Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten tot dualisering van de inrichting, de bevoegdheden en de werkwijze van het gemeentebestuur (Wet dualisering gemeentebestuur) (27751), te weten:

- de motie-Platvoet c.s. inzake het tussentijds evalueren van de wet Dualisering gemeentebestuur alvorens verdere wetgevingstrajecten in gang te zetten (27751, Eknr. 10f).

(Zie vergadering van 26 februari 2002.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring.

De heer Dölle (CDA):

Mijnheer de voorzitter. Deze motie slaat weliswaar niet direct op de wet die hier vorige week behandeld is, maar zij betreft de toekomst. In die motie wordt de regering verzocht om temporisering van eventuele toekomstige wetgevingstrajecten. Wij hebben ons daar vorige week ook over uitgelaten. De motie past goed bij wat wij hebben betoogd, zij het dat zij wat minder ver gaat door een uitdrukkelijke koppeling aan de evaluatie en minder aan Grondwetsherziening. Anderzijds gaat de motie wat verder doordat zij lijkt uit te sluiten dat geringere bestuursbevoegdheden kunnen worden overgedragen. De hoofdzaak is dat deze motie overeenkomt met wat wij vinden en daarom zullen wij voor deze motie stemmen.

De heer Witteveen (PvdA):

Voorzitter. De PvdA-fractie heeft vorige week aangedrongen op een snelle evaluatie – niet na vijf jaar, maar na één jaar – die ook effect moet kunnen hebben op de aanpassingswetten die dan nog in behandeling zullen zijn. De minister heeft bij die gelegenheid gezegd dat een dergelijke snelle evaluatie tot de mogelijkheden behoort en dat hij dit uiterst serieus zou nemen, maar dat hij het van belang vond dat het proces van dualisering doorgaat, ongeacht die evaluatie, en daardoor niet wordt vertraagd. Die opvattingen delen wij met de minister. De motie spitst zich toe op een deel van die evaluatie, namelijk de overdracht van bestuursbevoegdheden aan het college van B en W. Wij vinden het ook buitengewoon wenselijk dat de ervaringen op dit punt meetellen en eventueel in nieuwe wetgeving worden verwerkt, maar gezien de toezeggingen en de opmerkingen van de minister in het debat van vorige week lijkt deze motie ons feitelijk overbodig. Daarom zullen wij haar niet steunen.

De heer Terlouw (D66):

Mijnheer de voorzitter. De wet Dualisering gemeentebestuur is een moedige poging om de tanende belangstelling voor de gemeentepolitiek weer een beetje op te vijzelen. Wij hebben dat wetsvoorstel dan ook gesteund, maar niemand weet zeker hoe het zal uitwerken. Dat moeten wij eerst nog zien. Er ligt nu een motie waarin wordt uitgesproken dat eerst moet worden gekeken hoe het gaat na de eerste tranche van het overdragen van bestuursbevoegdheden voordat wij aan de tweede en de derde tranche beginnen. Dat lijkt ons zinvol en wij zullen de motie dus steunen.

De heer Luijten (VVD):

Voorzitter. Deze motie heeft als doel om de wetgeving te temporiseren en de evaluatie af te wachten. Vorige week heeft de minister toegezegd dat er over een jaar een evaluatie zal plaatsvinden. Dat zal niet de laatste zijn. Mijn fractie heeft duidelijk aangegeven hoe zij de verhouding ziet tussen deze wet en de Grondwet. Er is ook een advies van de ROB gevraagd. Wij willen het proces niet temporiseren en wij zijn er zelf bij om wetten wel of niet aan te nemen. De kaders daarvoor hebben wij aangegeven. De motie is wat ons betreft niet overbodig, maar onwenselijk.

De heer Van Vugt (SP):

Voorzitter. Het zal niemand ontgaan zijn dat de SP tegen het wetsvoorstel heeft gestemd. Daarvoor heeft zij bepaalde argumenten aangevoerd. Dat ontslaat haar echter niet van de plicht om na te gaan of deze motie een verbetering is van het ingezette traject. Wij zijn het niet eens met de overwegingen 2 en 4, maar kunnen ons heel goed vinden in het dictum waarin gepleit wordt voor een evaluatie alvorens het verdere wetgevingstraject in te zetten. Daarom zullen wij de motie steunen.

De voorzitter:

Ik stel vast dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de ChristenUnie, de SGP, de OSF, het CDA en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven