Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2026

De raad van de gemeente Tilburg;

 

  • -

    gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en de Wet op de lijkbezorging.

Besluit

 

Vast te stellen de 'Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2026'.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats van de gemeente, genaamd Centrale begraafplaats West, ongeacht welke bijzondere bestemming een of meer gedeelten daarvan gekregen hebben;

  • b.

    bijzonder graf (kelder): een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • c.

    eerste klas graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • d.

    tweede klas graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • e.

    kindergraf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • f.

    graf op het urnenveld: een graf op het voor urnenveld bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • g.

    verlenging tot 10 jaar: verlenging van het grafrecht, van de begraving van een lijk of asbus in een graf waarin reeds een lijk of asbus is begraven, aangevuld tot 10 jaar na de bijplaatsing van het lijk of de asbus;

  • h.

    asbus: een gesloten bus, bevattende as van een lijk, als bedoeld in het Crematoriumbesluit

  • i.

    graftekenen: op graven aanwezige grafstenen;

  • j.

    het daarvoor bestemd gedeelte van de begraafplaats: het op de bij deze verordening gevoegde overzichtstekening aangegeven deel van de Centrale begraafplaats West waar de diverse soorten graven gelegen zijn;

  • k.

    algemeen graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats dat wordt uitgegeven voor de duur van 10 jaar, waarna niet verlengd kan worden. Op een algemeen graf mag geen grafteken geplaatst worden. Een algemeen graf kan zijn een volwassenen graf of een kindergraf. In een algemeen graf kunnen maximaal 3 overledenen worden begraven, die meestal vreemden van elkaar zijn.

  • l.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven van lijken of het plaatsen van asbussen, op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats. Een eigen (particulier) graf kan zijn een bijzonder graf, een graf eerste klasse, een graf tweede klasse, een kindergraf of een graf op het urnenveld.

  • m.

    beschermd bijzonder graf: een particulier graf waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een beschermd bijzondere status voor onbepaalde tijd is vastgesteld, ongeacht de categorie waartoe het graf behoort.

Artikel 2 Aard der rechten

Ten behoeve van de gemeente worden voor het gebruik van de begraafplaats, alsmede voor de diensten, welke in verband daarmede vanwege de gemeente worden verleend, rechten geheven als in de navolgende artikelen omschreven.

Artikel 3 Begrafenisrechten

  • 1.

    Voor het begraven van een lijk is verschuldigd indien het begraven geschiedt:

    a.

    in een bijzonder graf

    618,25

    b

    in een eerste klas graf

    618,25

    c.

    in een tweede klas graf

    618,25

    d.

    in een algemeen volwassenengraf

    618,25

    e.

    in een kindergraf

    360,00

    f.

    in een algemeen graf voor levenloos geborenen

    360,00

  • 2.

    Voor het begraven van een asbus is verschuldigd indien het begraven geschiedt:

    a.

    in een bijzonder graf

    360,00

    b.

    in een eerste klas graf

    360,00

    c.

    in een tweede klas graf

    360,00

    d.

    in een graf op het urnenveld

    360,00

    e.

    in een kindergraf

    360,00

    f.

    in een algemeen standaard graf

    360,00

    g.

    in een algemeen graf voor levenloos geborenen

    360,00

  • 3.

    Vervallen.

  • 4.

    Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de 12 jaren in een kindergraf, algemeen kindergraf of voor bijplaatsing in een bestaand ouderlijk graf is verschuldigd: € 360,00

  • 5.

    Voor het begraven van een levenloos geboren kind of vrucht in een kindergraf, algemeen kindergraf of voor bijplaatsing in een bestaand ouderlijk graf is verschuldigd: € 360,00

  • 6.

    Voor het opgraven en herbegraven van een lijk of van een asbus voor zover dit niet plaats vindt krachtens rechterlijk bevel, is verschuldigd het dubbele van het tarief voor het begraven van een lijk of de asbus in de klasse waarin het herbegraven vindt.

  • 7.

    Voor het opgraven van een lijk of van een asbus, voor zover dit niet plaatsvindt krachtens echterlijk bevel, is verschuldigd het dubbele van het tarief voor het opgraven van een lijk of de asbus in de klasse waarin het herbegraven plaatsvindt.

Artikel 4 Grafrechten

  • 1.

    Voor het recht tot het begraven in een graf, als bedoeld in artikel 1, en voor het schoonhouden/onderhoud van de graven, daaronder niet begrepen de graftekenen, door de gemeente is verschuldigd voor de eerste termijn van uitgifte, wanneer dit betreft:

    a.

    in een bijzonder graf

    11.556,65

    b.

    in een eerste klas graf

    4.560,35

    c.

    in een tweede klas graf

    2.068,20

    d.

    in een graf op het urnenveld

    2.068,20

    e.

    In een algemeen volwassenengraf

    1.034,10

  • 2.

    Voor het recht tot het begraven van een kind beneden de 12 jaren in een kindergraf is verschuldigd:

    a.

    indien het betreft een kind beneden het jaar (0-1 jaar)

    356,80

    b.

    Indien het betreft een kind van 1 tot beneden 12 jaren

    431,95

    c.

    indien het betreft een levenloos geboren kind of vrucht

    356,80

  • 3.

    Bij verlenging van het recht tot begraven in een graf, als bedoeld in artikel 1, voor het schoonhouden/onderhoud van de graven, daaronder niet begrepen de graftekenen, door de gemeente en voor een verwijderingsbijdrage van de gedenksteen na beëindiging van de verlenging, is verschuldigd voor elke termijn van 10 jaar:

    a.

    in een bijzonder graf

    6.125,00

    b.

    in een eerste klas graf

    2.416,40

    c.

    in een tweede klas graf

    1.104,75

    d.

    in een graf op het urnenveld

    1.104,75

    e.

    In een kindergraf (0-1/levenloos)

    199,20

    f.

    In een kindergraf (1-12 jaar)

    236,75

  • 4.

    Over een beschermd bijzonder graf (particuliere graf) zoals omschreven in artikel 1 onder m worden geen grafrechten geheven.

    • -

      Voor het recht voor onbepaalde tijd tot het begraven in een graf, als bedoeld in artikel 1, en voor het schoonhouden/onderhoud van de graven, daaronder niet begrepen de graftekenen, door de gemeente is verschuldigd: € 0,00.

    • -

      Bij verlenging van het recht voor onbepaalde tijd tot begraven in een graf, als bedoeld in artikel 1, en voor het schoonhouden/onderhoud van de graven, daaronder niet begrepen de graftekenen, door de gemeente is verschuldigd: € 0,00.

  • 5.

    De gestelde bedragen onder het vierde lid van dit artikel treden in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2023 of zoveel later waarop het grafrecht voor het eerst wordt uitgegeven dan wel verlengd.

  • 6.

    Vooruitbetaalde grafrechten die voortvloeien uit het gestelde vierde lid en vijfde lid van dit artikel en die gaan over een periode na 1 januari 2023 worden met de inwerkingtreding van deze verordening binnen 6 maanden renteloos gerestitueerd aan de rechthebbende namens wie het vooruitbetaalde grafrecht is betaald.

Artikel 5 Stichting grafkelder

Voor het stichten van een grafkelder is verschuldigd: € 3.440,00

Artikel 6 Plaatsingsrecht graftekenen

Voor het hebben van een grafteken op een graf is verschuldigd wanneer het betreft:

a.

in een bijzonder graf

944,80

b.

in een eerste klas graf

272,50

c.

in een tweede klas graf

141,30

d.

in een graf op het urnenveld

141,30

e.

een kindergraf (0 tot 1 jaar/1 tot 12 jaar/levenloos)

41,65

Artikel 7 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van het gebruik of de diensten, dan wel degene ten behoeve van wie het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten worden geheven bij wege van gedagtekende kennisgeving, aanslagbiljet of ander schriftuur.

  • 2.

    Het verschuldigde bedrag wordt in de kennisgeving, het aanslagbiljet of ander schriftuur vermeld.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de modellen van de in dit artikel bedoelde bescheiden vast.

Artikel 9 Betaling en inning

  • 1.

    De rechten zijn verschuldigd en moeten worden betaald op het tijdstip, waarop het gebruik aanvangt casu quo de dienst wordt verleend.

  • 2.

    Indien het verschuldigde bedrag niet op het in het eerste lid genoemd tijdstip kan worden vastgesteld, moeten de rechten worden betaald binnen tien dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving, de nota of de andere schriftuur.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafplaatsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026.

  • 3.

    De 'Verordening begraafplaatsrechten 2025' van 14 november 2024 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening begraafplaatsrechten 2026'.

Artikel 12 Bijzondere bepalingen

  • 1.

    De in artikel 4 vierde lid, vijfde lid en zesde lid genoemde bepalingen gelden voor onbepaalde tijd en kunnen nooit worden opgeheven noch met terugwerkende kracht worden teruggedraaid vanaf de inwerkingtreding van deze verordening als genoemd in artikel 11.

  • 2.

    De in artikel 4 vierde lid, vijfde lid en zesde lid genoemde bepalingen dienen zonder wijzigingen in alle toekomstige verordeningen op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten overeenkomstig te worden overgenomen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2025.

de griffier,

In overeenstemming met het ondertekeningsmandaat raadsstukken worden raadsbesluiten alleen door de griffier ondertekend.

 

Overzichtstekening Centrale begraafplaats West

 

 

Memorie van toelichting behorende bij de "Verordening begraafplaatsrechten 2026"

Tarieven

De tarieven voor 2026 zijn ten opzichte van 2025 gestegen met 2,86 %

 

Kosten en opbrengsten (€1.000)

 

 

 

 

 

 

 

Omschrijving

Rekening 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

 

 

 

 

Kosten taakveld(en) incl omslagrente

212

187

218

Inkomsten taakveld(en) incl. omslagrente

0

0

0

Netto kosten taakveld

212

187

218

 

 

 

 

Toe te rekenen kosten:

 

 

 

Overhead incl. omslagrente

80

73

70

BTW

30

35

38

Totale kosten

322

295

326

 

 

 

 

Opbrengst heffingen

308

279

286

Dekkingspercentage

96%

95%

88%

Naar boven