14de vergadering

Dinsdag 14 januari 2003

12.00 uur

Voorzitter: Braks

Tegenwoordig zijn 68 leden, te weten:

Baarda, De Beer, Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Van den Berg, Bierman, De Blécourt-Maas, De Boer, Boorsma, Braks, Broekers-Knol, Van den Broek-Laman Trip, Van Bruchem, Castricum, Dees, Dölle, Dupuis, Van Eekelen, Eversdijk, Van Gennip, Ginjaar, Groen, Hessing, Van Heukelum, Hofstede, Holdijk, Van den Hul-Omta, Jaarsma, Jurgens, Ketting, Kneppers-Heijnert, Kohnstamm, Van der Lans, Van Leeuwen, Lemstra, Lodders-Elfferich, Luijten, Lycklama à Nijeholt, Maas-de Brouwer, Meindertsma, Pastoor, Platvoet, Le Poole, Pormes, Rabbinge, Rensema, Roscam Abbing-Bos, Rosenthal, Ruers, Van Schijndel, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Stevens, Swenker, Tan, Terlouw, Van Thijn, Timmerman-Buck, Varekamp, Ter Veld, De Vries, Walsma, Werner, Witteveen, Woldring, De Wolff en Zwerver,

en de heer Remkes, vice-minister-president, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De voorzitter:

Ik open de vergadering met u allen nogmaals een voorspoedig en gelukkig nieuwjaar te wensen.

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Stekelenburg, wegens ziekte;

Van der Linden, wegens verblijf buitenslands;

Van Bruchem, alleen voor het avonddeel van deze vergadering.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het einde van deze editie.)

De voorzitter:

Aangezien voor twee verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd, voor het voornemen tot verlenging van een verdrag en voor de voorgenomen aanpassing van een rijksbijdrage, gedrukt onder de nrs. 28692, 28693, 24493 (R1557), nr. 13, en 26482, de termijnen zijn verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van deze verdragen en deze voornemens geen behoefte bestaat.

Naar boven