Gemeenteblad van Echt-Susteren
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Echt-Susteren | Gemeenteblad 2025, 135962 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Echt-Susteren | Gemeenteblad 2025, 135962 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
In te stemmen met de 'Ontwerp Omgevingsvisie gemeente Echt-Susteren 2040',
zoals is aangegeven in Bijlage A.
De 'Ontwerp Omgevingsvisie gemeente Echt-Susteren 2040' ter inzage te leggen voor eventuele zienswijzen.
PDF versies van de 'Ontwerp Omgevingsvisie Echt-Susteren 2040' en 'Kaarten Ontwerp Omgevingsvisie Echt-Susteren 2040' zijn beschikbaar via Bijlage 4 & 5.
Met deze Omgevingsvisie kijken we naar de toekomst van onze mooie gemeente Echt-Susteren. We doen dit met eerbied voor het verleden. Het door Maas en Rijn gevormde landschap binnen onze gemeentegrenzen is uniek en veelzijdig. Dit landschap vormt de basis van het ontstaan van onze kernen en buurtschappen en bepaalt anno nu en in de toekomst in hoge mate hoe we omgaan met de inrichting van onze gemeente. De plek waar we met elkaar wonen, werken en recreëren in het smalste stukje van Nederland. Hoe houden we Echt-Susteren in de toekomst aantrekkelijk voor onze inwoners, voor onze bedrijven én voor onze bezoekers? Hoe gaan we om met veranderingen die op ons af komen? In deze Omgevingsvisie kijken we vooruit naar 2040!
We stellen kaders en creëren ruimte om de komende jaren samen aan de slag te gaan met de opgaves die spelen. Denk aan de energietransitie, het vinden van een balans tussen natuurontwikkeling, recreatie en landbouw, het bieden van ruimte voor voldoende en kwalitatief goede woningen, ruimte voor een veranderende en meer circulaire economie, bereikbaarheid en het vormgeven van een klimaatadaptieve, leefbare en gezonde leefomgeving.
De leefomgeving is van ons allemaal en maken we samen.
Deze concept Omgevingsvisie is dan ook tot stand gekomen vanuit een breed participatieproces met inwoners, ondernemers, belangenorganisaties, ketenpartners en raadsleden. Samen hebben we de stip op de horizon bepaald en hebben we de koers vastgesteld voor deze Ontwerp Omgevingsvisie. Deze koers is geen blauwdruk of een vastomlijnde route. Deze Omgevingsvisie biedt ook voldoende ruimte om snel en daadkrachtig in te spelen op veranderende omstandigheden in onze samenleving. De koers geeft wel een duidelijke richting. Een richting die houvast geeft over hoe we als gemeente toewerken naar onze ambities. We doen dit vanuit onze eigen missie en visie.
De Omgevingsvisie vormt onze gids bij ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving. In deze Omgevingsvisie staat hoe wij samen met inwoners, ondernemers, verenigingen en organisaties de komende jaren samen verder bouwen aan een uniek Echt-Susteren in 2040!
Wethouder Hub Meuwissen

Figuur 1 Wethouder Hub Meuwissen
In de Omgevingsvisie Echt-Susteren 2040 staat het strategische beleid van onze gemeente over de leefomgeving. Met de leefomgeving bedoelen we de openbare ruimte waarin we wonen, werken, elkaar ontmoeten en ontspannen. We staan als gemeenschap voor verschillende grote opgaves. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de behoefte aan het bouwen van nieuwe woningen of het ontwikkelen van bedrijventerreinen. Het geven van ruimte aan de productie van voedsel. De ontwikkeling van groen en natuur of de aanleg van duurzame energievoorzieningen. Ook het stimuleren van leefbaarheid en een goede gezondheid staan centraal in de omgevingsvisie. Misschien kunnen we dingen wel met elkaar combineren. Hoe wegen we de belangen van verschillende gebruikers ten opzichte van elkaar?
Dit zijn complexe vraagstukken die ons dwingen tot het maken van keuzes. Veel opgaves vragen immers om ruimte. Deze ruimte is maar beperkt beschikbaar. Ook zijn er grenzen aan wat er financieel mogelijk is. Keuzes maken is dan ook noodzakelijk.
U leest in deze omgevingsvisie hoe we de komende jaren (tot 2040) onze kernen, buurtschappen én ons het buitengebied willen versterken. En wat we juist willen beschermen of bewaren. De omgevingsvisie vormt het strategische beleidsdocument voor de gemeente Echt-Susteren. Keuzes die we in deze omgevingsvisie maken worden de komende jaren concreet uitgewerkt. Deze omgevingsvisie vormt daarmee ook een richtinggevend document voor inwoners en ondernemers daar waar het gaat over de inrichting van onze fysieke leefomgeving.
Deze omgevingsvisie is voor u van belang, indien u bijvoorbeeld wil weten wat het beleid is over een van de onderwerpen of gebieden die in de omgevingsvisie staan. Daarnaast vormt de omgevingsvisie een belangrijk toetsingskader bij nieuwe initiatieven. Inhoudelijk vervangt deze omgevingsvisie de gemeentelijke structuurvisie uit 2012.
De omgevingsvisie voor Echt-Susteren bestaat uit vier inhoudelijke delen:
Deel 1: Hier komen we vandaan: ons vertrekpunt
Deel 2: Hier gaan we naartoe: Echt Susteren in 2040
Deel 3: Zo gaan we dit doen: onze koers
Deel 4: Werken met de omgevingsvisie
Deel 1: Hier komen we vandaan: ons vertrekpunt
We beschrijven kort hoe Echt-Susteren ontstaan is. Dit doen we aan de hand van de lagenbenadering. De lagenbenadering legt in drie lagen uit hoe onze (fysieke) leefomgeving in elkaar zit. De eerste laag bestaat uit de fysieke ondergrond (met het watersysteem en opbouw van de bodem). De volgende laag bevat netwerken van infrastructuur met onder meer wegen, spoorlijnen en waterwegen. Tot slot de laag met de menselijke activiteiten zoals wonen, werken en recreëren. Daarnaast beschrijven we de verschillende opgaves die nu én in de komende jaren aandacht vragen. Opgaves die vragen om oplossingen en die van invloed zijn op de leefomgeving.
Deel 2: Hier gaan we naartoe: Echt-Susteren in 2040
Wat voor gemeente willen we zijn in 2040? Wat is onze stip op de horizon? Wat zijn onze ambities? Op deze vragen geven we antwoord in het tweede deel van deze omgevingsvisie.
Deel 3: Zo gaan we dit doen: onze koers
In dit deel leggen we uit op welke wijze we toewerken naar onze stip op de horizon. Welke opgaven moeten we beantwoorden en hoe doen we dit? Wat betekent dit voor onze leefomgeving? Wat kan waar wel en wat kan waar niet?
We doen dit vanuit vijf integrale aandachtsgebieden:
Landelijk en natuurrijk Echt-Susteren
Toekomstbestendig Echt-Susteren
Herkenbare kernen
Samen Echt-Susteren
Ondernemend Echt-Susteren
Deel 4: Werken met de omgevingsvisie
De omgevingsvisie vormt een richtinggevend document voor inwoners en ondernemers die met initiatieven komen. In dit deel leggen we uit hoe gewerkt wordt met de omgevingsvisie. Zo beschrijven we de wettelijke basis van de Omgevingswet. De rol van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders bij besluitvorming. Maar ook uitvoeringsprincipes bij concrete initiatieven en de wijze waarop de participatie hierin een rol moet krijgen.
Hier in het smalste stukje Nederland hebben we oog voor elkaar en voor het mooie gebied waarin we leven. Dat gaat uiteraard niet vanzelf, maar vergt aandacht en inspanning. We proberen het elke dag een beetje beter te doen. En dat wordt gewaardeerd; zelfs internationaal. We dragen sinds 2015 met trots het keurmerk Cittaslow, het internationale keurmerk voor gemeenten die op het gebied van leefomgeving, landschap, streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit tot de top behoren. De betreffende gemeenten, waaronder Echt-Susteren, profileren zich met een kwalitatieve manier van leven. Een keurmerk waarmee we ons profileren als aantrekkelijke gemeente om te wonen, werken en recreëren.
We zijn dus hartstikke goed bezig. Nu is het zaak dat te behouden én te versterken wat beter kan. Het keurmerk Cittaslow houdt ons hierbij bij de les. Dit werkt door in de strategie die we als gemeente volgen in onze missie, visie en kernwaarden. Onze kernwaarden komen samen in het woord ‘VITA’, dat in het Italiaans ‘leven’ betekent. Deze afkorting staat voor Verbinding, Identiteit, Toekomstbestendigheid en Ambitie. Wij zorgen voor een kwalitatief goed leven, voor iedereen in onze gemeenschap en dat doen we samen, binnen de kaders van Cittaslow.
Missie:
De gemeente Echt-Susteren is, als drager van het Cittaslow- keurmerk, gericht op een toekomstbestendige omgeving met uiteenlopende voorzieningen die de kwaliteit van leven voor haar gemeenschap ten goede komt. Als gemeente faciliteren en initiëren we op het gebied van sociale verbinding, lokaal ondernemerschap, duurzaamheid en historisch én cultureel erfgoed met oog voor kwaliteit. We vernieuwen, met respect voor het bestaande in een hoogwaardig en divers landschap dat (zelfs internationaal) uitstekend bereikbaar is via weg, water en spoor.
Visie:
Echt-Susteren wil een bloeiende, veilige en sociale leef-, woon- en werkomgeving zijn waar iedere inwoner, ondernemer en bezoeker zich thuis voelt. Een actieve gemeenschap voor alle generaties waarin in- en ontspanning in balans zijn, waardoor de kwaliteit van leven wordt benadrukt en bevorderd.

Figuur 2 Cittaslow logo
De Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Elke gemeente is verplicht om een omgevingsvisie op te stellen. Deze omgevingsvisie vervangt de in 2012 vastgestelde structuurvisie ‘Echt-Susteren 2012-2025’. Na vaststelling van deze omgevingsvisie door de gemeenteraad van Echt-Susteren komt deze structuurvisie dan ook te vervallen. In deel 4 van deze omgevingsvisie wordt toegelicht hoe de gemeente aan de slag gaat met de uitvoering van deze omgevingsvisie. Ook staat hier uitgelegd hoe in de toekomst nieuw beleid wordt uitgewerkt in zogenoemde ‘programma’s’.
Echt-Susteren maken we samen. Vandaar dat deze omgevingsvisie tot stand is gekomen vanuit een breed participatieproces. In dit proces hebben inwoners, verenigingen en bedrijven hun input kunnen leveren. Dit zelfde geldt overigens ook voor ketenpartners (zoals Waterschap Limburg, Enexis, Waterleidingmaatschappij Limburg en de LLTB) en onderwijsinstellingen. Een uitgebreider verslag van het participatieproces bij het opstellen van deze omgevingsvisie vindt u terug in bijlage 1.
Overigens gaat participatie verder dan alleen het opstellen van voorliggende visie. Het is de bedoeling van de Omgevingswet om niet de regels, maar de fysieke leefomgeving centraal te stellen. De regels vormen slechts het kader. Bij de Omgevingswet gaat het dus om een andere manier van werken en denken. Door minder en overzichtelijke regels, meer ruimte voor initiatieven en lokaal maatwerk worden overheden, inwoners en ondernemers aangespoord om open, samenhangend, flexibel, uitnodigend en innovatief aan de slag te gaan. In de Omgevingswet wordt uitgegaan van vertrouwen in initiatiefnemers, vertrouwen van de burger in de overheid en vertrouwen tussen overheden. De Omgevingswet wil bijdragen aan het herstel van vertrouwen in de overheid onder meer door het faciliteren van publieksparticipatie.
Niet de juridische borging, maar een professionele en open houding wordt gezien als de garantie voor een goed participatieproces. In deel 4 van deze omgevingsvisie leest u hier meer over.
Als we tenslotte in de toekomst deze omgevingsvisie veranderen, heeft u invloed op die veranderingen. Het kan gaan om ander beleid of aanpassing van bestaand beleid. We informeren bewoners en andere betrokkenen en betrekken hen om mee te denken en mee te doen. Met participatie willen we de kwaliteit van plannen en besluiten verbeteren door de kennis en ervaring van maatschappelijk betrokkenen te benutten.
Je moet het verleden kennen en het heden begrijpen om de toekomst te kunnen zien!
Deze omgevingsvisie vormt de integrale langetermijnvisie van de gemeente voor de hele fysieke leefomgeving en haar grondgebied. In dit eerste deel beschrijven we het vertrekpunt voor deze omgevingsvisie. We doen dit op basis van de lagenbenadering. We leven in een snel veranderende tijd waarin we als samenleving een antwoord moeten geven op uiteenlopende uitdagende opgaves. Kennis van de ondergrond, de aanwezige netwerken én de occupatielaag zijn nodig om hier passend op te kunnen antwoorden. Dit geldt voor zowel de ambities en koers van deze omgevingsvisie als ook voor nieuwe initiatieven die de komende jaren worden aangedragen door inwoners, ondernemers en overheden.
In dit deel beschouwen we kort de verschillende lagen vanuit zowel het verleden als het heden. Daarnaast kijken we naar opgaves waarvoor we, nu en in de toekomst, oplossingen moeten vinden.
Lagenbenadering
In deze omgevingsvisie maken we gebruik van de lagenbenadering. Deze lagenbenadering legt de ruimte uiteen in drie lagen.
De eerste laag bestaat uit de fysieke ondergrond. Deze ondergrondlaag bestaat uit een abiotisch (niet levende factoren), een biotisch (levende factoren) en een watersysteem. Deze laag kent een lange ontstaansgeschiedenis en is kwetsbaar; belangrijke veranderingen vergen al gauw meer dan een eeuw.
De netwerklaag bevat netwerken van infrastructuur met onder meer wegen, spoorlijnen en waterwegen. Maar ook energienetwerken en de belangrijke natuur/ecologische structuren vormen onderdeel van deze netwerklaag. Aanpassingen aan deze netwerklaag kennen hoge aanloopkosten en lange aanlooptijden; belangrijke veranderingen duren circa 20 tot 80 jaar.
De occupatielaag is een weerspiegeling van het menselijk handelen. De occupatielaag geeft aan hoe wij gebruik maken van de ruimte voor wonen, werken, voedselproductie en recreatie. De occupatielaag gaat naast verstedelijking ook over het landelijke gebied. De (historische) patronen van het stedelijke en landelijke gebied en daarbinnen de aanwezigheid van groene en rode voorzieningen. Ook de milieukwaliteit vormt onderdeel van deze laag, net als gezondheid en welbevinden van de mens. Veranderingen in deze laag kennen een hoge veranderingssnelheid en voltrekken zich veelal binnen één generatie (10 tot 40 jaar).

Figuur 3 Lagenbenadering schematisch weergegeven (bron:ruimtemettoekomst.nl)
De ondergrond is gevormd door de Maas en Rijn. De meandering van de Maas heeft verschillende ‘terrassen’ achtergelaten. Door deze verschillen in hoogtes, bodem, ondergrond, natuur en landgebruik is er veel variatie. Op hoofdlijnen herkennen we vandaag de dag zes verschillende landschapstypen. In het westen vindt men het rivierdal van de Maas. Het midden van de gemeente bestaat uit beekdalen, dalvlaktes en landduinen. Het oosten van onze gemeente kenmerkt zich door de duidelijk herkenbare steilrand en het hoger gelegen plateauterras.
Maasdal
Het Maasdal heeft een vlakke ligging met langgerekte laagtes. Deze laagtes zijn overblijfselen van oude Maasgeulen. Middels steilranden gaan de laagtes over op de hogere delen. In het Maasdal is de grondwaterstand hoog en bevinden zich brede waterlopen. De bodem bestaat uit een combinatie van klei en grind. Vaak zijn de wegen gelegen bovenop de dijken die zorgen voor bescherming tegen het water van de Maas. De wegen lopen daardoor dus parallel aan de rivier. Het Maasdal heeft onregelmatige verkaveling, vaak een afwisseling tussen groot- en kleinschalige kavels. De kavels worden divers gebruikt: voor grasland en op de hogere delen voor akkerbouw en boomgaarden. Rondom de percelen zijn singels en hagen van onder andere populieren en meidoorns te herkennen. De bebouwing ligt op de hogere delen en langs de terrasrand, op laatstgenoemde plek vaak in de vorm van een straatdorp (bebouwingslint).

Figuur 4 Maas dal
Beekdalen
Het beekdallandschap bestaat uit langgerekte laagtes en valleien. De grondwaterstand is vaak hoog. Dit komt door de vele waterlopen die centraal het landschap doorsnijden. De bodem bestaat uit kleiige beekafzettingen. In het beekdallandschap liggen de wegen net als in het Maasdal parallel aan het water, in dit geval aan de beken. Echter liggen hier wel enkele grotere dwarsverbindingen. Het verkavelingspatroon is onregelmatig. De kavels worden gebruikt als gras- en hooiland met (kleinere) akkercomplexen. Rondom de akkers en weilanden liggen bosjes, populieropstanden en beekbegeleidende begroeiing van elzenbroekbossen en wilgen. De bebouwing bestaat uit enkele kleine kernen en één grotere kern in het zuiden: Nieuwstadt. Daarnaast zijn er in dit landschap verschillende (voormalige)watermolens te vinden.

Figuur 5 Beekdalen
Oude ontginningen
De oude ontginningen hebben vaak een bolle ligging. Het grondwater zit diep en plaatselijk (aan de randen van het landschap) ligt er open water in de vorm van poelen. De bodem bestaat uit een zandige ondergrond met een dikke humeuze bovenlaag (eerdgronden). Rondom de velden liggen de (hoofd)wegen. Soms ligt over een veld radiaal een zandpad. In het oude ontginningslandschap is de verkaveling onregelmatig en bestaat uit grote percelen die voornamelijk worden gebruikt als akkerbouwland. Oorspronkelijk werden er vooral granen geteeld. Langs de randen van het landschap staat beplanting in de vorm van bomenrijen langs de wegen. Bij kruisen en kapellen staan solitaire veldbomen. De bebouwing bestaat uit grote kernen met kleine buurtschappen of lintbebouwing langs de randen van het landschap.

Figuur 6 Oude ontginningen
Landduinen
De landduinen bestaan uit een mozaïek van hogere zandduinen, die meestal bebost zijn, en lager en vlakker gelegen vennen en schrale graslanden. De grondwaterstand is laag en de bodem bestaat uit zandgronden. In dit landschap zijn de wegen recht en zijn nog brede veedriften te herkennen. Het verkavelingspatroon bestaat uit regelmatige blokverkaveling, dat wordt gebruikt voor een mix van land- en bosbouw. De kavels zijn omgeven door houtwallen, die tevens langs voormalige driften te vinden zijn, waarlangs ook lanen staan. Daarnaast liggen er dennenbossen op de zandkoppen. De bebouwing bestaat uit incidentele boerderijen.

Figuur 7 Landduinen
Jonge ontginningen
Het jonge ontginningslandschap ziet eruit als een komvormige laagte. De eigenlijke hoge waterstand wordt kunstmatig laag gehouden door diepe sloten. De bodem bestaat uit zandgronden. Soms is de bodem venig. De ontsluitingswegen zijn recht, evenals de moderne blokverkaveling. De kavels worden intensief gebruikt voor gras- en akkerland. Langs de ontsluitingswegen staat laanbeplanting of staan singels. Verder zijn er weinig overige landschapselementen te vinden. Wel staat er landschappelijke erfbeplanting rondom de kavels. De bebouwing bestaat uit losse ontginningsboerderijen die soms zijn geclusterd.

Figuur 8 Jonge ontginningen
Hoogterras
Het reliëf in dit landschapstype is vlak tot licht glooiend, met korte, soms lange dalvormige laagten. Aan de west- en noordwestrand is een markante overgang naar het overige landschap zichtbaar door een steilrand. Het grondwater op het hoogterras zit diep. De bodem bestaat uit grof zand met in het zuidoostelijk deel löss. De wegen zijn rechtlijnig en de blokverkaveling is onregelmatig. De gronden worden gebruikt als akkerbouwland, voor bosbouw en voor delfstofwinning (zand, grind en kalkzandsteen). In het landschap staan bomenrijen, singels en kleine rechthoekige bosjes. De bebouwing bestaat uit incidentele boerderijen die op sommige plaatsen zijn geclusterd tot grotere kernen. In dit landschapstype liggen de kernen Maria Hoop en Koningsbosch.

Figuur 9 Hoogterras
Onderstaand is een kaart weergegeven van de landschapstypen in de gemeente Echt-Susteren.

Figuur 10 Landschapstypen in de gemeente Echt-Susteren
De bodem is door de jaren heen bepalend geweest voor de huidige structuur bovengronds. Zo liggen woonkernen niet in het natste gedeelte van het Maasdal en vindt landbouw plaats op de zandgronden in onder andere het jonge ontginningslandschap.
Water is voor een groot deel bepalend geweest voor de huidige structuur van de bodem. Het water heeft de bodem gevormd en het reliëf gecreëerd. Water en bodem zijn daarmee beide dwingende factoren in het ontstaan van de huidige ruimtelijke structuur en inrichting van ons landschap. Voor nieuwe ontwikkelingen geldt dat water en bodem sturend zijn in de afweging wat er kan en mag in een gebied.
Dit houdt ook in dat water en bodem bepalend zijn bij te maken keuzes voor onze inrichting. Waar kunnen welke functies wel, of juist niet? Met de bodem als basis zijn sommige gebieden of functies ontstaan die vandaag de dag een belangrijke rol spelen bij inrichtingsvraagstukken. Dit gaat over bijvoorbeeld waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden, boringsvrije zones en archeologische gebieden. Deze gebieden zijn bijvoorbeeld van belang voor een betrouwbare drinkwatervoorziening (kwaliteit en kwantiteit van drinkwater) voor onze gemeente en provincie.
Binnen onze gemeente liggen een aantal waterwingebieden, waar de gronden mede bestemd zijn voor de winning van (drink)water uit het grondwater. Ook in het grondwaterbeschermingsgebied zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de winning van (drink)water.
Het overig grondgebied van onze gemeente is ‘boringsvrije zone’. In deze zone worden de grondwatervoorraden afgedekt door slecht doorlatende kleilagen, waardoor het grondwater hier op natuurlijke, geologische wijze wordt beschermd tegen verontreiniging. Doorboring van deze beschermende kleilagen wordt dus zoveel mogelijk tegengegaan.
Bovengenoemde gebieden maken onze gemeente tot een belangrijke schakel voor de beschikbaarheid van kwalitatief en voldoende drinkwater. We erkennen daarom de zorgplicht die we hebben voor de bescherming van ons grondwater.

Figuur 11 Grondwaterbeschermingskaart (op groot formaat beschikbaar via bijlage 5)
Archeologische gebieden zijn vaak (cultuur)historisch belangrijke plekken. Denk hierbij aan historische dorpskernen of monumenten uit het (verre) verleden. Die willen we behouden en beschermen. Bij ontwikkelingen moeten we daarom rekening houden met deze gebieden.

Figuur 12 Archeologische beleidskaart, Maart 2024 (op groot formaat beschikbaar via bijlage 5)
Als gemeente liggen we in het smalste stukje Nederland. Tussen België en Duitsland in. De aanwezigheid van snelwegen (A2 en A73) en spoorverbindingen met stations in Echt en Susteren zorgt voor een goede verbinding met de regio. Door deze centrale ligging is Echt- Susteren goed bereikbaar. We staan daarmee in goede verbinding met de grotere, om ons heen gelegen, steden. Denk bijvoorbeeld aan Roermond, Venlo en Eindhoven. Maar ook het Belgische Maaseik en de zuidelijk gelegen steden Sittard-Geleen, Maastricht en Heerlen.
Binnen onze uitgestrekte gemeente is een tweedeling zichtbaar. De kernen en buurtschappen liggen verspreid. Rondom de netwerken met een stedelijke structuur in het westen liggen de grotere kernen. Daarbuiten ligt het landelijke gebied met twee lintdorpen in het oosten: Maria Hoop en Koningsbosch.
De Maas en het Julianakanaal vormen beide een fysieke grens door onze gemeente. Het Julianakanaal is destijds gegraven voor de scheepvaart omdat de Maas ter hoogte van onze gemeente ondiep is en onbevaarbaar is door zand- en grindbanken. Roosteren ligt tussen deze waterstructuren, in het Maasdal. De rest van ons grondgebied wordt onder andere benut door de agrarische sector. Hier liggen veelal solitaire woningen of bedrijfspercelen verspreid door het landschap.
Het stedelijke en landelijke gebied zijn met elkaar verbonden door een regionale wegenstructuur. Daarnaast liggen er natuurlijk nog tal van lokale landwegen die zorgen voor een verdere bereikbaarheid van het buitengebied.

Figuur 13 Basiskaart Mobiliteit (op groot formaat beschikbaar via bijlage 5)

Figuur 14 Ligging gemeente Echt-Susteren in de regio
Gemeente Echt-Susteren heeft een afwisselend landschap met een zestal unieke landschapstypen. Ieder landschapstype heeft eigen kenmerken die van waarde zijn voor de natuur in de gemeente, maar ook voor het natuurnetwerk op groter schaalniveau. Op kaart zijn de verschillende natuurnetwerken weergegeven op Europees, landelijk en provinciaal niveau.
Natura 2000-gebieden zijn gebieden die zijn aangewezen onder de Vogelrichtlijn en onder de Habitatrichtlijn. Beide Europese richtlijnen zijn belangrijke instrumenten om de Europese biodiversiteit te waarborgen. Alle gebieden zijn geselecteerd op grond van het voorkomen van soorten en habitattypen die vanuit Europees oogpunt bescherming nodig hebben. Onze gemeente beschikt over twee Natura 2000-gebieden. De Grensmaas is een van die gebieden. Het gebied wordt gekenmerkt door de ondiepe rivierloop met zand- en grindbanken en moerasgebieden met uiterwaarden (door vroegere ontgrondingen). In het Grensmaasgebied is gewerkt aan natuurontwikkeling in het kader van het Grensmaasproject. Dit project zet naast de vorming van nieuwe natuur ook in op hoogwaterbestrijding en grindwinning. In de toekomst ontstaat door dit project een gevarieerd landschap met voedselrijke plassen, ruigten, graslanden en rivierbossen. Abdij Lilbosch en voormalig Klooster Maria Hoop vormt samen een Natura 2000-gebied. De zolders van de Abdij en het voormalige Klooster herbergen kraamkolonies van de ingekorven vleermuis.
Gemeente Echt-Susteren kenmerkt zich ook vanwege de vele herkenbare laanbeplantingen die onderdeel vormen van natuurnetwerk. Met name de laanvormige beplantingen rondom het Natura 2000-gebied Abdij Lilbosch en voormalig klooster Maria Hoop die door de ingekorven vleermuis gebruikt worden als vliegroute.
Natuurnetwerk Nederland / Limburg (voormalige Ecologische Hoofdstructuur) is een netwerk van gebieden in Nederland waar natuur voorrang heeft. Het netwerk helpt voorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en natuurgebieden hun waarde verliezen.
Grotere natuurgebieden zijn gunstig voor de biodiversiteit en de kwaliteit van de leefomgeving. Dieren en planten kunnen makkelijker overleven als natuurgebieden met elkaar verbonden zijn.
De Groenblauwe mantel (voorheen Zilvergroene natuurzone en Bronsgroene landschapszone) zorgt ervoor dat natuur- en landschapswaarden zoveel mogelijk behouden blijven. Als men een ingreep doet in het Natuurnetwerk Limburg of de Groenblauwe mantel en de activiteit tast de waarden aan, moet dit gecompenseerd worden.
Bovengenoemde natuurnetwerken maken samen onderdeel uit van een groter (EU)regionaal netwerk, Grenspark Maas-Swalm-Nette. Dit Duits-Nederlandse Grenspark ligt op de grens van de Provincie Limburg met de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen tussen Susteren, Leudal, Venlo en Mönchengladbach. Tot het Grenspark behoren het Duitse Naturpark Schwalm-Nette en de Nederlandse gemeenten Beesel, Leudal, Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen, Roermond en Venlo. Het Grenspark vormt een loketfunctie voor de uitwisseling van informatie en grensoverschrijdende projecten en geeft voorlichting om het recreatief gebruik van het Grenspark te bevorderen.

Figuur 15 Basiskaart Natuurnetwerken (op groot formaat beschikbaar via bijlage 5)
De gemeente Echt-Susteren ligt in Midden-Limburg, tussen gemeenten Maasgouw, Roerdalen en Sittard-Geleen. We grenzen ook aan het Belgische Maaseik en de Duitse plaatsen Waldfeucht en Selfkant. Echt-Susteren is letterlijk het smalste stukje Nederland. Het heeft een breedte van ca. 4,8 kilometer op het smalste stuk. De gemeente is in 2003 ontstaan door samenvoeging van de voormalige gemeenten Echt en Susteren. Echt-Susteren heeft een oppervlakte van 10.462 ha en telt ongeveer 32.000 inwoners. De gemeente bestaat uit negen kernen: Echt, Susteren, Nieuwstadt, Pey, Koningsbosch, Sint Joost, Roosteren, Maria Hoop en Dieteren.
De gemeente Echt-Susteren vindt haar oorsprong in de twee grootste kernen: Echt en Susteren. De grootste kern, Echt, wordt al vanaf de Romeinse tijd permanent bewoond. De eerste schriftelijke vermelding van Echt staat in een akte uit 950. Vanaf de 13e eeuw ontwikkelde Echt zich tot een stad met stadsomwalling, poorten en stadsgrachten. Ook in Susteren (en Dieteren) zijn er sporen die duiden op bewoning in de Romeinse tijd. Echter verdween de bevolking voor een lange tijd helemaal. Pas in de 6e en 7e eeuw groeide de bevolking. De eerste landbouwnederzetting ontstond. In de 11e eeuw groeide de bevolking sterk, waardoor de nieuwe woonkern Dieteren ontstond. Doordat Dieteren niet in staat bleek zelfstandig verder te gaan, werd het met Susteren samengevoegd. Al zolang als de mens zich kan herinneren vormde Susteren samen met Dieteren een gemeente. In 1982 werd een nieuwe gemeente gevormd, gemeente Susteren. Deze bestond uit de kernen Susteren, Dieteren, Nieuwstadt en Roosteren.
De voormalige gemeenten Echt en Susteren kenden qua gemeentelijk profiel en karakter een aantal belangrijke overeenkomsten. Ze vormden gezamenlijk een belangrijk deel van het tussengebied tussen de stedelijke centrumgemeenten Roermond en Sittard-Geleen. Zowel Echt als Susteren waren landelijke gemeenten die bestonden uit een groot aantal kernen. Gemeente Echt was een uitgestrekte gemeente met ongeveer 19.000 inwoners met 13 kernen en kerkdorpen. Gemeente Susteren had 13.000 inwoners en 11 kernen en kerkdorpen. Door een zekere toenemende kwetsbaarheid op terreinen als professionalisering en continuïteit van dienstverlening en ambities op het gebied van schaalvergroting gingen de gemeenten Echt en Susteren in 2003 definitief de geschiedenisboeken in en werd het heden vanaf toen gevormd door de gemeente Echt-Susteren.
De huidige gemeente Echt-Susteren wordt gekenmerkt door het afwisselende landschap en kernen die elk hun eigen sfeer en authentieke karakter hebben. De gemeente ligt centraal en beschikt over een goed voorzieningenniveau. Binnen de kernen heerst een goede sociale cohesie met een rijk cultureel en verenigingsleven. Deze eigenschappen worden bevestigd door het Cittaslow keurmerk dat de gemeente sinds 2015 draagt. Dit staat voor een gemeente die streeft naar een duurzame omgeving die verbonden is met een kwalitatief hoogwaardig landschap, waar een krachtige sociale gemeenschap aanwezig is. Een innovatieve gemeente, maar tegelijkertijd een gemeente waar men waarde hecht aan identiteit en cultuurhistorie.

Figuur 16 Basiskaart verdeling gemeente (op groot formaat beschikbaar via bijlage 5)
Met de Omgevingsvisie Echt-Susteren 2040 kijken we vooruit. We bepalen hoe onze gemeente en leefomgeving er in de toekomst uit moeten zien. Voor de koers is het belangrijk om de opgaves en maatschappelijke trends en ontwikkelingen die op ons afkomen mee te nemen. Navolgend brengen we deze in beeld.
Demografische ontwikkelingen hebben invloed op de samenstelling van onze bevolking. We zien enerzijds steeds meer vergrijzing. Anderzijds zien we ook steeds meer ontgroening. Dit beeld wordt versterkt doordat jongeren, bijvoorbeeld bij de keuze voor een studie, onze gemeente verlaten. Het is voor ons als gemeente van belang om in te spelen op deze demografische ontwikkelingen waarbij we met name proberen jongeren te blijven binden aan onze gemeente.

Figuur 17 Inwoners naar leeftijd in de gemeente Echt-Susteren, januari 2024 (bron: Alle Cijfers)
We zien dat de arbeidsmarkt verandert. We hebben te maken met krapte op de arbeidsmarkt. Dit is een van de grootste uitdagingen voor onze economie en de maatschappelijke opgaves zoals de energietransitie en circulaire economie. Hier ligt de opgave om de markt draaiende te houden met voldoende beschikbaarheid van arbeidskrachten. Ook binnen de andere sectoren van de arbeidsmarkt ligt de opgave tot een wendbare en weerbare arbeidsmarkt. Denk ook aan de vervangingsopgave in de zorgsector waarbij er veel nieuwe arbeidskrachten nodig zijn om pensionering op te vangen. In een wendbare en weerbare arbeidsmarkt worden werkende, werkzoekende en werkgevers ondersteund en gestimuleerd bij het ontwikkelen van talent en het realiseren van een duurzame match op de arbeidsmarkt. Dit in partnerschap met relevante partijen. In het bijzonder besteden we hierbij aandacht aan het binden van jongeren en hoger opgeleiden aan onze gemeente en de regio. Dit geldt ook voor het vinden van balans in de inzet van internationale werknemers.
Mensen blijven vaker langer alleen, gaan later samenwonen en beginnen later aan kinderen. Dit alles samen zorgt voor veranderende woonbehoefte, bijvoorbeeld kleiner wonen of wonen met zorg. Er is de laatste jaren een grote toename in het aantal eenpersoonshuishoudens. Dit komt onder andere doordat er meer alleenstaande ouderen zelfstandig wonen. In 2022 telden we in Nederland 3,149 miljoen eenpersoonshuishoudens. In 2038 zal dit naar verwachting 3,686 miljoen zijn. Het gevolg hiervan is dat de druk op de woningmarkt toeneemt. Met name jongeren komen hierdoor moeilijk op de woningmarkt, met alle sociale gevolgen van dien. Daarnaast ontstaat behoefte aan andere woonvormen en woningtypes.
De vergrijzing neemt toe en we wonen steeds langer zelfstandig. Dit zorgt voor een veranderende behoefte en vraag naar zorg, wonen, vrijetijdsbesteding en bewegen. We leven individueler waardoor de gemeenschapszin en sociale cohesie onder druk komen te staan. Individualisering speelt ook binnen sport en bewegen een rol. Steeds meer mensen sporten liever individueel en/of minder verplichtend. Hierdoor maken meer mensen gebruik van de openbare ruimte. De behoefte aan een geschikte openbare ruimte voor bijvoorbeeld fitness, hardlopen, fietsen en wandelen neemt toe.
Een gezonde en aantrekkelijke woonomgeving is afhankelijk van het voorzieningenniveau in de omgeving. Onze kernen hebben een rijk cultureel en verenigingsleven met een goede sociale cohesie. De aanwezigheid van (maatschappelijke) voorzieningen draagt bij aan het behoud hiervan. Het blijven faciliteren van onze voorzieningen is een uitdaging gezien het vrijwilligerstekort. Concentratie en combinatie van (maatschappelijke) voorzieningen zal vaker voorkomen, maar ook dit is een opgave. We willen onze voorzieningen het liefste dichtbij hebben en het aanbod zo gevarieerd mogelijk houden.
Gezondheid vormt een belangrijk thema. We hebben als samenleving de opgave om onze gezondheidzorg op niveau te houden. Nu en in de toekomst. We leven in een samenleving waarin mensen steeds ouder worden. Keerzijde hiervan is dat steeds meer mensen een chronische aandoening hebben en vaak ook meerdere tegelijkertijd. Niet alleen medische, maar ook sociale problemen zoals eenzaamheid nemen toe. Ouderen wonen vaker zelfstandig en ook vaker alleen. Door deze ontwikkelingen ontstaat er meer druk op zowel de formele als de informele zorg en wordt de zorg complexer. Dit betekent dat er een veranderende behoefte aan zorg is. Iedereen moet mee kunnen doen en de toegankelijkheid voor alle doelgroepen moet verbeterd worden. De zorg moet passend zijn voor iedereen. Zowel jeugdzorg, psychische zorg als ouderenzorg, maar ook voldoende en passend aanbod van locaties voor maatschappelijke opvang.
Onze gezondheid wordt beïnvloed door onze leefstijl en door onze leefomgeving. Op het gebied van leefstijl zijn er zowel gunstige als ongunstige ontwikkelingen. Minder mensen roken en meer mensen bewegen, maar meer mensen zijn te zwaar. Ongezond gedrag ligt aan de basis van veel chronische ziekten. Ook een gezonde en veilige leefomgeving speelt een belangrijke rol voor onze gezondheid. Steeds nadrukkelijker wordt dit van dwingend belang bij (her) inrichtingsvraagstukken. Concreet gaat het om meer groen en bewegen in de planvorming aan te brengen, de stedelijke omgeving te verduurzamen en te zorgen voor een schone, veilige en gezonde woon- en werkomgeving. Mede door ons te houden aan de geldende milieunormen voor water, bodem en lucht kunnen we onze gezondheid beschermen. Ook de samenwerking tussen partijen die actief zijn in de samenleving is samenwerking tussen overheid, onderwijs en verenigingsleven van vitaal belang om de gezondheid te bevorderen.
Brede welvaart gaat over het welzijn van mensen en is een maatstaf voor alles dat mensen van waarde vinden. Dit gaat over materiële welvaart, maar ook om zaken als gezondheid, onderwijs, milieu en leefomgeving, sociale cohesie, persoonlijke ontplooiing en (on)veiligheid. Hierin staan we voor grote uitdagingen. De ongelijkheid in de samenleving groeit, evenals het aantal kwetsbaren. Meedoen in de maatschappij is niet voor iedereen vanzelfsprekend. In tegendeel, de tweedeling tussen groepen in onze samenleving worden steeds zichtbaarder. Nu en in de toekomst is brede welvaart, met bestaanszekerheid voor iedereen, dan ook een belangrijke opgave.
De technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op en zorgen ervoor dat de fysieke leefomgeving en de economie de komende decennia blijven veranderen. Dit heeft invloed op onze leefstijl en onze woon- en leefomgeving. Hier ligt een uitdaging voor een samenleving. Bijvoorbeeld met gezonde voeding, voldoende bewegen en sporten en een rookvrije generatie. Maar ook met verregaande digitalisering die van invloed is op de inrichting van onze leefomgeving. Maar ook over veiligheid en aandacht voor het voorkomen van ondermijning als gevolg van criminaliteit en cybercriminaliteit.
De inrichting van onze leefomgeving moet veranderen om de gevolgen van het veranderend klimaat op te vangen. We hebben te maken met steeds meer extreme en langdurigere neerslag en droogte en hitte. Verstening moet worden tegengegaan en onze leefomgeving moet water-robuust worden ingericht. Ook bij de inwoners ligt een steeds grotere behoefte om bij te (kunnen) dragen aan klimaatadaptatie op hun privaat eigendom. Hierin moeten we inwoners blijven activeren en stimuleren om zelf actief te worden.
De afgelopen eeuwen hebben we het water- en bodemsysteem steeds meer naar onze hand gezet om het landgebruik te optimaliseren en intensiveren. Dit heeft ons veel welvaart gebracht. We zien echter dat het steeds intensievere landgebruik op veel plekken de grens bereikt van wat ons water- en bodemsysteem kan dragen. Denk hierbij aan de toenemende emissies uit industrie en landbouw, verontreiniging van ons drinkwater en dalende grondwaterstanden. Door water en bodem sturend te maken voor de ruimtelijke ordening kunnen we onze watervoorraden en ecosystemen duurzaam beschermen en bovendien de effecten van klimaatverandering beter opvangen. Centraal daarin staat het principe: niet afwentelen. Dit vraagt om een cultuurverandering in onze ruimtelijke ordening en ontwerpbenadering: van maakbaarheid, waarin we het wateren bodemsysteem technisch inregelen om functies op elke plek mogelijk te maken, naar aanpasbaarheid, waarbij we met de functies zo veel mogelijk aansluiten bij de natuurlijke kenmerken van het water- en bodemsysteem en bovendien rekening houden met aanpassingen op de lange termijn om toekomstige klimaateffecten op te kunnen vangen.
Echt-Susteren heeft de ambitieuze doelstelling om in 2040 energieneutraal te zijn. Op de weg hiernaartoe komen er talloze opgaven op ons af. De CO2-uitstoot moet worden gereduceerd, evenals de stikstofuitstoot. Mobiliteit moet schoner en slimmer. Hierbij hoort elektrisch vervoer, maar ook het optimaliseren van onze laadinfrastructuur. Landbouw en industrie dienen broeikasgas te verminderen en de opslag van CO2 te vergroten, bijvoorbeeld door middel van opslag in gewassen en de bodem. Verder ligt er in deze sectoren een opgave om bij te dragen aan de energietransitie door middel van energiebesparing en duurzame opwekking van elektriciteit, warmte en groen gas.
De luchtkwaliteit moet worden verbeterd. Met de energie- en warmtetransitie willen we loskomen van fossiele brandstoffen. We moeten van het aardgas af. Echter hebben we ook te maken met een netcongestie, dus dit is een complexe uitdaging die vraagt om een langetermijnaanpak om te komen tot robuuste oplossingen.
In onze huidige economie winnen we grondstoffen, maken we er een product van, dat vaak na gebruik wordt weggegooid. Hiermee gaan de grondstoffen verloren, terwijl deze niet oneindig beschikbaar zijn. Daarnaast zorgt de productie voor uitstoot van schadelijke stoffen en opwarming van de aarde. Schadelijke stoffen komen in het milieu terecht en daardoor neemt het aantal soorten planten en dieren af. Het rijk heeft een volledig circulaire economie in 2050 als doel gesteld.
In 2030 gaat dit om een halvering van ons grondstoffengebruik. Hiervoor moeten we terughoudend omgaan met de winning van grondstoffen. We moeten kritisch zijn op onze manier van productie en consumptie. Kunnen we producten op een slimmere manier gebruiken, zoals bijvoorbeeld een deelauto? Of kunnen we hetzelfde product maken met minder grondstoffen? En hebben we iets als consument echt nodig of niet? Hierbij ligt er de opgave om te komen tot een circulaire economie.
Biodiversiteit is de rijkdom van het leven op aarde. Alles wat leeft heeft zijn eigen rol in de natuur: van plant tot dier, van schimmel tot bacterie. Echter gaat de biodiversiteit snel achteruit. De diversiteit aan soorten neemt snel af, terwijl die juist zo belangrijk is om plotselinge veranderingen en plagen te kunnen doorstaan. Hoe groter de capaciteit van het ecosysteem des te beter het hiertegen bestand is. Voor het versterken van de biodiversiteit hebben we onder andere een grensoverschrijdend natuur-, bos- en waternetwerk nodig en een groen dooraderd landelijk gebied. Natuurgebieden (NNN) moeten aan elkaar verbonden worden door aanleg van nieuwe natuur en bos, maar ook de agrarische sector kan bijdragen aan het versterken van de biodiversiteit door inzet van boerenland, bijvoorbeeld door het versterken van akkerranden. Zo wordt het leefgebied groter en kunnen soorten zich verspreiden en voortplanten waardoor we de biodiversiteit in stand kunnen houden.
De omgevingsvisie is een visie voor de lange termijn. Keuzes die we nu maken zijn bepalend voor onze toekomst. Bij het maken van deze keuzes is het van belang om te bepalen wat voor gemeente we willen zijn in 2040. Wat zijn onze ambities? Hoe willen we gezien worden? Voor wie doen we het? Met onze ‘stip op de horizon’ geven we antwoord op deze vragen.
“Echt-Susteren is uniek en dat willen we vooral blijven, ook in 2040!”
Wij zijn het smalste stukje Nederland maar tegelijkertijd ontzettend breed in wat wij te bieden hebben. Ontstaan door de meandering van Maas en Rijn kent onze gemeente een veelzijdig, groen en natuurlijk landschap. Een landschap waarin Maas- en beekdalen, oude en jonge ontginningen en hoogterrassen elkaar zichtbaar afwisselen. Een landschap dat ruimte biedt voor de natuur, vruchtbare grond biedt voor agrariërs en beleefbaar is voor bezoekers.
Onze gemeente bestaat uit de hoofdkernen Echt en Susteren en daaromheen verschillende kleinere kernen die elk hun eigen authentieke sfeer en karakter hebben. We beschikken over een goed voorzieningenniveau en een rijk cultureel en verenigingsleven.
Onze gemeente ligt centraal, niet alleen in het midden van Limburg, maar ook centraal ten opzichte van grotere economisch sterke stedelijke regio’s zoals Eindhoven, Venlo en Maastricht. Ook internationaal gezien zijn economisch sterke steden zoals Genk, Aken en Düsseldorf nabij.
Naast onze centrale ligging is Echt-Susteren ook goed bereikbaar. De aanwezigheid van snelwegen (A2 en A73), waterwegen (Maas en Julianakanaal) en spoorverbindingen (stations Echt en Susteren), maken onze gemeente tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven, inwoners en bezoekers.
We dragen als gemeente sinds 2015 met trots het keurmerk van Cittaslow. Een Cittaslow gemeente streeft naar een duurzame omgeving die verbonden is met een kwalitatief hoogwaardig landschap, waar een krachtige sociale gemeenschap aanwezig is. Een gemeente die innovatief is, maar tegelijkertijd ook waarde hecht aan haar oorsprong. Identiteit en cultuurhistorie zijn hierbij belangrijke elementen. Dit wordt ondersteund door waarden als authenticiteit, gastvrijheid, respect, tijd en aandacht voor elkaar. Het permanent en consequent vanuit deze filosofie werken, onderscheidt ons als Cittaslow gemeente van andere gemeenten.
Dit gaat niet vanzelf, maar vergt aandacht en inspanning. Onze samenleving verandert immers snel. We worden steeds ouder en wonen langer zelfstandig. Dit heeft invloed op de wijze waarop we onze zorg organiseren én op de eisen die we stellen aan huisvesting. We leven individueler waardoor de gemeenschapszin en sociale cohesie onder druk komen te staan. De ongelijkheid groeit, evenals het aantal kwetsbaren. Meedoen in de maatschappij is niet voor iedereen vanzelfsprekend. We leven gemiddeld genomen ongezonder en bewegen minder. De technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op en hebben invloed op onze leefstijl en onze woon- en leefomgeving. We staan daarnaast met elkaar ook voor een aantal stevige andere uitdagingen als het gaat over onze leefomgeving.
Er moet een groot aantal nieuwe woningen worden gebouwd. Om de opwarming van de aarde te beperken moeten we anders omgaan met energie. Naast een zorgvuldiger gebruik van energie zoeken we hierbij naar locaties waar andere, duurzame vormen van energieopwekking gerealiseerd kunnen worden. Ook innovaties binnen de woningbouw zoals batterijen in woningen brengen nieuwe opgaves met zich mee, bijvoorbeeld op het gebied van (brand)veiligheid van de woningen. Ook het transport van energie vormt een belangrijke opgave. Door klimaatverandering, de intensieve landbouw, de uitbreiding van woningbouw en groeiende (logistieke) bedrijvigheid staat de draagkracht van ons landschap, de bodem, het water en de biodiversiteit onder druk. Al deze opgaven komen samen op het beperkte grondgebied van onze gemeente. Dit vraagt hoe dan ook om het maken van keuzes. Niet alles kan altijd en overal. Sommige opgaves zijn niet te combineren en ook de (financiële) middelen zijn helaas niet oneindig. Bij het maken van keuzes stellen we centraal wat we echt belangrijk vinden voor onze gemeente. We handelen hierbij vanuit onze VITA kernwaarden. VITA staat voor Verbinding, Identiteit, Toekomstbestendigheid en Ambitie. Deze kernwaarden vormen de basis voor de algemene besturingsfilosofie van onze gemeente.
We willen in 2040 vooral een aantrekkelijke gemeente zijn om te wonen, te recreëren en te werken. Wonen in authentieke, vitale en leefbare kernen. We zetten in op het behoud van de sociale cohesie, evenals ons rijke culturele en verenigingsleven. De aanwezigheid van (maatschappelijke) voorzieningen dragen hier aan bij. Het succes hierbij staat of valt met het draagvlak vanuit de samenleving.
We willen in 2040 wonen en recreëren in samenhang met ons veelzijdige landschap waarin de diverse landschapstypes duidelijk herkenbaar zijn. Een landschap dat ruimte biedt voor klimaatadaptatie, het robuust versterken van natuurwaarden en netwerken, zodat herstel van biodiversiteit en de kwaliteit van milieu (zoals schone lucht), bodem en water mogelijk is.
Een landschap dat aantrekkelijk en bereikbaar is voor recreant en toerist en waarbij cultuurhistorie zichtbaar en beleefbaar is. Maar ook een landschap dat langetermijnperspectief biedt voor een duurzame agrarische sector. Waarbij verbreding van de plattelandseconomie mogelijk is om vitaliteit van het landelijke gebied naar de toekomst toe te borgen.
Een landschap dat ruimte biedt aan de energietransitie, voor zover de opwek niet direct mogelijk is bij de bron van verbruik. Voor al deze ontwikkelingen geldt dat ruimte wordt geboden voor zover dit past, of ingepast kan worden, binnen kwaliteit van het landschap. Water en bodem zijn hierbij sturend en ook veiligheid speelt een grote rol. De vorige Structuurvisie uit 2012 biedt hierbij al een stabiele basis waarin veel zaken zijn uitgewerkt die nog altijd actueel en van waarde zijn.
De waarde die we toekennen aan het belang van ons landschap heeft ook gevolgen voor de ontwikkeling van het stedelijke gebied. Dankzij onze centrale ligging en goede bereikbaarheid is Echt-Susteren een uitermate geschikte vestigingsplaats voor grootschalige (logistieke) bedrijvigheid. Vanuit economisch perspectief heeft ons dit veel gebracht. Opbrengsten stellen ons in staat om te investeren in de samenleving. Met de recente plannen hebben we echter wel de grens bereikt van wat we als gemeenschap en leefomgeving kunnen dragen.
Richting 2040 zien wij de focus verschuiven van aanleg van nieuwe grootschalige bedrijventerreinen naar het versterken en verduurzamen van bestaande bedrijventerreinen en het stimuleren van de lokaal gevestigde midden en klein bedrijven.
Onze goede bereikbaarheid zetten we naar 2040 toe in om ons nog beter te positioneren als aantrekkelijke gemeente om te wonen, ook als je werkt buiten de grenzen van onze gemeente. De ruimte die onze woningbouwopgave vraagt proberen we in eerste instantie op te vangen binnen de bestaande kernen. Dit zal echter niet altijd mogelijk zijn, want ook in onze kernen hebben we stevige opgaves. Denk aan de verduurzaming van gebouwen, de aanleg van meer groen om de effecten van klimaatverandering op te vangen én om plekken te maken waarbij gezondheid, bewegen en ontmoeten gestimuleerd worden. We vinden het belangrijk dat onze kernen haar eigen identiteit behouden en ook herkenbaar blijven. Aandacht voor cultuurhistorie en monumenten staan hierbij centraal. Maar ook de randen van onze kernen zijn belangrijk in het behouden van de eigen identiteit. Wanneer het nodig is om woningbouw te ontwikkelingen in onze kernranden dan is dit uitsluitend mogelijk in combinatie met een investering in groenblauwe waarden en het versterken van de landschappelijke kwaliteit.
Tot slot hechten we met elkaar waarde aan begrippen als authenticiteit, gastvrijheid, respect, tijd en aandacht hebben voor elkaar. Dit zijn veelal ‘zachte’ en niet fysiek tastbare begrippen. Maar cruciaal om, samen met elkaar, een antwoord te geven op de diverse opgaves waar we voor staan. Het zijn juist deze begrippen die maken dat het in Echt-Susteren prettig wonen, werken en recreëren is en dat mensen zich hier thuisvoelen en meedoen. Het behouden en versterken vraagt grote inspanningen op het gebied van samenwerking, participatie en communicatie.
“Kortom Echt-Susteren is uniek en dat willen we vooral blijven, ook in 2040!”
Met deze omgevingsvisie zetten we koers naar 2040. Deze koers is géén blauwdruk of een vastomlijnde route. Deze koers geeft wél een duidelijke richting. Een richting die houvast geeft over hoe we als gemeente willen toewerken naar onze ambities. Toewerken naar een uniek Echt-Susteren in 2040! Tegelijkertijd biedt deze koers voldoende ruimte om snel en daadkrachtig in te spelen op veranderende omstandigheden in onze samenleving.
Vijf aandachtsgebieden
Hoe geven we richting aan de diverse opgaves die samenkomen in onze fysieke leefomgeving? Dit doen we door deze integraal te benaderen. We hebben er daarom voor gekozen onze koers uit te werken in vijf aandachtsgebieden:
Landelijk en natuurrijk Echt-Susteren
Toekomstbestendig Echt-Susteren
Herkenbare kernen Echt-Susteren
Samen Echt-Susteren
Ondernemend Echt-Susteren
Per aandachtsgebied leggen we vast wat we willen behouden. Wat we willen versterken. En wat we willen ontwikkelen. De omgevingsvisie gaat over de fysieke leefomgeving. Een leefomgeving waarin de kwaliteit van leven centraal staat. Deze koers omvat daarmee zowel ‘harde’ en tastbare onderwerpen. Maar zeker ook de meer ‘zachte’ en sociale onderwerpen. De ‘harde kant’ van de koers raakt veelal direct aan financieel-economische belangen. Denk bijvoorbeeld aan opgaven rondom klimaat, energie, wonen, natuur en landbouw. De ‘zachte kant’ van de koers gaat meer over sociaal-maatschappelijke belangen. Belangen die zeker ook een financieel-economische belang kennen. Dit belang is echter veelal (nog) niet direct zichtbaar in de fysieke leefomgeving. Denk bijvoorbeeld aan opgaven op het gebied van gezondheid. Over een samenleving waarin iedereen mee kan en mag doen. En over gemeenschapszin en cultuur. Gezondheid is daarmee een thema dat als een rode draad door de vijf aandachtsgebieden loopt.
Voor elk aandachtsgebied is er een visiekaart. Op deze kaart geven we op hoofdlijnen aan waar we wat willen behouden, versterken en ontwikkelen.

Figuur 18 Aandachtsgebieden Omgevingsvisie Echt-Susteren 2040
Echt-Susteren kenmerkt zich door een veelzijdig en groen landschap. Een landschap waarin Maas- en beekdalen, oude en jonge ontginningen, landduinen en hoogteterrassen elkaar zichtbaar afwisselen. Een landschap dat ruimte biedt voor de natuur, met vruchtbare gronden voor agrariërs en een beleefbaar landschap voor bezoekers. In onze Stip op de Horizon hebben we vastgelegd dat we in 2040 willen wonen en recreëren in samenhang met ons veelzijdige landschap waarin de diverse landschapstypes duidelijk herkenbaar zijn. Dat we een landelijk gebied hebben waarbinnen ruimte wordt geboden voor belangrijke maatschappelijke opgaves, denk aan klimaatadaptatie, het robuust versterken van natuurwaarden en netwerken, zodat herstel van biodiversiteit en de kwaliteit van milieu (zoals schone lucht), bodem en water mogelijk is.
Een landschap dat aantrekkelijk en bereikbaar is voor de recreant en waarbij cultuurhistorie zichtbaar en beleefbaar is. Maar ook een landschap dat langetermijnperspectief biedt voor een duurzame agrarische sector. Waarbij verbreding van de plattelandseconomie mogelijk is om vitaliteit van het landelijke gebied naar de toekomst toe te borgen. Een landschap dat ruimte biedt aan de energietransitie, voor zover de opwek niet direct mogelijk is bij de bron van verbruik. Voor al deze ontwikkelingen geldt dat ruimte wordt geboden voor zover dit past, of ingepast kan worden, binnen de kwaliteiten van het landschap.

Figuur 19 Kaart Landelijk en Natuurrijk Echt-Susteren (op groot formaat beschikbaar via bijlage 5)
Gemeente Echt-Susteren kent een zestal verschillende landschapstypen, elk met eigen unieke kenmerken en kwaliteiten. We zetten nadrukkelijk in op het behouden en versterken van ons kenmerkende en contrastrijke landschap. We sturen hierbij op de identiteit van elk van de zes beschreven landschapstypen. Dit betekent dat we inzoomen op de (kern)kwaliteiten van elk landschap. Deze kwaliteiten zijn voor elk gebied anders en dus heeft ook elk gebied andere ontwikkelingsmogelijkheden. Insteek van ons beleid is dat een nieuwe ontwikkeling te allen tijde bijdraagt aan de versterking van de ‘kwaliteit’ ofwel de kenmerken van het landschap waarin de locatie is gelegen. Kijkend naar de toekomst zien we de druk op ons landelijke en natuurrijke buitengebied toenemen. Naast de huidige gebruikers wordt ook voor tal van maatschappelijke opgaves gekeken naar het buitengebied. De specifieke kwaliteiten van het landschap vormen hierbij een belangrijk afwegingcriterium daar waar het gaat over de inpasbaarheid van nieuwe functies.
Uitgangspunt is dat nieuwe ontwikkelingen op een zorgvuldige en kwalitatieve wijze worden ingepast in het landschap. Hierbij kijken we nadrukkelijk ook naar de ondergrond. Hiermee bedoelen we de impact van ontwikkelingen op water- en bodemsystemen. Denk aan de waterveiligheid, invloed op het grondwater en de bodemkwaliteit. Water en bodem zijn thema’s die door klimaatverandering een steeds grotere invloed hebben op de inrichting van onze leefomgeving. De bodem is een bron van leven, fungeert als fundament voor onze huizen en infrastructuur en we halen ons drinkwater uit de bodem. Grondwater kan bijvoorbeeld onbruikbaar worden als drinkwater wanneer er teveel nitraat in komt, doordat dit niet door landbouwgewassen wordt opgenomen. Verder zijn de bodem en het water van belang voor onze voedselvoorraad en de biodiversiteit. De kwaliteit van de bodem staat echter onder druk. Water en bodem zijn daarom sturend bij nieuwe ontwikkelingen.
Lagenbenadering
Het toepassen van de lagenbenadering biedt een goede basis om integraal te motiveren of beoogde ontwikkelingen passend zijn op de specifieke plek.
Nieuwe ’niet-gebiedseigen’ ontwikkelingen kunnen op basis van uiteenlopende motiveringen wenselijk en (landschappelijk)inpasbaar geacht worden. Voor deze ontwikkelingen geldt dan dat er, naast de ruimtelijk-landschappelijke basisinpassing, een aanvullende financiële bijdrage verwacht wordt. Deze bijdrage wordt gevraagd zodat er elders geïnvesteerd kan worden in kwaliteitverbeterende maatregelen. De hoogte van deze kwaliteitsbijdragen hangt af van het soort initiatief. In deel 4: ’Werken met de omgevingsvisie’ wordt dit nader toegelicht.
Kwaliteit van het Maasdal:
Vlak reliëf met langgerekte laagtes met steilranden naar de hogere delen
Klei- tot grindbodem
Wegen parallel aan rivier, vaak op dijken
Onregelmatige verkaveling. Afwisselend groot- en kleinschalig
Gras- en akkerland en boomgaarden
Singel- en haagbeplantingen, oa. populieren en meidoorns
Bebouwing op hogere delen langs de terrasrand
Ontwikkelrichting Maasdal
Het doel van de ontwikkeling van het Maasdal is het vergroten van de herkenbaarheid van de verschillende onderdelen van het rivierenlandschap. Dit betekent:
Ruimte geven aan de natuurlijke dynamiek van de Maas
Openheid bij de rivier bevorderen door het ontwikkelen van de oude Maasmeanders en -geulen tot natte laagtes (riviergebonden natuur: grasland, hooiland met heggen en natte natuurontwikkeling)
Steilranden van de terrassen herkenbaar maken
Verbeteren van de hoogwaterbescherming door dijkaanleg en afronden van het Grensmaasplan
Meer beslotenheid op de hogere gronden rond de dorpen (fruitteelt) realiseren
Oude bouwlanden herkenbaar laten door karakteristieke openheid
Aanleggen en behouden van kenmerkende beplanting waar nodig
Bebouwing op de lager gelegen delen weren vanwege de mogelijke problemen bij wateroverlast; verstoring van visuele kwaliteit van dit landschapstype is niet gewenst
Op de hogere delen incidentele bebouwing mogelijk (middels inbreiding in bestaande linten en bebouwingsclusters). De wenselijkheid van bebouwing hangt onder andere af van de mogelijkheden die het gemeentelijk woningbouwprogramma biedt
Rekening houden met waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden en boringsvrije zone in relatie tot de Zorgplicht Drinkwater

Figuur 20 Maasdal
Kwaliteit van het beekdallandschap:
Langgerekte laagtes, valleien
Kleiige beekafzettingen
Wegen parallel aan beken, enkele dwarsverbindingen
Onregelmatige verkaveling
Gras- en hooiland met (kleinere) akkercomplexen
Bosjes, populieropstanden en langs beken elzenbroekbossen en wilgen
Enkele kleine kernen en soms een grotere, daarnaast watermolens
Ontwikkelrichting beekdallandschap:
Het doel van het ontwikkelen van het beekdallandschap is het herstellen van het kleinschalige en verrassende landschapsbeeld. Dit betekent:
Ruimte geven aan de ruimtelijke dynamiek van de beken om deze tot herkenbare, structurerende elementen in het landschap te maken
Vergroten van de leesbaarheid van het landschap door ruimte te geven aan gras- en hooilanden en beekbegeleidende begroeiing (oevervegetatie heeft tevens een positieve werking op de kwaliteit van het beekwater)
Ontwikkelen van lineaire landschapselementen loodrecht op de beek en beekbegeleidende beplanting, aanleg van poelen en bosjes
Verbeteren van de natuur en ecologische verbindingen door beekherstel door middel van aanleg van ruigten of eiken-essenbos en elzenbos
Verbeteren van de belangrijke rol voor het waterbeheer (waterhuishouding) van het gebied; mogelijkheid tot het oplossen van de verdrogingsproblematiek door hier water vast te houden en vertraagd af te voeren; de beken krijgen de ruimte d.m.v. overstromingvlaktes en dammetjes die zorgen voor het vasthouden van water
Bebouwing beperken tot de aan het beekdal grenzende hogere gronden; bebouwing in het beekdal is niet wenselijk en moet zo mogelijk worden verwijderd; nieuwe bebouwing moet worden opgenomen in bestaande bebouwingsstructuren (de bestaande linten en kernen)
Volop ruimte geven aan extensieve recreatie

Figuur 21 Beekdalen
Kwaliteit van de oude ontginningen:
Vaak bolle ligging
Dikke humeuze bovenlaag, zandige ondergrond
(Hoofd)wegen rondom veld, zandpaden
Onregelmatige grote percelen
Bouwland
Bomenrijen langs wegen, solitaire veldbomen bij kruisen en kapellen
Grote kernen met kleine gehuchten of lintbebouwing
Ontwikkelrichting oude ontginningen:
Het doel van het ontwikkelen van de oude ontginningen is de verdichte rand om een open gebied van oude akkers te behouden, versterken en herstellen. Dit betekent:
Openheid van de oude bouwlanden waarborgen, ondanks de druk door verstedelijking
Indien mogelijk en inpasbaar oude akkers herstellen, bijvoorbeeld als open groengebied of recreatieruimte
Het ruimtegebruik toestaan dat het beste bij deze karakteristiek aansluit: bijvoorbeeld grondgebonden teelten die het zicht niet belemmeren. Bij andere functies streven naar maximale openheid
In de open akker bebouwing langs de rand concentreren
In open veld in principe geen andere landschapselementen toestaan dan solitaire bomen of boomgroepjes (bij kruisen en kapellen)
Binnen de verdichte rand, in de bestaande bebouwingslinten op enkele plekken nog verdichting toestaan. Hierbij moet uiterst zorgvuldig omgegaan worden met het doorzicht naar het achtergelegen open bouwland en met de beeldkwaliteit in deze vaak oude linten
Stimuleren aanplant van bomenrijen langs de weg in de verdichte rand
Verzachten harde grenzen: overgang van openheid naar bebouwing verzachten door ‘vergroening’, bijvoorbeeld in de vorm van erf- en dorpsrandbeplanting, bijv. met hoogstamboomgaarden
Waar mogelijk bebouwingskernen ruimtelijk-visueel van elkaar scheiden
Herstellen van de herkenbaarheid en geslotenheid van de (historische) bebouwingstructuur
De oude Maasgeulen en -meanders (o.a. de Doort, het Taterbosch, Roterbeek, etc.) verder ontwikkelen en beheren
Het landschap dichtbij en toegankelijk maken door middel van ommetjes, paden of voetgangersbruggen
Het landschap en zijn ontstaanshistorie zichtbaar maken (bijvoorbeeld door rustieke dorpsaankleding, het benadrukken van de oude akkerstructuurinrichting en het plaatsen van infopanelen)

Figuur 22 Oude ontginningen
Kwaliteit van de jonge ontginningen:
Langgerekte komvormige laagte
Zandgronden, soms venig
Rechte ontsluitingswegen
Rechte moderne blokverkaveling
Intensief gebruik voor grasland en akkerland
Bomenrijen langs verkavelingswegen, verder weinig overige landschapselementen
Landschappelijke erfbeplanting
Losse ontginningsboerderijen, soms geclusterd
Ontwikkelrichting jonge ontginningen:
Het doel van het ontwikkelen van het landschap van de jonge ontginningen is het behouden en ontwikkelen van de karakteristieke landschapskenmerken van dit modern aandoende landschap. Dit betekent:
Voor het open landschap:
Behoud van het rationele verkavelingpatroon en het geometrisch (cultuurhistorisch) patroon van wegen en waterlopen
Behouden openheid
Herstellen en onderhouden bestaande wegbeplanting
De laanstructuur (van belang voor vleermuizen) handhaven en beheren
Stimuleren aanleg van kleinschalige ecologische verbindingen langs bestaande lineaire landschapselementen (natuurvriendelijke oevers, kruidenrijke stroken) die samen een raamwerk vormen en de openheid niet overmatig aantasten
Kleinere bosjes zijn langs de randen zeer beperkt toepasbaar, enerzijds omdat hierbij (verre) doorkijken mogelijk blijven en er iets van de vroegere grootschaligheid behouden blijft, maar met name ook als overgang van de jonge ontginningen naar aangrenzende dichtere landschappen
Toestaan van intensief (agrarisch) grondgebruik, waarbij het grondgebruik rekening moet houden met de nabijgelegen natuurgebieden (NNN)
Landschap aantrekkelijk maken voor recreatie en toerisme door ommetjes en nieuwe routes door het open landschap aan te leggen
Voor het besloten landschap:
Oorspronkelijke NNN versterken en waar mogelijk uitbouwen
Samenspel van extensieve landbouw en natuur behouden, met behoud van bestaande doorzichten en waarbij ook verdichting mogelijk is door aanplant van beekbegeleidende begroeiing
Binnen de linten en bebouwingsclusters enige mate van verdichting toestaan, waarbij zorgvuldig omgegaan moet worden met het vrije zicht naar de achterliggende landbouwgronden
De droge delen ontwikkelen tot een aantrekkelijker en waardevoller landschap voor natuur en recreatie door een verdichting van het landschap met groene (lijn)elementen. Op deze manier wordt tevens het verschil met de meer open natte ontginningslandschappen vergroot
Het doel voor deze gebiedsdelen is om het natuurkarakter verder te ontwikkelen met een meerwaarde voor natuur en recreatie door een zekere mate van verdichting

Figuur 23 Jonge ontginningen
Kwaliteit van de landduinen:
Mozaïek van hogere zandduinen, meestal bebost, en lagere, vlakker gelegen vennen en schrale graslanden
Zandgrond
Recht wegenpatroon met brede veedriften
Regelmatige blokverkaveling
Mix van land- en bosbouw
(Dennen)bossen op zandkoppen, lanen en houtwallen langs voormalige driften
Incidentele boerderijen
Ontwikkelrichting landduinen:
Het doel van het ontwikkelen van de landduinen is, om een voor Nederland uniek en uiterst gaaf en reliëfrijk landschapstype (van vennen met rivier- c.q. paraboolduinen) een deel van haar oorspronkelijke waarde terug te geven. Dit betekent:
De landduinen die in dit gebied grotendeels verscholen liggen onder dennenbossen (op beperkte schaal) zichtbaar maken; eventueel door ze opnieuw te laten (ver) stuiven
Uit het oogpunt van de recreatieve aantrekkingskracht en natuurwaarde inzetten op versterking en uitbreiding van de variatie in dit mozaïeklandschap
Landschapselementen herstellen en in het bijzonder de 18e-eeuwse houtwallenstructuur met driften
Extra aandacht schenken aan de aanleg van bossen kleiner dan 5 ha en houtsingels
Bestaande vennen openhouden
Omvormen van naaldbos naar gemengd bos
Streven naar een ecologische verbinding met het Slekkerhout in het zuidelijk deel
Gevarieerd landbouwkundig gebruik (bij voorkeur kleinschalig grondgebonden, liefst zonder teeltondersteunende voorzieningen) stimuleren
Nieuwe bebouwing over het algemeen niet toestaan; slechts heel beperkt mogelijk maken in de vorm van rood voor groen op díe plaatsen waar beide (rood én groen) een kwaliteitsimpuls aan het landschap kunnen geven

Figuur 24 Landduinen
Kwaliteit van het hoogterras:
Vlak tot licht glooiend reliëf met dalvormige laagten en steilrand
Bodem: grof zand, löss in zuidoosten
Recht wegenpatroon
Rechte moderne blokverkaveling
Bouwland, bosbouw en delfstofwinning
Bomenrijen, singels en kleine bossen
Incidentele boerderijen op sommige plaatsen geclusterd tot grotere kernen
Ontwikkelrichting hoogterras:
Het doel van het ontwikkelen van het hoogterras is behoud en ontwikkeling van het karakteristieke rechtlijnige patroon van wegen en kavelgrenzen en het behoud en accentuering van de steilrand. Dit betekent:
Door bosopstand ervoor zorgen dat ook op grote afstand vanuit de rest van onze gemeente de steilrand als landmark geaccentueerd wordt
Steilrand op de plek zelf beter beleefbaar maken door het plaatselijk openkappen ervan
Aanwezigheid van gemengd bos op deze steile gronden stimuleren
Open ruimtes behouden en versterken
Nieuw bos bij voorkeur aansluiten op overige opgaande groene elementen
Verspreid kleine rechthoekige bosopstanden (<5 ha) toepassen, met behoud van doorzichten en panorama’s
Langs wegen transparante bomenrijen mogelijk maken
Langs doorgaande infrastructuurlijnen en de wegen binnen de kernen de groene structuur versterken door transparante laanbeplanting; de noord-zuid-lijn (N274) alleen beplanten in kernen en nabij besloten gebieden
Handhaven en beheren van de gefragmenteerde laanstructuur (oude dreven) die van groot belang is voor vleermuizen
Indien wenselijk en mogelijk beeldverstorende bebouwing inpassen
In principe zijn alle (agrarische) teelten binnen dit landschapstype mogelijk, met een voorkeur voor bouwland en teelten die het zicht niet belemmeren
Bij bedrijfsbeëindiging vrijkomende percelen die gelegen zijn in de ‘ecologische ladder’ indien gewenst omvormen tot natuur, bijvoorbeeld als heideveld of productiebos
Ontwikkelen groene dorpsranden cq. zachte overgangen naar het landelijk gebied
Kernen als beeldbepalende (groene) eenheden in een open licht glooiend landschap
Binnen linten en bebouwingsclusters is op een aantal plekken nog beperkt ruimte voor nieuwbouw. Aandachtspunt is dat er voldoende zicht moet blijven op het achterliggende open bouwland en de afwateringsdalen

Figuur 25 Hoogterras
We hebben een opgave om onze natuurnetwerken te versterken. Dit doen we zodat deze tegen een ‘stootje’ kunnen. Natuurgebieden die CO2 opnemen. Natuur die klimaatbestendig is en zowel bij droge als natte periodes goed is voor mens en dier. Gebieden die bijdragen aan het versterken van de biodiversiteit en verbetering van het leefklimaat voor zowel bewoners als recreanten. Bij het versterken van de natuur zetten we in op kwalitatief hoogwaardige natuurnetwerken. Natuurnetwerken die het stroomdal van de Maas op meerdere plekken fysiek verbinden met het hoogterras en het Duitse achterland. Deze netwerken stoppen niet bij de grenzen van onze gemeente, maar zijn Euregionaal verbonden. Denk bijvoorbeeld aan de Grensmaas, het Nationaal Park Nieuwe Stijl en het Euregionaal natuurgebied Grenspark Maas-Swalm-Nette.
We geven deze netwerken concreet vorm door te werken aan een toename van de groenblauwe dooradering van het landelijk gebied. Door het realiseren en beschermen van natuurlijke landschapselementen zoals houtwallen, heggen, sloten en beken met natuurlijke oevers en poelen ontstaat een fijnmazig netwerk dat bijdraagt aan de biodiversiteit, de verbinding tussen grotere natuurgebieden versterkt en bijdraagt aan de landschappelijke kwaliteit van het landelijk gebied. Sterke natuurnetwerken dragen ertoe bij dat diersoorten zich kunnen verplaatsen binnen de brede regio. Dit geldt overigens ook voor verplaatsingen tussen gebieden binnen onze gemeente. Denk in dit kader aan de ambitie om de beschermde boomkikker te laten migreren tussen het IJzerenbos en Haeselaarsbroek.

Figuur 26 Grenspark Maas-Swalm-Nette
We zetten ook specifiek in op het realiseren van klimaatrobuuste en veerkrachtige beekdalen. Deze beekdalen moeten ingericht zijn als klimaatbuffer. Hiermee bedoelen we dat ze zijn uitgerust om in te spelen op extremen. Denk aan wateroverlast en droogte. Ook het verbeteren van de waterkwaliteit en de ecologische functie staan centraal.
We werken aan een toegankelijk en beleefbaar buitengebied voor inwoners en recreanten. Maar ook voor de (agrarische) ondernemers die gebruik maken van deze infrastructuur. Veiligheid is hierbij een belangrijk thema. We zetten in op het oplossen van (lokale) knelpunten daar waar het gaat over infrastructuur. Zo werken we aan een kwalitatief hoogwaardig routenetwerk voor zowel gemotoriseerd verkeer, fietser en wandelaar. Dit netwerk moet kernen en buitengebied met elkaar verbinden. Naast de bereikbaarheid versterken we ook de aantrekkelijkheid van ons buitengebied. We doen dit door het beleefbaar maken van cultuurhistorie en waardevolle landschappelijke elementen, structuren en/of zones. Ook het toevoegen van nieuwe themaroutes, beleefelementen en digitale informatie moet hieraan bijdragen.
Tot slot werken we ook in bredere zin aan veiligheid. Hiermee doelen we op het terugdringen van ondermijning in het buitengebied. Maar ook het versterken van veiligheid in relatie tot ons veranderende klimaat. Waarbij er als gevolg van extreme neerslag overlast kan ontstaan en bij extreme droogte kans is op brandgevaar (bosbranden).
Natuurbeheer speelt een belangrijke rol om de kwaliteiten van ons buitengebied te behouden en versterken. De ontwikkeling en het beheer van de bos- en natuurterreinen zijn klimaatbestendigheid, biodiversiteit, duurzaam beheer en veiligheid de belangrijkste uitgangspunten. Het bieden van een afwisselende en veilige leefomgeving wordt vormgegeven door een integraal beheer, met respect voor de cultuurhistorische waarden. De gemeente Echt-Susteren streeft naar een hoger aandeel oude bomen in het zich ontwikkelende bos en stuurt hierin door een gerichte aanpak voor bosverjonging en bosomvorming. Ook zien wij kansen in het bevorderen van vormen van natuurinclusieve landbouw. Dit is een economisch landbouwsysteem dat optimaal beheer van natuurlijke hulpbronnen duurzaam integreert in de bedrijfsvoering (zowel veehouderijen als teeltsystemen) en inclusief zorgt voor ecologische functies en de biodiversiteit op en om het agrarisch bedrijf.
Dit is dus een ontwikkeling die bijdraagt aan het behouden en versterken van de biodiversiteit en de kwaliteiten van ons buitengebied.
Speerpunten voor een veilige en aantrekkelijke leefomgeving:
Veilig recreëren door periodieke inventarisatie en uitvoering boomveiligheid
Aantrekkelijke bosbeelden door behoud van markante bomen, behoud van karakteristieke opstanden en afwisseling in boomsoorten en leeftijden van bomen
Verhogen brandveiligheid door aanleg geleidelijke bosranden en bosomvorming in het kader van natuurbrandpreventie
Speerpunten voor duurzaam beheer:
Investeren in bosverjonging door aanplant en natuurlijke verjonging in circa 25 ha bos
Periodiek onderhoud in de bossen en natuurterreinen zodat structureel gewerkt wordt aan de opgaves
Van exotenbestrijding naar exotenbeheersing door acceptatie van opstanden met dominantie van Amerikaanse eik en Douglas, maar inperken van de verspreiding van deze soorten door aanplant schaduwtolerante soorten
Verlaagd oogstniveau van 50% van de bijgroei: voor een hogere staande houtvoorraad, ouder wordende bossen en hogere biodiversiteit
Speerpunten voor het verhogen van de biodiversiteit en klimaatbestendigheid:
Behoud van oude loof- en naaldbomen. Bijna 10% van de bossen is ouder dan 90 jaar. Om de soortenrijkdom te vergroten worden oude bomen gespaard. Het beheer is er in deze oude bossen op gericht om de bomen ouder te laten worden, eventuele uitbreiding van exoten tegen te gaan en tegelijkertijd zorg te dragen voor voldoende bosverjonging
Tegengaan bodemverzuring door groepsgewijze nieuwe aanplant van rijk-strooiselsoorten zoals hazelaar, ratelpopulier, esdoorn, haagbeuk, boswilg en linde
Herstel van poelen door het verwijderen van slib en begroeiing, zodat het leefgebied weer geschikt wordt voor gidssoorten als kamsalamander en boomkikker
Herstel hydrologie: Waar mogelijk herstel van de hydrologische situatie door aanpassingen in detailontwatering. Zoekgebieden zijn gelegen op de flanken van het Maasterras, of aan de randen van beekdalen
Versterken van de natuurlijke verbindingen tussen natuurterreinen, zodat gidssoorten zoals de wilde kat Midden-Limburg kunnen bereiken, en reeds aanwezige soorten als de boomkikker kunnen migreren tussen IJzeren Bosch en Haeselaarsbroek
We werken aan een toekomstbestendig Echt-Susteren zodat onze gemeente ook voor volgende generaties een schone, gezonde, prettige en veilige plek is om te leven. We hebben een grote opgave rondom onze klimaatdoelen waarbij we de CO2-uitstoot naar 2050 toe moeten reduceren naar nul.
Het begrip duurzaamheid heeft hierbij de afgelopen paar jaar een andere betekenis gekregen. Het gaat over meer dan groene stroom. Klimaatverandering en gedragsverandering worden in één adem genoemd en kunnen niet meer los van elkaar worden gezien.
Door het gebruik van fossiele brandstoffen te vervangen door duurzaam opgewekte energie stijgt de vraag. En hiermee ook de nodige ruimte voor de duurzame opwek. Afgelopen jaren zijn we ons door verschillende mondiale ontwikkelingen bewust geworden van de afhankelijkheid van andere landen voor onze eigen energievoorziening. Energiearmoede is voor veel huishoudens een dagelijkse waarheid geworden.
Steeds vaker worden we geconfronteerd met wateroverlast. De bodem kan de stortregens niet verwerken. Tegelijkertijd zijn er ook langere perioden van grote droogte. Het optimaal gebruiken van regenwater en minimaliseren van verspilling van drinkwater moeten oplossing bieden. De vraag naar woningen neemt toe. De beschikbare ruimte hiervoor niet. Om invulling te kunnen geven aan de woningopgave zien we een verdere verstedelijking en groei van de kernen. Dit gaat ten koste van het openbaar groen en het buitengebied. Deze ontwikkeling versterkt de waterproblematiek, maar veroorzaakt ook hittestress.
We hebben steeds meer behoefte aan een groene natuurrijke omgeving. We zijn ons meer bewust van onze gezondheid en de invloed hierop vanuit onze leefomgeving. Maar in een poging te kunnen voldoen aan de vele maatschappelijke opgaven waar we als gemeente voor staan lijken we in een steeds groter wordende vicieuze cirkel terecht te komen.

Figuur 27 Kaart toekomstbestendig Echt-Susteren (op groot formaat beschikbaar via bijlage 5)
Duurzaamheid is een gezamenlijke uitdaging geworden. Een maatschappelijk thema dat samen met de andere maatschappelijke opgaven en vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid (overheid, bedrijfsleven en burgers) moet worden aangepakt.
Een maatschappelijk thema vraagt om een brede aanpak. Met een peiling hebben we onze inwoners gevraagd naar hun mening over duurzaamheid. Kennis, mening, eigen rol, rol van de gemeente is slechts een greep uit de onderwerpen waarover we de mening hebben gevraagd van onze inwoners. En wat blijkt. Duurzaamheid zit in het DNA van onze gemeente. Dit zien we dan ook terug in de omgevingsvisie. In de verschillende onderwerpen wordt gesproken over duurzaamheid. Duurzaamheid is onder andere onderdeel van de economische ontwikkelingen, ontwikkelingen rondom wonen en zorg, mobiliteit en voorzieningenstructuur van onze gemeente.
Het elektriciteitsverbruik is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Installaties en vervoersmiddelen op fossiele brandstoffen worden meer vervangen door elektrische toepassingen. De opwek van duurzame energie en het verbruik ervan is niet op elkaar afgestemd. Het bestaande elektriciteitsnetwerk is hier niet op ingericht. Netcongestie is inmiddels een bekend probleem bij het verduurzamen van onze samenleving. Opwek, opslag en afstemmen van elektriciteitsverbruik en het verzwaren van het kabelnetwerk moeten dit oplossen. Dit heeft gevolgen voor ons openbaar gebied. Vanwege haar geografische ligging kenmerkt gemeente Echt-Susteren zich door de aanwezigheid van zogenoemde hoofdtracés van (ondergrondse)kabels en leidingen. De opgave die de energietransitie met zich meebrengt wordt de komende decennia zichtbaar in onze leefomgeving. Ondergrondse kabels en leidingen moeten worden verzwaard, het aantal hoogspanningsleidingen moet worden vermeerderd en er moeten vele extra trafohuisjes worden geplaatst. Dit heeft gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden en uitstraling van ons landschap. Binnen onze gemeente worden zorgvuldige afwegingen gemaakt in de plaatsbepaling van noodzakelijke maatregelen. Een goede landschappelijke inpassing is uitgangspunt. Maar ook op straatniveau vergt dit keuzes en afstemming. Onze ondergrond kenmerkt zich immers nu al door de aanwezigheid van verschillende kabels en leidingen. De verwachting is dat het aantal verder zal toenemen. Hiermee dwingt de ondergrondse infrastructuur ons ook bovengronds tot keuzes. Goede afstemming is nodig om maatregelen op het gebied van klimaatadaptatie, zoals de aanplant van bomen, groen en de aanleg van waterbergingen in de beperkt beschikbare ruimte in te passen. Het vinden van passende oplossingen hechten we waarde aan het goede gesprek met onze inwoners, we staan samen voor deze opgave.
De oplossingen rondom de verduurzaming van onze gemeente zijn niet zonder gevolgen voor onze leefomgeving. Energie moet voor iedere inwoner bereikbaar en toegankelijk zijn. De lusten van onze inspanningen in het energieneutraal zijn per 2050 zijn voor onze inwoners. Om dit te bereiken willen we grip op de energievoorziening en de prijsvorming krijgen en houden. Opwek en de bijbehorende rendementen moeten ten gunste van onze inwoners komen. Dit willen we bereiken door collectieve oplossingen voor de energievoorziening van onze woningen. Niet alleen om de ruimtelijke beeldkwaliteit te verbeteren, maar ook om energiearmoede te voorkomen. Vanuit een gemeentelijk of regionaal energiebedrijf of een coöperatieve energiegemeenschap willen we grip krijgen op de opwek, distributie en prijsvorming van onze eigen energie.
We hebben de opdracht om als gemeente in 2050 energieneutraal te zijn. Hierbij volgen we het rijksbeleid. Deze uitdaging biedt meekoppelkansen voor andere opgaves en andersom. Door duurzaamheid in het DNA van onze gemeente te borgen worden kansen niet gemist en kunnen ambities worden gehaald.
“Samen maken we de cirkel rond!”
De gemeente Echt-Susteren maakt deel uit van een samenwerkingsverband met andere gemeenten, Waterschap Limburg, Provincie Limburg en WML in Noord- en Midden-Limburg. Binnen dit verband streven we naar een water- en klimaatbestendige omgeving.
Ambities zijn vastgelegd in vier bouwstenen (Magazine bouwstenen water en klimaat).
Bouwsteen ‘Natuurlijk water’
DOEL: We willen een bijdrage leveren aan een goede kwaliteit van leven door het realiseren van een gezond waterecosysteem.
Bouwsteen ‘Passende bescherming’
DOEL: Wij bieden onze inwoners, bebouwing, landerijen, infrastructuur een passende bescherming tegen overstromingen, wateroverlast en andere gevolgen van de klimaatverandering. Hierbij is ons streven om in 2050 een klimaatadaptieve inrichting en beheer van onze gemeente te realiseren. Hierbij maken we onderscheid tussen passende bescherming voor “Hoogwater Maas” en “Droge voeten” (wateroverlast uit het watersysteem).
Bouwsteen ‘Schoon water’
DOEL: We willen zorgen voor een schoon watersysteem (grond- en oppervlaktewater) zodat we beschikken over voldoende water van goede kwaliteit dat bijdraagt aan een aantrekkelijke leefomgeving, voldoet aan de doelen van de Kaderrichtlijn water en bijdraagt aan andere maatschappelijke doelen zoals schoon drinkwater en zwemwater.
Bouwsteen ‘Voldoende water’
DOEL: Nu en in de toekomst beschikken over voldoende en kwalitatief goed oppervlaktewater en grondwater.
Dit zijn niet alleen de ambities van de samenwerking. Ook geven we hiermee uitvoering aan verschillende beleidsdoelen vanuit Provincie (Omgevingsverordening Limburg), het Rijk en Europa. Vooral de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft een hoge prioriteit. In 2027 moeten de maatregelen die binnen de KRW zijn aangegeven uitgevoerd zijn. Verder geven we met de bovenstaande doelen uitvoering aan het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie en het Deltaplan Zoetwater.
Water en bodem zijn thema’s die door klimaatverandering een steeds grotere invloed gaan hebben in ons dagelijks leven. De bodem is een bron van leven, we halen ons drinkwater uit de bodem en deze bodem fungeert als fundament voor onze huizen en infrastructuur. Verder is de bodem en het water van belang voor onze voedselvoorraad en de biodiversiteit. De kwaliteit van de bodem staat echter onder druk, door kabels en leidingen is de ruimte beperkt en door droogte is water niet meer te garanderen.
Om water en bodem sturend te laten zijn hanteren wij de volgende uitgangspunten:
Waterverontreiniging te verminderen
Bodemerosie tegen te gaan
Biodiversiteit in de bodem te bevorderen
Het gebruik van water en bodem op een duurzame manier te reguleren
Met klimaatadaptatie hoopt de Gemeente Echt-Susteren de gevolgen van een veranderd klimaat te beperken. De belangrijkste thema’s hierin zijn: Droogte, hittestress en wateroverlast. De gemeente investeert al jaren in een klimaatbestendige openbare ruimte en is het ook van plan om dit te blijven doen.
We hanteren de volgende kaders als het gaat om klimaatadaptatie:
Voor regenwater hanteren we de volgende voorkeursvolgorde: besparen, vasthouden, bergen en tot slot afvoeren (vertraagd)
Water op straat is acceptabel (0 – 30 minuten) mits niet vaker dan 5 keer per jaar
Schoon regenwater zoveel mogelijk infiltreren waar het ook wenselijk is
Informeren en stimuleren van onze inwoners over een klimaatadaptieve woning
Bedrijven informeren en stimuleren om hun panden klimaatadaptief in te richten
Creëren van schaduwplekken en uitbreiden van het openbaar groen
Investeren in groene daken – en gevels
Groenblauwe speeltuinen: Echt-Susteren is bezig met het vergroenen van de speelplaatsen van de scholen in de gemeente, dit doen ze in samenwerking met Waterklaar
De thema’s van klimaatadaptatie gaan goed samen en versterken elkaar ook. Daarbij zet de gemeente Echt-Susteren in op het ontwikkelen van robuuste groenblauwe netwerken. Deze combinatie verhoogt de ecologische waarde van het groen en de kwaliteit van de openbare ruimte. Hiermee passen wij de fysieke leefomgeving aan aan een veranderend klimaat. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar kwetsbare plekken, bijvoorbeeld verzorgingscentra en scholen.
Bij de inrichting van onze leefomgeving kiezen we voor klimaatadaptieve beplanting met meer vaste planten die bijdragen aan een betere ecologische infrastructuur, biodiversiteit, CO2-opname en water- en bodemhuishouding. De groeninrichting wordt minder strak en meer natuurrijk, dit heeft ook effect op de wijze waarop we omgaan met beheer en onderhoud. Een belangrijke sleutel tot succes ligt bij ons allemaal. Door het tegengaan van verstening (tegels wippen), het afkoppelen van regenwater en het aanbrengen van meer groen. We stimuleren inwoners zelf actief te worden. Een groene leefomgeving draagt positief bij aan de gezondheid van onze inwoners. Samen zorgen we ervoor dat Echt-Susteren in 2050 klimaatbestendig en water robuust is ingericht.

Figuur 28 Voorkeursvolgorde waterbeheer in het licht van klimaatadaptatie (bron: PBL)
De huidige maatschappij is steeds meer gericht op individualisering. We leven langer, maar wel vaker met chronische ziektes. Als gevolg hiervan komt de zorgverlening onder druk te staan. We leven in een samenleving waarin ouderen langer thuis wonen en op zich zelf zijn aangewezen. Niet iedere woning is geschikt voor deze ontwikkeling. We helpen onze inwoners om hun woning te verduurzamen en ook levensloopbestendig te maken. Hierdoor kunnen twee grote maatschappelijke thema’s elkaar versterken in de oplossing.
Bij het versterken van onze economische structuur zijn ook meekoppelkansen te behalen. Binnen onze gemeente wordt ingezet op het revitaliseren van bestaande bedrijventerreinen. Hierbij worden oplossingen gezocht voor onder andere hittestress en wateroverlast. Meer groen en ruimte voor ecologische ‘stepping stones’ en het zorgen voorklimaatadaptieve terreinen. Er wordt gekeken naar multifunctioneel ruimtegebruik van de bedrijventerreinen in bijvoorbeeld de opwek van duurzame energie. Samen met de ondernemers werken we aan het afstemmen van energieverbruik om de duurzaam opgewekte energie maximaal te benutten. Hierin weer ondersteunt door een gemeentelijk energiebedrijf of coöperatieve energiegemeenschap. Allemaal oplossingen die bijdragen aan een toekomstbestendig Echt- Susteren.
We zijn als gemeente betrokken bij de uitbreiding van de Delta Rhine Corridor waarbij het bestaande leidingnetwerk door onze gemeente naar de toekomst toe wordt uitgebreid. Hierbij wordt gekeken naar transport van nieuwe energiebronnen zoals bijvoorbeeld waterstof en ammoniak transport en afvang van CO2. We verkennen de mogelijkheden om lokaal op dit netwerk aan te sluiten in het kader van de energietransitie.
In het kader van het ontwikkelen van duurzame energiebronnen zien we, vanwege onze strategische ligging langs het wegennet (A2 en A73), binnen onze gemeente kansen in de ontwikkeling van zogenaamde Clean Energy Hubs om duurzaam te tanken. Naast de ontwikkeling van Clean Energy Hubs zetten we in op het verduurzamen van onze mobiliteit. Denk hierbij aan de ontwikkeling van laadinfrastructuur, deelmobiliteit en het stimuleren van gebruik van het openbaar vervoer waarbij we dankbaar gebruik kunnen maken van onze twee NS-treinstations.
Onze agrarische sector speelt een sleutelrol in onze voedselketen. De sector staat echter voor politieke, ecologische, logistieke en economische uitdagingen. Om de impact op ons milieu (lucht, water en bodem) te verminderen is transformatie naar een duurzaam agrarisch systeem noodzakelijk. Als gemeente faciliteren we bij het toekomstbestendig maken van de agrarische sector.

Figuur 29 H2- en CO2 transport door de Delta Rhine Corridor (bron: delta-rhine-corridor.nl)
Circulariteit is een heel breed begrip. Het staat ‘voor velen’ nog in de kinderschoenen, maar het onderwerp wordt steeds meer actueel. Binnen onze gemeente hebben we ingezet op het verminderen van het volume huishoudelijk afval. En dat is goed gelukt. Met de slogan: “Van Afval Naar Grondstof” gaan we door met het verminderen van afval. Maar niet alleen door volume te verlagen, maar de herbruikbaarheid van ons afval te vergroten.
Ook bij (her)inrichting van de openbare ruimte en bij bouwprojecten zal meer en meer gekeken worden naar de mogelijkheden van circulair werken in de breedste zin van het woord. Dit betekent niet altijd dat materialen op hetzelfde project en in dezelfde omgeving circulair ingezet worden, maar dat ook naar koppelkansen gekeken wordt van herbestemming elders of in een nieuwe functie. Ontwikkelingen in de markt, innovaties in materialen & producten, kosten, haalbaarheid en geschiktheid van hergebruik worden hierbij altijd in de afweging meegenomen. Als gemeente gaan we het goede voorbeeld geven. Bijvoorbeeld in onze aanbestedingsprocedures of bij de inrichting van nieuwe gebiedsontwikkelingen en/of transformatieopgaves. Ook zetten we in op bewustwording onder bedrijven en inwoners.

Figuur 30 Circulaire economie (bron: Europees Parlement
Door de centrale ligging is Echt-Susteren goed bereikbaar. De aanwezigheid van snelwegen (A2 en A73), waterwegen (Maas en Julianakanaal) en spoorverbindingen (stations Echt en Susteren) maken onze gemeente tot een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven, inwoners en bezoekers.
Onze goede bereikbaarheid zetten we naar 2040 toe in om ons nog beter te positioneren als aantrekkelijke gemeente om te wonen, ook als je werkt buiten de grenzen van onze gemeente. Onze gemeente ligt immers centraal, niet alleen in het midden van Limburg, maar ook centraal ten opzichte van grotere economisch sterke stedelijke regio’s zoals Eindhoven, Venlo en Maastricht. Ook internationaal gezien zijn economisch sterke steden zoals Genk, Aken en Düsseldorf nabij.
Groei is hierbij geen doel op zich. We willen in 2040 vooral een aantrekkelijke gemeente zijn én blijven daar waar het gaat om wonen, recreëren en werken. Dit doen we graag in authentieke, vitale en leefbare kernen. Kernen die voldoende ontmoetingsplekken hebben voor evenementen, cultuur(historie), kunst, recreatie en spel. Kernen die goed verbonden zijn met ons landelijke en natuurrijke buitengebied en die elk hun eigen identiteit en karakteristieke kenmerken behouden.
Dit laatste vormt een uitdaging vanwege tal van maatschappelijke opgaves die op ons afkomen en om ruimte vragen. Denk aan de behoefte aan de bouw van nieuwe woningen of het verduurzamen van bestaande woningen. Maar ook het klimaatadaptief maken van onze kernen door het verminderen van hittestress en wateroverlast. De behoefte aan een aantrekkelijke, gezonde en groene leefomgeving die ruimte biedt om elkaar te ontmoeten. De druk op onze mobiliteit, maar ook aan de verduurzamingsopgave van ons bestaande vastgoed.

Figuur 31 Kaart ligging gemeente Echt-Susteren in de regio

Figuur 32 Kaart Herkenbare kernen (op groot formaat beschikbaar via bijlage 5)
Gemeente Echt-Susteren heeft de komende periode een opgave om nieuwe woningen te bouwen. Wij kijken naar deze woningbouwopgave in een breder perspectief. Het realiseren van leefbare wijken en gemeenschappen staat voor ons centraal. Het begrip leefbaarheid gaat over de aantrekkelijkheid van een gebied of gemeenschap om er te wonen, leven, werken, sporten, elkaar te ontmoeten en te spelen. Een leefomgeving die schoon, heel en veilig is. Waarin iedereen mee kan doen. Een leefomgeving die antwoord geeft op onze klimaatopgave, biodiversiteitsopgave en de energietransitie.
Belangrijke kracht hierin is het hebben van gemixte woongebieden. Wijken waarbinnen verschillende woonmilieus en een variatie aan doelgroepen samenkomen. Hiermee bedoelen we jong en oud, een diversiteit aan achtergronden en opleidingsniveaus. Juist deze mix draagt bij aan de leefbaarheid en aan betrokkenheid in de wijken, waarin bewoners naar elkaar omkijken. Zeker gezien de demografische verandering waarbij we als gemeente steeds verder vergrijzen en waarbij ook het aandeel jongeren afneemt, is dit van vitaal belang.
We willen eraan bijdragen dat ons inwonertal in 2040 minimaal gelijk blijft. Dit is van belang voor de vitaliteit en levendigheid van Echt-Susteren, denk alleen al aan het behoud van het voorzieningenniveau. We doen dit door goed te kijken naar de woonbehoeftes per doelgroep. We zien hierbij een focus op woningbouw voor eenpersoonshuishoudens. Zowel voor jongeren als senioren. Woningen die betaalbaar zijn, zowel qua huur als koop. Woonconcepten die bijdragen aan de zelfredzaamheid van bewoners en aan het langer zelfstandig wonen van ouderen. In een omgeving die voldoende voorzieningen biedt om prettig te kunnen leven. Door in te zetten op deze specifieke doelgroepen stimuleren we doorstroming op de woningmarkt. Dit werkt ook gunstig op de bestaande woningvoorraad. Het behoud (en zo mogelijk het aantrekken) van jongeren is hierbij van bijzonder belang. Jongeren moeten als starter ook in Echt-Susteren een passende woning kunnen vinden. En als ze uitvliegen om elders te studeren, dan zou het mooi zijn wanneer ze later weer ‘terug naar huis’ in Echt-Susteren komen, voor de volgende stap in hun wooncarrière.
Het streven is om in iedere kern te bouwen. Hierbij voorzien we in de toekomst grotere uitbreidingslocaties in en grenzend aan de grotere kernen. In de kleinere kernen bouwen we vanuit (markt)behoefte.
Voor een goede leefbaarheid in elke kern is de bereikbaarheid van voorzieningen van groot belang. Daarvoor zijn goede, vlotte en veilige verbindingen nodig.
We realiseren ons dat zeker in de dorpen het doorgaande verkeer zich mengt met lokaal verkeer. Auto’s, fietsers en andere voertuigen maken daar gebruik van dezelfde straat. Dat geeft reuring, maar soms ook lastige verkeerssituaties. Het bevorderen van veilig gedrag in het verkeer door alle weggebruikers is dan ook een blijvend aandachtspunt. We besteden extra aandacht aan veilige (fiets-)verbindingen tussen dorpen en wijken en op schoolroutes.
Tenslotte staat ook behoud van eigenheid van ons landschap en onze dorpen voorop. We behouden de kenmerkende opzet en het individuele karakter van onze dorpen. We willen niet dat dorpen in de toekomst aan elkaar groeien. Behoud van het gebiedseigen karakter en kwaliteiten vormen dan ook uitgangspunt als we aan de slag gaan met (gebieds)ontwikkeling.
Met een creatieve blik werken we aan pragmatische oplossingen voor de woningmarkt. We zetten in op stads- en dorpsvernieuwing. Voor het bouwen van nieuwe woningen kijken wij in eerste instantie binnen de bebouwde omgeving. Zogenaamde inbreidingslocaties.
Dit doen we door herstructurering en transformatie. Bijvoorbeeld door sloop van oude woningen die niet meer voldoen aan de huidige normen. Bijvoorbeeld qua energie, isolatie en/of levensloopbestendigheid. In 2050 moeten al onze woonwijken aardgasvrij zijn. Herstructurering is dus nodig om te komen tot een toekomstbestendige woningvoorraad. Een woningvoorraad die bovendien inspeelt op de woonbehoeftes van uiteenlopende doelgroepen.
Naast herstructurering zien we ook kansen voor inbreidingslocaties. Open plekken binnen het bestaande stedelijke gebied, die nog ruimte bieden voor woningbouw. We vinden het echter belangrijk om hierbij wel zorgvuldig om te gaan met cultuurhistorisch waardevolle objecten, structuren en/of zones. Zodat onze kernen hun karakter en identiteit behouden.
Het herstructurerings- en inbreidingsvraagstuk mag niet ten koste gaan van onze ambitie om kernen leefbaar te houden. Deze binnenstedelijke ontwikkelingen dienen dan ook een ruimtelijke verbeterslag te leveren. Zowel op de gebouwde omgeving als de openbare ruimte. Binnen onze kernen vragen immers veel opgaves om ruimte. Ruimte voor voldoende parkeergelegenheid en goede (openbaar) vervoer. Maar ook voldoen ruimte voor groen.
Bij nieuwbouw willen we dat er zoveel mogelijk duurzaam (circulair) en natuurinclusief gebouwd wordt. Waarbij een bouwwerk bijdraagt aan het versterken van de lokale biodiversiteit en natuurwaarden. Bijvoorbeeld door het toepassen van groene daken en gevels.
Voor de openbare ruimte in onze kernen zetten we in op het versterken van zogenaamde groenblauwe netwerken. Hiermee bedoelen we robuust ruimte maken voor groen (aanplant en behoud van goede gezonde bomen en stuiken) en water in en rond de kernen. We doen dit om in te spelen op de gevolgen van de klimaatverandering. Zodat er meer ruimte ontstaat voor het opvangen van water tijdens de steeds nattere winters of bij extreme buien. Daarnaast helpt een robuust groenblauw netwerk bij het verminderen van hittestress tijdens periodes van hitte en droogte.
Groenblauwe netwerken bieden tevens een meekoppelkans voor het versterken van de biodiversiteit en vormen een ideale onderlegger voor recreatieve wandel- of fietsroutes en buurt- en speelplekken. Zo ontstaat er een aantrekkelijke en gezonde openbare ruimte die uitnodigt om te verblijven, te bewegen, te spelen én elkaar te ontmoeten. Het is ook belangrijk dat onze openbare ruimte en publieke gebouwen goed toegankelijk zijn. Denk aan voldoende bankjes in de schaduw, goed toegankelijke openbaar vervoerhaltes en voorzieningen nabij.
Het klimaatadaptief en natuurinclusief maken van onze leefomgeving vraagt ook om inspanning van onze inwoners en ondernemers. Een groot deel van de opgave kan immers alleen maar opgelost worden door ook op particuliere tuinen/gronden verstening te verminderen en vergroening toe te voegen. Als gemeente zetten we in op bewustwording om inwoners te bereiken om maatregelen te treffen. Bewustwording is ook nodig daar waar het gaat over het beheer van de openbare ruimte. In antwoord op de klimaatopgave en de roep om biodiversiteit te versterken gaan we naar een andere inrichting, beheer en onderhoud van de openbare ruimte. We hanteren het principe ‘minder aangeharkt en netjes, maar met meer aandacht voor ecologische kwaliteiten’ (minder maaien, extensief beheer). We streven ernaar dat de openbare ruimte bijdraagt aan het welzijn van onze inwoners en aan het halen van onze toeristische, recreatieve en ecologische doelen. Verder vinden we het van belang dat al onze kernen, wijken en buurten veilig en leefbaar zijn.
Bij de (her)inrichting van de openbare ruimte volgen we de principes van de 3‑30‑300-regel.
3-regel: dicht bij elke woning, school of werkplek staan minimaal 3 volwassen bomen.
30-regel: elke buurt heeft minstens 30% boomkronen en daardoor schaduw. En dat zorgt voor een koelere buurt.
300-regel: vanuit iedere woning, school of werkplek is er binnen 300 meter een parkje waar je kunnen verblijven en recreëren.

Figuur 33 De 3‑30‑300 regel

Figuur 34 Integraal werken aan opgaves in onze kernen
Onze opgaves vragen ruimte. Teveel ruimte om op te lossen binnen de grenzen van de bestaande kernen. Hierbij zijn we genoodzaakt om ook te kijken naar oplossingen in de randen van onze kernen. Of het nu gaat over nieuwe woningbouw, het vinden van oplossingen voor vrijkomende (agrarische) bebouwing, ruimte voor de klimaatopgave, de energietransitie, natuurontwikkeling of het beleefbaar en bereikbaar maken van ons buitengebied. Deze zogenaamde kernrandzones maken visueel vaak deel uit van het landelijk gebied, maar zijn onmiskenbaar van belang voor de kwaliteit van het leefmilieu van de kern.
Om de kwaliteiten van deze kernrandzones te behouden en te versterken is het van belang om zorgvuldig om te gaan met ontwikkelingen in de kernrandzone. Kortom: niet alles kan overal!
We maken de keuze om het open karakter tussen onze kernen te behouden. Bijvoorbeeld het gebied tussen Echt en Sint Joost. We vinden het naar de toekomst toe belangrijk dat Sint Joost ruimtelijk een herkenbare kern blijft. Dit borgen we door het behoud van openheid tussen beide kernen. Hiermee worden grootschalige stedelijke ontwikkelingen, waardoor beide kernen ‘aan elkaar groeien’, in dit gebied uitgesloten. Kleinschalig blijft er ruimte voor initiatieven, mits dit open karakter behouden blijft.
We gaan dus zorgvuldig om met nieuwe ontwikkelingen in de kernrandzone. Uitgangspunt is dan ook dat de kwaliteiten van het landschap, maar ook de ondergrond (water en bodem) leidend zijn voor nieuwe ontwikkelingen. Bijzondere landschappen of landschapselementen willen we beschermen en versterken. In andere landschappen liggen juist kansen om met stedelijke ontwikkelingen en/of maatschappelijke opgaves een kwaliteitsimpuls te geven. Denk bijvoorbeeld aan het omvormen van vrijkomende agrarische bebouwing. Dit levert een directe gezondheidswinst op in en rondom de kernen. Woningbouw is hierbij een voorstelbare invulling om deze transformatie haalbaar te maken.
Nieuwe initiatieven in de kernrandzone toetsen we op hun bijdragen aan opgaves die lokaal spelen én op de wijze waarop wordt aangesloten op het landschap.
Lagenbenadering
Het toepassen van de lagenbenadering biedt een goede basis om integraal te motiveren of beoogde ontwikkelingen passend zijn op de specifieke plek.

Figuur 35 Integraal werken aan opgaves in onze kernranden
Het hebben en behouden van voorzieningen is van vitaal belang voor de leefbaarheid in onze gemeente. We leven in een tijd van individualisering en digitalisering. We kiezen er steeds vaker voor om digitaal te winkelen en goederen thuis te laten bezorgen. Dit zet druk op het (commerciële)voorzieningenniveau. Voor de kernen Echt en Susteren zetten we in op het ontwikkelen van toekomstbestendige kernwinkelgebieden, die passen bij de functie van de kern. Aantrekkelijke gebieden waar de functies wonen, werken en recreëren elkaar versterken. Gebieden van kwaliteit waar je niet alleen komt om te winkelen, maar ook om elkaar te ontmoeten en te verblijven. In een veranderende maatschappij waar ontwikkelingen zich snel opvolgen zal het behoud van aantrekkelijke centrumgebieden blijvend aandacht vragen.

Figuur 36 Centrumgebied Echt

Figuur 37 Centrumgebied Susteren
We dragen als gemeente sinds 2015 met trots het keurmerk van Cittaslow. Een Cittaslow-gemeente streeft naar een duurzame omgeving die verbonden is met een kwalitatief hoogwaardig landschap, waar een krachtige sociale gemeenschap aanwezig is. Een gemeente die innovatief is, maar tegelijkertijd ook waarde hecht aan haar oorsprong. Identiteit en cultuurhistorie zijn hierbij belangrijke elementen. Dit wordt ondersteund door waarden als authenticiteit, gastvrijheid, respect, tijd en aandacht voor elkaar.
Richting 2040 ligt er de opgave om deze waarden met elkaar vast te houden. Dit gaat niet vanzelf, maar vergt aandacht en inspanning. Onze samenleving verandert immers snel. We worden steeds ouder en wonen langer zelfstandig. Dit heeft invloed op de wijze waarop we onze zorg organiseren én op de eisen die we stellen aan huisvesting. We leven individueler waardoor de gemeenschapszin en sociale cohesie onder druk komen te staan. De ongelijkheid groeit, evenals het aantal kwetsbaren. Meedoen in de maatschappij is niet voor iedereen vanzelfsprekend. We leven gemiddeld genomen ongezonder en bewegen minder. De technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op en hebben invloed op onze leefstijl en onze woon- en leefomgeving.
We zetten in op het behoud van de sociale cohesie, evenals ons rijke culturele en verenigingsleven. De aanwezigheid van (maatschappelijke) voorzieningen draagt hier aan bij. Het succes hierbij staat of valt met het draagvlak vanuit de samenleving.

Figuur 38 Kaart Samen Echt-Susteren (op groot formaat beschikbaar via bijlage 5)
Een gezonde samenleving raakt aan alle facetten van onze leefomgeving. Het gaat over thema’s als bewustwording, fysieke toegankelijkheid, openbare ruimte, onderwijs en werk, vervoer, zorg en welzijn, vrijetijd en wonen, recreatie en het kunnen meedoen van doelgroepen in de samenleving.
Ongeveer 1 op de 10 mensen in Nederland heeft een handicap die invloed heeft op het dagelijks functioneren. De noodzaak staat dan ook als een paal boven water. Inclusiviteit moet een grondhouding zijn. We vinden het dan ook van groot belang om een sociale en inclusieve gemeente te zijn. Een gemeente waarin iedereen meetelt en mee kan doen. We werken dan ook actief aan het versterken van sociale cohesie. Waarbij mensen zich verbonden voelen met de woongemeenschap en met elkaar. Een sterke sociale cohesie vergroot de leefbaarheid. Doordat mensen naar elkaar omkijken, bijvoorbeeld in de mantelzorg of als vrijwilliger. Een sterke sociale samenhang maakt dat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Het sociale vangnet wordt steeds belangrijker aangezien het aantal alleenstaande ouderen en eenoudergezinnen (bijvoorbeeld door scheidingen) toeneemt.
Uiteraard vraagt dit ook om passende woonvoorzieningen en inclusieve wijken. Want ook de woonomgeving doet ertoe. Een gezonde leefomgeving draagt bij aan een gezonde leefstijl. Als Echt-Susteren zijn we hier actief mee bezig. Bijvoorbeeld vanuit ons lokale Sportakkoord, het Preventieakkoord, het Woonzorgakkoord en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). In deze akkoorden beschrijven we onze ambities en acties om te komen tot een gezonder Echt-Susteren. We richten ons hierbij op thema’s als sport, bewegen en cultuur. Maar ook op het bieden van een stabiele sociale basis voor iedereen (ongeacht herkomst of achtergrond) en het voorkomen en terugdringen van gezondheidsachterstanden.
We werken de komende decennia dan ook verder aan een gezonde en groene fysieke leefomgeving die voor iedereen toegankelijk is, ook voor mensen met een handicap. Een inrichting van de openbare ruimte, die uitnodigt om te bewegen, te sporten en elkaar te ontmoeten. Hierbij nemen we gezondheidsverbeterende maatregelen, want in kernen met veel groen, wandel- en fietsroutes, speel- en sportvoorzieningen gaan mensen eerder bewegen, georganiseerd (bijvoorbeeld een sportvereniging) of individueel, spelen kinderen meer buiten en is het makkelijker om andere mensen te ontmoeten.

Figuur 39 Positieve Gezondheid en Leefomgeving (bron: Louis Bolk Instituut)
Een gezonde leefomgeving vraagt ook om het maken van keuzes bij het toedelen van functies aan plekken. Bij het uitwerken van nieuwe ruimtelijke plannen worden gezondheidsbeschermende én-bevorderende aspecten dan ook meegewogen. Bijvoorbeeld door het verminderen van kansen op het nuttigen van ongezond voedsel rondom scholen, door een verbod op nieuwvestiging van cafetaria’s in de directe omgeving. Het toedelen van functies heeft nadrukkelijk ook te maken met het verbeteren van de milieukwaliteit. Denk hierbij aan het verminderen van uitstoot van stikstof en fijnstof, geurhinder of overlast van geluid. Gemeente Echt-Susteren volgt hierin de wettelijke normen.
We werken aan bestaanszekerheid voor al onze inwoners. We streven dan ook naar een zo hoog mogelijke arbeids- en maatschappelijke participatie. Het is onze ambitie om zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen of de kansen op arbeidsparticipatie op de langere termijn te verbeteren. Voor wie (nog) niet kan werken is participatie naar vermogen aan de orde. Hierbij gaan we uit van de eigen kracht van de mensen en bieden we ondersteuning waar nodig. Hiervoor dragen we zorg samen met de bewoners, maatschappelijke organisaties en ketenpartners. Voor het bereiken van inclusiviteit is ook de toegankelijkheid (fysiek, digitaal en mentaal) van groot belang, evenals goede en structurele communicatie en sociale acceptatie.
We merken dat sommige inwoners en bedrijven een kloof tussen hen en de (lokale) overheid ervaren. Hier ligt de uitdaging om deze kloof te dichten. Dit doen we door meer in te zetten op participatie en de drempel te verlagen voor ondernemers, verenigingen en stichtingen om hun vragen en ambities met de gemeente te bespreken.
We stimuleren ook het versterken van burgerinitiatief en het vergroten van betrokkenheid van de jeugd. Dit doen we onder andere door het faciliteren van evenementen binnen en buiten, met speciale aandacht voor activiteiten voor jongeren. Kortom begrippen als inclusiviteit en sociale cohesie dienen ingebed te zijn in alle facetten van onze leefomgeving en bij alle partijen die hieraan werken.

Figuur 40 Infographic bestaanszekerheid voor alle inwoners
De komende jaren werken we als gemeente, samen met de lokale stichtingen, verder aan het ontwikkelen van buurt- en speelplekken. Dit zijn plekken waar kinderen buitenspelen, maar daarnaast gaat het op deze plekken ook om bewegen, ontmoeten en sporten in de buitenruimte. Niet alleen voor de jeugd, maar ook voor volwassenen. Jong en oud wordt uitgenodigd om naar buiten te gaan. Buurt- en speelplekken vervullen immers een belangrijke functie in het versterken van de sociale cohesie, maar ook voor de gezondheid van mensen.
We werken aan een goede spreiding van buurt- en speelplekken over de gemeente. In ‘witte vlekken’ waar nu nog geen buurt- en speelplekken zijn, worden in de komende jaren inspanningen geleverd om die alsnog te realiseren. Buurt- en speelplekken blijven dynamisch om zoveel als mogelijk op de behoefte te laten aansluiten. Om die dynamiek te behouden is samenwerking met betrokken burgers van belang. Samen gaan we aan de slag met buurt- en speelplekken voor alle inwoners van Echt-Susteren, jong en oud, vitaal en minder vitaal.
Steeds sterker merken we de effecten van een veranderend klimaat. Opwarming van onze aarde zorgt voor extremere neerslag, langdurige regenval of periodes van droogte en extreme hitte. Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor de gezondheid, de leefbaarheid en de economie. Denk bijvoorbeeld aan extra sterfte onder kwetsbare doelgroepen bij extreme hitte. Of de economische schade bij wateroverlast.
We moeten maatregelen nemen om ons te beschermen tegen dit veranderende klimaat. We moeten onze leefomgeving klimaatadaptief maken. In het aandachtsgebied ’Toekomstbestendig Echt-Susteren’ wordt beschreven op welke wijze we dit doen voor openbaar gebied. Hiermee lossen we dit vraagstuk alleen niet op. Een groot gedeelte van gronden in onze kernen is in eigendom van inwoners, ondernemers en corporaties. We hebben elkaar dus nodig. Hier zetten we dan ook op in. We maken inwoners en ondernemers bewust van maatregelen die lokaal, op het eigen perceel, gerealiseerd kunnen worden.
Om de opwarming van onze aarde tegen te gaan hebben we één hoofddoel: vóór 2050 volledig overstappen op hernieuwbare energie. Hierbij speelt ook het zorgvuldig omgaan met energie en besparen waar mogelijk. De bestaande woningvoorraad dient de komende decennia te verduurzamen. Door over te stappen op hernieuwbare energie én door betere isolatie.

Figuur 41 10 redenen om je woning en tuin te vergroenen en verduurzamen (bron: Stichting Steenbreek, 2022)
Een gemeenschapshuis vormt een centrale plek in een kern. Een pijler voor de leefbaarheid. Het zijn huizen van en voor de gemeenschap. We zijn trots op onze goede maatschappelijke accommodaties in al onze kernen en de wijze waarop deze door onze inwoners zelf beheerd worden. Naar de toekomst toe zetten we dan ook in op het behoud van dit voorzieningenniveau. Dit vinden we belangrijk voor de leefbaarheid in onze kernen.
De samenstelling en behoeften van de inwoners van de gemeen- schappen veranderen, waardoor de functie van de gemeenschapshuizen steeds breder wordt. Naast verenigingsactiviteiten zijn het bieden van zorg, hulp, informatie en advies, liefst vanuit de eigen kern en door professionele organisaties, belangrijke activiteiten voor de leefbaarheid van de kernen. Activiteiten veranderen, maar wat blijft is de behoefte om elkaar te zien en te ontmoeten. Deze behoefte stellen we centraal: inwoners worden nog meer dan nu betrokken bij de ontwikkelingen in hun eigen leefomgeving. De gemeente faciliteert ontwikkelingen van onderop (totstandkoming van de omgevingsvisie als voorbeeld, met het ‘omvangrijke’ participatieproces).
Door een sterke vergrijzing en de toename van bijvoorbeeld inwoners met dementie, neemt de behoefte aan een sterk sociaal netwerk, voldoende vrijwillige zorg en mantelzorg in de toekomst toe. En daarmee de behoefte aan accommodaties die toekomstbestendig zijn. Hier geven we invulling aan door naast verenigingsactiviteiten ook het aanbod aan passende zorgactiviteiten te faciliteren in de kernen. Om dit te bereiken investeren we in bestaande en nieuwe multifunctionele accommodaties.
De gemeenschapshuizen hebben een spilfunctie voor de kernen voor verenigingsactiviteiten en activiteiten in het kader van participatie, zorg en service. De gemeenschapshuizen worden in stand gehouden en waar nodig aangepast om te voldoen aan behoeften en als gevolg van maatschappelijke en demografische veranderingen.
De doelgroep senioren neemt toe en daarmee de verschuiving in de aard van activiteiten van recreatie en ontmoeting naar serviceverlening, ondersteuning en zorg. Gebruiksmogelijkheden en flexibiliteit blijven permanente aandachtspunten.
Kijkend naar de druk op het verenigingsleven zien we een opgave in het versterken van de samenwerking binnen het verenigingsleven. Vrijwel alle verenigingen krijgen immers vroeg of laat en in meer of mindere mate te maken met dezelfde uitdagingen.
Denk aan druk op het vrijwilligerswerk of een teruglopend ledenaantal. In verdere samenwerking zien wij de sleutel om vitaliteit en toekomstbestendigheid van het rijke verenigingsleven in onze gemeente te behouden. Hier zetten we als gemeente proactief op in. Onder andere door het faciliteren van evenementen binnen en buiten, met speciale aandacht voor activiteiten voor jongeren. Dit is nodig om de vitaliteit en toekomstbestendigheid van het verenigingsleven te behouden. Toekomstbestendigheid is ook een randvoorwaarde om verantwoord te blijven investeren in maatschappelijk vastgoed.
Echt-Susteren is een trotse plattelandsgemeente. Met unieke kernen waar mensen prettig wonen. Om lang zelfstandig te kunnen wonen en participeren is mobiliteit van belang. Het gaat om de toegankelijkheid en veiligheid van paden, wegen en toegangen in de kernen. Toegankelijkheid voor verschillende gebruikers. Denk aan openbaar vervoer, auto, fiets, scootmobiel, e-bikes en rollators.
Kijkend naar bereikbaarheid in relatie tot zelfstandig wonen dan is ook de nabijheid van voorzieningen van groot belang. Zeker voorzieningen voor de dagelijkse boodschappen, de toegang tot zorg en onderwijs. Als gevolg van verschillende maatschappelijke ontwikkelingen komen deze voorzieningen in een aantal kernen onder druk te staan, of zijn zelfs niet meer aanwezig. Een ontwikkeling waar we als lokale overheid maar beperkt invloed op hebben.
Wanneer voorzieningen niet meer aanwezig zijn in de eigen kern dan groeit het belang van een goede bereikbaarheid. Verbindingen voor auto, fiets en zeker openbaar vervoer. Bijvoorbeeld naar onze hoofdkernen Echt en Susteren. Hoofdkernen waarin we continu werken aan het behoud van een compact en vitaal kernwinkelgebied waarbinnen verschillende functies samenkomen. Hoofdkernen die beide beschikken over een treinstation en daarmee een belangrijk mobiliteitsknooppunt vormen.
We zien het belang van een goede bereikbaarheid van deze hoofdkernen vanuit de omliggende kernen. We zetten daarom in op bereikbaarheid. Bijvoorbeeld door goede en veilige verbindingen voor auto en fiets en voldoende parkeergelegenheden. Maar vooral ook door behoud van openbaar vervoer (bussen). Hierover hebben we contact met onze ketenpartners zoals Provincie Limburg en de vervoersbedrijven. We staan ook open voor initiatieven zoals de buurtbus.
Het veiliger maken van de fysieke leefomgeving is een belangrijke uitdaging voor Echt-Susteren. Het vormt dan ook één van de strategische uitgangspunten. We hebben echter niet overal invloed op. Denk bijvoorbeeld aan mondiale dreigingen van (digitale)oorlog en terrorisme. Veiligheid is net als gezondheid en duurzaamheid een breed begrip, waaronder meerdere aandachtsgebieden vallen. In deze omgevingsvisie hebben we het over omgevingsveiligheid. Omgevingsveiligheid gaat over de vraag hoe we de risico’s, die mensen in hun fysieke leefomgeving lopen, zoveel mogelijk kunnen beperken. Het gaat daarbij om opslag, productie, gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen (externe veiligheid). Het gaat over veiligheid in het verkeer, in de openbare ruimte en bij evenementen. Maar ook veiligheid bij een veranderend klimaat. Digitale veiligheid en het voorkomen van ondermijnende criminaliteit en veiligheid bij evenementen.
Kernwaarden fysieke veiligheid
Fysieke veiligheid hangt samen met de risico’s in de fysieke leefomgeving. De veiligheidsregio heeft deze risico’s in beeld gebracht en beschreven in het bestuurlijk vastgestelde Provinciaal risicoprofiel. Dit risicoprofiel wordt periodiek geactualiseerd.
Gemeente Echt-Susteren onderstreept de kernwaarden fysieke veiligheid vanuit veiligheidsregio Limburg-Noord, te weten:
1. De kwaliteit van de leefomgeving wordt mede bepaald door (fysieke) veiligheid
2. Samen werken aan een veilige fysieke leefomgeving
3. De leefomgeving wordt mede vormgegeven volgens de ontwerpprincipes voor veiligheid:
Voorkomen of beperken van risico’s vergroot de veiligheid
Afstand tot de risico’s vergroot de veiligheid
Bouwwerken en omgeving bieden bescherming
Bouwwerken en gebieden zijn snel en veilig te verlaten
De omgeving maakt snel en effectief optreden van de hulpdiensten mogelijk
Mensen krijgen bij crisis passende medische zorg
4. Mensen zijn bekend met risico’s en weten hoe te handelen
Externe veiligheid
Externe veiligheid gaat over de risico’s voor mens en milieu bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. Hierbij gaat het onder meer over het vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor en over het produceren, opslaan of gebruiken van (grote hoeveelheden) gevaarlijke stoffen bij bedrijven. Voorbeelden van bedrijven met gevaarlijke stoffen zijn bijvoorbeeld koelinstallaties met ammoniak, tankstations met LPG (of andere brandstoffen anders dan diesel en benzine) en bedrijven die grote hoeveelheden vuurwerk opslaan of produceren. Bij de inrichting van onze leefomgeving proberen we knelpunten op te lossen en nieuwe knelpunten te voorkomen.
Evenementenveiligheid
Echt-Susteren zet in op het organiseren van evenementen voor verschillende doelgroepen. Dit draagt bij aan de aantrekkelijkheid van onze gemeente om te wonen en recreëren. Het is van groot belang dat deze evenementen veilig kunnen plaatsvinden. Het gaat om veiligheid op het terrein. Bereikbaarheid van hulpdiensten en aandacht voor en inzicht in bezoekers- en verkeersstromen. De aanwezigheid van geneeskundige voorzieningen. Dit laatste afgestemd op het soort evenement.
Klimaatveiligheid
We krijgen steeds vaker te maken met weersextremen. Het is van groot belang dat we onze samenleving én leefomgeving bewust en weerbaar maken. Denk aan een klimaatadaptieve inrichting, het beschermen van vitale infrastructuur en kwetsbare groepen. Sturen op het verminderen van natuurbrandrisico en het zorgen voor voldoende schoon drinkwater in tijden van (extreme)droogte. Om de effecten van klimaatverandering te beperken zetten we in op een energietransitie. Nieuwe energiebronnen en -dragers brengen vaak ‘nieuwe’ risico’s met zich mee. Dat zijn risico’s waarvan kans op en het effect van een incident nog niet goed in kaart zijn gebracht. Denk aan de veiligheidseisen voor het gebruik van waterstof. Maar ook het grootschalig gebruik van zonnepanelen in combinatie met lithium- ion buurtbatterijen en/of batterijen in woningen (brandgevaar). Maar ook gebruik van geothermie en de uitwerking hiervan op de bodem (verstoring).
Waterveiligheid
De gemeente Echt-Susteren ligt aan de Maas. Bij hoogwater kan de waterveiligheid voor de dorpskern Roosteren en de buurtschappen Illikhoven en Visserweert in het geding komen. Naast de Maas vormen ook de beken in het zuiden van de gemeente een aandachtspunt als het gaat om hoogwater. Om deze gebieden te beschermen zijn de waterkeringen in de gemeente van belang. In het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma wordt regelmatig gecontroleerd of de waterkeringen nog goed functioneren en voldoen aan de normen. Deze taak ligt niet bij de gemeente Echt-Susteren maar bij het waterschap. Wel is de gemeente intensief bezig met het beleid en projecten zoals het Deltaprogramma Maas en Integraal Riviermanagement (IRM). Doel van dit beleid en deze projecten is het borgen van een waterrobuuste en veilige regio, nu en in de toekomst.
Digitale veiligheid
Digitale veiligheid (cyber security) is de praktijk van het beschermen van systemen, netwerken en programma’s tegen digitale aanvallen. Deze cyberaanvallen zijn meestal gericht op het openen, wijzigen of vernietigen van gevoelige informatie, het afpersen van geld van gebruikers of het onderbreken van normale bedrijfsprocessen. In een samenleving die steeds meer digitaal verbonden is, speelt digitale veiligheid in toenemende mate een rol. Daarmee vormt de impact op onze digitale veiligheid een belangrijk afwegingskader bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. We zien daarnaast het belang van het op een veilige en verantwoorde manier delen en ontsluiten van data. Zodat dit ten dienste staat van een goede en adequate hulpverlening. Denk hierbij aan data over de doelgroep en het aantal bewoners van een woonvoorziening bij een dreigende situatie.
Verkeersveiligheid
Verkeersveiligheid is een thema dat doorlopend onze aandacht zal blijven vragen. De manier waarop wij ons verplaatsen is continue in beweging. (Nieuwe) ontwikkelingen vragen onze aandacht. Zowel in de vorming van beleid als in het dagelijks gebruik van de openbare ruimte. Denk bijvoorbeeld aan nieuwe inrichtingsconcepten waarin meer prioriteit gegeven wordt aan meer duurzame vormen van mobiliteit (lopen, fietsen en ov) en minder prioriteit aan minder duurzame mobiliteitsvormen (zoals de auto). Maar ook aan de opkomst van nieuwe vervoersmiddelen (bijvoorbeeld zelfrijdende auto’s, fatbikes) die zich vermengen met de meer oudere verkeersdeelnemers.
Sociale veiligheid
Onder de term sociale veiligheid wordt verstaan de bescherming of het zich beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door of dreigt van de kant van menselijk handelen in de openbare ruimte. Een veilige leefomgeving bestaat uit bijvoorbeeld het bouwen van veilige bouwwerken. Het borgen van veiligheid in de openbare ruimte. Maar ook over effectieve hulpverlening. Een samenleving die zelfredzaam is en waarin kwetsbare groepen bescherming vinden. Het is uiteindelijk van belang dat onze samenleving blijft functioneren.
Ondermijnende criminaliteit
Criminelen schuwen het niet om legale partijen te beïnvloeden of te onderdrukken. Denk daarbij aan volksvertegenwoordigers, ambtenaren en onschuldige burgers. Daarbij passen criminelen soms ook zwaar geweld toe. Het effect is dat bovenwereld en onderwereld met elkaar verweven raken. Dit ondermijnt en bedreigt de samenleving en rechtsstaat. De gevolgen van ondermijnende criminaliteit zijn zichtbaar in onze fysieke leefomgeving. Denk aan de toename van brandgevaarlijke drugslabs en hennepkwekerijen. Het dumpen van drugsafval. Het verhandelen van drugs. Witwassen, afpersing, overvallen en zelfs afrekeningen in het criminele circuit. Daarmee vormt het voorkomen van ondermijnende kwaliteit een belangrijk afwegingskader bij de (her)inrichting van onze leefomgeving.
Echt-Susteren is een ondernemende gemeente en dat willen we blijven. Dit vraagt om een aantrekkelijk werkklimaat voor ondernemers om zich te vestigen en te (blijven) ontwikkelen in Echt-Susteren. Dit doen we door het bieden van gevarieerde werkgelegenheid en de beschikbaarheid, bereikbaarheid, verduurzaming en aantrekkelijkheid van onze werklocaties. We zien uitdagingen in het houden van balans tussen het draaiende houden van de arbeidsmarkt, in relatie tot de hiervoor benodigde arbeidskrachten. Deze balans speelt ook bij het behoud van ruimtelijke kwaliteiten van ons landelijke en natuurrijke buitengebied. Kijkend naar onze bestaande bedrijventerreinen dan is er een behoefte aan verduurzaming. Dit om kwaliteit te behouden en deze terreinen aantrekkelijk te houden voor onze bedrijven.
We zien ook uitdagingen in onze agrarische sector. Als gevolg van maatschappelijke opgaves en veranderende wet- en regelgeving staat deze sector onder druk. Een gezonde en toekomstbestendige agrarische sector is van belang voor onze gemeente. Niet alleen vanwege de economische activiteiten, maar ook voor het behoud van een vitaal en leefbaar buitengebied.
Kijkend naar de kwaliteiten van ons veelzijdige landschap, dan zien we kansen voor de ontwikkeling van recreatie en toerisme. Kansen liggen er in de doorontwikkeling van bestaande recreatievoorzieningen en kleinschalige verblijfsrecreatie. Bijvoorbeeld in combinatie met agrarische bedrijvigheid. Ook de fysieke beleefbaarheid van ‘Het Smalste Stukje Nederland’ biedt kansen op recreatief toeristisch gebied.

Figuur 42 Kaart ondernemend Echt-Susteren (op groot formaat beschikbaar via bijlage 5)
We beogen een duurzaam toegankelijk Echt-Susteren met werk en welzijn voor iedereen en een inclusieve arbeidsmarkt. We willen dat iedereen (naar vermogen) mee kan doen, maar het is ook noodzakelijk. Krapte op de arbeidsmarkt is een van de grootste uitdagingen voor onze economie. Bijvoorbeeld in sectoren als de zorg, het onderwijs en bij ons midden-en kleinbedrijf (MKB). Maar ook voor een succesvolle energietransitie en het verduurzamen van onze economie zijn veel arbeidskrachten nodig.
Om te anticiperen op ontwikkelingen zetten we in regionaal verband in op samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs, overheid en zorginstanties. Samenwerking is nodig om proactief te sturen op het in balans brengen van de vraag naar en het aanbod van werk (huidig en toekomstig). Daarnaast willen we het (onbenut) arbeidspotentieel zo goed mogelijk benutten door werkzoekenden en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kansen te bieden. Werken naar vermogen, met als doel uiteindelijk (betaald dan wel vrijwilligers-) werk te verrichten, is het uitgangspunt. Hiermee zetten we in op bestaanszekerheid en financiële zelfredzaam voor al onze inwoners.
Binnen de gemeente Echt-Susteren liggen een aantal bedrijventerreinen met bedrijven die een belangrijke functie vervullen voor de lokale en regionale economie en werkgelegenheid.
We willen bestaande bedrijvigheid graag voor onze gemeente behouden. Hiervoor is het van belang dat we de kwaliteit van onze bestaande bedrijventerreinen op hoog niveau houden. Revitalisering is hierbij de komende jaren noodzakelijk. Enerzijds omdat diverse uitbreidingen en verhuisbewegingen invloed hebben op de ruimtelijke kwaliteit. Anderzijds vragen de klimaatadaptatie en de energietransitie ook om ruimte op deze terreinen. Ook (sociale) veiligheid is belangrijk om onze bedrijventerreinen aantrekkelijk te houden. Samen met ondernemers zetten we in op het organiseren van parkmanagement.
In onze aanpak trekken we samen op met de gevestigde bedrijven. De gemeente stimuleert een verbreding van de thema’s waarop samenwerking plaatsvindt. Nieuwe onderwerpen zijn hierbij:
Het klimaatadaptief maken van (stenige) bedrijventerreinen
Het toewerken naar energie neutralere bedrijventerreinen
Het samenwerken in oplossingen voor netcongestie
We gaan actief aan de slag met het verbeteren van de openbare ruimte en realiseren van meer groen op bedrijventerreinen. Hittestress en wateroverlast worden bestreden. We zetten in op duurzaam en circulair ondernemen en het benutten van (grote) bedrijfsdaken voor zonnepanelen. Hierbij wel rekening houdend met netcongestie en de daarmee gepaard gaande teruglever-restrictie. We gaan inzetten op het matchen van verbruik, opwek en opslag.
Dankzij onze centrale ligging en daarmee een goede bereikbaarheid is Echt-Susteren een uitermate geschikte vestigingsplaats voor grootschalige bedrijvigheid. Vanuit economisch perspectief heeft ons dit veel gebracht. Opbrengsten stellen ons in staat om te investeren in de samenleving.
Naar de toekomst toe zien we deze focus verschuiven naar de revitalisering van bestaande bedrijventerreinen. Vanuit het vinden van balans, zowel vanuit arbeidsmarktperspectief als het behoud van ons landelijke en natuurrijke buitengebied, ontwikkelen we geen nieuwe bedrijventerreinen meer. Laatste concrete ontwikkelingen zijn daarmee de bedrijventerreinen die nu gerealiseerd worden (De Berk III) of het in ontwikkeling zijnde bedrijventerrein Het Vonderen. Op deze nieuwe bedrijventerreinen bieden we ruimte voor nieuwe ondernemers, op de Berk III met name voor lokale ondernemers. Met deze aanpak bieden we letterlijk ruimte aan bedrijven die op hun huidige locaties onvoldoende kansen hebben op groei en ontwikkeling.
Door verhuizingen ontstaat de gewenste ruimte voor revitalisering op bestaande bedrijventerreinen. Tegelijkertijd ontstaat er door deze verschuiving weer ruimte voor nieuwe ondernemers. Het bieden van ruimte voor verplaatsing van bestaande bedrijven binnen de gemeente draagt ook bij aan het oplossen van knelpunten rondom solitaire bedrijven. Deze bedrijven zijn veelal gevestigd in het buitengebied of aan de randen van onze kernen. Doorontwikkeling is op deze locaties niet mogelijk, wel de verplaatsing naar een bedrijventerrein.
Op de kantorenmarkt in Echt-Susteren is er in de afgelopen periode een steeds grotere mismatch ontstaan tussen vraag en aanbod van kwalitatief goede kantoorruimte. Het al schaarse aanbod dat er is, voldoet lang niet altijd aan de wensen van kantoorgebruikers. Kwaliteit van een kantoorlocatie, in de brede zin van het woord, wordt steeds belangrijker. Kantoren zijn steeds meer ontmoetingsplaatsen waar collega’s, opdrachtgevers, klanten en relaties samenkomen.
Wij streven ernaar dat kantoren zich binnen onze gemeente kunnen vestigen op goed ontsloten locaties in de nabijheid van infrastructuur en voorzieningen. Met voorkeur richten wij ons hierbij op aanvragen van starters en lokale ondernemers die vanwege de bedrijfsontwikkelingen (uitbreiding) naar een nieuwe locatie willen verhuizen. De inpassing van kantoren moet bijdragen aan een kwaliteitsverbetering van de ruimtelijke inrichting of een economische bijdrage leveren. Denk daarbij aan zichtlocaties (entreezone A2) en plekken waar door toevoeging van kantoren herontwikkeling kan plaatsvinden.
In de detailhandel is al tientallen jaren waarneembaar dat E-commerce groeiende is. Hierdoor staan fysieke winkels steeds meer onder druk. Het is van belang dat we blijven inzetten op het vitaal houden van de winkelcentra van Echt en Susteren. We hebben fors geïnvesteerd in nieuwe infrastructuur en parkeervoorzieningen en blijven zorgen voor een aantrekkelijke inrichting van onze openbare ruimte. Richting 2040 blijven we doorgaan om beide centra stevig op de kaart te zetten met een gerichte branding en door in te spelen op nieuwe trends en ontwikkelingen. We werken aan een sterke mix van functies in de centra met detailhandel, horeca, wonen en ook maatschappelijke functies. Voor het centrum van Echt streven we naar een optimale synergie met De Pannenfabriek. Waar mogelijk versterken we de compacte centra door gericht winkels en andere functies te verplaatsen naar de centra. We stimuleren en faciliteren ondernemers bij het organiseren van evenementen en andere activiteiten en bevorderen de samenwerking tussen ondernemers, vastgoedeigenaren en andere belanghebbenden in de centra. We blijven aandacht houden voor een goede bereikbaarheid van de centra, voor voldoende en hoogwaardige parkeervoorzieningen en voor een aantrekkelijke openbare ruimte. Dit alles om de beleving van de centra voor bezoekers en inwoners op een hoog niveau te houden. Onze centra moeten prettige plekken zijn waar je graag verblijft en elkaar kunt ontmoeten. Betaald parkeren willen we niet. De blauwe zone handhaven we en mogelijk breiden we deze uit daar waar dit vanuit verkeerskundige of economische overwegingen van belang is.
We werken aan een duurzame agrarische sector. Een sector die meer werkt vanuit kringlooplandbouw. Een vorm van landbouw die gebaseerd is op een economisch systeem van gesloten kringlopen waarin grondstoffen, onderdelen en producten hun waarde zo min mogelijk verliezen, hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt en systeemdenken centraal staat’.
Hiertoe zijn verschillende transitiepaden mogelijk. Denk hierbij aan innovatie middels hightech landbouw, zowel in gesloten en open systemen, duurzame landbouw, biologische landbouw, bredere (maatschappelijke) ondernemingen, natuur/landschapsbeheer of het stoppen van het bedrijf.
We gaan als gemeente proactief in gesprek met agrarische bedrijven om met elkaar te kijken naar de wijze waarop kan worden toegewerkt naar een toekomstbestendige sector. Om hier invulling aan te geven zien we de noodzaak van een gebiedsgerichte aanpak waarbij we samen met betrokken partijen en partners werken aan lokale en concrete oplossingen.
Multifunctionele landbouw gaat over landbouwbedrijven die er activiteiten bij doen die op een agrarisch bedrijf thuishoren, of die op die landbouwproductie voortbouwen. Het gaat om een breed scala aan activiteiten, onder meer: natuur- en landschapsbeheer, dag- en verblijfsrecreatie, educatie, dag- en verblijfsopvang (zorg), verkoop van eigen of streekproducten, kinderopvang, als ook combinaties van activiteiten.

Figuur 43 Multifunctionele landbouw
Als gevolg van maatschappelijke opgaves en veranderende wet- en regelgeving staat de agrarische sector onder druk. Voor het behoud van een vitaal en leefbaar buitengebied en economische activiteiten is een gezonde en toekomstbestendige agrarische sector van belang voor onze gemeente. We juichen hergebruik van voormalige (agrarische) bedrijfsbebouwing (VAB’s) in merendeel van de gevallen toe. Diverse hergebruiksvormen zijn mogelijk. Specifieke regelgeving voor hergebruik van VAB’s is te vinden in bijlage 2.
‘Het Smalste Stukje Nederland’ is breed genoeg om volop te genieten, ook in 2040. Ons veelzijdige landschap met haar pittoreske dorpjes met een uniek aanbod van cultuurhistorie maken Echt-Susteren tot een heerlijke plek om te wandelen en fietsen. Je beleeft de rust en ruimte en geniet van het bourgondische leven en de culinaire gerechten. Echt-Susteren vormt de ideale uitvalsbasis om ook de brede regio te verkennen.
Onze kwaliteiten maken Echt-Susteren tot een aantrekkelijke plek om te wonen en te recreëren. Daarnaast hebben we ook veel te bieden aan de toerist. Om onze recreatieve potentie te benutten zetten we in op het behoud van de kwaliteiten van ons veelzijdige landschap. Robuuste natuurverbindingen en waardevolle elementen in het landschap, zoals de steilrand, vormen de basis voor recreatieve routes en kleinschalige recreatieve functies. Het behouden en versterken van de kwaliteit van ons fiets- en wandelnetwerk heeft dan ook een hoge prioriteit. Specifiek zien we waarde in het zichtbaar maken van het toeristisch-recreatieve profiel van Echt-Susteren als ‘Het Smalste stukje Nederland’. Zowel in de profilering van onze gemeente. Maar ook als fysieke route waarbij je binnen een uurtje van België naar Duitsland wandelt. In ieder geval dienen routestructuren goed verbonden te zijn met onze kernen (met voorzieningen en horeca) en plekken van betekenis.
We zien daarnaast kansen voor de ontwikkeling van kleinschalige verblijfsrecreatie als verbredingsactiviteit, bijvoorbeeld bij bestaande (agrarische) bedrijvigheid. Bij voorkeur geven we ruimte aan initiatieven gelegen in de nabijheid van het recreatieve routenetwerk en/of in de kernrandzone. Functies dienen qua maat en schaal te passen bij de plek én de hoofdfunctie.
Voor onze bestaande recreatiebedrijven geldt dat we ruimte bieden om in te spelen op trends en ontwikkelingen in de sector zodat de kwaliteit van deze op niveau blijft.
Duurzaam ondernemen wordt steeds belangrijker. Als gemeente proberen we waar mogelijk dit proces te versnellen. De bedrijven waar mensen werken maken ook onderdeel uit van de leefomgeving. We verbinden de beleidsterreinen economie, duurzaamheid, onderwijs, arbeidsmarkt en werkgelegenheid en richten ons op een inclusieve samenleving. De juiste persoon op de juiste plaats.
Een belangrijke ontwikkeling is het toekomstgericht en duurzaam ondernemen, meestal circulaire economie en maatschappelijk verantwoord ondernemen genoemd. Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) draait het erom dat bedrijven ook onderdeel zijn van en een verantwoordelijkheid dragen voor de maatschappij. Hierbij werkt het bedrijf niet alleen voor winst (profit), maar hebben ze ook aandacht voor de mensen en samenleving (people) en een duurzame omgeving (planet). De consument verwacht dit ook steeds meer van bedrijven.
De wereld wordt geconfronteerd met een groeiende schaarste van grondstoffen. Tegelijkertijd groeit het bewustzijn dat we op een andere manier met de aarde moeten omgaan, om deze op de lange termijn leefbaar te houden en bijvoorbeeld extreme klimaatverandering tegen te gaan. Dat betekent dat we onze economie moeten omvormen om deze toekomstbestendig te maken. Toewerken naar een circulaire economie, waarin geen afval meer bestaat en alles wordt hergebruikt, wordt gezien als de beste kans om dit voor elkaar te krijgen. In 2040 is de circulaire werkwijze normaal.

Figuur 44 People (samenleving), Profit (winst), Planet (duurzame omgeving) (bron: jdmeier.com)

Figuur 45 Visiekaart Echt-Susteren 2040 (op groot formaat beschikbaar via bijlage 5)
In deze omgevingsvisie zijn voor onze gemeente de richting en ambities richting 2040 bepaald. De uitvoering hiervan strekt zich uit van korte naar lange termijn, afhankelijk van het opstellen van concrete plannen, maatregelen en financiering. Het initiatief ligt daarbij zeker niet altijd bij de gemeente. De omgevingsvisie biedt een handvat voor vernieuwing en initiatieven vanuit de samenleving en nodigt hier nadrukkelijk toe uit.
De omgevingsvisie vormt geen nieuwe start. Gemeente Echt-Susteren kent bestaand beleid dat ook na vaststelling van deze omgevingsvisie actueel blijft. Het uitgangspunt is: wat goed is, is goed. Een deel van dit bestaande beleid zetten we daarom onverminderd voort, dit blijft als onderdeel van de omgevingsvisie gehandhaafd. Dat komt omdat deze beleidsdocumenten:
Gedetailleerder zijn uitgewerkt dan de omgevingsvisie en daarmee beleidsmatig nog actueel zijn en blijven
Beleid bevatten die in het nog op te stellen omgevingsplan moeten worden vertaald of relevant zijn voor toetsing van verzoeken
Als (actie)programma gelden met een bijbehorend investeringsprogramma
Gebiedsgericht en meer operationeel van aard zijn
Een evaluatie nodig is, voordat een definitieve afweging over het betreffende beleid kan worden gemaakt.
Bij de periodieke actualisatie van de omgevingsvisie vindt daarom telkens de afweging plaats over de nog bestaande beleidsdocumenten en de op te stellen programma’s.
Het gedachtegoed van de Omgevingswet is gericht op integraal werken. Deze integrale benadering komt het best tot zijn recht vanuit een gebieds- en wijkgerichte benadering. Vanuit een integrale en gebiedsgerichte benadering ontstaan oplossingen die antwoord geven op de maatschappelijke uitdagingen waar we als gemeente voor staan. Antwoorden die passen bij de ambities uit deze omgevingsvisie. Integraal werken vraagt hierbij om multidisciplinaire teams waarin verschillende specialismen samenkomen en waarbij er nauw wordt samengewerkt tussen overheid, omgeving, ketenpartners en stakeholders. Vanuit dit gedachtegoed werken we als gemeente bijvoorbeeld met zogenaamde intaketafels.
Heeft u een initiatief (plan of idee)?
Dan kunt u uw initiatief bespreken en afstemmen met de gemeente. Is het initiatief wenselijk en haalbaar? Past het binnen de kaders van deze omgevingsvisie? En zo ja, wat is nodig voor deze ontwikkeling? Op die vragen krijgt u antwoord. Wij begeleiden u bij het uitwerken van uw plan en denken met u mee.
De Omgevingswet en de Omgevingsvisie Echt-Susteren 2040 zetten in op een integrale en gebiedsgerichte benadering van opgaves. De belangrijke opgaves en ambities komen centraal te staan. Deze benaderingswijze vraagt meer flexibiliteit en ruimte voor initiatieven. Daarentegen ligt er minder vooraf vast. Dit vraagt een andere manier van sturen door raad en het college. Namelijk niet enkel meer een toetsende rol, maar meer een regisserende en faciliterende rol.
Dat betekent ook iets voor de inrichting van het bijbehorende instrumentarium. Randvoorwaarden voor het bieden van meer ruimte en flexibiliteit is het borgen van een goede omgevingsdialoog waarbij in de planvorming zorgvuldig aandacht wordt besteed aan participatie mét en het creëren van draagvlak bij omwonenden en stakeholders. Hiertoe heeft onze gemeente separaat participatiebeleid vastgesteld: ‘Participatiebeleid gemeente Echt-Susteren 2022’.
De ambities, kaders en richtlijnen uit deze omgevingsvisie worden nader uitgewerkt in programma’s en/of een omgevingsplan. De bevoegdheid voor het uitwerken en vaststellen van programma’s ligt bij het college van B en W. Vanwege de doorwerking van omgevingsvisie op programma’s en de verdere doorvertaling van programma’s in het omgevingsplan betrekken we de gemeenteraad bij het opstellen van programma’s. De wijze waarop verschilt per onderwerp, gebied of thema. De bevoegdheid voor het vaststellen van omgevingsplannen ligt bij de gemeenteraad.

Figuur 46 Participatieladder gemeente Echt-Susteren
De gemeente heeft verschillende rollen bij het uitvoeren van de visie. Welke rol ze kiest, hangt af van verschillende factoren. Dit kan bijvoorbeeld samenhangen met het uitvoeren van wettelijke taken, wie eigenaar is van de grond, de opgave in het gebied en de hoeveelheid invloed die de gemeente heeft. We onderscheiden de volgende rollen:
De regisserende gemeente
De gemeente vindt samenwerking met andere partijen belangrijk, maar houdt wel de regie. Dit geldt bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van specifieke gebieden, zoals bijvoorbeeld bij de ontwikkeling en uitbreiding van bedrijventerrein De Berk of het gebied De Valk.
De faciliterende gemeente
De gemeente maakt ontwikkelingen mogelijk voor inwoners en bedrijven. Dit kan bijvoorbeeld door het opstellen van beleid in programma’s. Het wijzigen van het omgevingsplan. Het verlenen van vergunningen, het geven van subsidies en het meedenken in de beginfase van projecten.
De kaderstellende gemeente
De gemeente stelt regels en kaders op, bijvoorbeeld via het omgevingsplan of verordeningen. Dit kan bijvoorbeeld gaan over het bevorderen van gezondheid of het beschermen van bomen. Dit laatste via onze bomennota.
De uitvoerende gemeente
De gemeente zorgt ervoor dat de basis in de openbare ruimte op orde is. Dit betekent aanleggen, beheren en onderhouden van bijvoorbeeld wegen, openbare ruimtes, parken en (fiets)parkeervoorzieningen.
Onder de Omgevingswet heeft de gemeente verschillende instrumenten om haar taken uit te voeren.
Van omgevingsvisie naar programma’s
De denkrichting en doelen in de omgevingsvisie zijn redelijk globaal gehouden en vragen soms om een nadere uitwerking. Eén van de mogelijkheden daarvoor is het opstellen van programma’s. De aard van het programma kan verschillen:
Programma’s gericht op bescherming, beheer of ontwikkeling
Programma’s gericht op een specifiek gebied of project
Programma’s over thema’s zoals mobiliteit, energie, klimaatadaptatie, maatschappelijke voorzieningen of gezondheid.
Van omgevingsvisie naar omgevingsplan
Sinds het in werking treden van de Omgevingswet vormen de geldende bestemmingsplannen, verordeningen en beleidsregels van rechtswege het omgevingsplan. Gemeenten hebben tot eind 2031 de tijd om dit plan om te vormen tot een omgevingsplan dat in overeenstemming is met de Omgevingswet. We pakken de omvorming gefaseerd en gebiedsgericht aan. Voorlopig blijven veel regels intact. Deze zijn ook in de toekomst nodig. Juist waar regels bescherming bieden aan de te handhaven belangen blijven regels nodig. In andere gevallen is er ook ruimte om geleidelijk tot vereenvoudiging over te gaan en ruimte te bieden aan particulier initiatief en vernieuwing. Het einddoel is een beleid meer gericht op het behoud en versterken van kwaliteiten die er werkelijk toe doen.
Omgevingsvergunningen
Andere instrumenten die de gemeente gebruikt zijn het omgevingsplan en omgevingsvergunningen. Deze instrumenten bieden regels (het omgevingsplan) of officiële toestemming (de omgevingsvergunning) voor activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving. Bijvoorbeeld voor het bouwen van een gebouw of het kappen van een boom. Het omgevingsplan is bindend voor iedereen. De omgevingsvergunning is de toestemming van de overheid voor de uitvoering van bepaalde activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Omgevingseffectrapportage (OER)
Het kan zijn dat het nieuwe beleid uit de omgevingsvisie tot belangrijke veranderingen leidt. In Nederland is het dan verplicht om dit te toetsen met een milieueffectrapport (artikel 16.34 Omgevingswet). In een Milieueffectrapportage staat wat de gevolgen van een kaderstellend plan of programma zijn voor het milieu. Wanneer de gemeente een besluit moet nemen kan zij de informatie uit het milieueffectrapport meenemen in de besluitvorming.
Omdat de omgevingsvisie over de hele omgeving gaat, wordt in het milieueffectrapport ook gekeken naar de hele omgeving. Daarom heet het milieueffectrapport bij een omgevingsvisie een Omgevingseffectrapport (OER).
De Omgevingsvisie Echt-Susteren 2040 stelt echter géén kaders, of maakt geen initiatieven mogelijk, die m.e.r.(beoordelings)plichtig zijn. Ambities in de visie hebben weliswaar een sturend karakter, maar zijn nog niet locatiebepaald. Er is dan ook géén OER opgesteld.
Daar waar kaders concreter worden in programma’s of omgevingsplan wordt op dat moment indien noodzakelijk een milieueffectrapportage opgesteld.

Figuur 47 Instrumenten omgevingswet
Gemeente Echt-Susteren werkt intensief samen met haar partners en buurgemeenten. De gemeente Echt-Susteren ligt in Midden- Limburg, grenzend aan de gemeenten Roerdalen, Maasgouw én Sittard-Geleen. Als smalste stukje Nederland grenst Echt-Susteren zowel aan België (Maaseik) en Duitsland Waldfeucht en Selfkant.
Echt-Susteren werkt intensief samen met haar ketenpartners, buurgemeenten en regiosamenwerkingen. Om te kunnen voldoen aan alle taken die Echt-Susteren krijgt opgelegd vanuit de landelijke en provinciale overheid, maar ook om te blijven voldoen aan de kwaliteitseisen van de inwoners, werken we ambtelijk samen met gemeenten Maasgouw en Roerdalen. Dit doen we onder de naam: Servicecentrum MER.
Om het recreatief gebruik van de grensoverschrijdende natuur te bevorderen neemt Echt-Susteren, sinds 2002, deel aan het samenwerkingsverband Grenspark Maas-Swalm-Nette. Maar ook in Euregioverband Rijn Maas Noord werkt Echt-Susteren samen met 30 andere Nederlandse en Duitse gemeenten samen aan het versterken van contacten en aan samenwerking.
Samen met de zes andere Midden-Limburgse gemeenten (SML) werken we aan regionale opgaves op het gebied van duurzaamheid, klimaatadaptatie, een toekomstbestendige en circulaire economie en aan een gezonde en aantrekkelijke woonomgeving. Ter bevordering van de brede welvaart in de regio Midden-Limburg richten de Midden- Limburgse gemeenten zich samen met het Rijk, de provincie en het Waterschap Limburg, via de Regio Deal, concreet op drie thema’s: leefbaarheid, klimaat en landschap en economie, onderwijs en arbeidsmarkt. Ook voor wat betreft de woningbouw opgave werken we samen met de Midden-Limburgse gemeenten aan de ambities die zijn vastgelegd in de woondeal. SML streeft naar de juiste leefbaarheid op het gebied van wonen, leren, werken, shoppen, recreatie en toerisme.
Echt-Susteren is een van de aandeelhouders van Ontwikkelingsmaatschappij Limburg (OML). OML draagt bij aan de economische ontwikkeling van de regio Midden-Limburg en doet dit in samenwerking met gelieerde partijen, bedrijfsleven en overheden.
We werken graag en actief samen, maar dit betekent nadrukkelijk niet dat we geen eigen keuzes meer maken. We borgen in onze samenwerkingsverbanden op zorgvuldige wijze het belang van onze inwoners, ondernemers en gemeente.

Figuur 48 Samenwerkingen Echt-Susteren
Om de leefomgeving aantrekkelijk te houden en om invulling te geven aan (ontwikkel)opgaves en ambities, werken we vaak samen met andere partijen. Voor bouwactiviteiten in het Omgevingsbesluit waarvoor de gemeente het omgevingsplan wijzigt, is de gemeente volgens de Omgevingswet verplicht om kosten te verhalen op de initiatiefnemer van de bouwactiviteit. Dat geldt ook voor bouwactiviteiten die de gemeente buiten het omgevingsplan mogelijk maakt.
De Omgevingswet verplicht overheden om de kosten voor werken, werkzaamheden en maatregelen die toerekenbaar zijn aan een ontwikkeling proportioneel te verhalen op de initiatiefnemers die profijt hebben van de aanleg van openbare voorzieningen in het ontwikkelde gebied. De financiële bijdragen zijn bedoeld voor investeringen voor het verbeteren van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Dat kunnen gebiedseigen verbeteringen zijn en verbeteringen elders in de gemeente.
De wettelijke grondslag voor afdwingbare kostenverhaal en voor het overeenkomen van verplichtingen tot betaling van geldbedragen voor gebiedsontwikkeling is opgenomen in de Omgevingswet. Daarom is in de Omgevingswet in artikel 13.13 een specifieke grondslag voor een anterieure overeenkomst over kostenverhaal bij locatieontwikkeling opgenomen.
Artikel 13.22 van de Omgevingswet biedt een grondslag voor afspraken over een financiële bijdrage voor ontwikkelingen van een gebied bij een wijziging van het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Een vrijwillige financiële bijdrage gebiedsontwikkeling is een financiële bijdrage aan kosten van kwaliteitsverbeteringen die niet onder kostenverhaal vallen, maar wel bijdragen aan de kwaliteit van een gebied.
Hoe we het kostenverhaal en de financiële bijdragen gaan vormgeven en toepassen, wordt uitgewerkt in een Programma kostenverhaal en financiële bijdragen.
/join/id/regdata/gm1711/2025/6pdfc70d8129-043a-4ef5-9435-ccaa97384ff0/nld@2025‑03‑28;13
/join/id/regdata/gm1711/2025/6pdf2309fa26-ef44-4f36-bb20-e8632e25f870/nld@2025‑03‑28;13

Figuur 49 Processchema Omgevingsvisie Echt-Susteren 2040
In de inventarisatiefase zijn we gestart met de beleidsinventarisatie. We hebben in beeld gebracht welke beleidsdoelstellingen en ambities we hebben, zowel op nationaal, provinciaal, regionaal als lokaal niveau. Hiervoor heeft de ambtelijke organisatie het relevante beleid aangeleverd. Daarnaast hebben we de trends en ontwikkelingen die spelen geïnventariseerd. Denk hierbij aan veranderende woonbehoefte, veranderingen op het gebied van sport en gezondheid en de ontwikkelingen op het gebied van klimaatverandering en energietransitie.
We hebben gesprekken gevoerd met ketenpartners van de gemeente Echt-Susteren, zoals de Veiligheidsregio, Rijkswaterstaat, LLTB, Enexis, Gasunie en TenneT. Hieruit kwamen doelen en aandachtspunten naar voren op verschillende thema’s zoals energie, water, infrastructuur, landelijk gebied en gezondheid en veiligheid.
Vervolgens hebben we met inwoners, ondernemers en de raad een beeldvormende bijeenkomst gehouden, als start van ons participatieproces. Met circa 100 deelnemers was de avond in Sint Joost druk bezocht en merkten we dat het onderwerp leeft. De betrokkenheid was groot en de energie positief. Tijdens de avond hebben we stellingen met elkaar gedeeld en via de Mentimeter (online tool) kon iedereen in de zaal, in kernwoorden, zijn of haar stem laten horen.
In ons eerste product, het inventarisatiedocument, hebben we alle input gebundeld. Dit document is in mei 2023 gepubliceerd.
Het participatieproces gaat na de eerste bijeenkomst verder met een digitale enquête. Hieruit konden we in grote lijnen halen wat de inwoner van onze gemeente belangrijk vindt.
Vervolgens zijn we weer terug naar buiten gegaan. Deze keer in Maria Hoop, Echt en Roosteren. Met deze drie breng- en haalsessies hebben we eerst ‘gebracht’ welke lijn we tot nu toe hadden opgehaald. Daarna hebben we gebiedsgericht opgehaald wat de inwoner belangrijk vindt. Op één tafel lag een grote kaart van het buitengebied en de andere tafel ging over het stedelijk gebied. Middels verschillende ‘themabomen’ werd het gesprek op gang gebracht. De input is op kaart vertaald met post-its en stiften.
Deze werksessies hebben we vervolgens ook georganiseerd met de ambtelijke experts. We gingen in gesprek over dezelfde thema’s om te bespreken hoe zij kijken naar belemmeringen, kansen en opgaves. Tijdens een bijeenkomst met de raad werden het proces en de resultaten van de enquête gepresenteerd en daarna gingen de raadsleden in drie verschillende rondes in gesprek over de omgevingsvisie, om op te halen wat de raad belangrijk vindt. De ideeën en thema’s zijn met post-its en opmerkingen op kaarten aangegeven.
Om ook de kinderen binnen onze gemeente een stem te geven hebben we een Kidscollege georganiseerd. Hieraan deden basisscholen De Violier, De Driepas en In ’t Park mee. Leerlingen van groep 7 en 8 werd gevraagd mee te denken over de toekomst van de gemeente Echt-Susteren. Op verschillende creatieve manieren hebben leerlingen duidelijk gemaakt wat zij belangrijk vinden. Zo heeft de gemeente filmpjes gekregen en presentaties gezien, er is geknutseld en geplakt, getekend, een poster en een memoryspel gemaakt.
Alle input hebben we meegenomen om te komen tot de ‘Stip op de Horizon’. Een document waarin staat omschreven waar we als gemeente in 2040 willen staan. Hoe we willen wonen, werken en leven in onze gemeente. Dit document is in september 2023 vastgesteld door het college.
Na de zomervakantie 2023 zijn we gestart met het vormgeven van de koers van de omgevingsvisie. In deze stap hebben we bepaald welke doelen behaald moeten worden om de genoemde ambities in de Stip op de Horizon te realiseren. Hoe we concreet en gebiedsgericht omgaan met de thema’s en opgaves die op ons af komen. Wat zijn dilemma’s en kansen en welke keuzes moeten gemaakt worden? De koers is de inhoudelijke basis voor onze Omgevingsvisie Echt-Susteren 2040.
Om hiertoe te komen zijn van september tot oktober 2023 alle negen kernen van onze gemeente bezocht. Tijdens deze werksessies gingen we in gesprek over de kansen, dilemma’s en mogelijke oplossingsrichtingen voor verschillende opgaves. Op basis van stellingen over verschillende onderwerpen is opgehaald en besproken wat inwoners belangrijk vinden voor hun leefomgeving. Hierbij kwamen thema’s als wonen, leefbaarheid en gemeenschapszin, behoud van voorzieningen, werkgelegenheid, toerisme, recreatie en kwaliteit van het klimaat aan bod. Daarnaast is gesproken over opgaves op het gebied van de agrarische sector, het klimaat, de energietransitie en gezondheid.
Om ook de jeugd te betrekken, is er samengewerkt met het Connect College binnen het project 20-80 Learning. Dit is een praktische onderwijsvorm die ervoor zorgt dat leerlingen buiten de school treden en leren van de maatschappij en de dagelijkse praktijk. Havo- 5-leerlingen kregen de opdracht om een fictieve lokale partij op te richten en een partijprogramma te schrijven. De opdracht is in januari 2024 afgesloten met een debat in de raadszaal onder leiding van burgemeester Hessels.
Alles wat is opgehaald hebben we daarna vertaald tot themakaarten met daarbij ontwikkelrichtingen: concretere voorstellen voor de koers van de omgevingsvisie. In een ‘gemeente brede werksessie’ zijn de voorstellen gepresenteerd aan de inwoners, ondernemers, organisaties, verenigingen, ketenpartners, ambtelijke organisatie en raadsleden van de gemeente Echt-Susteren.
Dit deden we aan de hand van acht thema’s:
Landschap, natuurontwikkeling en agrarische ontwikkeling
Energietransitie en verduurzaming
Recreatie en toerisme
Ontwikkeling van de randen van de bestaande kernen
Wonen
Leefbaarheid, veiligheid en voorzieningen
Gezondheid, klimaatadaptatie en vergroening in de kernen
Werkgelegenheid en bedrijvigheid.
De deelnemers konden vooraf hun voorkeur aangeven voor een aantal thema’s en tijdens deze werksessies reageren op de voorstellen voor de koers.
In ambtelijke werksessies is per aandachtsgebied input gegeven vanuit de gemeentelijke organisatie en gereageerd op de koers en de gestelde ontwikkelrichtingen. Hierin is opgehaald wat de ambtelijke organisatie nodig heeft om met de omgevingsvisie te kunnen werken en te toetsen. De ontwikkelrichtingen zijn aangevuld om zo een volledige omgevingsvisie te kunnen schrijven.
Op basis van de opgehaalde input bij inwoners, ondernemers, stakeholders, raad en ambtelijke organisatie is de koers voor de omgevingsvisie vastgelegd in een beknopt ‘koersdocument’. Dit document geeft op hoofdlijnen aan hoe we richting 2040 invulling geven aan de opgaves die op ons af komen. Wat willen we behouden en wat willen we ontwikkelen? Dit document is voor de zomer van 2024 gepubliceerd en vastgesteld.
Aan de hand van alle opgehaalde input uit het doorlopen participatietraject werd gestart met het opstellen van de concept omgevingsvisie, met het koersdocument als basis. De opgestelde ontwikkelrichtingen zijn in de concept omgevingsvisie verder uitgewerkt tot een visie met beeld en tekst.
De concept omgevingsvisie is gedeeld met de ambtelijke organisatie, die hierop kon reageren tijdens werksessies opgedeeld over de verschillende aandachtsgebieden. De raad werd in een raadsconferentie bijgepraat over de concept visie en konden hun reactie geven.
Na publicatie van de concept omgevingsvisie zijn gesprekken georganiseerd met de ketenpartners, zodat ook zij konden reageren op de conceptversie.
In een beeldvormende bijeenkomst die georganiseerd werd kregen inwoners en ondernemers de kans om te reageren op de publieksversie.
Na de beeldvormende bijeenkomst gingen we over tot het opstellen van de ontwerp omgevingsvisie. Voor de kerst zijn de laatste aanpassingen verwerkt die volgden uit de reacties en werd de ontwerp omgevingsvisie ter inzage gelegd.
Na de terinzagelegging zijn de ingekomen zienswijzen beantwoord en is Omgevingsvisie Echt-Susteren 2040 via het college en vervolgens raad vastgesteld in het 3e kwartaal van 2025.
Als gevolg van de stikstof- en energieproblematiek, landelijke stimulering van bedrijfsbeëindiging en vergrijzing onder agrarische ondernemers zal de komende jaren sneller en meer agrarische bebouwing vrijkomen dan tot nu toe het geval is geweest.
Voor agrariërs die overwegen om hun agrarisch bedrijf te beëindigen, is perspectief op toekomstig erfgebruik nodig. Hoe duidelijker dat perspectief is, hoe beter zij keuzes over de toekomst van hun bedrijf en boerenerf kunnen maken.
Onder Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) wordt verstaan: voormalig agrarische gebouwen, binnen een agrarische bouwvlak, die niet meer als zodanig in gebruik zijn.
Een slagvaardige doelgerichte aanpak van VAB is nodig om leegstand en ondermijning te voorkomen, asbestdaken aan te pakken en te bevorderen dat de erftransities zoveel mogelijk bijdragen aan een toekomstbestendig, vitaal en leefbaar landelijk gebied.
In deze Omgevingsvisie behouden we de reeds bestaande mogelijkheden voor herinvulling van VAB-locaties. Daarbij bieden we aanvullende ruimte voor de ontwikkeling van woningbouw als compensatie voor de sanering van agrarische bedrijvigheid op locaties die niet toekomstbestendig zijn. Tevens bieden we extra ruimte voor sociale en economische functies, zonder daarbij afbreuk te doen aan een goede ruimtelijke kwaliteit.
De mogelijkheden voor het toevoegen van een nevenactiviteit (zorgtak, caravanstalling o.i.d.) in een leegstaand agrarisch bedrijfsgebouw op een nog functionerend agrarisch bedrijf zijn opgenomen in het tijdelijk omgevingsplan. Daar wordt in dit beleidskader niet op ingegaan.
Bij de beoordeling van een verzoek om herinvulling van een VAB-locatie worden de volgende zaken meegewogen:
Voorkeur gaat uit naar hergebruik door de agrarische sector;
Bij het bepalen van de mogelijkheden voor hergebruik van VABs is met name de ligging van een VAB van belang. VABs die dichtbij een woonkern liggen, in een lint of bebouwingscluster zijn gelegen bieden ruimte voor andere vormen van herontwikkeling dan VABs die gelegen zijn op grotere afstand van bestaande bebouwing. Aspecten zoals geluid en verkeersaantrekkende werking zullen dan met name bepalend zijn bij de herinvulling van een VAB. VAB-locaties die op afstand van een woonkern liggen zijn vaak beter geschikt voor een herinvulling die meer geluidsuitstraling en verkeersaantrekkende werking heeft;
Hoe is de VAB-locatie bereikbaar en ontsloten? Dit aspect bepaalt in grote mate de mogelijkheden voor herinvulling van de VAB-locatie;
Wat is de landschappelijke karakteristiek van de plek en op welke wijze houdt de nieuwe ontwikkeling hier rekening mee en versterkt de nieuwe ontwikkeling deze?
Welke cultuurhistorische waarde bevat de betreffende locatie en haar omgeving en op welke wijze houdt de nieuwe ontwikkeling hier rekening mee en versterkt de nieuwe ontwikkeling deze? Het gaat hierbij ook om zaken zoals de bescherming van houtwallen, oorspronkelijke boerenerven, gebouwen, heggen, historische beplantingen, bolle akkers, aanwezige zand- en akkerpaden, slootstructuren, leibomen, hoogteverschillen boomgaarden etc;
Welke natuurwaarden en doelen zijn in de omgeving van de nieuwe ontwikkeling te vinden. Op welke wijze versterkt de nieuwe ontwikkeling deze?
Op welke wijze draagt de nieuwe ontwikkeling bij aan de energietransitie en klimaat(adaptieve)doelstellingen en wordt rekening gehouden met de waterreserveringsdoelen?
Op welke wijze wordt geborgd dat de beoogde herontwikkeling geen belemmering vormt voor omliggende (agrarische) bedrijven en het agrarisch grondgebruik in de omgeving?
Om een goede inpassing te borgen dient iedere nieuwe ontwikkeling gepaard te gaan met een kwalitatief goed landschappelijk inpassingsplan met analyse en toelichting gebaseerd op de uitgangspunten die gelden voor het landschap van de betreffende locatie en waarmee zichtbaar wordt op welke wijze de ontwikkeling invulling geeft aan de genoemde opgaven.
Hergebruikmogelijkheden VAB in aansluiting op woonkern, in lint en in bebouwingsconcentratie
|
Aandachtspunten
|
Wonen | * Afbraak van minimaal 1000 m² aan gebouwen voor 1 woning. Bij minder m² geldt een kwaliteitsbijdrage op basis van het Programma Kostenverhaal.* Kwaliteitsbijdrage per woning op basis van Programma Kostenverhaal. |
Opslagactiviteiten* Statische goederen (denk aan stalling van auto’s, boten, caravans e.d.); | * Max. 1000 m² gebouwen.* Kwaliteitsbijdrage op basis van Programma Kostenverhaal is aan de orde bij een oppervlakte vanaf 500 m² gebouwen. |
Kleinschalige bedrijven in milieucat. 1 en 2 en milieucategorie 3.1 bedrijven die naar aard en omvang vergelijkbaar zijn met categorie 2 bedrijven; | * Tot maximaal 500 m² bebouwing.* Er wordt aangesloten bij de handreiking “Bedrijven en Milieuzonering”. |
Agrarisch-verwante bedrijven, zoals:* Hovenier | * Tot maximaal 500 m² bebouwing.* Verkeersaantrekkende werking is aandachtspunt. |
Agrarisch-technische hulp bedrijven | * Tot maximaal 500 m² bebouwing.* Verkeersaantrekkende werking is aandachtspunt. |
Kleinschalige verblijfsrecreatieve activiteiten zoals: * Minicamping * Camperplaatsen* Bed&Breakfast | * Een kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing is noodzakelijk om vraag en aanbod van verblijfsaccommodaties beter in balans te brengen en leegstand en verdringing te voorkomen.* Niet in LOG dan wel 250 meter zone rondom LOG. |
Kleinschalige dagrecreatieve activiteiten, zoals:* Outdooractiviteiten | * Niet in LOG dan wel 250 meter zone rondom LOG. |
Maatschappelijke voorzieningen zoals: * Zorgboerderij * Kinderdagverblijf * Buitenschoolse opvang* Dagbesteding ouderen en mensen met een beperking | * Niet in LOG dan wel 250 meter zone rondom LOG.* De behoefte aan de voorziening dient te worden aangetoond. |
Kleinschalige horecavoorzieningen zoals: * Terrasjes * Theetuinen * restaurants* Kleinschalige vergaderlocaties | Horeca tot maximaal categorie 2.Bij voorkeur aansluitend op recreatieve routes. |
Huisvesting arbeidsmigranten | Zie hiervoor de aparte beleidsnotitie. |
Zonnepanelen van daken op erf plaatsen | In aansluiting op regeling provinciale omgevingsverordening. |
Maneges | Door hun grote verkeersaantrekkende werking wordt dit type bedrijf bij voorkeur toegestaan in een VAB in een kernrandzone, op een goed ontsloten locatie. |
Hergebruikmogelijkheden VAB in overig buitengebied (dus niet in aansluiting op woonkern, lint en bebouwingsconcentratie)
|
Aandachtspunten
|
Overstappen of doorontwikkeling in land- en tuinbouw: * Landbouw gericht op maatschappelijke diensten * Natuurinclusieve landbouw * Agrarisch landschapsbeheer * Voedselgemeenschappen* Overstap naar nieuwe teelten zoals: vezelgewassen voor de bouw, houtproductie, veldbonen, lupine (eiwitrijke teelten), insecten en mest, sojavervanger in veevoeding. | * Passend binnen transitieopgaven en potentie van het gebied.* Aandacht voor het principe van “water en bodem sturend”. |
Wonen | * Afbraak van minimaal 1000 m² gebouwen voor 1 woning. Bij minder m² geldt een Kwaliteitsbijdrage o.b.v. Programma Kostenverhaal.* Kwaliteitsbijdrage per woning o.b.v. Programma Kostenverhaal. |
Opslagactiviteiten* Statische goederen (denk aan stalling van auto’s, boten, caravans e.d.); | * Max. 2000 m² gebouwen.* Kwaliteitsbijdrage o.b.v. Programma Kostenverhaal is aan de orde bij een oppervlakte vanaf 500 m² gebouwen. |
Bedrijven t/m milieucategorie 3.1 zoals: * Timmerbedrijf * Aannemersbedrijf* Loodgietersbedrijf | * Tot maximaal 1500 m² aan gebouwen; * Kwaliteitsbijdrage o.b.v. Programma Kostenverhaal is aan de orde bij een oppervlakte vanaf 500 m².* * Er wordt aangesloten bij de handreiking “Bedrijven en Milieuzonering”. |
Agrarisch-verwante bedrijven, zoals:* Hovenier | * Tot maximaal 1500 m² gebouwen.* Kwaliteitsbijdrage o.b.v. Programma Kostenverhaal is aan de orde bij een oppervlakte vanaf 500 m². |
Agrarisch-technische hulp bedrijven, zoals:* Loonwerker | * Tot maximaal 1500 m² aan gebouwen.* Kwaliteitsbijdrage o.b.v. Programma Kostenverhaal is aan de orde bij een oppervlakte vanaf 500 m². |
Kleinschalige verblijfsrecreatieve activiteiten zoals: * Minicamping * Camperplaatsen* Bed&Breakfast | * Een kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing is noodzakelijk om vraag en aanbod van verblijfsaccommodaties beter in balans te brengen en leegstand en verdringing te voorkomen.* Niet in LOG dan wel 250 meter zone rondom LOG. |
Kleinschalige dagrecreatieve activiteiten, zoals: * Outdooractiviteiten Maatschappelijke voorzieningen zoals: * Zorgboerderij * Kinderdagverblijf * Buitenschoolse opvang * Dagbesteding ouderen en mensen met een beperking | * Niet in LOG dan wel 250 meter zone rondom LOG. De behoefte aan de voorziening dient te worden aangetoond. |
Kleinschalige horecavoorzieningen zoals: * Terrasjes * Theetuinen * Restaurants* Kleinschalige vergaderlocaties | * Horeca tot maximaal categorie 2.* Bij voorkeur aansluitend op recreatieve routes. |
Huisvesting arbeidsmigranten | Zie hiervoor de aparte beleidsnotitie. |
Zonnepanelen van daken op erf plaatsen | In aansluiting op regeling provinciale omgevingsverordening. |
Maneges | Door hun grote verkeersaantrekkende werking wordt dit type bedrijf bij voorkeur toegestaan in een VAB in een kernrandzone, op een goed ontsloten locatie. |
Voorwaarden:
Er dient sprake te zijn van substantiële kwaliteitswinst, die onder meer bestaat uit het verminderen van verstening en het slopen van oude vervallen bebouwing;
Er mag geen buitenopslag plaatsvinden;
Overtollige bebouwing moet worden gesloopt. Het bepalen van wat overtollige bebouwing is, gebeurt in overleg met de gemeente. Hierbij staat het behalen van substantiële kwaliteitswinst centraal. Er wordt maatwerk geleverd. In een (anterieure) overeenkomst wordt dit vervolgens vastgelegd;
Het onbenutte bouwvlak vervalt, dus het bouwvlak moet worden verkleind. Dit kan ook in een toekomstige herziening van het omgevingsplan plaatsvinden;
Er mag geen detailhandel plaatsvinden;
Er mag geen bedrijfsverzamelgebouw ontstaan;
Er mag geen logistiek bedrijf worden gevestigd;
Er mag geen handelsbedrijf worden gevestigd;
De VAB-locaties in het buitengebied mogen geen concurrentie vormen voor onze bedrijventerreinen. Daarom blijft de maximaal nieuw te bouwen inhoud 50% van de te slopen bebouwing (inhoud). Onder deze maximale her te bouwen inhoud valt ook het verbouwen van bestaande stallen, waarbij het volume van de betreffende stal toeneemt. Een uitzondering hierop zijn glastuinbouwlocaties. Deze vragen om maatwerk.
Maximaal 500m² aan bedrijfsgebouwen mag worden ingezet zonder Kwaliteitsbijdrage op basis van het Programma Kostenverhaal, mits het gaat om her te gebruiken bedrijfsgebouwen en onder de voorwaarde van landschappelijke inpassing;
Bij uitbreiding van bebouwing op een VAB-locatie die landschappelijk aanvaardbaar is, is altijd een kwaliteitsbijdrage op basis van het Programma Kostenverhaal (financieel) van toepassing en zijn kwaliteitsverbeteringen in natuur en landschap vereist. Indien sprake is van uitbreiding van bebouwing ten behoeve van een niet-aan-het-buitengebied gerelateerd bedrijf is een hogere kwaliteitsbijdrage gewenst;
Nieuwbouw van bedrijfsgebouwen is alleen mogelijk indien er binnen het bestemmingsvlak een (bedrijfs)woning aanwezig is;
Indien er een bedrijf wordt gevestigd, wordt de bestemming van het perceel gewijzigd naar een bedrijfsbestemming / functie en wordt de woning een bedrijfswoning. Voorop blijft staan dat de eigenaar zelf altijd in de bedrijfswoning woont. De koppeling tussen het bedrijf en de woning (en de sociale controle) blijft op deze manier bestaan;
De (bedrijfs)gebouwen mogen alleen door degene die in de bijbehorende bedrijfswoning woont gebruikt worden. Dat geldt overigens ook voor bestaande gebouwen. Indien de eigenaar de (bedrijfs)gebouwen niet zelf gebruikt, mag hij/zij deze verhuren aan maximaal één ander persoon. Indien de eigenaar de bedrijfsgebouwen maar ten dele gebruikt, mogen de leegstaande delen/gebouwen niet verhuurd worden aan een ander. Het is dus niet toegestaan om de bedrijfsgebouwen of bijgebouwen te verhuren aan meerdere personen of meerdere bedrijven te vestigen op één VAB-locatie (niet zijnde aan huis gebonden beroepen);
Met ligging “in aansluiting op de woonkern” wordt een afstand van maximaal 100 meter tot aan een woonkern bedoeld.
Er kunnen zich gevallen voordoen waarbij strikte toepassing van het VAB-beleid leidt tot zeer onredelijke uitkomsten voor de belanghebbenden of doelen van onze gemeente. Hierbij gaat het om gevallen waarbij een omzetting van een agrarisch bedrijf zeer wenselijk is, maar niet volledig aan de gestelde eisen kan worden voldaan. In deze gevallen kan de gemeenteraad de hardheidsclausule toepassen om een specifieke omzetting tóch mogelijk te maken. Hierbij moet er altijd sprake zijn van meerwaarde.
De kern Echt is gelegen in het oude ontginningslandschap tussen de A2 en de spoorlijn. Ten noorden van Echt ligt bedrijventerrein De Berk en ten westen De Loop. Echt is de grootste plaats in de gemeente waar diverse voorzieningen aanwezig zijn. Al vanaf de Romeinse tijd wordt er permanent gewoond. In 950 werd Echt voor het eerst schriftelijk genoemd in een akte, toen nog geschreven als Ehti of Ettha. Vanaf de 13e eeuw ontwikkelt Echt zich tot een stad met stadsomwalling, poorten en stadsgrachten.Onder andere de Sint- Landricuskerk kenmerkt Echt. Ook het oude stadhuis aan de Plats uit 1820 is karakteristiek voor Echt. Deze werd in 1887 vervangen door een groter raadhuis dat in 2005-2007 is gerestaureerd. Heden ten dage zijn hierin diverse voorzieningen gevestigd zoals bibliotheek De Domijnen en een VVV Servicepunt. Het Karmelietessenklooster dat in 1879 werd gebouwd behoort ook tot de geschiedenis van Echt, evenals de keramische industrie, die in de tweede helft van de 19e eeuw sterk op komt. Hier vormen de dakpannen het belangrijkste product.
De kern Susteren is zuidelijk gelegen van Echt, tussen rijksweg N276 en het spoor. Het is gelegen in het oude ontginningslandschap. Via de oude, zuidelijke stadsgracht stroomt de Rode Beek. In Susteren zijn diverse voorzieningen aanwezig. Susteren telt bijna 7.500 inwoners. Het dorp heeft twee kerken, de Amelbergabasiliek en de Mariakerk, die beide behoren tot de Christus Salvator parochie. Susteren ligt landelijk en wordt omgeven door het Keurbos (Körbes), ’t Hout, IJzerenbos en Taterbos. Doordat het landschappelijk een overgangsgebied is (tussen het Zuid Limburgse heuvellandschap en het Midden Limburgse zandlandschap) komt er een gevarieerd aanbod van flora en fauna voor. Susteren is een forensendorp met aan de randen enige werkgelegenheid, waaronder op de bedrijventerreinen Wolfskoul en Dieterderweg. De woningbouw is voor een groot deel van na de laatste wereldoorlog. Rond het ovaalvormige marktplein uit de 11e eeuw, liggen twee monumentale historische gebouwen. Bijzonder zijn de vroeg-romaanse Amelbergabasiliek, het pand naast het kerkhof met sporen van de voormalige middeleeuwse parochiekerk en het molenhuis aan de Molenlaan, waar al in de 11e eeuw een watermolen lag. Aan de Rode Beek ligt de Volmolen en aan de Geleenbeek de Katsbekkermolen en de Poolmolen. Achter de basiliek en het kerkhof ligt een beeldentuin. Ook op andere plekken in het dorp is kunst te vinden. Er is een jaarlijkse kunstmarkt met een kunstroute. Het religieus en cultureel hoogtepunt is de zevenjaarlijkse Heiligdomsvaart, met kerkelijke vieringen en een openluchtspel waarin ongeveer honderdvijftig lokale spelers een rol hebben. De deels religieuze en deels historische stoet die dan door de oude straten van Susteren trekt is een echte publiekstrekker.
Dieteren is gelegen ten noordwesten van Susteren aan de andere kant van de N276 en is gelegen in het oude ontginningslandschap. Het is het kleinste kerkdorp van de gemeente en heeft ruim achthonderd inwoners. Het dorp ligt ten noorden van de kortste verbindingsweg tussen het Belgische Maaseik en de Duitse Selfkant. Verenigingen als schutterij St. Stephanus, fanfare Eendracht en carnavalsvereniging ‘De Lollige Buk’ maken het dorp tot een echte gemeenschap. Een belangrijke bezienswaardigheid is de Koppelberg, een motte of verdedigingsheuvel uit de middeleeuwen. Die ligt in een boomgaard. Boomgaarden zie je veel in het Dieterense landschap. Rond 1800 waren er zelfs meer boomgaarden dan huizen. Wegkruisen, een kapel en een Heilig Hart beeld herinneren aan het rijke Roomse leven. Op het oude kerkhof liggen de overblijfselen van de oudste parochiekerk. Aan de Rode Beek ligt de Dieterdermolen, de oude watermolen van Dieteren.
Pey is gelegen ten oosten van Echt en de buurtschap Schilberg en wordt van die laatste gescheiden door de N276. De kern ligt in het oude ontginningslandschap, waar de Vulensbeek ten westen van de kern doorheen loopt. Er liggen verschillende voorzieningen in de kern, en daarnaast zit je snel in Echt. De naam Pey komt voor het eerst voor op een kaart van 1803. Pey heeft een eigen parochie: Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen Pey, opgericht in 1859. Hiertoe behoren tevens de gehuchten Hingen, Pey, Schilberg en Slek.
Nieuwstadt is ten zuiden van de gemeente gelegen met de Duitse grens aan de oostkant en de gemeentegrens van Sittard- Geleen aan de zuidwestkant. De kern ligt in het beekdallandschap en wordt omringd door beeklopen van de Vloedgraaf en Geleenbeek. Daarnaast ligt ook het spoor ten westen van de kern. Nieuwstadt doet zijn intrede in de geschiedenis in 1242 en blijkt in 1277 een Gelderse stad te zijn, welke al stadsrecht in haar bezit heeft. Aan het eind van de middeleeuwen bloeide de lakenindustrie. Dit blijkt uit het gewandhuis op de markt en de volmolen. Het gewandhuis diende ook als stadhuis op de bovenverdieping. Op de begane grond, die open was, werd laken verhandeld. Voor het overige gold evenals in de aangrenzende stadjes, dat de bevolking grotendeels afhankelijk was van de landbouw. Met de stichting van de stad werd eind 13e, begin 14e eeuw ook de kerk van Nieuwstadt gebouwd. In deze tijd verdrong de gotiek het romaans. Toch kan men nog van een laat romaanse kerkgebouw spreken, ook wel Romanogotiek genoemd. Samen met de munsterkerk van Roermond vormt zij een belangrijk voorbeeld van deze laat middeleeuwse bouwstijl. Bijzonder is ook dat het westwerk tot in de 19e eeuw geen hoog opgaande toren heeft gehad; de klokken bevonden zich vóór de kerkvergroting in de twintiger jaren der 20e eeuw in een lager gedeelte terplaatse van het tegenwoordige laatste trafee van het middenschip. De vesting Nieuwstadt werd in de 16e eeuw voor het laatst hersteld. Ondanks de vele tegenslagen bleven van de vestingwerken de wal en poorten bestaan. Nu nog zijn ze in het stratenbeeld grotendeels terug te vinden.
Koningsbosch is ten zuidoosten van de gemeente gelegen en wordt aan de oost-, zuid- en westkant ingesloten door de grens met Duitsland. De kern is gelegen op het hoogterras en heeft een bijzondere structuur. Het bestaat namelijk uit een aantal woonlinten die naar elkaar toe zijn gegroeid. Sommige woonlinten zijn verdicht en uitgebreid en vormen nu het ‘centrum’ van Koningsbosch. Ten noorden van Koningsbosch ligt een zandsteenwinning. Koningsbosch is één van de jongste dorpen van de gemeente Echt-Susteren. Vanaf 1761 spreekt men in Echt van het nieuwe dorp of Koningsbosch. In 1861 zijn er oprichtingsplannen van een kerk te Koningsbosch voor de gemeenschappelijke buurtschappen Echterbosch, Spaanshuisken, Kantoor en Koningsbosch onder vermelding van de parochienaam Echterbosch, gevolgd door de installatie van de 1e pastoor Kelleners (gestart 7 januari 1862) als vicaris desservant. De bouw van de eerste kerk werd in 1867 voltooid, naar een ontwerp van de architect Pierre Cuypers uit Roermond. In 1927 werd de nieuwe huidige kerk in gebruik genomen, omdat het dorp expandeerde en de eerste kerk te klein was geworden. Omstreeks die tijd ontstaat de parochie naamsverandering Echterbosch - Koningsbosch. In 1871 werd de parochie door het bisdom erkend en in 1996 werd het 125-jarig bestaansfeest van de parochie Koningsbosch gevierd. De parochie kende een enorme groei na de oprichting van het klooster van Koningsbosch door de Zusters der Christelijke Liefde-Dochters van het Kostbaar Bloed, waarvan in 1873 de eerste steenlegging plaatsvond door pastoor Kelleners en enkele zusters namens moeder Seraphine, de eerste algemene overste.
Sint Joost is de meest noordelijke kern van de gemeente en ligt ten noordoosten van Echt, en daarmee ook van bedrijventerrein De Berk. Kijkend naar voorzieningen maakt Sint Joost voornamelijk gebruik van het aanbod in Echt. De kern ligt in het oude ontginningslandschap en ligt tussen de N276 in het westen en de Vulensbeek in het oosten. Tot 1989 was het dorp verdeeld tussen de gemeenten Maasbracht en Echt.
Sinds een gemeentelijke herindeling in dat jaar hoort het dorp bij de gemeente Echt. Het dorp is ontstaan rond het voormalig Caulietenklooster uit de 13e eeuw. Op de overblijfselen van het oorspronkelijke Caulietenklooster is de Kloosterhof gebouwd, een Rijksmonument. Deze is in 2014 grondig verbouwd en uitgebreid tot een zorgcentrum voor verstandelijk gehandicapten, het Thomashuis en de Herbergier, waar dementerende ouderen wonen.
De kloosterkerk, waar tot 1748 nog de heilige Mis werd gelezen, is afgebroken evenals het kapelletje dat gewijd was aan St. Joost. Dit stond ongeveer op de plaats waar in 2002 de huidige Theresiakapel werd gebouwd, op de hoek van de Bosweg en de Caulietenstraat. Aan de Schrevenhofsweg is Schrevenhof (’s Gravenhof) gelegen. Dit is van oorsprong een leenhoeve uit de 13e eeuw en was in het bezit van de graven en later hertogen van Gelre. De huidige gebouwen van deze hoeve stammen uit de 17e tot de 19e eeuw. Op 20 en 21 januari 1945 raakte het dorp zwaar beschadigd tijdens de bevrijding door de Britse troepen gedurende Operatie Blackcock. Op 2 mei 2015 werd op de hoek van de Schrevenhofsweg en de Heerdstraat een monument onthuld ter nagedachtenis aan de 17 Britse militairen die bij deze verbitterde slag om het leven kwamen. De huidige kerk van St. Joost, gebouwd in mergel, stamt uit 1959. Voordien fungeerde het gemeenschapshuis aan de Caulietenstraat als kerk. In 2015 is op de plek van het voormalige gemeenschapshuis een volledig nieuw gemeenschapscentrum gebouwd, Het Patronaat.
Roosteren vormde samen met Oud-Roosteren, Oevereind, Kokkelert, Visserweert en Illikhoven de voormalige gemeente Roosteren. Deze gemeente was ongeveer 750 hectaren groot. In 1982 fuseerde de gemeente met gemeente Susteren. Sinds 1 januari 2003 vormt Susteren samen met Echt de gemeente Echt-Susteren. Door die fusie ligt Roosteren nu formeel in Midden-Limburg. De Midden-Limburgse Maasdalhoeven maken van Roosteren een klein openluchtmuseum. Het Kasteel Eijckholt, vroeger een katholiek klooster, en kasteel Ter Borch zijn andere opvallende gebouwen. Roosteren is gelegen in het Maasdal en de Maas vormt in Roosteren de westgrens én meteen ook de landsgrens tussen Nederland en België. Waterwin- en natuurgebied De Rug scheidt Roosteren van de Maas en beschermt het dorp tegen hoogwater. Dat doet het tussen 1925 en 1934 aangelegde Julianakanaal ook. Het kanaal scheidt Oud-Roosteren van Roosteren.
Maria Hoop is de noordelijk gelegen kern op het hoogterras. Net als Koningsbosch bestaat de kern uit woonlinten die naar elkaar toe- en dicht gegroeid zijn. Rondom Maria Hoop ligt veel bebossing, waaronder het Annendaalsbos. De naam van de plaats Maria Hoop is pas officieel sinds 1953. Voorheen werd dit aangeduid als Diergaarde. Het was het jachtgebied van de graven en later hertogen van Gelre als zij in hun kasteel te Montfort resideerden. De huidige naam Maria Hoop heeft te maken met de vestiging van de paters Passionisten. Die stichtten hier in 1925 een klooster dat was toegewijd aan Maria der Heilige Hope. Bij Maria Hoop ligt de zeer interessante motteheuvel waarop in de middeleeuwen een mottekasteel heeft gestaan. De heuvel ligt bij de Boekhorstweg ten noorden van Maria Hoop. Het is een belangrijk archeologisch monument uit de 12e eeuw.
Aasterberg is gelegen aan de doorgaande weg van Maasbracht naar Roosteren, ter hoogte van Echt. De buurtschap is ingesloten tussen het Julianakanaal en de Oude Maas, een voormalige rivierarm van de Maas, en is dan ook gelegen in het Maasdal. Aasterberg bestaat uit zo’n 20 woningen.
Baakhoven ligt in het beekdallandschap en ligt niet ver van de A2 en aan de Geleenbeek op ongeveer 1,5 km van Susteren en ook 1.5 km van Dieteren. De buurtschap telt zo’n 15 woningen. Baakhoven ligt nog nét in de gemeente Echt-Susteren. Aan de westkant van de A2 ter hoogte van de buurtschap begint namelijk de gemeente Sittard- Geleen.
Berkelaar is gelegen ten noorden van industrieterrein de Berk in Echt en ten noorden van de A2. De buurtschap ligt in het oude ontginningslandschap en wordt aan de noordwestkant begrensd door het Julianakanaal. Er liggen zo’n 120 woningen in de vorm van twee aan elkaar gegroeide verdichte woonlinten. Het is ontstaan rond de hoeve van de Munsterabdij, het huidige Zwaantjeshof.
Echterbosch is gelegen aan de oostgrens van de gemeente op het hoogterras. Deze gemeentegrens is tevens de grens tussen Nederland en Duitsland. De oorspronkelijke buurtschap Echterbosch is vanwege praktische redenen in tweeën gesplitst en bestaat uit de buurtschappen Aan het Echterbosch en Echterbosch. Samen hebben ze ongeveer 40 woningen.
De buurtschap Gebroek ligt ten zuiden van Echt en wordt op dit moment nog van Echt gescheiden. Dit zal de komende jaren echter veranderen met de komst van een nieuw woongebied tussen Echt en Gebroek. Gebroek bestaat uit een aantal wegen die uit verschillende richtingen bij elkaar komen tot pleinachtige ruimtes, waardoor de buurtschap bestaat uit lintachtige bebouwing. Ten zuiden van Gebroek zijn ingesneden laagten herkenbaar van de Kanjelbeek. De buurtschap bestaat uit zo’n 80 woningen.
De buurtschap Heide is met haar 500 woningen vrij groot voor een buurtschap. Ze is geheel met Susteren aan elkaar gegroeid en ligt dan ook grotendeels binnen de bebouwde kom van Susteren. Echter door de ligging van de spoorlijn tussen Susteren en Heide is de buurtschap nog als zodanig te herkennen. Ten oosten van Heide ligt een vakantiepark waarnaast de golfbaan van Echt-Susteren ligt.
Hingen ligt ten noorden van de kern Pey en ten oosten van Echt. Hoewel Hingen tegenwoordig in de bebouwde kom van Echt ligt, wordt het als buurt van Pey beschouwd. In de buurtschap liggen zo’n 250 huizen. Het oostelijke deel van Hingen wordt doorsneden door de Vulensbeek.
De buurtschap Illikhoven is gelegen in het Maasdal op zo’n 200 meter afstand van de Maas. Het telt zo’n 40 woningen en bestaat uit één woonlint, georiënteerd op de straat Illikhoven. De buurtschap heeft een eigen bebouwde kom.
Kokkelert ligt ten westen van Roosteren en wordt hiermee gescheiden door de N296. Vlak langs de buurtschap stroomt de Maas. Kokkelert bestaat uit zo’n 30 huizen en is dus gelegen in het Maasdal. Door dijkversterkingen in 2018 ligt de dijk bij Kokkelert erg dicht tegen de Maas en bebouwing aan.
Een ander buurtschap dat onderdeel is van Roosteren is Oevereind. Dit ligt ten noordoosten van Roosteren en bestaat uit zo’n 20 woningen, gelegen tussen twee straten in, waarvan één met dezelfde naam als het Buurtschap. In Oevereind liggen diverse bedrijfsmatige functies gecombineerd met wonen.
De buurtschap Ophoven is gelegen iets ten zuiden van Aasterberg, aan de oostkant van de A2. Verderop, ten noorden, ligt Echt. Het bestaat uit slechts een 10-tal panden en wordt aan de noordkant begrensd door de Molenbeek. Daarnaast zijn er diverse boomgaarden te herkennen.
Oud-Roosteren is de oorspronkelijke kern van Roosteren en ligt tussen de A2 en de Geleenbeek. Dit dorpje ontstond waar de Rode Beek, de Suestra, en de Geleenbeek bij elkaar kwamen. Oud-Roosteren is een lintdorp en lijkt op een vroegmiddeleeuwse landbouwnederzetting. Hier lag ook de oudste kerk, die al in 1201 werd vermeld. In 1843 werd er een nieuwe kerk gebouwd in het gehucht Scheiereynde. Rond deze kerk ontwikkelde zich een nieuwe dorpskern, Roosteren. De buurtschap Oud-Roosteren bestaat uit zo’n 35 huizen.
Putbroek is gelegen nabij Maria Hoop, ten noorden van het Annendaalsbos. De Putbeek stroomt ten noorden van Putbroek. In 1931 was de buurtschap wereldnieuws. De moord op vier jongemannen uit Putbroek door de plaatselijke jachtopziener baarde toen veel opzien. Langs de Annendaalderweg staat een kruis als herinnering aan de plaats waar drie jongemannen na de moord werden gevonden. Een kruis in het bos herinnert aan de plaats waar het vierde slachtoffer werd gevonden. Op het kerkhof in Maria Hoop staat op hun gemeenschappelijk graf een monument. Putbroek bestaat uit zo’n 40 woningen.
Spaanshuisken is gelegen in het zuidelijke puntje van de gemeente tegen de Duitse grens bij Saeffelen. Er liggen zo’n 20 huizen. De buurtschap staat in de volksmond bekend als ‘Op de Boom’. Volgens de overlevering stond hier vroeger een oude lindenboom die zo dik was dat zelfs drie volwassen mannen hem met gestrekte armen niet konden omspannen.
Nadat de boom in de Tweede Wereldoorlog was kapotgeschoten, en iets later werd omgezaagd omdat hij dreigde om te vallen, werd het een verzamelplaats voor de jeugd. Ze ontmoetten elkaar ‘Op de Boom’, want de omgezaagde stam was zo dik dat je er met een heleboel personen tegelijk op kon gaan zitten. Al gauw werd de hele buurtschap in de omgeving van de voormalige lindeboom ‘Op de Boom’ genoemd. Tot op de dag van vandaag heeft het Spaanshuisken die bijnaam behouden. Ook het lokale café-cafetaria heet zo.
De buurtschap Schilberg heeft zo’n 720 woningen en is direct ten zuidoosten van Echt gelegen, tussen de spoorlijn en de rijksweg. De buurtschap is inmiddels tegen Echt en Pey aangegroeid en wordt alleen nog gescheiden door het spoor en de rijksweg. Ten noorden van Schilberg ligt Sportpark In De Bandert, waar diverse sport- en recreatievoorzieningen samenkomen. Schilberg wordt herkend aan de 7 kapelletjes, waarvan er vier 17e -eeuws zijn. Eén kapel is de geheel witte kapel Onze Lieve Vrouw van Schilberg uit 1961, maar de oorspronkelijke is nog veel ouder en wordt vervangen door deze nieuwe.
Slek ligt ten zuiden van Pey en ten zuidoosten van Echt en grenst in het westen aan de N276. De buurtschap heeft ca. 400 huizen. In de jaren tachtig waren er plannen voor een eigen kerk in het dorp, maar dat bleek niet haalbaar. In 2008 is als alternatief na vele jaren voorbereiding en maanden van bouwen de Sint Antonius Kapel in gebruik genomen.
Visserweert is een klein dorpje gelegen ten noorden van de buurtschap Illikhoven en ten oosten van de Maas. De buurtschap is een beschermd dorpsgezicht waar vroeger de visserij op de Maas was geconcentreerd. Er liggen zo’n 20 woningen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-135962.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.