15de vergadering

Dinsdag 1 februari 2000

13.30 uur

Voorzitter: Boorsma

Tegenwoordig zijn 62 leden, te weten:

Baarda, De Beer, Bemelmans-Videc, Van den Berg, Bierman-Beukema toe Water, De Boer, Boorsma, Van den Broek-Laman Trip, Van Bruchem, Castricum, Dees, Dölle, Dupuis, Eversdijk, Van Gennip, Hessing, Van Heukelum, Hilarides, Hofstede, Holdijk, Jaarsma, De Jong, Jurgens, Ketting, Kneppers-Heynert, Kohnstamm, Van der Lans, Van Leeuwen, Lemstra, Van der Linden, Lodders-Elfferich, Luijten, Lycklama à Nijeholt, Meindertsma, Pastoor, Pitstra, Platvoet, Rabbinge, Rensema, Roscam Abbing-Bos, Rosenthal, Ruers, Van Schijndel, Schoonder- gang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Stekelenburg, Stevens, Tan, Terlouw, Van Thijn, Timmerman-Buck, Varekamp, Ter Veld, Veling, De Vries, Witteveen, Woldring, De Wolff, Wolfson, Wöltgens en Zwerver.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Bierman en Le Poole, wegens ziekte;

Werner, wegens bezigheden elders;

Korthals Altes en Van Eekelen, wegens verblijf buitenslands, ook volgende week;

Ginjaar, Van den Hul-Omta en Hirsch Ballin, wegens verblijf buitenslands.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Herdenking

Ingekomen is een bericht van overlijden van het oud-lid der Kamer de heer De Gou. Namens de Kamer heb ik zijn echtgenote een brief van rouwbeklag gezonden. Ik verzoek de leden op te staan om de inhoud van deze brief te horen.

"De leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben met leedwezen kennisgenomen van het overlijden van uw echtgenoot op 22 januari 2000. Dr. mr. Leonard de Gou, heer van Hillergersberg, was verknocht aan het openbaar bestuur. Dat kwam vooral tot uiting in de vervulling van het burgemeesterschap. Op 29-jarige leeftijd werd hij burgemeester van Steenbergen. In die periode was hij ook lid van provinciale staten van Brabant, daarop volgde het burgemeesterschap van Venlo en vervolgens Haarlem, waarvan hij op 61-jarige leeftijd op 1 januari 1977 afscheid nam.

Van september 1955 tot juni 1963 was uw echtgenoot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal voor de KVP. Hij was woordvoerder op het terrein van verkeer en waterstaat, waarbij zijn kennis op het gebied van waterschappen tot uiting kwam. Hij was ook lid voor de Kamer van enkele internationale parlementaire adviesorganen. Maar vooral voerde hij het woord over defensieaangelegenheden. Een bijdrage op dit laatste terrein leidde tot een opmerkelijke episode in de parlementaire geschiedenis, want tijdens het begrotingsdebat over Defensie in 1958 trad de toenmalige staatssecretaris terug, omdat hem bleek dat hij niet langer het vertrouwen van de Eerste-Kamermeerderheid genoot. De staatssecretaris was al in conflict geraakt met de Tweede Kamer, uitmondend in de zogenaamde "helmenaffaire". Maar diens buitenlandse afwezigheid tijdens een debat daarover in de Tweede Kamer deed De Gou in zodanig krachtige bewoordingen dit gedrag hekelen – de term "krullenjongen" viel – dat de staatssecretaris besloot zich terug te trekken. Het was een gebeurtenis die toevoegde aan het vraagstuk of er een zelfstandige vertrouwensrelatie bestaat tussen het kabinet en Eerste Kamer. Een vraagstuk dat niet zonder actualiteit is gebleven.

Bij een gelegenheid als deze liet uw echtgenoot zich niet alleen kennen als een kundig bestuurder en betrokken politicus, maar ook als een markant en eigenzinnig mens. Die karaktertrekken kwamen niet alleen tot uiting in zijn eigen opstelling met betrekking tot de Nieuw-Guinea-kwestie, maar ook in de radicale wijze waarop hij een einde maakte aan zijn lidmaatschap van de KVP, waarvan hij tot de oprichters behoorde en waarin hij vele functies vervuld had – om reden dat hij de Machtigingswet niet vond stroken met zijn diepgaande opvattingen over de Grondwet – en tevens in de open houding waarop hij als burgemeester het toen bepaald niet onomstreden fenomeen van het programcollege tegemoet trad.

In de Eerste Kamer denken wij met respect en waardering aan ons vroeger lid terug. Wij wensen u en de uwen de sterkte toe om het verlies van deze authentieke persoonlijkheid te dragen."

Ik stel voor, een moment van stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen staande enkele ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

Ingekomen is een beschikking Voorzittervan de voorzitters van de Eerste Kamer en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, houdende:

  • - aanwijzing van de heer D.W. de Cloe en mevrouw M.D.F.G.M. Duijkers tot plaatsvervangend lid van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad in plaats van mevrouw N. Albayrak en mevrouw S.A.M. Dijksma.

Deze beschikking ligt op de griffie ter inzage. Ik stel voor, deze beschikking voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De overige ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Aangezien voor de verschillende verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd en de algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen en gedrukt onder de nrs. 26897 (R1643), 26946 en 26963 de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van deze verdragen en algemene maatregelen van bestuur geen behoefte bestaat.

Naar boven