Aan de orde is de behandeling van:

de brief van de commissie Europese Samenwerkingsorganisaties inzake de instelling van een tijdelijke commissie subsidiariteit (30389, A).

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de voorzitter van de commissie Europese Samenwerkingsorganisaties, de heer Van der Linden.

De beraadslaging wordt geopend.

De heer Van der Linden (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Graag wil ik namens de commissie een toelichting geven op de vandaag geagendeerde brief. Eerder, in het College van Senioren van 15 november 2005, is al geconstateerd dat het advies van de gemengde commissie de instemming van de Eerste Kamer heeft. Deze commissie heeft in de ogen van de Eerste Kamer een heel werkbare formule voorgesteld om binnen een tijdsbestek van zes weken een wassende stroom voorstellen van de Europese Commissie aan een eerste oordeel van beide Kamers te onderwerpen. Zij wil daarbij bezien of het mogelijk is om eendrachtig het Nederlandse parlementaire oordeel uit te dragen over de subsidiariteit en de proportionaliteit zonder uit te sluiten dat beide Kamers tot een andersluidend oordeel kunnen komen.

Het nut van zo'n snelle beoordeling is bovendien dat wij ook voorstellen op ons netvlies krijgen die weliswaar een Europese aanpak verdienen, maar waarover wij toch in nauw overleg moeten blijven met onze ministers over de onderhandelingsinzet. Hoe eerder wij daarbij betrokken zijn, hoe groter onze invloed. Als Eerste Kamer willen wij, net als onze medewetgever de Tweede Kamer, nauw betrokken zijn bij het vastleggen van de kaders van onze nationale wetgeving.

Het nut is ook – zo merken wij bijvoorbeeld bij de discussie over de oprichting van het Grondrechtenbureau – dat wij in een vroeg stadium kunnen nagaan hoe een Europees voorstel in andere parlementen valt. Zo kan er parlementair heel wat kritische massa blijken te zijn die niet lijkt te bestaan in de Raad. De Raad krijgt zo minder ruimte om voor de troepen uit te lopen, een winstpunt als het gaat om democratische legitimiteit van het optreden van de Raad. Wij kunnen op die manier inhoud geven aan de versterking van de rol van de nationale parlementen.

Gehoord het besprokene in de Tweede Kamer, waar het advies plenair aan de orde is geweest op 15 december 2005, uitmondend in de motie-Timmermans c.s. (30389, nr. 2) die op 20 december 2005 werd aanvaard, dient de Eerste Kamer te reageren op de aanpassingen die de Tweede Kamer wenselijk heeft geacht. In het debat in de Tweede Kamer zijn veel woorden gewijd aan het politieke primaat van die Kamer en het onverlet laten van de bestaande staatkundige verhoudingen in Nederland. In de afgelopen periode heeft de Eerste Kamer laten zien dat zij op dit punt een eigenstandige rol vervult en dat zal, zo neem ik althans aan, in de toekomst ook zo blijven.

Gelet op de in het debat in de Tweede Kamer gemaakte opmerkingen en de motie-Timmermans wil ik voorstellen dat de Eerste Kamer over een viertal punten besluit.

1. De Eerste Kamer kan akkoord gaan met het advies, het nader en het aanvullend advies van de gemengde commissie toepassing subsidiariteit.

2. De Eerste Kamer kan akkoord gaan met het instellen van een commissie subsidiariteitstoets op tijdelijke basis, doch onder de voorwaarde dat deze commissie blijft functioneren tot het moment dat de evaluatie is afgerond en er besloten is over het al dan niet continueren van deze commissie.

3. De evaluatie wordt uitgevoerd na een jaar. Gelet op het feit dat het een gemengd samengestelde commissie betreft, dient deze evaluatie door beide Kamers uitgevoerd te worden.

4. De gemengde commissie toepassing subsidiariteit wordt gedechargeerd en de Kamer verzoekt de Voorzitter, na overleg met de fracties, met de Voorzitter van de Tweede Kamer de leden en plv. leden van de nieuw in te stellen "Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets" aan te wijzen conform de verdeelsleutel uit het advies van de gemengde commissie toepassing subsidiariteit.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, te besluiten overeenkomstig de vier door de voorzitter van de commissie Europese Samenwerkingsorganisaties naar voren gebrachte voorstellen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik wil de heer Van der Linden nog van harte feliciteren met zijn herbenoeming tot voorzitter van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa.

(Applaus)

Sluiting 13.42 uur

Naar boven