De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Kneppers-Heijnert, in verband met het bijwonen van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York;

Haubrich-Gooskens, wegens deelname aan de verkiezingswaarneming in Guatemala;

Huijbregts-Schiedon, Eigeman en Elzinga, wegens verblijf buitenslands.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik verzoek de aanwezigen om te gaan staan.

Op 20 oktober jongstleden, de dag vóór zijn 82ste verjaardag, is oud-senator Harm van der Meulen overleden. Hij was voor het CDA lid van de Eerste Kamer van 1987 tot 1995.

Harm van der Meulen genoot landelijke bekendheid als vakbondsvoorzitter. Vrijwel zijn hele werkende leven heeft hij gewijd aan vakbondswerkzaamheden. Zo was hij 21 jaar verbonden aan de Christelijke Metaalbond: eerst als ambtelijk secretaris, later als bestuurslid en tweede voorzitter. In 1973 werd hij secretaris van het Christelijk Nationaal Vakverbond, maakte hij deel uit van de Sociaal Economische Raad en het bestuur van de Stichting van de Arbeid. Van 1978 tot aan zijn pensioen in 1986 was hij voorzitter van het CNV.

Daarnaast vervulde hij verschillende bestuurlijke nevenfuncties. Zo was hij lid van de Bankraad van De Nederlandsche Bank en van de raad van commissarissen van Joh. Enschedé. Het voorzitterschap van stichting De Ombudsman in Hilversum en van Eemeroord, een instelling voor verstandelijk gehandicapten in Baarn, heeft hij, evenals het lidmaatschap van deze Kamer, tot zijn zeventigste levensjaar vervuld.

In de Eerste Kamer was Harm van der Meulen woordvoerder Sociale Zaken en voorzitter van de gelijknamige Kamercommissie. Bij zijn maidenspeech stond hij tegenover staatssecretaris De Graaf, met wie hij kort daarvoor als CNV-voorzitter stevige discussies had gevoerd. "Het ging er soms rumoerig toe, met vele emoties", memoreerde Van der Meulen die periode in zijn maidenspeech. "De Kamer", zo zei hij, "is een wat ander college; het is geen arena, zoals wij beiden wel eens hebben moeten betreden." Tijdens zijn voorzitterschap stond Harm van der Meulen in die periode van hoog oplopende werkloosheid vaak recht tegenover de kabinetten-Lubbers, als pleitbezorger voor de werknemers en met name de uitkeringsgerechtigden. Ook zijn eigen partij spaarde hij niet. Bij een van zijn vele afscheidsinterviews als CNV-voorzitter zei hij: "Ik kon niet anders dan kritiek spuien. Ik heb het nooit met plezier gedaan, maar ik mag omwille van de familieband toch geen ander standpunt innemen."

Dat, maar ook zijn gelijktijdige loyaliteit aan de partij, karakteriseert Harm van der Meulen. Hij was een charismatische, authentieke, gezaghebbende persoon, bij wiens rijke kennis en ervaring ook deze Kamer baat heeft gehad. Voor zijn maatschappelijke verdiensten is hij tweemaal onderscheiden: hij was Officier in de Orde van Oranje-Nassau en Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.Voorzitter

De Eerste Kamer is Harm van der Meulen dankbaar voor wie hij was en wat hij heeft betekend. Moge dit een steun zijn voor de nabestaanden bij het verwerken van hun verdriet.

Ik verzoek de aanwezigen om een moment stilte.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven