De voorzitter:

Ik deel mede dat de Eerste Kamer op 10 februari 2003, respectievelijk 11 februari 2003 het verslag van de JBZ-raad van 18/19 december 2002 met bijlagen, respectievelijk de geannoteerde agenda van de JBZ-raad van 27/28 februari 2003 met bijlagen heeft ontvangen. In de aanbiedingsbrief bij het verslag wordt instemming gevraagd voor vier het Koninkrijk bindende ontwerpbesluiten. In de geannoteerde agenda worden tien ontwerpbesluiten als het Koninkrijk bindend aangemerkt.

Voorts deel ik mede dat de Ingekomen stukkenstaatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief van 12 februari 2003 eveneens een ontwerpverordening heeft aangeboden welke de instemming van deze Kamer behoeft. Het betreft Verordening van de Raad betreffende uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen.

De bijzondere commissie voor de JBZ-Raad en de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben zich heden beraden over de voorgelegde bindende ontwerpbesluiten en adviseren als volgt:

  • - instemming kan vooralsnog niet worden verleend aan de door de staatssecretaris van SZW voorgelegde ontwerpverordening. De bijzondere commissie voor de JBZ-Raad en de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zullen de staatssecretaris schriftelijk om een toelichting vragen;

  • - voorts kan instemming worden verleend aan het ontwerpkaderbesluit bestrijding seksuele uitbuiting van kinderen en kinderporno, zoals weergegeven in raadsdocument 12418/02. Aan het ontwerpbesluit inzake opsporing en vervolging van onder andere oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en soortgelijke misdrijven, zoals weergegeven in raadsdocument 11562/4/02, kan instemming worden verleend behoudens wijziging van de tekst;

  • - instemming kan bevestigd worden voor de ontwerpbesluiten welke geagendeerd zijn voor de komende Raad onder de nummers 2A, 2B, 2G en 2H;

  • - vooralsnog wordt instemming onthouden wegens de motie-Jurgens c.s. (13e) aan de ontwerpbesluiten geagendeerd onder de nummers B3, B4, B5, B10 en B11. Bij de ontwerpbesluiten geagendeerd onder de nummers B4 en B6 van de JBZ-raad van december 2002 wordt om dezelfde reden instemming onthouden. VoorzitterDe commissie tekent daarbij aan dat bij het verslag dat op 10 februari jongstleden werd aangeboden, nog niet de tekst werd voorgelegd waarover een politiek akkoord werd bereikt;

  • - aan het ontwerpkaderbesluit betreffende de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat, geagendeerd onder nummer B9 van de komende Raad, wordt instemming onthouden op inhoudelijke gronden.

Ik stel voor, dit advies te volgen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven