Gemeenteblad van Amsterdam
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Amsterdam | Gemeenteblad 2025, 67971 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Gerelateerd
Printen
Delen
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot vaststellen van de gewijzigde lijst ‘Opdrachtgeverschap projecten in de gebiedsontwikkeling’ d.d. 11 februari en wijziging van bijlage A kaart met grenzen van de stedelijke gebieden, projecten en belangen en bijlage C kaart -VTH taken en -bevoegdheden Omgevingsdienst- behorende bij de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022
Vast te stellen de in bijlage 1 bij dit besluit behorende gewijzigde lijst ‘Opdrachtgeverschap projecten in de gebiedsontwikkeling’ d.d. 16 december 2024, waarin de wijzigingen ten opzichte van de lijst d.d. 7 november 2023 die hebben plaatsgevonden ten aanzien van het ambtelijke en/of bestuurlijk opdrachtgeverschap zijn doorgevoerd. De belangrijkste wijzigingen in de lijst ‘Opdrachtgeverschap projecten in gebiedsontwikkeling’ hebben betrekking op:
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
De kaart Bijlage A met grenzen van stedelijke gebieden, projecten en belangen behorende bij de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022 wordt gewijzigd conform bijlage 2 (kaart Bijlage A met grenzen van stedelijke gebieden, projecten en belangen d.d. 1 januari 2025) bij dit besluit.
Aldus vastgesteld in de vergadering 11 februari 2025,
De voorzitter
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
In de Verordening op de stadsdelen en het stadsgebied Amsterdam 2022 (verder: de Verordening) vastgesteld bij besluit van 11 november 2021 (Gemeenteblad 2021, nr. 443018) is opgenomen dat het college van Burgemeester en Wethouders het dagelijks bestuur (DB) in elk van de stadsdelen benoemt. Het DB oefent namens het college, als verlengd lokaal bestuur, taken en bevoegdheden uit. De taken en bevoegdheden die door het college aan het dagelijks bestuur zijn opgedragen zijn vermeld in de bij de Verordening behorende bijlage 2 (takenlijst) en bijlage 3 (bevoegdhedenregister).
In de Verordening is als bijlage A bij bijlage 3 (Bevoegdhedenregister) een kaart opgenomen waarop de grenzen van stedelijke gebieden, projecten en belangen zijn aangegeven. Uitgangspunt is dat voor alle nieuwe projecten in de initiatieffase wordt bepaald welk bestuur verantwoordelijk is. Via een lijst met Opdrachtgeverschap wordt voor gebiedsontwikkelingen bijgehouden waar het bestuurlijk en het ambtelijk opdrachtgeverschap ligt. Daarnaast wordt dit in kaart A Grenzen stedelijke gebieden, projecten en belangen verwerkt. Het op kaart aangewezen zijn als stedelijk gebied, project en belang heeft onder meer tot gevolg dat de voorbereiding van de wijziging van het omgevingsplan niet ter hand wordt genomen door het dagelijks bestuur maar door het college. Als een project(gebied) gereed is, worden de bevoegdheden weer overgedragen aan het lokale bevoegd gezag. De betrokken dagelijks besturen zijn allen in de gelegenheid gesteld advies te geven over het voornemen.
Voor de VTH-bevoegdhedenverdeling is het van belang dat deze bevoegdhedenverdeling zowel territoriaal is geregeld, als op onderwerp. Zo worden bijvoorbeeld de vergunningen voor tunnels en bepaalde milieu-activiteiten ongeacht waar zij liggen door de ODNZKG behandeld. De bijgevoegde kaart C (bijlage 3) geeft aan voor welke gebieden de ODNZKG (behoudens enkele in de verordening opgenomen uitzonderingen) namens het college het bevoegd gezag is voor de VTH-taken en bevoegdheden.
Om het overzicht te bewaren waar het opdrachtgeverschap ligt worden de wijzigingen hierin, één keer per jaar aan het college voorgelegd.
Er zijn drie onderdelen waar de wijziging in het opdrachtgeverschap bij gebiedsontwikkeling gevolgen voor kan hebben:
I. Verdeling ambtelijk opdrachtgeverschap tussen stadsdeelorganisatie en directies (artikel I, projectenlijst).
Als er wijzigingen plaatsvinden in het bestuurlijke en/of het ambtelijk opdrachtgeverschap wordt dit in de lijst aangepast. Meestal vinden deze wijzigingen plaats bij de start van een gebiedsontwikkeling en wanneer de gebiedsontwikkeling is afgerond.
II. Verdeling voorbereidende procedure omgevingsplan tussen dagelijks bestuur en college (artikel II, wijziging begrenzing stedelijke gebieden in bijlage A);
Voor de wijziging van het omgevingsplan is op de kaart in bijlage A behorende bij de Verordening weergegeven in welke gebieden het college de voorbereideinde handelingen betreffende een wijziging van het omgevingsplan uitoefent. In de gebieden die niet zijn opgenomen in bijlage A ligt dit bij het dagelijks bestuur van het stadsdeel of het stadsgebied.
III. Verdeling van de VTH bevoegdheden, waarbij het dagelijks bestuur of de OD de VTH-taken (vergunningen, toezicht en handhaving) namens het college verzorgt (artikel III, wijziging begrenzing op de kaart in bijlage C behorende bij de Verordening);
Voor de VTH-bevoegdhedenverdeling is het van belang dat deze bevoegdhedenverdeling zowel territoriaal is geregeld, als op onderwerp. Zo worden bijvoorbeeld de vergunningen voor tunnels en bepaalde milieu-inrichtingen ongeacht waar zij liggen door de OD behandeld en afgedaan. De kaart in bijlage C geeft aan voor welke gebieden de OD (behoudens enkele in de verordening opgenomen uitzonderingen) het bevoegd gezag is voor de VTH-taken.
Ten aanzien van zowel onderdeel I als onderdeel II geldt dat de aanwijzing als stedelijk gebied of belang, enkel ziet op uitvoering van de taken en bevoegdheden welke noodzakelijk zijn voor het betreffende project. Voor het overige wijzigen de taken en bevoegdheden niet.
Op de lijst ‘Opdrachtgeverschap projecten in de gebiedsontwikkeling’ worden de projecten in de gebiedsontwikkeling opgenomen met daarbij waar het ambtelijk en bestuurlijk opdrachtgeverschap ligt. Voor de meeste gebieden in de gebiedsontwikkeling ligt het ambtelijk opdrachtgeverschap bij Grond en Ontwikkeling (G&O). Daar waar op de lijst is opgenomen dat het bestuurlijk opdrachtgeverschap bij het college ligt zijn deze gebieden ook aangeduid op Kaart A (Artikel II). In de voorliggende lijst zijn de wijzigingen verwerkt van gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij het bestuurlijk en/of ambtelijk opdrachtgeverschap is gewijzigd. In een aantal gevallen (zoals bij de Nieuwe A2 Entree, Klipperbuurt en De Kleine Wereld) is hierover al besloten bij een principebesluit (zie Ad 2), maar wordt dit nu verwerkt in de lijst.
Voor de volgende gebieden heeft er een wijziging in kaart A en/of C plaatsgevonden.
NDSM-werf oost is in 2017 aangewezen als stedelijk gebied vanwege de gebiedsontwikkeling die was voorzien in dit gebied. Inmiddels is deze gebiedsontwikkeling afgerond en wordt de grondexploitatie voor de NDSM-werf Oost afgesloten. Hiermee hoeft het gebied niet langer te zijn aangewezen als grootstedelijke projectgebied. Dit geldt ook voor het bestuurlijke en ambtelijke opdrachtgeverschap dat resp. bij het college en de directie Grond & Ontwikkeling ligt. De verantwoordelijkheid ten aanzien het gebiedsbeheer/management voor de NDMS-werf Oost en de daarbij behorende financiën komt na het opheffen van de grootstedelijke status weer bij het stadsdeel. De kaart is hierop aangepast door dit gebied niet meer op kaartA op te nemen
In het plangebied Sixhaven is geen sprake meer van planvorming voor gebiedsontwikkeling. De brug over het Noord Hollands Kanaal is opgeleverd. De reservering voor een toekomstig metrostation Sixhaven blijft wel van toepassing.
Het ambtelijke en bestuurlijke opdrachtgeverschap en de aanwijzing als stedelijk gebied kan daarom worden beëindigd. De kaart is hierop aangepast door dit gebied niet meer op kaart A op te nemen.
Het project Oosterdokseiland is zo goed als afgerond. De openbare ruimte is overgedragen aan de beheerorganisaties. Het projectteam is alleen nog verantwoordelijk voor de aanleg/realisatie van de hellingbaan Oosterdoksdraaibrug. Het bestuurlijk en ambtelijk opdrachtgeverschap wordt daarom overgedragen aan respectievelijk het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum en ambtelijke organisatie van het stadsdeel Centrum.
Ook de VTH-bevoegdheden komen weer bij het stadsdeel te liggen. Zowel kaart A als kaart C zijn hierop aangepast door dit gebied niet meer op de kaart op te nemen.
Voor het projectgebied de Nieuwe A2 Entree in stadsdeel Oost is met het principebesluit in het College van B&W van 27 februari 2024 al besloten dat het ambtelijk opdrachtgeverschap bij G&O ligt en het bestuurlijk opdrachtgeverschap bij het college. Met dit besluit wordt het bestuurlijk opdrachtgeverschap nu ook op de kaart in bijlage A Grenzen stedelijke gebieden, projecten en belangen verwerkt door dit gebied aan te wijzen als stedelijk gebied. De VTH-bevoegdheid (bijlage C) wijzigt niet en blijft bij het dagelijks bestuur van het stadsdeel.
Voor het projectgebied de Klipperbuurt in stadsdeel Noord is met het principebesluit van 18 juni 2024 door het college van B&W al besloten dat het ambtelijk opdrachtgeverschap bij de projectdirecteur Gebiedsontwikkeling Noord ligt en het bestuurlijk opdrachtgeverschap bij het college. Met dit besluit wordt het bestuurlijk opdrachtgeverschap nu ook op de kaart in bijlage A Grenzen stedelijke gebieden, projecten en belangen verwerkt door dit gebied aan te wijzen als stedelijk gebied. De VTH-bevoegdheid (bijlage C) wijzigt niet en blijft bij het dagelijks bestuur van het stadsdeel.
Voor het projectgebied De Kleine Wereld in stadsdeel Noord is met het principebesluit van 12 oktober 2021 door het college van B&W al besloten dat het ambtelijk opdrachtgeverschap bij G&O ligt en het bestuurlijk opdrachtgeverschap bij het college.Met dit besluit wordt het bestuurlijk opdrachtgeverschap nu ook op de kaart in bijlage A Grenzen stedelijke gebieden, projecten en belangen verwerkt door dit gebied aan te wijzen als stedelijk gebied. De VTH-bevoegdheid (bijlage C) wijzigt niet en blijft bij het dagelijks bestuur van het stadsdeel.
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-67971.html