als minister van Defensie en minister van Buitenlandse Zaken, en als minister van staat. Wat Hans van Mierlo ook deed en welke functie hij ook vervulde, hij deed het altijd met passie; vol overtuiging en het liefst met een groot gebaar. Wie herinnert zich niet de paarse Mercedes, waarmee hij zich bij dit huis meldde vlak voordat in 1994 de eerste paarse coalitie een feit werd? Of veel eerder de uitgelaten beelden van de verkiezingsavond in 1967, toen zijn partij de Nederlandse politiek op zijn grondvesten deed schudden. Hij genoot van dat soort momenten; dat kon iedereen aan hem zien.

Hans van Mierlo kwam de Nederlandse politiek binnen om het systeem te laten ontploffen, zoals hij dat zelf noemde. Maar bestuurlijke vernieuwing was voor hem niet een doel op zich. Het was zijn overtuiging dat meer directe democratie de enige manier was om burgers betrokken te houden bij de samenleving en bij elkaar. Dat was belangrijk voor hem. Zoals hij zelf ooit zei: als individualisering gepaard gaat met egoïsme en normvervaging, dreigt een ratrace naar persoonlijk succes, waar steeds meer mensen uitvallen. Dat thema loopt als een rode draad door zijn hele politieke carrière, een thema dat actueel blijft.

Over zichzelf heeft Van Mierlo meermalen gezegd dat hij van nature een aartstwijfelaar was, en dat geloof ik ook. Maar als een bepaalde keuze eenmaal gemaakt was, dan had hij daar ook goed over nagedacht. Wie hem dan nog op andere gedachten wilde brengen, moest van heel goeden huize komen. Zijn kracht was juist dat hij durfde twijfelen en vragen bleef stellen, dat hij zichzelf elke keer weer opnieuw uitvond en steeds opnieuw verantwoordelijkheid wilde dragen. Ik heb daar persoonlijk veel respect voor.

Soms was zijn verkering met het Binnenhof een paar jaar uit, schreef een journalist ooit. Maar het raakte onvermijdelijk weer aan.

Van alle talenten die Hans van Mierlo had, was de gave van het woord het meest zichtbaar. Taal was belangrijk voor hem. Of, zoals hij zelf zei: de taal is het vervoermiddel van de gedachte. Daarmee wist hij mensen te winnen en te enthousiasmeren en inspireerde hij velen binnen en buiten zijn partij. Maar daaronder lag nog iets anders, iets wat ook blijkt uit alle persoonlijke terugblikken van de afgelopen dagen. Hans van Mierlo was in alle omstandigheden echt en eerlijk. Hij was uitbundig en joviaal, meelevend en betrokken, nadenkend en bezorgd, wijs en erudiet. Die echtheid was misschien wel zijn allergrootste talent. Of, zoals een van zijn politieke vrienden ooit zei: Hans van Mierlo is een allround mens.

Voorzitter. Nederland is Hans van Mierlo veel dank verschuldigd, veel meer dan ik hier in een paar woorden kan zeggen. Het kabinet gedenkt met diep respect zijn grote betekenis voor de Nederlandse samenleving. Onze gedachten gaan uit naar zijn echtgenote, zijn kinderen en kleinkinderen en iedereen die hem nabij was. Ik hoop dat de herinnering aan een bijzonder mens en aan een rijk en welbesteed leven hun de kracht zal geven om dit grote verlies te dragen.

De voorzitter:

Ik vraag om een ogenblik stilte.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven