9de vergadering

Dinsdag 28 november 1995

13.30 uur

Voorzitter: Tjeenk Willink

Tegenwoordig zijn 67 leden, te weten:

Baarda, De Beer, G. van den Berg, J.Th.J. van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Cohen, Dees, Van Dijk, Van Eekelen, Eversdijk, Gelderblom-Lankhout, Van Gennip, Ginjaar, Glastra van Loon, Glasz, Van Graafeiland, Grol-Overling, De Haze Winkelman, Heijmans, Hendriks, Hessing, Van Heukelum, Hilarides, Hirsch Ballin, Hofstede, Holdijk, De Jager, Jurgens, Ketting, Korthals Altes, J. van Leeuwen, L.M. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda, Lycklama à Nijeholt, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Pit, Pitstra, Le Poole, Postma, Rensema, Rongen, Schoondergang-Horikx, Schuyer, Staal, Steenkamp, Talsma, Tjeenk Willink, Tuinstra, Varekamp, Ter Veld, Veling, Verbeek, Vrisekoop, Werner, Wiegel, Wöltgens, Van de Zandschulp, Zijlstra en Zwerver,

en mevrouw De Boer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw Jorritsma-Lebbink, minister van Verkeer en Waterstaat, en de heer Wijers, minister van Economische Zaken.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Stevens, Grewel, Jaarsma en Batenburg, wegens ziekte;

Heijne Makkreel, wegens bezigheden elders;

Schuurman en De Wit, wegens een bezoek aan Zuid-Afrika, ook volgende week.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De minister van Economische Zaken zal zich zo spoedig mogelijk bij de twee andere ministers voegen voor de behandeling van de PKB-Schiphol.

Ingekomen is een beschikking van de voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal houdende de aanwijzing van mevrouw M.J.A. van der Hoeven en de heer M.J.M. Verhagen tot lid respectievelijk plaatsvervangend lid van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad. Deze beschikking ligt op de griffie ter inzage.

De overige ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Aangezien voor verschillende verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd en gedrukt onder de nummers 23980, R1519, nr. 12, 24467 en 24471, R1553, de termijn is verstreken, stel ik vast, dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van deze verdragen geen behoefte bestaat.

Naar boven