11de vergadering

Maandag 15 december 1997

19.00 uur

Voorzitter: Korthals Altes

Tegenwoordig zijn 55 leden, te weten:

Baarda, De Beer, Van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Braks, Cohen, Dees, Van Dijk, Eversdijk, Gelderblom-Lankhout, Van Gennip, Ginjaar, Van Graafeiland, Grol-Overling, De Haze Winkelman, Heijne Makkreel, Hessing, Van Heukelum, Hilarides, Hirsch Ballin, Hofstede, Holdijk, Jaarsma, Ketting, Korthals Altes, J. van Leeuwen, L.M. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda, Lycklama à Nijeholt, Meeter, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Pit, Pitstra, Le Poole, Rensema, Roscam Abbing-Bos, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Stevens, Stoffelen, Talsma, Tuinstra, Ter Veld, Veling, Verbeek, Werner, Wöltgens en Van de Zandschulp,

en de heren Zalm, minister van Financiën, en Vermeend, staatssecretaris van Financiën.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Lodewijks, alleen voor het eerste deel van de vergadering;

Jurgens, Heijmans en Rongen, wegens bezigheden elders;

Batenburg, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ingekomen is de volgende brief:

"Hooggeachte Voorzitter,

Hiermede bericht ik u dat ik in verband met mijn benoeming tot Commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht, mijn lidmaatschap van de Eerste Kamer per 1 januari 1998 neerleg. Voor de gelukwensen vergezeld van prachtige bloemen dank ik u hartelijk. Met groot genoegen heb ik ruim 6 jaar deel uitgemaakt van de Eerste Kamer. Ik ben ervan overtuigd dat de plezierige en hartelijke contacten die ik in die periode heb opgebouwd zullen voortbestaan.

Hoogachtend, B. Staal."

Van deze brief is mededeling gedaan aan de voorzitter van het Centraal stembureau voor de verkiezing van de Eerste Kamer.

Ik stel voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De overige ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het eind van deze vergadering.)

Naar boven