Verordening op de heffing en invordering van leges 2026

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

Besluit

 

Vast te stellen de 'Verordening op de heffing en invordering van leges 2026’.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    “dag”: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    “week”: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    “maand”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    “jaar”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    “kalenderjaar”: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • 2.

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 3.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1.

    De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel Titel 1, onderdeel 1.8.2 worden niet geheven in het geval de raadpleging geschiedt:

    • a.

      ten behoeve van de rijks-, provinciale of gemeentedienst;

    • b.

      overeenkomstig artikel 15 van de wet van 26 mei 1870, Staatsblad 82.

  • 2.

    De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel Titel 1, hoofdstuk 10 worden niet geheven:

    • a.

      in de gevallen waarin de beheerder ingevolge zijn instructie tot kosteloos onderzoek verplicht is;

    • b.

      voor het raadplegen van analoge archiefbescheiden in de studiezaal en gepubliceerde scans op de website van het Regionaal Archief Tilburg.

  • 3.

    Van de in artikel 2 bedoelde leges zijn voorts vrijgesteld:

    • a.

      stukken, welke ter voldoening aan wettelijke voorschriften kosteloos moeten worden verstrekt;

    • b.

      beschikkingen op bezwaar- en verzoekschriften met betrekking tot gemeentelijke belastingen;

    • c.

      inlichtingen, welke anders dan ten behoeve van of in het belang van bepaalde personen, op verzoek worden verstrekt aan ambassades, gezantschappen en consulaten van vreemde mogendheden;

    • d.

      stukken, vereist voor de militaire dienst, met uitzondering van die welke moeten dienen voor toelating tot enige inrichting van onderwijs waar men wordt opgeleid tot officier of voor de geneeskundige en farmaceutische dienst bij de Koninklijke Marine (KM), de Koninklijke Landmacht (KL), de Koninklijke Luchtmacht (KLu) of de Koninklijke Marechaussee (KMar);

    • e.

      bewijs van in leven zijn, strekkende tot betaling van pensioenen, wachtgelden, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen ten laste van publiekrechtelijke lichamen;

    • f.

      beschikking of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag van subsidie uit de gemeentekas;

    • g.

      gunstige beschikkingen, genomen krachtens een rechtspositieregeling voor het personeel der gemeente;

    • h.

      de bevelschriften tot betaling.

  • 4.

    De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder Titel 1, onderdeel 1.9.1.a, "verklaring omtrent het gedrag", worden niet van een aanvrager geheven die de aanvraag doet met als doel tijdelijk een gastkind van de Stichting Europa Kinderhulp in hun gezin op te nemen voor het houden van een korte vakantie.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2.

    De leges als bedoeld in Titel 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden opgelegd bij wege van aanslag.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, eerste lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De in artikel 6, tweede lid, bedoelde aanslagen moeten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Abonnementen

  • 1.

    De in deze verordening bedoelde abonnementen worden per schriftelijke aanvraag verleend.

  • 2.

    De bij abonnement verkregen inlichtingen mogen niet worden gepubliceerd of anderszins bekendgemaakt, noch aan derden worden verstrekt of medegedeeld, noch ten behoeve van derden worden verwerkt.

  • 3.

    Het publicatieverbod geldt niet ten aanzien van abonnementen verleend voor dag-, week- en buurtbladen voor zover betreft de publicatie in de eigen bladen.

  • 4.

    Abonnementen worden geacht te zijn ingegaan op de dag, waarop het verschuldigde bedrag voor het abonnement is voldaan, tenzij een andere datum is overeengekomen.

  • 5.

    Het voorafgaande geldt mede ten aanzien van inlichtingen, verstrekt door middel van de computer.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die inwerking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten);

    • 2.

      paragraaf 1. 3 (rijbewijzen);

    • 3.

      paragraaf 1.7 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 4.

      paragraaf 1.7 (naturalisatie)

    • 5.

      paragraaf 1.9 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 13 Overgangsrecht

De "Legesverordening 2025", wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2026”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2025

de griffier,

In overeenstemming met het ondertekeningsmandaat raadsstukken worden raadsbesluiten alleen door de griffier ondertekend.

Tarieventabel 2026

 

Hoofdstuk 1

Algemene dienstverlening

Tarief 2026

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

 

Artikel 1.1

Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetting

 

1.

Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag, een partnerschapsregistratie of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, waarbij het huwelijk, de partnerschapsregistratie of de omzetting plaatsvindt op maandag tot en met vrijdag, gelden de hierna te noemen tarieven:

 

a.

in de Oranjezaal:

€ 998,05

b.

in de Willem II-zaal:

€ 854,35

c.

in de Anna Paulowna-zaal:

€ 777,85

d.

in de trouwzaal Udenhout, raadszaal:

€ 1.051,75

e.

in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer:

€ 765,80

f.

in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties:

€ 852,10

2.

Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag, een partnerschapsregistratie of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, waarbij het huwelijk, de partnerschapsregistratie of de omzetting plaatsvindt op zaterdag, gelden de hierna te noemen tarieven:

 

a.

in de Oranjezaal:

€ 1.081,35

b.

in de Willem II-zaal:

€ 937,65

c.

in de Anna Paulowna-zaal:

€ 861,15

d.

in de trouwzaal Udenhout, raadszaal:

€ 1.135,05

e.

in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer:

€ 849,10

f.

in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties:

€ 852,10

3.

Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag, een partnerschapsregistratie of een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, waarbij het huwelijk, de partnerschapsregistratie of de omzetting plaatsvindt op zondag, gelden de hierna te noemen tarieven:

 

a.

in de Oranjezaal:

€ 1.447,50

b.

in de Willem II-zaal:

€ 1.303,80

c.

in de Anna Paulowna-zaal:

€ 1.227,30

d.

in de trouwzaal Udenhout, raadszaal:

€ 1.501,20

e.

in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer:

€ 1.215,25

f.

in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties:

€ 852,10

4.

Voor het in behandeling nemen van een administratief huwelijk, een administratief geregistreerd partnerschap of een administratieve omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk:

€ 209,40

Artikel 1.2

Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

 

Artikel 1.3

Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetting in bijzonder huis

 

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek:

€ 291,80

Artikel 1.4

Gereserveerd: Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

 

Artikel 1.5

Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

 

a.

Als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 281,30

b.

Als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 339,10

Artikel 1.6

Gereserveerd: Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Artikel 1.7

Annuleren of wijzigen datum

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van vier weken voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 71,15

Artikel 1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje:

€ 23,85

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

Artikel 1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Maximum rijkstarief

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Maximum rijkstarief

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Maximum rijkstarief

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Maximum rijkstarief

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Maximum rijkstarief

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Maximum rijkstarief

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

Maximum rijkstarief

Artikel 1.10

Nederlandse identiteitskaart

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

Maximum rijkstarief

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

Maximum rijkstarief

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

Maximum rijkstarief

Artikel 1.11

Modaliteiten

 

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

Maximum rijkstarief

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

 

Artikel 1.12

Rijbewijzen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

Maximum rijkstarief

Artikel 1.13

Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

Maximum rijkstarief

2.

De verhoging genoemd in het eerste lid is in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

 

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

 

Artikel 1.14

Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 24,45

b.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 24,45

Artikel 1.16

Verstrekking van aangehaakte gegevens

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking:

€ 24,45

Artikel 1.17

Schriftelijke verstrekking

 

 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 8,05

Artikel 1.18

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

 

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor gegevens die niet rechtstreeks uit de basisregistratie personen te raadplegen zijn, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 44,25

Paragraaf 1.5

Gereserveerd: Bestuursstukken

 

Artikel 1.19

Gereserveerd: Afschriften van bestuursstukken

 

Artikel 1.20

Gereserveerd: Abonnement op bestuursstukken

 

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

 

Artikel 1.21

Gereserveerd: Plan- of kaartinformatie

 

Artikel 1.22

Gereserveerd: Informatie uit registers

 

Artikel 1.23

Gereserveerd: Informatie uit adressenbestanden

 

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

 

Artikel 1.24

Gereserveerd: Gemeentegarantie

 

Artikel 1.25

Overige publiekszaken

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening of een document:

€ 23,90

c.

tot het verstrekken van een verklaring, certificaat en dergelijke - zonder onderscheid- die in het bijzonder van de personen, die de stukken vragen, worden afgegeven, en voor zover niet uitdrukkelijk elders in deze verordening een hoger of lager recht is genoemd, per stuk:

€ 24,45

d.

Voor een verlof tot het doen opgraven en het doen overplaatsen van een lijk:

€ 27,70

e.

voor de behandeling van een verklaring van optie of een verzoek tot naturalisatie als bedoeld in artikel 1 van het Besluit optie- en naturalisatie-gelden 2002, zijn van toepassing de tarieven zoals die zijn opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatie-gelden 2002.

 

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

 

Artikel 1.26

Archiefbescheiden berustend in de archiefbewaarplaatsen van het Regionaal Archief Tilburg

 

 

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de bij het Regionaal Archief Tilburg berustende archiefbescheiden, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 18,65

Artikel 1.27

Afschrift of uittreksel uit het Regionaal Archief Tilburg

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de bestelling van een papieren fotokopie van archiefbescheiden of van een digitale scan van niet gescande archiefbescheiden:

 

a.

per fotokopie formaat A4/A3:

€ 0,70

b.

per fotokopie formaat A0/A2 (bouwtekeningen en plattegronden):

€ 21,10

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een authentieke kopie per akte opgemaakt door de gemeentearchivaris:

€ 16,60

3.

Het tarief bedraagt voor afhandelingskosten voor het toezenden van kopieën, gedigitaliseerd materiaal (per e-mail) etc.:

€ 4,75

Artikel 1.28

Nasporing archief Bouwen- en milieu:

 

1.

Het tarief bedraagt voor het doen van een:

 

a.

opzoeking of een nasporing in het archief Bouwen- en milieu door de daarvoor aangewezen ambtenaren inclusief het verstrekken van digitale opzoeking en nasporing in het digitale archief bouwen- en milieu:

€ 50,00

b.

opzoeking of een nasporing in het digitaal archief Bouwen- en milieu via internet, zonder hulp van ambtenaren:

kosteloos

2.

Het tarief bestaat voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

a.

een kopie van een stuk of gedeelte daarvan per stuk:

€ 0,70

b.

het verstrekken van een kopie van grootformaat stukken, zoals bouwtekeningen en plattegronden, per stuk (formaat van origineel groter dan A3):

€ 75,00

c.

vervallen

 

d.

het downloaden van een bestand uit het digitale archief Bouwen- en milieu:

kosteloos

e.

vervallen

 

f.

om informatie met betrekking tot bodemgesteldheid welke wordt aangevraagd via het digitaal loket, per kadastraal perceel:

€ 9,10

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

 

Artikel 1.29

Gereserveerd: Huisvestingswet 2014

 

Artikel 1.30

Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 69,30

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

 

Artikel 1.31

Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

a.

voor een periode van vier jaar voor één kansspelautomaat:

€ 226,00

b.

voor een periode van vier jaar voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,00

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00

2.

Bij staking van de exploitatie wordt op schriftelijk verzoek van de aanvrager teruggaaf verleend over het aantal nog niet volledig verschenen kalenderjaren waarvoor de vergunning is afgegeven.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 40,85

Artikel 1.32

Telecommunicatie (kabels en Leidingen)

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemmingsbesluit/vergunning, als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: (Naast de hieronder genoemde legeskosten zullen de beheerkosten, degeneratievergoedingen en onderhoudskosten volgens de vigerende VNG-regeling worden doorbelast aan de aanbieders)

 

a.

Het tarief voor tracés van 50 meter tot 100 meter bedraagt:

€ 419,70

b.

Het tarief voor tracés van 100 meter tot 2.000 meter bedraagt:

€ 419,70

 

per strekkende meter boven 100 meter vermeerderd met een bedrag van:

€ 0,95

c.

Het tarief voor tracés van 2.000 meter tot 5.000 meter bedraagt:

€ 2.391,50

d.

Het tarief voor tracés van 5.000 meter tot 10.000 meter bedraagt:

€ 2.608,90

e.

Het tarief voor tracés van 10.000 meter tot 20.000 meter bedraagt:

€ 2.826,30

f.

Het tarief voor tracés van 20.000 meter tot 30.000 meter bedraagt:

€ 3.043,75

g.

Het tarief voor tracés van 30.000 meter tot 40.000 meter bedraagt:

€ 3.261,15

h.

Het tarief voor tracés van 40.000 meter tot 50.000 meter bedraagt:

€ 3.478,55

i.

Het tarief voor tracés van 50.000 meter tot 60.000 meter bedraagt:

€ 3.695,95

j.

Het tarief voor tracés van 60.000 meter tot 70.000 meter bedraagt:

€ 3.913,90

k.

Het tarief voor tracés van 70.000 meter tot 80.000 meter bedraagt:

€ 4.130,80

l.

Het tarief voor tracés van 80.000 meter en meer bedraagt:

€ 4.348,20

2.

Het tarief voor in het behandeling nemen van een melding voor het verkrijgen van instemming voor het (ver)plaatsen van ondergrondse en bovengrondse handholes, kasten e.d. t.b.v. een openbaar telecommunicatienetwerk een vast bedrag van:

€ 168,35

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een geluidsmeting afstelling geluidsbegrenzer:

 

a.

een vast bedrag per meetopdracht:

€ 296,15

b.

vermeerderd met een bedrag per meetuur van:

€ 120,95

Artikel 1.33

Wegenverkeerswetgeving

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

voor een ontheffing op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels met een looptijd korter dan 14 dagen:

€ 26,55

b.

voor een ontheffing op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels met een looptijd vanaf 14 dagen tot maximaal drie maanden:

€ 53,15

c.

voor een ontheffing op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels met een looptijd vanaf drie maanden tot maximaal drie jaar:

€ 119,55

d.

voor een ontheffing op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels voor een doorlopende ontheffing:

€ 332,05

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag (nul-emissiezone) voor:

 

a.

een langdurige ontheffing als bedoeld in § 1 van de Beleidsregels ontheffingen nul-emissiezone Tilburg 2025, met uitzondering van de ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto's als bedoeld in artikel 7 en met uitzondering van de ontheffing voor dierenambulances als bedoeld in artikel 10:

€ 100,00

b.

een langdurige ontheffing voor particuliere bedrijfs- of vrachtauto's als bedoeld in artikel 7 van de Beleidsregels ontheffingen nul-emissiezone Tilburg 2025:

€ 60,00

c.

een langdurige ontheffing voor dierenambulances als bedoeld in artikel 10 van de Beleidsregels ontheffingen nul-emissiezone Tilburg 2025:

€ 25,00

d.

een dagontheffing als bedoeld in § 2 van de Beleidsregels ontheffingen nul-emissiezone Tilburg 2025:

€ 30,00

e.

een gemeentespecifieke ontheffing als bedoeld in § 3 van de Beleidsregels ontheffingen nul-emissiezone Tilburg 2025:

€ 250,00

3.

Het tarief bedraagt per aanvraag voor het in behandeling nemen van elk van de volgende aanvragen inzake een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) (exclusief een toeslag voor een, schriftelijke, medische keuring):

 

a.

voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 49 BABW):

€ 38,40

b.

voor het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart bij bijvoorbeeld verlies of diefstal (artikel 52 BABW):

€ 38,40

c.

voor het wijzigen van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 49 BABW):

€ 38,40

d.

voor het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 49 BABW):

€ 38,40

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

voor het aanbrengen van markering, paal en (onder)borden ter aanduiding van een nieuwe gehandicaptenparkeerplaats op kenteken (bord E6 uit Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), inclusief het verwijderen van markering, paal en borden:

€ 250,00

b.

voor het verplaatsen van een bestaande gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in lid 3 sub a:

€ 250,00

c.

voor het aanbrengen van een nieuw onderbord met kenteken, bij een kentekenwijziging:

€ 150,00

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een medische keuring ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in lid 3 sub a of een gemarkeerde parkeerplaats als bedoeld in lid 4 sub a:

€ 107,25

6.

Het tarief bedraagt per aanvraag voor het in behandeling nemen van elk van de volgende aanvragen inzake een gemarkeerde parkeerplaats bij de woning of het werkadres als bedoeld in artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 is (exclusief een toeslag voor een, schriftelijke, medische keuring):

 

a.

voor het verkrijgen van een gemarkeerde parkeerplaats:

€ 35,85

b.

voor het verlengen van een gemarkeerde parkeerplaats:

€ 35,85

c.

voor het wijzigen van een gemarkeerde parkeerplaats:

€ 35,85

7.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

voor een vergunning op grond van de Verordening Kwaliteitskeurmerk straattaxi’s Tilburg 2019:

€ 178,65

b.

voor het verlenen van een verklaring van geen bezwaar op grond van de Wet Luchtvaart, dan wel een daarvan afgeleide regeling, voor een kalenderjaar (alleen voor vrije luchtballonnen) of voor een enkele gebeurtenis:

€ 108,05

c.

voor het afgeven van een langlopende ontheffing landbouwvoertuig:

€ 38,40

8.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit artikel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking, dan wel een wijziging:

€ 11,35

Paragraaf 1.10

Diversen

 

Artikel 1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een beschikking op aanvraag van een vergunning of een ontheffing, dan wel voor elk ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover daarvoor in deze:verordening geen bijzondere regeling is opgenomen of voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat, per bladzijde:

€ 4,40

 

met een minimum van:

€ 13,20

b.

fotokopieën op grond van de Wet open overheid (Woo):

 

1.

Zwart-wit enkelzijdig A4 per bladzijde:

€ 0,05

2.

Zwart-wit dubbelzijdig A4 per bladzijde:

€ 0,10

3.

Kleur enkelzijdig A4 per bladzijde:

€ 0,20

4.

Kleur dubbelzijdig A4 per bladzijde:

€ 0,45

5.

Zwart-wit enkelzijdig A3 per bladzijde:

€ 0,10

6.

Zwart-wit dubbelzijdig A3 per bladzijde:

€ 0,20

7.

Kleur enkelzijdig A3 per bladzijde:

€ 0,45

8.

Kleur dubbelzijdig A3 per bladzijde:

€ 0,85

c.

een fotokopie van een getypt, gedrukt of geschreven stuk, van maximaal het formaat A4 voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per bladzijde:

 

1.

A4 enkelzijdig:

€ 0,10

2.

A4 dubbelzijdig:

€ 0,15

3.

A3 enkelzijdig:

€ 0,15

4.

A3 dubbelzijdig:

€ 0,25

5.

A2 formaat:

€ 6,40

6.

A1 formaat:

€ 9,55

7.

A0 formaat:

€ 12,70

Artikel 1.35

Diverse vergunningen of beschikkingen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

om elke vergunning ingevolge de Havenverordening Piushaven 2017:

€ 52,20

b.

om een vergunning op grond van artikel 53a Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 1.882,65

c.

om een wijziging van een in sub b bedoelde vergunning in verband met een wijziging van de beheerder:

€ 301,45

2.

Indien de aanvraag als bedoeld in lid 1 sub b en c wordt ingetrokken nadat door de gemeente in behandeling is genomen bestaat aanspraak op 50% teruggaaf van de leges. Een bedrag minder dan € 250,00 wordt niet teruggegeven.

 

3.

Indien de aanvraag op grond van lid 1 sub b en c wegens onvolledigheid niet verder in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat tenminste een bedrag van € 250,00 verschuldigd blijft.

 

Hoofdstuk 2

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Tarief 2026

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

Artikel 2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

Stedelijke ontwikkeling: de grotere, complexere plannen die niet passen binnen het omgevingsplan. Het gaat hier bijvoorbeeld om ontwikkelvoorstellen voor meer dan 10 woningen, een herontwikkeling in de binnenstad of de realisatie van een hotel of supermarkt.

 

 

Lichte begeleiding: ondersteuning bij haalbaarheidsonderzoek/ontwerpstudie van een ruimtelijk initiatief na een positieve reactie op een conceptverzoek.

 

 

Bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

4.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan: de grondslag op basis waarvan de leges worden vastgesteld, die wordt bepaald op basis van de tabel "Grondslag legesberekening" (bijlage 1). Indien de tabel niet voorziet in het type bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, zal de grondslag, op basis waarvan de leges worden vastgesteld, worden berekend met gebruikmaking van de meest recente serie "Taxatieboekjes van Bouwkosten.nl" of het elektronische equivalent daarvan, zoals die worden uitgegeven door Vakmedianet. De serieTaxatieboekjes bestaat uit: (Her)bouwkosten woningen, (Her)bouwkosten bedrijfspanden, (Her)bouwkosten agrarische gebouwen.

Indien zowel de tabel als de "Taxatieboekjes", inclusief het elektronische equivalent, niet voorzien in het type bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, zullen de bouwkosten door de aanvrager middels een open begroting aannemelijk moeten worden gemaakt. Deze zullen de grondslag vormen voor de berekening van de leges. Oppervlakte en inhoudsmaten worden bepaald conform de artikelen 4.2 en 5.2 van de NEN 2580. De tabel grondslag legesberekening is onderdeel (bijlage 1) van deze legesverordening en is tevens via de website van de gemeente Tilburg te raadplegen.

 

5.

In afwijking van het vierde lid worden, indien zonnepanelen onderdeel uitmaken van een aanvraag om een omgevingsvergunning, bij de bepaling van de bouwkosten als grondslag voor de leges de bouwkosten van de zonnepanelen buiten beschouwing gelaten.

 

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

conceptverzoek;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 

Artikel 2.4

Conceptverzoek

 

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a1.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een conceptverzoek omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit (omgevingsplanactiviteit):

€ 250,00

a2.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een conceptverzoek stedelijke ontwikkeling (activiteit voor het afwijken van regels van het omgevingsplan):

€ 750,00

b1.

Voor het bespreken van een initiatief aan maximaal twee omgevingstafels als vervolg op een conceptverzoek, ter voorbereiding van een aanvraag omgevingsvergunning:

€ 5.000,00

b2.

Voor de derde en elke volgende bespreking aan de omgevingstafel:

€ 1.000,00

c.

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een conceptverzoek dat uitsluitend betrekking heeft op een advies van de omgevingscommissie:

kosteloos

2.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een conceptverzoek een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het conceptverzoek vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten, tenzij in samenspraak met de aanvrager op andere wijze kostenverhaal is overeengekomen middels een gesloten dienstverleningsovereenkomst.

 

Artikel 2.4A

Lichte begeleiding

 

1.

Als vanwege het bepalen van de haalbaarheid van een initiatief of vanwege de beoordeling en aanvulling van een ontwerpstudie sprake is van lichte begeleiding bedraagt het tarief voor de lichte begeleiding, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 7.500,00

2,

Als aan de onderstaande voorwaarden is voldaan:

 

 

1. het initiatief betreft minder dan 20 woningen en

 

 

2. er is sprake van 1 eigendom voor het volledige initiatief en

 

 

3. er is geen sprake van aanpassingen aan de openbare ruimte.

 

 

bedraagt het tarief voor lichte begeleiding in afwijking van het eerste lid van dit artikel:

€ 5.000,00

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (technisch)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 200.000,00 bedragen:

1,2300%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 250,00

b.

indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen:

€ 2.460,00

 

vermeerderd met:

1,2100%

 

van de bouwkosten minus € 200.000,00;

 

c.

indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen:

€ 6.090,00

 

vermeerderd met:

1,1500%

 

van de bouwkosten minus € 500.000,00;

 

d.

indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen:

€ 11.840,00

 

vermeerderd met:

0,8900%

 

van de bouwkosten minus € 1.000.000,00;

 

e.

indien de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 5.000.000,00 bedragen:

€ 20.740,00

 

vermeerderd met:

0,8400%

 

van de bouwkosten minus € 2.000.000,00;

 

f.

indien de bouwkosten € 5.000.000,00 of meer bedragen:

€ 45.940,00

 

vermeerderd met:

0,8100%

 

van de bouwkosten minus € 5.000.000,00:

 

 

met een maximum legesbedrag van:

€ 225.000,00

g.

In afwijking van de tarieven genoemd onder a tot en met f, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit zoals bedoeld in hoofdstuk 5 van het Besluit bouwwerken leefomgeving voor de bouw van verplaatsbare bouwwerken waarbij het hanteren van een gangbare bouwsom niet mogelijk is, zoals bij het plaatsen van prefab-units, tenten of iets dergelijks, per vierkante meter vloeroppervlakte (M²) (bvo NEN 2580):

€ 3,00

 

Met dien verstande dat minimaal betaald moet worden:

€ 250,00

Artikel 2.6

Bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (omgevingsplan)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 200.000,00 bedragen:

2,6700%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 250,00

b.

indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen:

€ 5.340,00

 

vermeerderd met:

2,6100%

 

van de bouwkosten minus € 200.000,00;

 

c.

indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen:

€ 13.170,00

 

vermeerderd met:

2,5000%

 

van de bouwkosten minus € 500.000,00;

 

d.

indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen:

€ 25.670,00

 

vermeerderd met:

1,9200%

 

van de bouwkosten minus € 1.000.000,00;

 

e.

indien de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 5.000.000,00 bedragen:

€ 44.870,00

 

vermeerderd met:

1,8200%

 

van de bouwkosten minus € 2.000.000,00;

 

f.

indien de bouwkosten € 5.000.000,00 of meer bedragen:

€ 99.470,00

 

vermeerderd met:

1,7300%

 

van de bouwkosten minus € 5.000.000,00:

 

 

met een maximum legesbedrag van:

€ 437.500,00

g.

In afwijking van de tarieven genoemd onder a tot en met f, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit bouwwerken leefomgeving voor de bouw van tijdelijke bouwwerken waarbij het hanteren van een gangbare bouwsom niet mogelijk is, zoals bij het plaatsen van prefab-units, tenten of iets dergelijks, per vierkante meter vloeroppervlakte (bvo NEN 2580):

€ 6,30

 

Met dien verstande dat minimaal betaald moet worden:

€ 250,00

2.

voor een omgevingsplanactiviteit die uitsluitend bestaat uit het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk en waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit:

€ 350,00

3.

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief als volgt verhoogd:

 

a.

indien de aanvraag is voorafgegaan door een conceptverzoek zoals bedoeld in artikel 2.4, lid 1, onder a1, a2, of b1:

 

1.

voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals bedoeld in de bijlage "Beleidsregels planologische kruimelgevallen 2024":

€ 700,00

2.

voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder 1 betreft het basistarief:

€ 14.870,35

 

en wordt het basistarief als volgt verder verhoogd:

 

I

Oppervlakte bouwperceel (oppervlakte van het bouwperceel waarop de aanvraag betrekking heeft)

 

 

tot 500 m²:

€ 0,00

 

van 500 m² tot 2.500 m² :

€ 3.098,00

 

van 2.500 m² tot 5.000 m²:

€ 7.435,20

 

van 5.000 m² tot 10.000 m²:

€ 14.870,30

 

van 10.000 m² tot 15.000 m²:

€ 21.685,95

 

van 15.000 m² tot 20.000 m²:

€ 27.881,90

 

van 20.000 m² tot 30.000 m²:

€ 37.175,90

 

van 30.000 m² tot 40.000 m²:

€ 49.567,85

 

van 40.000 m² tot 60.000 m²:

€ 61.959,80

 

60.000 m² of meer:

€ 74.351,80

 

tenzij de aanvraag betrekking heeft op 1 woning of op het deel van het betreffende plangebied waar uitsluitend natuur en landschapsontwikkelingen wordt mogelijk gemaakt

 

II

Gestapelde bouw (gestapelde woning- of utiliteitsbouw met een bouwhoogte van meer dan 10 meter)

 

 

bouwhoogte van 10 tot 15 meter:

€ 16.109,55

 

bouwhoogte van 15 tot 25 meter:

€ 37.175,90

 

bouwhoogte meer dan 25 meter:

€ 61.959,80

b.

Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een conceptverzoek zoals bedoeld in artikel 2.4 lid 1, onder a1, a2 of b1 worden de tarieven genoemd in artikel 2.6, lid 3, 1 en 2 vermeerderd met:

€ 1.072,60

c.

Voor activiteiten die voldoen aan artikel 12.27a van het Besluit kwaliteit leefomgeving

€ 14.870,35

Artikel 2.6a

Zonnepanelen

 

 

In afwijking van het bepaalde in artikel 2.5 en 2.6 worden geen leges geheven voor een aanvraag om een omgevingsvergunning die uitsluitend het plaatsen van zonnepanelen betreft.

 

Artikel 2.7

Bouwwerk slopen (omgevingsplan)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 286,45

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8

Rijksmonumentenactiviteit of activiteit die betrekking heeft op een gemeentelijk monument (omgevingsplan)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voor beschermd gemeentelijk monument, voor beschermd provinciaal monument of voor beschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de monumentenverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt:

 

 

1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen, wijzigen, herstellen of gebruiken van een monument of voor beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht indien de bouwkosten:

 

 

minder bedragen dan € 10.000,00:

€ 159,75

 

liggen tussen € 10.000,00 en € 50.000,00:

€ 159,75

 

vermeerderd met 0,635% over elk bedrag boven € 10.000,00;

 

 

liggen tussen € 50.000,00 en € 100.000,00:

€ 413,75

 

vermeerderd met 0,52% over elk bedrag boven € 50.000,00;

 

 

liggen tussen € 100.000,00 en € 500.000,00:

€ 673,75

 

vermeerderd met 0,39% over elk bedrag boven € 100.000,00;

 

 

liggen tussen € 500.000,00 en € 1.000.000,00:

€ 2.233,75

 

vermeerderd met 0,25% over elk bedrag boven € 500.000,00;

 

 

meer bedragen dan € 1.000.000,00:

€ 3.483,75

 

2˚ voor het (gedeeltelijk) slopen van een monument, gebaseerd op de

hoeveelheid sloopafval:

 

 

t/m 25 m³:

€ 335,85

 

26 m³ t/m 50 m³:

€ 629,75

 

51 m³ t/m 100 m³:

€ 1.217,50

 

101 m³ t/m 500 m³:

€ 2.351,05

 

meer dan 500 m³:

€ 4.618,15

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 160,90

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de monumentenverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

 

a.

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

 

b.

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit (gereserveerd)

 

Artikel 2.10

Bouwwerk slopen in een gemeentelijk beschermd of rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht (omgevingsplan)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de monumentenverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt

 

 

t/m 25 m³:

€ 335,85

 

26 m³ t/m 50 m³:

€ 629,75

 

51 m³ t/m 100 m³: €

€ 1.217,50

 

101 m³ t/m 500 m³:

€ 2.351,05

 

meer dan 500 m³:

€ 4.618,15

 2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 160,90

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12

Milieubelastende activiteit gereguleerd in het omgevingsplan

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.741,00

2.

In afwijking van 2.12 lid 1 als het gaat om een activiteit voor het installeren van een gesloten bodemenergiesysteem is een tarief verschuldigd van:

€ 4.111,50

Artikel 2.13

Milieubelastende activiteit gereguleerd bij AMvB

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.111,50

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 7.537,75

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 10.278,75

Artikel 2.14

Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.15

Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.16

Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.17

Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.18

Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.19

Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving) (gereserveerd)

 

Artikel 2.20

Samenloop van milieubelastende activiteiten (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 536,30

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 536,30

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23

Werk, niet zijnde bouwwerk, of werkzaamheid uitvoeren (omgevingsplan)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met een verwachtingsgebied archeologische waarde of waarde archeologie, als toegewezen in het omgevingsplan Tilburg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen in dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

Voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 250,00

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)

 

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg (gereserveerd)

 

Artikel 2.26

Weg of spoorweg aanleggen of wijzigen (omgevingsplan)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 778,60

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit (gereserveerd)

 

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 250,00

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

 

Artikel 2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

 

Artikel 2.30

Boom kappen of houtopstand vellen (omgevingsplan)

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten bedraagt het tarief als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Bomenverordening Tilburg in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, voor maximaal vier bomen :

€ 250,00

 

per volgende boom:

€ 62,30

 

tot een maximum van:

€ 1.245,70

Artikel 2.31

Handelsreclame maken of voeren (omgevingsplan)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 250,00

Artikel 2.32

Voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg (omgevingsplan) of roerende zaken opslaan (gebruik openbare ruimte)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit Voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 13 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

bij bouwactiviteiten:

€ 306,50

 

tenzij het gaat om een verlenging van het opslaan bij bouwactiviteiten, dan is een tarief verschuldigd van:

€ 153,25

Artikel 2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd)

 

Artikel 2.34a

Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving

€ 1.348,20

Artikel 2.34b

Andere activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningsplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.194,40

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

voor een omgevingsplanactiviteit dan wel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.194,40

2.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningsplichtige activiteit:

€ 1.194,40

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten (technisch) waarvoor een zelfstandig besluit wordt genomen

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.537,75

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften bij milieubelastende

activiteiten

 

1.

Als een aanvraag om maatwerkvoorschrift(-en) of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

maatwerkvoorschrift(-en) of vergunningvoorschrift(-en) voor één milieuaspect bedraagt het tarief:

€ 2.741,00

b.

maatwerkvoorschriften voor twee of meerdere milieuaspecten, bedraagt het tarief in afwijking van artikel 2.3, tweede lid, de som van het tarief onder a en per extra milieuaspect:

€ 1.370,50

c.

maatwerkvoorschrift om afvalwater afkomstig van niet-industriële voedselbereiding te lozen zonder vetafscheider en slibvangput:

€ 154,30

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten waarvoor een zelfstandig besluit wordt genomen

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.537,75

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

 

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit (technisch) waarvoor een zelfstandig besluit wordt genomen:

€ 1.537,75

b.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 2.741,00

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning gestelde termijn:

€ 250,00

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften of maatwerkvoorschriften van een omgevingsvergunning is een tarief verschuldigd van

 

a.

voor de milieubelastende activiteit:

€ 2.741,00

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning (gereserveerd)

 

Artikel 2.43

Beoordeling aanvullende gegevens (gereserveerd)

 

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

De in artikel 2.49a opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit.

 

Artikel 2.45a

Wijzigen van het omgevingsplan

 

1.

Het (basis) tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 14.870,35

 

tenzij kostenverhaal op andere wijze met de aanvrager is overeengekomen:

 

2.

Het bedrag zoals genoemd in artikel 2.45a onder 1 wordt vermeerderd met de som van de in de onderdelen onder a en b genoemde bedragen :

 

a.

Oppervlakte plangebied (oppervlakte van het plangebied waarop de aanvraag betrekking heeft)

 

 

tot 500 m²:

€ 0,00

 

van 500 m² tot 2.500 m² :

€ 3.098,00

 

van 2.500 m² tot 5.000 m²:

€ 7.435,20

 

van 5.000 m² tot 10.000 m²:

€ 14.870,35

 

van 10.000 m² tot 15.000 m²:

€ 21.685,95

 

van 15.000 m² tot 20.000 m²:

€ 27.881,90

 

van 20.000 m² tot 30.000 m²:

€ 37.175,90

 

van 30.000 m² tot 40.000 m²:

€ 49.567,85

 

van 40.000 m² tot 60.000 m²:

€ 61.959,80

 

60.000 m² of meer:

€ 74.351,80

 

tenzij de aanvraag betrekking heeft op 1 woning of op het deel van het betreffende plangebied waar uitsluitend natuur en landschapsontwikkeling wordt mogelijk gemaakt.

 

b.

Gestapelde bouw

 

 

Indien de aanvraag betrekking heeft op gestapelde woning- of utiliteitsbouw met een bouwhoogte van meer dan 10 meter, wordt het basisbedrag onder 2.45a lid 2 onder a verhoogd met:

 

 

bouwhoogte van 10 tot 15 meter:

€ 16.109,55

 

bouwhoogte van 15 tot 25 meter:

€ 37.175,90

 

bouwhoogte meer dan 25 meter:

€ 61.959,80

Artikel 2.45b

Teruggaaf leges omgevingsplan

 

a.

Indien de aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsplan wordt ingetrokken voor de terinzagelegging van het ontwerpbesluit wijziging Omgevingsplan, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in artikel 2.45a, tweede lid, onder a en b. De teruggaaf bedraagt:

75,00%

b.

Indien de aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsplan wordt ingetrokken alvorens de gemeenteraad een besluit tot al dan niet vaststellen van het omgevingsplan heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in artikel 2.45a, eerste lid en artikel 2.45a, tweede lid, onder a en b. De teruggaaf bedraagt:

50,00%

c.

Indien het door de raad vastgestelde omgevingsplan geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd, wordt geen teruggave van de leges verleend.

 

 

Voor het opnieuw in behandeling nemen van de (desbetreffende) aanvraag zijn wederom leges verschuldigd.

 

Artikel 2.45c

Nadere uitwerking van open normen m.b.t. de ruimtelijke structuur van een bestemmingsplan in locatie specifieke regels

 

 

De kosten verbonden aan het opstellen van locatie-specifieke regels van een omgevingsplan worden bij de aanvrager in rekening gebracht. De kosten worden- voordat gestart wordt met de opstelling van deze regels- aan de aanvrager medegedeeld in een door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting. De begroting omvat de kosten van de ambtelijke inzet (uren * tarief) en/of een onderbouwing van de kosten van extern advies en ondersteuning.

 

Artikel 2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 250,00

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend na aanvang of gereedkomend van één of meerdere van de aangevraagde activiteiten worden de op grond van deze legesverordening verschuldigde leges voor de aanvraag verhoogd met

10,00%

 

een maximumtarief van:

€ 1.000,00

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit uit de Afdeling 3.2, 3.4 tot en met 3.8 van het Besluit activiteiten leefomgeving:

€ 3.462,80

Artikel 2.49a

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling en daarmee de toetsing aan de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV)

€ 2.073,55

b.

voor het beoordelen, namens het bevoegd gezag, van Programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie 4.1 dan wel de meest recentelijke wijziging

€ 1.215,20

c.

voor de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek

€ 319,80

d.

voor de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, op basis van de Erfgoedwet:

 

1.

voor bureauonderzoek (eventueel inclusief verkennend booronderzoek)

€ 630,75

2.

voor Inventariserend proefsleuvenonderzoek inclusief opstellen selectiebesluit

€ 959,35

3.

voor karterend of waarderend booronderzoek

€ 699,25

4.

voor bureauonderzoek inclusief karterend vooronderzoek

€ 959,35

5.

voor opgraving en archeologische begeleiding

€ 1.598,95

6.

voor evaluatierapporten

€ 630,75

e.

de beoordeling van een AERIUS berekening

€ 409,85

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 8.310,05

Artikel 2.49b

Extra beoordelingen

 

a.

Indien de ruimtelijke onderbouwing (in afwijking van de indieningsvereisten uit de Ministeriële regeling omgevingsrecht) door de gemeente wordt opgesteld, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk:

€ 3.407,80

b.

Indien het plan gepaard gaat met inrichtingen / aanpassingen aan het openbaar gebied bedraagt het tarief voor het beoordelen van het inrichtingsplan en het bepalen van de daaruit voortvloeiende kosten onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk:

 

 

voor activiteiten met een oppervlakte van het plangebied van maximaal 2.500 m2 en/of maximaal 15 woningen

€ 2.145,25

Artikel 2.50

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de agrarische adviescommissie met inbegrip van de beoordeling

€ 1.116,15

1.

Onverminderd het bepaalde in artikel 2:50 lid 1 sub a bedraagt het tarief per bedrijfsbezoek

€ 123,30

b.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdeel a: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

c.

Voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51.a

Flora- en Fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 

1.

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 5.1 tweede lid aanhef en onder g van de Omgevingswet in samenhang met afdeling 11.2.2 en/of 11.2.3 Besluit activiteiten leefomgeving, voor een grondgebonden woning in particulier bezit, bedraagt het tarief:

€ 60,50

Paragraaf 2.13

Vermindering

 

Artikel 2.52

Vermindering na conceptverzoek en/of omgevingstafel

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om een conceptverzoek of omgevingstafel zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100,00%

 

van de voor het conceptverzoek dan wel de omgevingstafel geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

 

 

a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het conceptverzoek dan wel de omgevingstafel betrekking had;

 

 

b. in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek dan wel de omgevingstafel; en

 

 

c. binnen 9 maanden na het laatste conceptverzoek dan wel de omgevingstafel of, indien anders is overeengekomen.

 

Artikel 2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

Artikel 2.54

Aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor een voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, is een tarief van toepassing van:

€ 250,00

 

voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan.

 

Artikel 2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

100,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges met die verstande dat in alle gevallen een legesbedrag overblijft van:

€ 250,00

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift, zoals bedoeld in de paragrafen 2.3, 2.4, 2.7, 2.8 en 2.9, op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, tenzij in een andere regeling in de tarieventabel is voorzien:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van het bevoegd gezag na de indiening van de aanvraag:

(*het percentage geldt uitsluitend voor bedragen boven de € 250,00.Zie 2.6.1.)

100,00%*

 

 

van de voor de activiteiten waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking voordat een besluit is genomen:

(*het percentage geldt uitsluitend voor bedragen boven de € 250,00.Zie 2.6.1.)

 

75,00%*

 

van de voor de activiteiten waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

Met dien verstande dat een minimum te betalen bedrag aan leges overblijft van:

€ 250,00

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift, zoals bedoeld in de paragrafen 2.3, 2.4, 2.7, 2.8 en 2.9 op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, tenzij in een andere regeling in de tarieventabel is voorzien:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op verzoek van het bevoegd gezag na de indiening van de aanvraag:

100,00%

 

van de voor de activiteiten waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen acht weken na de indiening van de aanvraag:

75,00%

 

van de voor de activiteiten waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking na acht weken na de indiening van de aanvraag:

60,00%

 

van de voor de activiteiten waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges met uitzondering van de leges op grond van artikel 2.6, derde lid, onder a, sub 2;

 

d.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking na acht weken na de indiening van de aanvraag:

50,00%

 

van de verschuldigde leges betrekking hebbend op artikel 2.6, derde lid, onder a, sub 2

 

 

met dien verstande dat een minimum te betalen bedrag aan leges overblijft van:

€ 14.870,35

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning (gereserveerd)

 

Artikel 2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 250,00 wordt niet teruggegeven.

 

Hoofdstuk 3

Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2

Tarief 2026

Paragraaf 3.1

Horeca

 

Artikel 3.1

Exploitatie openbare inrichting

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 38 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 1.882,70

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 32 van de Algemene Plaatselijke Verordening, per dag waarvoor ontheffing wordt aangevraagd:

€ 120,45

c.

een aanvraag voor een exploitatievergunning waterpijpcafé/shishalounge als bedoeld in artikel 45bb van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 1.882,70

d.

een aanvraag voor een exploitatievergunning voor een smart- en headshops als bedoeld in artikel 45b van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 1.882,70

e.

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel van een in sub d bedoelde vergunning per leidinggevende:

€ 46,84 tot een maximum van € 468,40

f.

een aanvraag op grond van sub c (exploitatievergunning waterpijpcafé/shisalounge) in combinatie met de in sub a (exploitatievergunning) en/of artikel 3.2 sub a (artikel 3 Alcoholwet para commercieel horecabedrijf)genoemde aanvraag

€ 1.882,70

Artikel 3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet voor zover het betreft een commercieel horecabedrijf:

€ 1.882,70

b.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet voor zover het betreft een para commercieel horecabedrijf of slijtersbedrijf:

€ 1.014,65

c.

een aanvraag op grond van sub b (artikel 3 Alcoholwet para commercieel horecabedrijf) in combinatie met een aanvraag op grond van artikel 3.1 sub a (exploitatie openbare inrichting)

€ 1.014,65

d.

een aanvraag op grond van sub a (artikel 3 Alcoholwet commercieel horecabedrijf) in combinatie met een aanvraag op grond van artikel sub a (exploitatie openbare inrichting)

€ 1.882,70

e.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet, en/-of een verzoek tot wijziging van de omschrijving van de in de exploitatievergunning vermelde lokaliteiten:

€ 101,05

f.

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet, en/of de Exploitatievergunning wanneer er sprake is van een wijziging van de leidinggevende, per leidinggevende:

€ 46,84

Tot een maximum van:

€ 468,40

g.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 69,15

h.

een aanvraag voor een terrasvergunning ingevolge artikel 13 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 306,50

i.

een aanvraag voor een tijdelijke terrasvergunning ingevolge artikel 13 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 153,25

j.

Voor het wijzigen van de exploitatie- en/of alcoholwetvergunning als bedoeld in artikel 3.1.a, 3.1.c, 3.1.d, 3.1.f, 3.2.a en 3.2.c i.v.m. het wijzigen van de rechtsvorm waarbij er geen wijziging plaatsvindt in bestuurders of natuurlijke personen

€ 301,50

Paragraaf 3.2

Seksbedrijven

 

Artikel 3.3

Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 97 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 1.882,75

Artikel 3.4

Wijzigen vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

 

a.

de op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders:

€ 301,50

b.

een verandering van de in de vergunning omschreven ruimte(n):

€ 101,05

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

 

Artikel 3.5

Ontheffing winkeltijden

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 222,35

b.

wijziging van een in onderdeel a bedoelde ontheffing:

€ 160,00

c.

een ontheffing voor een nachtwinkel op grond van artikel 7b Winkeltijdenverordening:

€ 304,15

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

 

Artikel 3.6

Organiseren evenement

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 26 van de Algemene Plaatselijke Verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

een standaard en ingedeeld in de nota 'Prettig geregeld' of een klein regulier evenement (A- evenement)

€ 321,40

b.

een middel met verhoogd aandacht evenement (B- evenement)

€ 937,35

c.

een groot met verhoogd risico evenement, met veel aandacht (C- evenement)

€ 3.527,50

d.

een klein regulier evenement (A- evenement): voor reguliere kleinschalige evenementen die een herdenking zijn of uitsluitend worden georganiseerd ten behoeve van een goed doel of ten behoeve van een stichting, vereniging, fonds of een andere niet-natuurlijke rechtspersoon die erkend is door het Centraal Bureau Fondsenwerving, of een ander door het college aangewezen goed doel, waarvan de opbrengst onder aftrek van de gemaakte kosten ten goede komt aan het goede doel:

kosteloos

Artikel 3.7

Gereserveerd: Organiseren markt

 

Paragraaf 3.5

Standplaatsen

 

Artikel 3.8

Gereserveerd: Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

 

Artikel 3.9

Gereserveerd: Overige administratieve dienstverlening markt

 

Artikel 3.10

Losse standplaatsen

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 2 Staanplaatsverordening

€ 75,00

Paragraaf 3.6

Huisvestigingswet 2014

 

Artikel 3.11

Vergunning onttrekken woonruimte

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 van de Huisvestingsverordening Tilburg:

€ 186,85

Artikel 3.12

Gereserveerd: Vergunning samenvoegen woonruimte

 

Artikel 3.13

Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 van de Huisvestingsverordening Tilburg, bedraagt per adres:

€ 694,90

2.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een wijziging van de tenaamstelling van een omzettingsvergunning, als bedoeld in artikel 21, onder c, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 van de Huisvestingsverordening Tilburg, bedraagt per adres:

€ 69,75

3.

Voor aanvragen om een vergunning, als bedoeld in artikel 21, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 2 van de Huisvestingsverordening Tilburg, die na het in behandeling nemen vergunningsvrij blijken te zijn, worden geen leges geheven.

 

Artikel 3.14

Gereserveerd: Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

 

Artikel 3.15

Splitsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerste van de Huisvestingswet 2014 en artikel 7 van de Huisvestingsverordening Tilburg:

€ 186,85

Artikel 3.16

Gereserveerd: Toeristische verhuur

 

Artikel 3.17

Verhuurvergunning opkoopbescherming

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 en artikel 12 van de Huisvestingsverordening Tilburg:

€ 1.245,30

2.

Voor aanvragen om een vergunning, als bedoeld in artikel 41, eerste lid van de Huisvestingswet 2014 en artikel 17 van de Huisvestingsverordening Tilburg, die na het in behandeling nemen vergunningsvrij blijken te zijn, worden geen leges geheven.

 

Artikel 3.18

Gereserveerd: Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte

 

Paragraaf 3.7

Diversen

 

Artikel 3.19

Afleververgunning vuurwerk

 

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het afleveren dan wel ter aflevering aanwezig houden van consumentenvuurwerk op grond van artikel 92 lid 1 Algemene Plaatselijke Verordening bedraagt het tarief:

€ 105,65

Artikel 3.20

Geluidshinder

 

 

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot ontheffing van artikel 110 Algemene Plaatselijke Verordening voor het plaatsen of in werking hebben van geluidsapparaten of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt

€ 105,65

Artikel 3.21

Niet benoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 250,00

Paragraaf 3.8

Teruggaaf

 

Artikel 3.22

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag

 

1.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning of ontheffing, zoals bedoeld in de artikelen 3.1 sub a en c tot en met f, 3.2 sub a tot en met d, 3.3, 3.4, 3.6 en 3.13 lid 1 geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt, tenzij in een andere regeling in de tarieventabel is voorzien:

 

 

bij gehele of gedeeltelijke intrekking voordat een besluit is genomen:

50%

 

van de voor de activiteiten waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

Artikel 3.23

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf voor aanvragen zoals bedoeld in de artikelen 3.1 tot en met 3.4, 3.6 en 3.13 lid 1. De teruggaaf bedraagt:

100%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges met dien verstande dat in alle gevallen een legesbedrag overblijft van:

€ 250,00

 

Met uitzondering van de activiteiten waarvoor op grond van artikelen 3.1 tot en met 3.4 en 3.6 al een lager legesbedrag dan € 250,00 geldt

 

Artikel 3.24

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 250,00 wordt niet teruggegeven.

 

 

Bijlage 1 Tabel Grondslag legesberekening

 

1. Woningen 

 

1.1 

Rijtjeswoning (tussen- en eindwoning) 

€  296,00  

per m³ 

1.2 

Twee-onder-één-kap woning/geschakelde woning 

€  324,00  

per m³ 

1.2 

Vrijstaande woning 

€  360,00  

per m³ 

1.4 

Bungalows (plat afgedekt) 

€  433,00  

per m³ 

1.5 

 

 

Gestapelde woning 

 

 

1.5.a 

flat/appartementen < 120m² 

€ 1.150,00  

per m² 

1.5.b 

flat/appartementen > 120m² 

€ 1.253,00  

per m²  

1.6 

Kelder 

€   237,00  

per m³ 

1.7 

Bijgebouw, aanbouw (woonfunctie zoals keuken, woon- en slaapk. etc.) 

€   419,00  

per m³ 

1.8 

Opbouw (woonfunctie zoals slaapkamer etc.) 

€   381,00  

per m³ 

1.9 

Bijgebouw, aanbouw (garage, berging etc.) 

€   264,00  

per m³ 

1.10 

Serre/erker 

€   583,00  

per m³ 

1.11 

Garage, berging vrijstaand 

€   258,00  

per m³ 

1.12

Garagebox

€ 137,00

per m³ 

1.13

Dakkapel

€ 800,00

per m³ 

2. Overige bouwwerken en activiteiten  

 

 

 

2.1 

Verandering woonruimte (inpandig) 

€   135,00  

per m³ 

2.2 

Interne wijziging overige gebouwen 

€   100,00  

per m³ 

2.3 

 

 

 

Gevelwijziging/-vervanging 

 

 

2.3.a 

vervangen gehele gevel, enkele woning 

€   450,00  

per m² 

2.3.b 

vervangen gehele gevel, woningen seriematig 

€   375,00   

per m² 

2.3.c 

vervangen gehele gevel,  utiliteitsbouw 

€   950,00 

per m² 

2.4 

Nieuw dak 

€   120,00  

per m² 

2.5 

Carport/overkapping 

€   165,00  

per m² 

2.6 

Tuinhuisje (prefab) 

€   195,00 

per m² 

2.7 

Zwembad/vijver 

€   205,00 

per m³ 

2.8 

Houten schutting/pergola 

€     70,00  

per m1 

2.9 

Gemetselde tuinmuur 

€   125,00  

per m1 

2.10 

Schotelantenne 

€ 1.035,00  

per stuk 

2.11 

Hout + metselwerk tuinmuur 

€     95,00  

per m1 

2.12 

Gaashekwerk 

€     52,00  

per m1 

2.13 

Zonnepanelen 

n.v.t.  

 

3. Bedrijfspanden  

 

 

 

3.1 

 

 

 

Kantoorgebouw 

 

 

3.1.a 

< 500m² 

€ 1.300,00  

per m² 

3.1.b 

> 500m² en < 1.000m²                            

vermeerderd met € 650.000 voor elke m² boven de 500m² 

€   928,00  

per m²  

3.1.c 

> 1.000m²                                                  

vermeerderd met € 1.114.000 voor elke m² boven de 1000m² 

€   816,00  

per m²  

3.2 

Bedrijfshal met kap 

€   975,00  

per m² 

3.3 

 

 

 

Bedrijfshal zonder kap 

 

 

3.3.a 

< 200m² 

€   879,00  

per m² 

3.3.b 

> 200m² en < 700m²                               

vermeerderd met € 175.800 voor elke m² boven de 200m² 

€   585,00  

per m²  

3.3.c 

> 700m²                                                   

vermeerderd met € 468.300 voor elke m² boven de 700m² 

€   486,00  

per m² 

3.4 

Bedrijfshal met een sheddak 

€   766,00  

per m² 

3.5 

Droogloods 

€   260,00  

per m² 

3.6 

Distributiecentrum 

€   417,00  

per m² 

3.7 

Doe-het-zelf hal, meubelhal en garage met showroom 

€   705,00  

per m² 

3.8 

Restaurants, cafés, cafetaria's en hotels (horeca) 

€ 1.315,00  

per m² 

3.9 

Winkel 

€   912,00  

per m² 

3.10 

Praktijkruimte bij woning + kleinschalig gezondheidscentrum 

€ 1.487,00  

per m² 

3.11 

Gezondheidscentrum groot 

€ 1.220,00  

per m² 

3.12 

Verpleeghuis, verzorgingsflat en zorgcentrum 

€   997,00  

per m² 

3.13 

Multifunctioneel centrum 

€ 1.150,00  

per m² 

3.14 

Kantine, douche en kleedruimte bij sportclubs 

€ 1.294,00  

per m² 

3.15 

Sporthal, gymzaal 

€   993,00  

per m² 

3.16 

Schoolgebouw 1 bouwlaag 

€ 1.335,00  

per m² 

3.17 

Schoolgebouw meerdere bouwlagen 

€   897,00  

per m² 

3.18 

Parkeerdek (2-laags) 

€    229,00  

per m² 

3.19 

Parkeergarage bovengronds 

€   303,00  

per m² 

3.20 

Parkeergarage ondergronds 

€   549,00  

per m² 

4. Agrarische gebouwen 

 

 

 

4.1 

Landbouwgebouw modern, type M01 (betonvloer, staalconstructie, metalen dak- en gevelplaten) 

€   218,00  

per m² 

4.2 

Landbouwgebouw modern, type M02 (betonvloer, staalconstructie, golfplaten, metselwerk spouwmuur) 

€   367,00  

per m² 

4.3 

Landbouwgebouw modern, type M03 (betonvloer, staalconstructie, golfplaten, houten gevel) 

€   264,00  

per m² 

4.4 

Landbouwgebouw modern, type M04 (betonvloer, staalconstructie, golfplaten, gevelbetonplaten, houten topgevel) 

€   283,00  

per m² 

4.5 

Landbouwgebouw modern, type M05 (betonvloer, staalconstructie, golfplaten, open gevel) 

€   226,00  

per m² 

4.6 

Landbouwgebouw veldschuur (betonpoeren, betonvloer, houtconstr., golfplaten, open gevel, topgevel stalen damwand) 

€   135,00  

per m² 

4.7 

Landbouwgebouw traditioneel, type R04 (betonvloer, gebinten, sporenkap, dakpannen, 1 steens metselwerk) 

€   383,00  

per m² 

4.8 

Landbouwgebouw traditioneel, type R07 (betonvloer, spant, sporen, dakpannen, 1 steens metselwerk) 

€   298,00  

per m² 

4.9 

Magazijn, pakhuis: nissenhut (betonvloer, aluminium of gegalvaniseerde golfplaten) 

€     86,00 

per m² 

 

Memorie van Toelichting behorende bij de "Legesverordening 2026"

Financiële uitgangspunten bij bepalen mate van kostendekking leges Omgevingswet

Gezien het uitgangspunt om de leges zoveel mogelijk kostendekkend te maken, is de kostendekkendheid voor omgevingsvergunningen voor een bouwactiviteit verhoogd naar 94,10%. Samen met de jaarlijkse kostenindexering stijgen de leges naar verwachting met € 931.674,00 ten opzichte van de inschatting van belastingjaar 2025.

 

De verwachte kostendekkendheid van geheel hoofdstuk 2 is gestegen van 85,4% in 2025 naar 90,2% in 2026.

De overige tarieven (niet zijnde bouwactiviteiten) zijn ten opzichte van 2025 aangepast met een nominale verhoging van 2,86%, waarbij de geïndexeerde tarieven vervolgens zijn afgerond op € 0,05.

 

Kosten en baten

De totale kostendekkendheid van de legesverordening mag maximaal 100% zijn.

De totale lasten zijn € 17.867.262,00 en de totale baten zijn € 14.667.879,00. De totale kostendekkendheid van alle leges komt op 82,1%. Dit is een stijging van een kleine 4% ten opzichte van 2025.

 

Naar boven