Gemeenteblad van Bronckhorst
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bronckhorst | Gemeenteblad 2024, 63014 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bronckhorst | Gemeenteblad 2024, 63014 | beleidsregel |
Beleid bestaanszekerheid van gemeente Bronckhorst 2024-2027
Behorende bij raadsvoorstel met nummer: Raad-00913
De raad van de gemeente Bronckhorst;
gelezen het voorstel van het college van b en w van 5 december 2023;
besproken op de Politieke Avond van 18 januari 2024;
gelet op de Participatiewet, IOAW, Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) en IOAZ en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs)
Voor u ligt het nieuwe beleid bestaanszekerheid van gemeente Bronckhorst 2024-2027.
Met ons nieuwe beleid Bestaanszekerheid gaan wij inwoners die dat nodig hebben helpen bij het vinden van de noodzakelijke balans, zodat zij weer in staat zijn om na te denken over de dag van morgen. Deze inwoners kunnen dan weer beslissingen nemen die belangrijk zijn voor het dagelijkse leven, nu en voor de toekomst.
In Bronckhorst verdient iedereen een stevige basis op het gebied van taal, werk, wonen,
Zodat al onze inwoners kunnen nadenken over de dag van morgen
Bij bestaanszekerheid gaat het niet alleen om armoede en schulden, maar ook om gezondheid, kansengelijkheid en inclusie.
Het beleid heeft dan ook raakvlakken met verschillende onderwerpen, zowel binnen als buiten het Sociaal Domein.
De ondersteuning is mogelijk op verschillende manieren, passend bij de situatie van de inwoner. Dat kan zijn door middel van ons beleid met betrekking tot regelingen waar inwoners gebruik van kunnen maken, zodat de essentiële dingen in het dagelijks leven kunnen doorgaan. Belangrijk is daarbij het bieden van perspectief en hulp om de uitgaven weer in overeenstemming te brengen met de inkomsten. Waar mogelijk leiden we mensen toe naar werk. Daarnaast dragen we zorg voor mogelijkheden om mee te doen in de samenleving, zodat volwassenen en kinderen zich naar eigen mogelijkheden kunnen ontwikkelen.
Bij het uitvoeren van dit beleid zijn onze maatschappelijke partners, maar ook de ondernemers in Bronckhorst heel belangrijk, zij signaleren, kunnen zelf ondersteuning bieden of doorverwijzen. Samen met hen zullen we invulling geven aan de activiteiten in dit beleid.
Voor gemeente Bronckhorst en specifiek het Sociaal Domein, waar deze nota betrekking op heeft, zijn de mogelijkheden beperkt om direct invloed uit oefenen op de bestaanszekerheid van inwoners. De gemeente kan niet alle belemmeringen en tegenslagen in het leven van onze inwoners wegnemen. Als gemeente kunnen we bijvoorbeeld het lage inkomen dat een deel van onze inwoners heeft niet verhogen. Het inkomensbeleid en het hele stelsel van het sociaal minimum is een taak van het Rijk.
We kunnen wel ondersteunen bij onderwerpen die samenhangen met bestaanszekerheid (zie hoofdstuk 6 Context bestaanszekerheid), zoals:
Om tot dit beleidsplan te komen is een interactief proces doorlopen. Er is gesproken met het sociaal team, inwoners op markten, mensen bij verschillende organisaties die bij dit thema betrokken zijn, zoals de voedselbank, Humanitas en SchuldHulpmaatje.
Aandachtspunten die naar voren zijn gekomen in dit proces:
Armoede en bestaanszekerheid zijn zeer actuele thema’s. De volgende trends en ontwikkelingen zijn van invloed in gemeente Bronckhorst onder andere de vergrijzing, toename van armoede door onder andere de oorlogen in Oekraïne en Israël en de digitalisering van de samenleving.
Op basis van het interactieve proces, de trends en ontwikkelingen en de analyse van het huidige beleid zijn de volgende onderdelen naar voren gekomen om het beleid te vernieuwen. Er zijn 4 doelen geformuleerd, waar de nieuwe activiteiten zijn ondergebracht.
Door het vergroten van het gebruik maken van de regelingen kunnen we voorkomen dat inwoners in (grotere) financiële problemen komen. Dit doen we door de communicatie rond de regelingen te vergroten en aanpassingen aan de regelingen zelf. De communicatie wordt gericht op verschillende groepen, zoals ouderen, gezinnen, migranten.
Onderdelen van de communicatie zijn:
Een kaart van de gemeente waarop staat op welke plekken, inwoners terecht kunnen voor voorzieningen die betrekking hebben op bestaanszekerheid.
Veranderende gebeurtenissen, zoals het krijgen van kinderen, overlijden of een scheiding kunnen momenten zijn waarop bestaanszekerheid kwetsbaar wordt. In samenwerking met de organisaties in Bronckhorst (o.a. welzijnsorganisaties, huisartsen, ouderenorganisaties, kerken, werkgevers) gaan we aandacht schenken aan ondersteuningsmogelijkheden bij deze momenten. Hierbij wordt rekening gehouden met verschillende groepen, zoals ouderen, jongeren en migranten.
Voor alle regelingen dezelfde inkomensgrens hanteren. Dit geeft duidelijkheid voor zowel de inwoner, sociaal consulenten als externe partners.
Hoewel er door het kabinet verschillende maatregelen zijn getroffen om de koopkracht van huishoudens te herstellen, is het waarschijnlijk dat het voor veel huishoudens moeilijk blijft om rond te komen, ook in de komende jaren. Het is moeilijk te voorspellen welke effecten de mondiale ontwikkelingen hebben voor de bestaanszekerheid van onze inwoners in de toekomst. Het is vooral voor deze groep is belangrijk om te kunnen vertrouwen op de toekomst en helderheid te geven, daarom wordt voor alle regelingen de inkomensgrens van 130% gehanteerd.
Doelen 1 en 2 Voorkomen en Uitzicht op een beter bestaan
Cursus Budgetteren/Budgetcoaching, een laagdrempelige manier om mensen te ondersteunen om inzicht te krijgen om inzicht te krijgen in hun financiële situatie.
Voorlichting op scholen (Geldlessen), door op jonge leeftijd aandacht te besteden aan financiële plannen en keuzes maken, leren kinderen vaardigheden die op latere leeftijd hard nodig zijn.
Meedoen voor kinderen en jeugd (Armoedebestrijding jeugd; participatieregeling)
Een aanpassing van de uitvoering van het kindpakket. De ondersteuning heeft de volgende uitgangspunten:
Aanschaffen van producten en diensten
Een deel van de gelden van de Armoedebestrijding jeugd wordt besteed aan het Jeugdfonds Sport en Cultuur, dit zal worden voortgezet de komende jaren. Uit het Jeugdfonds Sport (JFS) of Jeugdfonds Cultuur (JFC) wordt de contributie en eventuele sportkleding/attributen betaald voor sport of cultuur. Ook is het mogelijk om eenmalig een vergoeding voor zwemlessen voor diploma A aan te vragen.
De komende jaren wordt samen met het Sociaal team en de combinatiefunctionarissen een impuls gegeven aan de mogelijkheden voor meedoen voor volwassenen, waarbij voor de invulling en uitvoering rekening wordt gehouden met ouderen en mensen die laaggeletterd zijn en/of beperkte digitale vaardigheden hebben.
In Bronckhorst vallen veel ondernemingen onder het Midden en Klein Bedrijf (MKB). Vaak worden dingen onderling opgelost met werknemers. We gaan met werkgevers verkennen hoe we de ondersteuning bij het financieel fit houden van hun werknemers kunnen versterken. Bijvoorbeeld bij de signalering van mogelijke financiële problemen of doorverwijzing naar hulp.
In dit beleidsplan nemen we u mee in de keuzes die de gemeente Bronckhorst in ieder geval voor de komende drie jaar maakt op het gebied van bestaanszekerheid. We nemen u mee in onze visie en doelen en schetsen hoe we deze doelen willen bereiken en het beleid beoordelen en bewaken. Met dit beleid hebben we een bredere insteek dan alleen armoede en schulden, zodat we in samenhang met andere beleidsvelden activiteiten kunnen ontwikkelen. In het paars zijn uitspraken opgenomen van inwoners en professionals als voorbeeld.
Het beleidskader sociaal domein ‘Gewoon meedoen’ 2019-2022 is het uitgangspunt bij dit nieuwe beleid. In het beleidskader Sociaal Domein is opgenomen dat we het armoedebeleid herzien. Dit is vormgegeven met dit bestaanszekerheid beleid; de actualiteit maakt dat we opnieuw afwegen wat inwoners nodig hebben om nu en op langere termijn een voldoende stevige basis te hebben.
Het huidige beleid bestaat uit de verschillende gemeentelijke regelingen (zie bijlage 2 voor een overzicht) en het beleidsplan schuldhulpverlening 2021-2025. Met dit nieuwe beleid willen we het huidige beleid versterken, verrijken en verbreden.
Dit beleid stelden we op na een terugblik op onze activiteiten van de afgelopen jaren, onderzoek en analyse van trends en ontwikkelingen en gesprekken met
Deze nota is op een interactieve manier tot stand gekomen. Gestart is met een inventarisatie van het huidige beleid door het huidige beleid in kaart te brengen en gesprekken te voeren met Sociaal consulenten, de wethouder en beleidsambtenaren van gemeente Bronckhorst over de uitwerking van het beleid.
Ook is gesproken met diverse organisaties die werkzaam zijn binnen Bronckhorst over de thema’s mantelzorg, vrijwilligers en bestaanszekerheid (zie bronnen). Met de meeste organisaties werd over alle thema’s gesproken, soms lag de nadruk op 1 of 2 thema’s.
De Participatieraad is betrokken geweest bij de totstandkoming van dit beleid en heeft gedurende het proces meegedacht en ideeën en onderwerpen aangedragen. Ook is er een bijeenkomst geweest met het kinderparlement. Zij hebben naar aanleiding van vragen hun ideeën gegeven.
Er is op diverse plekken met inwoners gesproken en bij de Voedselbank zijn gesprekken gevoerd met zowel de vrijwilligers als klanten van de Voedselbank.
Aandachtspunten die naar voren zijn gekomen in dit proces:
Een aantal (beleids)kaders vormt de basis van deze nota:
In bijlage 3 zijn teksten opgenomen uit deze kaders. De teksten zijn letterlijk overgenomen uit de bestaande stukken.
In dit hoofdstuk wordt ingegaan waar bestaanszekerheid voor Bronckhorst over gaat en wat de mogelijkheden zijn voor het sociaal domein om hierin te ondersteunen.
Een gebrek aan bestaanszekerheid hangt vaak samen met armoede en schulden.
Wat is bestaanszekerheid voor Bronckhorst?
Door verschillende organisaties worden verschillende definities gebruikt. Onderstaande definitie van Divosa heeft een brede insteek, waarbij recht wordt gedaan alle de verschillende aspecten van bestaanszekerheid.
Een bestaan met voldoende en voorspelbaar inkomen, een woning, toegang tot onderwijs en zorg en een buffer voor onverwachte uitgaven. Dit is nodig om mee te kunnen doen in de samenleving. (bron: Divosa)
Voor een gemeente en specifiek het Sociaal Domein, zijn de mogelijkheden beperkt om direct invloed uit oefenen op de bestaanszekerheid van inwoners. De gemeente kan niet alle belemmeringen en tegenslagen in het leven van onze inwoners wegnemen. Als gemeente kunnen we bijvoorbeeld het lage inkomen dat een deel van onze inwoners heeft niet verhogen. Het inkomensbeleid en het hele stelsel van het sociaal minimum is een taak van het Rijk.
We kunnen wel ondersteunen bij onderwerpen die samenhangen met bestaanszekerheid (zie hoofdstuk 6 Context bestaanszekerheid), zoals:
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de belangrijkste trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op bestaanszekerheid.
Onder meer als gevolg van de oorlog in Oekraïne is het voor veel inwoners moeilijker om rond te komen. Boodschappen en (energie)rekeningen zijn duurder geworden en de verwachting is dat de prijzen hoog blijven. De Rijksoverheid neemt een aantal maatregelen om de effecten van de inflatie te dempen om te voorkomen dat armoede in Nederland toeneemt.
‘Doordat mijn kinderen bij mij in huis wonen en werken, heb ik geen recht meer op huurtoeslag. Hierdoor heb ik weinig geld over per maand voor boodschappen. Mijn kinderen hebben geen kans op een woning en ik word steeds meer afhankelijk van mijn kinderen.’
De demografische cijfers laten zien dat 28% van de inwoners 65+ is in Bronckhorst (Bron: GGD Noord en Oost Gelderland, 1 januari 2022). Dit zal naar verwachting stijgen. De vergrijzing leidt tot een toename van het gebruik van verzorging en verpleging en een toename in het aantal mensen met dementie. Dit betekent dat voor bestaanszekerheid in Bronckhorst ouderen, en met name kwetsbare ouderen, een belangrijke groep is. Zeker omdat een deel van de inwoners in deze groep ook moeite heeft met de digitalisering van de samenleving. Vanuit het sociaal team is aangegeven dat ouderen meer gewend zijn om niet meer uit te geven dan er binnenkomt en te bezuinigen. Dat is een van de redenen waardoor deze groep minder snel in beeld komt.
Door de vergrijzing wordt de verhouding tussen personen in de werkzame leeftijd en AOW-gerechtigden steeds ongunstiger. Daarnaast is er een toenemende vraag naar arbeid, onder andere doordat de vraag naar zorg stijgt door de vergrijzing. Deze combinatie kan zorgen voor een structureel krappe arbeidsmarkt (bron: uwv). Dit betekent dat de meeste inwoners in de werkzame leeftijd de mogelijkheid hebben om te werken. Dit beleidsplan is ook op inwoners gericht die werken, maar toch onvoldoende financiële middelen hebben om rond te komen. Deze groep valt juist vanuit de bredere blik op bestaanszekerheid in onze aandachtsgroep.
Digitalisering van de samenleving
Niet iedereen kan meegaan met de digitalisering die onze samenleving doormaakt. Bijvoorbeeld ouderen en laaggeletterden hebben vaak moeite met zaken die ze digitaal moeten regelen. Ook voor sommige werkenden gaan de digitale ontwikkelingen te snel. Bij elkaar gaat het om een grote groep mensen. De vraag ‘Hoe zorgen we voor een inclusieve samenleving?’ wordt door digitalisering extra actueel (bron: SER).
Dit kwam ook naar voren in de gesprekken. Inwoners zijn niet altijd in staat om digitaal zaken aan te passen, zoals bijvoorbeeld toeslagen. Ook werd aangegeven dat er een groep is die dit ook niet meer zal kunnen leren, zij zullen altijd ondersteuning nodig hebben.
Door de oorlog in Oekraïne stijgen de prijzen van dagelijkse behoeften, zoals energie, benzine en voedingsmiddelen. Hierdoor kunnen huishoudens met een laag inkomen moeilijker rondkomen. Bovendien leggen vluchtelingstromen extra druk op de woningmarkt, waardoor ook dat aspect van bestaanszekerheid in de knel komt. Ook de oorlog in Israël kan gevolgen hebben onze economie.
Toename van vluchtelingen en statushouders
De verwachting is dat het aantal vluchtelingen en statushouders in Bronckhorst zal toenemen komende jaren. Deze groep loopt een hoog risico om langdurig in de armoede terecht te komen. Bij armoede en schulden spelen zaken als gebrekkige scholing, zwakke positie op de arbeidsmarkt, lichamelijke of psychosomatische klachten vaak een rol.
Mensen met een eigen woning, vermogen zit ‘in de stenen’
In gemeente Bronckhorst bestaat 71% van de woningvoorraad bestaat uit koopwoningen. Het vermogen van de inwoners zit in de woning en kan niet aangesproken worden. Dit kan betekenen dat mensen toch geldproblemen kunnen krijgen bij een laag inkomen.
De gemeente maakt afspraken met woningcorporaties over huisvesting voor de verschillende aandachtsgroepen.
In dit hoofdstuk komt een aantal onderwerpen aan bod die samenhangen met bestaanszekerheid. Om het beleid succesvol uit te kunnen voeren is het belangrijk om rekening te houden met deze factoren. Vaak spelen meerdere factoren een rol.
6,1% (CPB 2023) van de kinderen in Nederland groeit op in armoede. Dit is een landelijk percentage. In Bronckhorst is dit percentage waarschijnlijk iets lager omdat het gemiddelde inkomen iets hoger ligt. De inschatting is dat er ongeveer 300 tot 350 kinderen in Bronckhorst opgroeien in armoede. In 2022 hebben 207 kinderen gebruik gemaakt van het kindpakket. Opgroeien in armoede betekent veel meer dan dat hun ouders weinig geld hebben. Het zorgt ervoor dat zij zich op allerlei gebieden onvoldoende kunnen ontwikkelen.
‘Ik maak me zorgen over de winterkleding voor mijn kinderen’
De leefomstandigheden van (aanstaande) ouders en kinderen spelen een belangrijke rol bij een kansrijke start. Een deel van deze leefomstandigheden heeft te maken met bestaanszekerheid die onder druk staat (Bron: Pharos).
In gezinnen in armoede spelen vaak meerdere problemen op verschillende levensgebieden tegelijkertijd zoals scheiding, ziekte en baanverlies. Armoede heeft vaak een negatieve invloed op het verloop van andere problemen en verergert de situatie. Ouders lijden vaak onder stress, voelen zich psychisch steeds minder goed en worden onzeker over hun rol als ouder en opvoeder. Dat risico is vooral groot bij alleenstaande moeders die vaak weinig steun van hun omgeving krijgen. (Bron: Opgroeien en opvoeden in armoede, NJI, maart 2018)
Het gevolg kan zijn dat kinderen die in armoede opgroeien, arm blijven. Zij krijgen vervolgens zelf kinderen en de armoedecirkel herhaalt zich. Het opgroeien in langdurige armoede heeft effect op een goede hechting tussen ouder en kind. Daarnaast heeft langdurige armoede een negatief effect op de ontwikkeling (gedrag, leervermogen) van een kind. Dit negatieve effect is nog groter als armoede samengaat met een lage opleiding van ouders en er meerdere problemen zijn in een gezin.
Het langdurig ervaren van stress bij zowel ouders als kind heeft grote negatieve gevolgen voor de psychische en lichamelijke gezondheid gedurende het hele leven. Langdurige armoede blijkt een belangrijke risicofactor voor kindermishandeling. Vaak in combinatie met overbelasting door ervaren stress of andere risicofactoren (slechte huisvesting, werkloosheid e.d.).
Bovendien zijn jongeren (vooral jongens) die opgroeien in armoede makkelijker vatbaar voor criminele activiteiten. Er is een duidelijk verband tussen armoede en druk die er ligt op de jeugdhulp. Het is een uitdaging om deze doorlopende cirkel van armoede, schulden en kansenongelijkheid te doorbreken.
Tijdens de gesprekken is naar voren gekomen dat intergenerationele armoede ook in Bronckhorst voorkomt. Hoeveel precies is moeilijk te zeggen. Ook werd genoemd dat vaak ook de sociale omgeving van invloed is. Voor scholen is de vertrouwensband met de ouders heel belangrijk, het is belangrijk dat die in ieder geval in stand blijft.
Het kan voorkomen dat een huishouden met een hoger inkomen, minder overhoudt dan met een lager inkomen, nadat rekening is gehouden met alle noodzakelijke uitgaven. Bijvoorbeeld doordat er geen recht meer is op inkomensondersteunende regelingen.
Het dreigende verlies aan rechten en inkomsten, kan ‘werkende armen’ weerhouden om meer uren te werken. Ook is er een kans dat de niet-werkende partner van een bijstandsgerechtigde met een minimumuitkering minder gemotiveerd is werk te zoeken. De armoedeval houdt mensen tegen om te gaan werken. Dit is een ongewenste situatie, omdat de armoedeval een gevolg is van voorzieningen die het leven van mensen met de laagste inkomens juist moet verbeteren.
Hierbij onderscheiden we twee soorten armoedevallen, namelijk een armoedeval bij uitstroom uit een bijstandsuitkering naar betaald werk (werkloosheidsval/uitstroomval) en een armoedeval bij het meer gaan verdienen (doorstroomval). (Bron: rapport MER Bronckhorst, Nibud, 2023)
Financiële stress, gezondheid en gezondheidsvaardigheden
Uit onderzoek blijkt dat lang leven in armoede samen met de stress daarvan, gevolgen kan hebben op het denkvermogen van mensen. Hierbij daalt het IQ. Sommigen verliezen het overzicht en richten zich met name op het oplossen van problemen op korte termijn. Dit kan leiden tot steeds onverstandigere beslissingen, die grote gevolgen kunnen hebben op meerdere leefgebieden, zoals gezondheid en werk.
‘Mensen dichten het ene gat met het andere en hebben dan geen overzicht meer op hun financiële situatie’
Persoonlijke gezondheidsvaardigheden zijn vaardigheden van mensen om informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, te beoordelen en te gebruiken bij het nemen van beslissingen rond gezondheid. Ruim 25% van de Nederlandse bevolking heeft (zeer) beperkte gezondheidsvaardigheden. (bron: Pharos)
Eén van de eerste vragen is: ‘Ik moet nodig naar de tandarts, kan dat?’ Mensen hebben dan al heel lang pijn.
Een deel van de mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden is laaggeletterd.
Ongeveer 12% (geletterdheidinzicht.nl) van de inwoners van Bronckhorst heeft veel moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak hebben ze ook moeite om met de computer om te gaan. Basisvaardigheden zoals lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden bieden onze inwoners de mogelijkheid om (succesvol) deel te nemen aan onze maatschappij. Inwoners die deze vaardigheden minder bezitten, vinden bijvoorbeeld minder snel een baan of hebben minder grip op geldzaken. Een volwassene die laaggeletterd is, is geen analfabeet. Een laaggeletterde kan wel lezen en schrijven, alleen niet goed genoeg om helemaal mee te doen in de samenleving. Uit onderzoek blijkt dat 37% van alle laaggeletterden behoort tot de laagste inkomensgroep en dat zij in verhouding vaak (langdurig) arm zijn.
Laaggeletterdheid en digitale vaardigheden zijn o.a. naar voren gekomen in de gesprekken met Humanitas en SchuldHulpmaatje. Zij verwachten dat dit bij een aantal mensen naar niet meer aan te leren is.
Schulden ontstaan vaak doordat de overheid een te hoge verwachting heeft van de financiële redzaamheid. Inwoners die moeite hebben met lezen of rekenen weten vaak niet de weg te vinden naar (schuld)hulpverlening en regelingen. Onder schuldenaren is ongeveer de helft laaggeletterd.
‘Mensen komen vaak laat bij ons, als de problemen al groot zijn’
Armoede heeft negatieve gevolgen voor mensen en de samenleving als geheel. Het leidt tot gevoelens van minderwaardigheid, sociale uitsluiting en minder meedoen. Cruciaal is hierbij de schaamte. Veel mensen vinden het moeilijk om over hun geldzorgen te praten.
Vaak hebben mensen het er met niemand over gehad dat ze geldproblemen hebben, dan zeggen ze: ‘Ik heb niemand’
Dit kan grote negatieve gevolgen hebben, omdat er geen of te laat hulp wordt gevraagd. Hierdoor lopen relatief kleine achterstanden in snel tempo op tot problematische schulden en ontstaat er een vicieuze cirkel.
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de situatie in Bronckhorst. Er wordt inzicht gegevens in de cijfers over inkomen, inkomsten en mensen met een bijstandsuitkering.
Onderstaande cijfers gaan alleen over het inkomen en niet over huishoudens met
schulden. Vanaf 2022 werden de voorzieningen in Bronckhorst, als tijdelijke maatregel, beschikbaar voor huishoudens met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum. Vóór 2023 werden er verschillende inkomensgrenzen gebruikt voor verschillende regelingen. De cijfers zijn van 2021, dit zijn de meest recente cijfers op basis van gegevens van de belastingdienst.
Van de inwoners met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum, heeft:
Belangrijkste verschillen met het landelijke beeld zijn het percentage mensen met een pensioen (41% landelijk, Bronckhorst 59%) en het percentage mensen met een bijstandsuitkering (22% landelijk, Bronckhorst 9%).
In de tabel is ieder huishouden opgenomen die op een moment in een bepaald jaar een bijstandsuitkering heeft gehad. Als je alleen op 1 januari zou kijken dan ligt het aantal lager.
Het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering in Bronckhorst is stabiel. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt zou dit stabiel kunnen blijven, aan de andere kant is er sinds dit jaar een stijgende trend door met name een toename van statushouders. Deze trend kan zich ook voortzetten. Een deel van de inwoners met een bijstandsuitkering (ongeveer 25%) maakt al langere tijd gebruik van de bijstandsuitkering. Voor hen is het heel moeilijk om hier uit te komen. Het Sociaal team probeert deze inwoners toe te leiden naar vrijwilligerswerk, zodat zij toch mee blijven doen in de samenleving.
In de afgelopen jaren heeft de gemeente Bronckhorst al veel gedaan op het gebied van bestaanszekerheid. In dit hoofdstuk wordt teruggekeken op dit beleid.
Vroegsignalering schulden ‘Vroeg erop af’
In de afgelopen jaren is ‘Vroeg erop af’ opgebouwd. Er zijn drie consulenten van het Sociaal team, die hier focus op hebben. Het is een intensieve outreachende benadering van mensen met betalingsachterstanden. Door ‘Meedoen in Bronckhorst’ is een filmpje ontwikkeld om meer bekendheid te geven aan vroeg erop af: https://www.youtube.com/watch?v=quhZRvurgvE
Om te voorkomen dat betalingsachterstanden oplopen tot een problematische schuld, is het belangrijk om zo vroeg mogelijk te signaleren wanneer mensen vastlopen met hun administratie en het betalen van rekeningen. Hiervoor ontvangen we signalen van vaste lasten schuldeisers, zoals woningcorporaties, zorgverzekeraars, energie- en waterbedrijven, zodat betaalachterstanden in een vroeg stadium pro-actief, outreachend worden opgevolgd. Onder andere door het verrichten van huisbezoeken. Samen met de inwoner wordt gezocht naar een passende oplossing en wordt het betaalritme van de vaste lasten hersteld.
Sociaal Consulent van ‘Vroeg erop af’:
‘We sturen eerst een brief en daarna gaan we langs bij de mensen. Soms gaan we 8 keer langs bij iemand en bij het 8ste bezoek, accepteren ze onze hulp’
In 2022 waren er 580 meldingen van betalingsachterstanden. Het overgrote deel hiervan komt doordat mensen vergeten zijn te betalen, of doordat een rekening in de spam is terechtgekomen. In 562 gevallen gaat het om iets wat eenmalig niet betaald is. Er wordt een brief gestuurd en dan wordt het meestal opgelost. Als er meerdere meldingen zijn, dan wordt gekeken of er bij dit huishouden al een Sociaal consulent betrokken is. Vaak is dit het geval en wordt bij deze consulent aangegeven dat er meerdere meldingen zijn, zodat hier actie op ondernomen kan worden door de vaste consulent voor dit huishouden. In 2022 is 27 keer hulp geaccepteerd waarvan in zes gevallen financiële problemen snel opgelost konden worden, bijvoorbeeld door een betalingsregeling te treffen. In twee gevallen is doorverwezen naar schuldhulpverlening en in 14 gevallen naar een andere soort hulpverlening (van 4 gevallen is het onbekend). (Monitor vroegsignalering Divosa).
De Stadsbank en het ROZ (voor ondernemingen) voeren verschillende activiteiten uit op het gebied van schuldhulpverlening. Daarnaast hebben de stichtingen SchuldhulpMaatje en Humanitas vrijwilligers die inwoners ondersteunen, bijvoorbeeld met formulierenhulp. Een aantal activiteiten wordt kort beschreven in deze paragraaf. De Stadsbank heeft meer ruimte gekregen om meer preventief activiteiten uit te voeren, zoals jongeren ondersteunen bij geldvragen.
Het aantal trajecten voor schuldhulpverlening loopt op in de afgelopen jaren. Hoewel het verschil in absolute aantallen gering is geeft dit mogelijk wel een trend weer.
Aantal trajecten schuldhulpverlening door de Stadsbank:
2023: per oktober 11 (mogelijk nog 3-4 trajecten komende maanden).
Ondernemers doen een beroep op het ROZ voor advies of financiële hulp in het kader van het Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen) en andere ondernemersregelingen en
projecten. Op 1 oktober 2023 had de ROZ 20 ondernemers als klant (exclusief ondernemers met alleen een nog openstaand Tozo-krediet). Het ROZ heeft in 2022 15 intakes uitgevoerd en in 2023 (t/m Q3) 6. Door het ROZ wordt aangegeven dat problemen kunnen ontstaan doordat mensen privé uitgaven en zakelijke uitgaven niet goed gescheiden houden, waardoor er geen overzicht meer is.
In bijlage 5 is een illustratie opgenomen van het proces en activiteiten van de Stadsbank.
Budgetbeheer biedt ondersteuning bij het op orde krijgen van geldzaken van onze inwoners. Bij een indicatie voor een schuldregeling helpen zij ook met de opstart. Zij zorgen voor een financieel overzicht en het compleet maken van een schuldenoverzicht. Zij ondersteunen bij
het verkrijgen van financiële balans.
Er zijn 2 soorten budgetbeheer:
Budgetbeheer basis: richt zich op betaling van primaire vaste lasten: gas, water, licht, huur, hypotheek en zorgverzekering.
Budgetbeheer totaal: richt zich op betaling van alle vaste lasten.
Herfinanciering van schulden Sociale lening
Bij een herfinanciering is sprake van een (dreigende) problematische schuldensituatie en worden de schulden van de klant door de verstrekte lening in één keer volledig terugbetaald aan de schuldeisers. Deze lening wordt verstrekt als oplossing bij vroegsignalering of in een schuldhulpverleningstraject. De klant heeft na verstrekking van de lening nog één aflosverplichting bij de Stadsbank met een laag rentetarief. De hoogte van de lening is afhankelijk van wat de inwoner per maand kan aflossen in een termijn van 36 maanden.
Als het schuldbedrag te hoog is kan de inwoner in aanmerking komen voor een saneringskrediet.
De stadsbank heeft ook de mogelijkheid voor een sociale lening om bijvoorbeeld een nieuwe wasmachine te kunnen kopen.
In 2023 zijn, t/m oktober, 3 sociale leningen verstrekt. Er zijn geen herfinancieringstrajecten gestart, maar er waren wel 6 lopende herfinancieringen.
De Stadsbank kan ook ondersteunen bij geldvragen. Zij hebben een spreekuur op het gemeentehuis en gaan soms ook naar locaties waar inwoners vragen kunnen stellen die met geld te maken hebben.
‘Soms is het wel een dilemma, als je een afspraak hebt gemaakt over het invullen van een formulier en iemand vervolgens helemaal niet reageert. Dan is het wel de vraag; waar ligt de grens? Dit is vooral lastig als er ook kinderen bij betrokken zijn.’
Het sociaal team bestaat uit Sociaal consulenten die integraal samenwerken aan de uitvoering van de wetten binnen het sociaal domein. Dit betekent integraal samenwerken vanuit het uitgangspunt: één gezin, één plan en één regisseur. De consulenten werken gebiedsgericht, outreachend en dichtbij mensen. Uitgangspunt is de kracht van de inwoners en hun sociaal netwerk.
‘De Sociaal consulent van de gemeente helpt mij heel goed. Zij regelt allerlei dingen en ik kan haar goed bereiken. Vóór, tijdens en na mijn operatie is nu een gezin gevonden waar mijn zoontje tijdelijk terecht kan en wordt opgevangen.’
Combinatiefunctionarissen leggen verbindingen tussen sport en onder andere onderwijs, welzijn, cultuur en buitenschoolse opvang. Zij versterken sportverenigingen, brengen kunst en cultuur naar mensen toe en vergroten het aanbod van sport en bewegen te vergroten.
Zij hebben een belangrijke signaalfunctie en brengen bijvoorbeeld het welzijn van kinderen in beeld, samen met de school. Op dit moment wordt bijvoorbeeld een Leefstijlquiz uitgevoerd op alle scholen. Hierbij hebben zij alle kinderen gezien en onder andere gevraagd of zij hebben ontbeten en hoeveel tijd ze buiten spelen.
Vanaf 1 november 2022 is er binnen de gemeente een energiecoach om inwoners te helpen.
De energiecoach heeft alle inwoners die energietoeslag hebben aangevraagd, benaderd om te vragen of ze meer ondersteuning wilden bij energiebesparing. Ook kunnen inwoners een afspraak maken voor een bezoek aan huis. Samen wordt het energieverbruik en de energiekosten in kaart gebracht. De energiecoach gaat meteen aan de slag om energie te besparen, zoals het aanbrengen van tochtstrips, radiatorfolie en ledlampen. De energiecoach is voor iedereen op aanvraag beschikbaar. Indien er nog andere vragen zijn, legt de energiecoach verbinding met het Sociaal team.
De gemeente heeft verschillende regelingen om inwoners te ondersteunen.
Een overzicht van de huidige regelingen is opgenomen in bijlage 2. Het gebruik en inzet van de regelingen wisselt per regeling.
In 2022 is de inkomensgrens voor de regelingen verhoogd naar 130%. Vanwege de sterke inflatie stegen de kosten van levensonderhoud zodanig dat de Raad heeft gevraagd om de inkomensgrens te verhogen. Om de aanvraag zo eenvoudig mogelijk te houden is de hoogte van het inkomen niet opgenomen in deze administratie. De gemeente heeft alleen de huishoudens in beeld met een bijstandsuitkering. Er wordt voor de overige aanvragen wel getoetst, maar niet vastgelegd, welk inkomenspercentage de huishoudens hebben. Hierdoor is het niet mogelijk om, terugkijkend, het effect van deze verhoging inzichtelijk te krijgen. Alleen voor de energietoeslag was dit bij benadering inzichtelijk te krijgen.
Het aantal aanvragen voor het Jeugdfonds sport en cultuur neemt toe en zal naar verwachting verder toenemen. De regeling krijgt steeds meer bekendheid, mede door de inspanning van de combinatiefunctionarissen in samenwerking met onze partners zoals scholen en verenigingen.
Er wordt minder gebruik gemaakt van het Kindpakket dan verwacht. Het aantal kinderen wat gebruik maakt van de regeling neemt wel toe, maar er zou meer gebruik van gemaakt moeten worden, volgens de eerdere inschattingen. De regeling lijkt niet altijd passend te zijn bij de situatie. De jeugdgezondheidszorg organisatie geeft aan dat zij het kindpakket niet altijd helpend vinden. De bonnen hebben een bepaald bestedingsdoel die niet altijd aansluit bij het gezin. Het komt voor dat de bonnen verlopen, doordat een gezin tijdelijk met een stress-situatie te maken heeft. Ook is aangegeven dat de administratieve last voor zowel het sociaal team als de financiële administratie hoog is bij deze regeling.
Inwoners kunnen een tegemoetkoming aanvragen op het verplicht eigen risico bij gemaakte zorgkosten. Daarbij maakt het niet uit waar de inwoner verzekerd is. Deze regeling is in 2021 ingevoerd. Het is belangrijk dat mensen die dit nodig hebben gebruik maken van deze regeling, omdat dit anders een averechts effect heeft op gezondheid en schulden.
Het aantal huishoudens wat gebruik maakt van de participatiebijdrage blijft ongeveer gelijk.
Het verhogen van inkomensgrens naar 130% heeft niet het effect gehad dat er meer aanvragen zijn gekomen.
Conclusies en aanbevelingen minima effect rapportage Nibud
De gemeente heeft opdracht gegeven aan het Nibud om een minima effectrapportage uit te voeren. Dit onderzoek geeft inzicht in de effecten van het minimabeleid. Bekeken is welke groepen huishoudens in de gemeente goed profiteren van de verschillende inkomensondersteunende maatregelen en welke groepen minder goed. Ook maakt deze rapportage een eventuele armoedeval inzichtelijk. De teksten zijn grotendeels overgenomen uit de rapportage van het Nibud.
Het Nibud heeft van een aantal verschillende huishoudtypes berekend wat het effect is van de regelingen op de financiële situatie. Hierbij wordt uitgegaan van een aantal uitgangspunten. Het huishouden moet aan de volgende voorwaarden voldoen om op de berekende situatie uit te komen:
Welke huishoudens hebben het moeilijk?
Paren met twee oudere kinderen kunnen op bijstandsniveau de basisuitgaven (waaronder sociale participatie) (net) niet bekostigen. Een belangrijke oorzaak van de tekorten bij paren met oudere kinderen is dat paren de kosten van twee volwassenen moeten dragen (ten opzichte van een eenoudergezin). Voor paren met oudere kinderen komt daar bovenop dat oudere kinderen sterk op de begroting drukken. Deze kosten worden niet volledig gecompenseerd door (leeftijdsafhankelijke) kindgebonden toeslagen.
Paren zonder kinderen hebben een positief (maar wat lager saldo) op 100 procent. Ze houden 49 euro per maand over, mits ze aan alle drie de voorwaarden (zie tekst hierboven) voldoen.
Welke huishoudens kennen armoedevallen?
In de gemeente Bronckhorst hebben alle twee- of meerpersoonshuishoudens te maken met een doorstroomval op 140 procent van de geldende bijstandsnorm. Dit betekent dat een huishouden op een bepaald inkomensniveau minder overhoudt dan op het voorliggende, lagere inkomensniveau. Deze doorstroomval wordt veroorzaakt door de afbouw van landelijke regelingen en het wegvallen van de energietoeslag en de gemeentelijke regelingen: de tegemoetkoming van het eigen risico zorgverzekering en regelingen voor kinderen en participatie.
(Kleine) uitstroomvallen doen zich voor bij alleenstaande ouders met jonge kinderen op 110 procent. Dit komt door de kosten in verband met arbeid, zoals reiskosten en opvangkosten. En door het wegvallen van het recht op kwijtschelding van lokale lasten. Wel houdt dit huishouden per maand een budget over.
De aanbevelingen van het Nibud komen overeen met de bevindingen en aanbevelingen die voortkomen uit het interactieve proces en de evaluatie van de regelingen. De aanbevelingen hebben betrekking op: stimuleren van goed financieel beheer, toegankelijk maken van het gebruik van regelingen door regelingen onder de aandacht te brengen, zoals de regeling voor eigen risico voor de zorg. Het Nibud adviseert het inzetten van een ongedeeld budget voor de kosten van kinderen (regeling kindpakket), het ondersteunen bij het verlagen van energielasten en het verlagen van de huur. Daarnaast adviseren zij aandacht te hebben voor de ondersteuning van huishoudens die het moeilijk hebben.
In het sociaal domein staan we voor een brede basis waar inwoners zoveel mogelijk zelfstandig en met eigen verantwoordelijkheid deelnemen aan de maatschappij en helpen we waar dit niet lukt.
Bestaanszekerheid is een onderwerp dat de hele gemeente en gemeenschap aangaat. Door de hardnekkigheid en de moeilijkheid is iedereen nodig: inwoners, ervaringsdeskundigen, vrijwilligers, bedrijven, scholen en maatschappelijke instellingen. We zijn samen verantwoordelijk. De gemeente heeft een verbindende rol.
Er zijn nu al vele goede en waardevolle initiatieven om armoede aan te pakken en/of de gevolgen van armoede te verzachten. De verbinding, samenwerking en afstemming tussen al deze partners is een belangrijke sleutel tot succes.
Komende jaren willen we de samenhang en de samenwerking vergroten. Het versterken van ons bestaande aanbod, het aanbod laagdrempeliger maken en het ontwikkelen van nieuwe vormen van ondersteuning.
Directeur van een basisschool:
‘We zijn ons er steeds meer van bewust waar we allemaal geld voor vragen’
Gelijke kansen voor iedereen en mee kunnen doen. We moedigen kansengelijkheid aan en bieden hulp aan wie dat nodig heeft. Iedere inwoner verdient de kans zich maximaal te ontwikkelen. Wanneer het ontbreken van geld een hindernis vormt bij deze ontwikkeling, zetten we ons in om deze hindernissen weg te nemen.
Inwoners die het moeilijk hebben, helpen we met voorzieningen. We zetten nieuwe manieren in om mensen aan werk te helpen. Ook bieden we zorg aan de inwoners die dit nodig hebben. Ieder kind verdient de beste start van zijn of haar leven en een zo goed mogelijke kans op een goede toekomst. Met een uitgebreid lokaal en regionaal programma werken we aan het verkleinen van gezondheidsverschillen en aan het verbeteren van de sociaaleconomische situatie.
‘Voor mijn kinderen zijn er mogelijkheden om te sporten, maar ik zou graag zelf ook willen zwemmen. Dit zou goed zijn voor mijn gezondheid, vanwege mijn hernia’
Duurzaam stevige basis als vertrekpunt
Als de bestaanszekerheid onder druk staat, heeft dat vaak gevolgen voor andere leefgebieden. We zijn ervan overtuigd dat gezondheid, veiligheid, wonen, omgeving, inkomen, kansengelijkheid en meedoen elkaar beïnvloeden.
Uit onderzoek blijkt dat armoede en schulden uitzicht op een beter bestaan in de weg staan. Ze werken verlammend en remmen de persoonlijke groei. Voor onze inwoner met geldproblemen, is een stabiele en gezonde (financiële) situatie het belangrijkste. Vervolgens kan een taalcursus of hulp bij opvoeding aangeboden worden.
Vanuit dit startpunt ondersteunen we inwoners om stappen te zetten naar een betere toekomst. Het aanbieden van gelijke kansen en het bieden van uitzicht staan voorop. Om onze inwoners uitzicht te bieden op een beter perspectief ondersteunen we onze inwoners, waar mogelijk naar werk.
Bestaanszekerheid voor onze inwoners is een gezamenlijke opgave. Alleen een domeinoverstijgende aanpak, waarbij de verschillende beleidsterreinen, expertises, instrumenten en kansen samenhangend worden gecombineerd, leidt tot succes. Bestaanszekerheid raakt bijna alle terreinen waar we als gemeente verantwoordelijk voor zijn: zorg en gezondheid, onderwijs en cultuur, jeugd, financiën, werk en economie, wonen en kernen, veiligheid, inclusie en duurzaamheid. Komende jaren willen we de verbinding tussen de verschillende domeinen versterken, zodat een samenhangende aanpak ontstaat.
Het is belangrijk om zo vroeg mogelijk te signaleren als mensen niet weten hoe ze rekeningen moeten betalen of hoe de administratie werkt. Zo voorkomen we dat ze grote schulden opbouwen.
Als mensen zijn vastgelopen en (problematische) schulden hebben, is het lastig om hier uit te komen. Vaak ontbreekt het zogenaamde “doenvermogen” bij mensen die (financiële) stress ervaren. Mensen zijn dan niet meer in staat om zelf actie te ondernemen en hulp te vragen, terwijl dit wel nodig is. Daarom is een outreachende benadering soms nodig om mensen te helpen. Dat wil zeggen dat de gemeente of andere maatschappelijke partners de eerste stap zetten naar de inwoner met financiële problemen. Bijvoorbeeld door hier aandacht aan te besteden bij veranderende gebeurtenissen, zoals dit gebeurt bij het nieuw opgestarte relatiepunt.
Bestaanszekerheid heeft te maken met beeldvorming, stigmatisering en imago. Veel mensen met geldzorgen ervaren een drempel om hulp te vragen. Het vraagt veel moed om hierover te praten. Het overbruggen van het schaamtegevoel is de reden waarom een goede behandeling bij het (allereerste) contact heel erg belangrijk is. Een respectvolle benadering, vertrouwen en erkenning, positieve ondersteuning zonder oordelen, focus op eigen veerkracht en regie zijn daarbij noodzakelijk.
In de afgelopen jaren hebben we al veel gedaan om inwoners in bestaansonzekerheid verkeren, te helpen, zowel vanuit preventie maar ook als oplossing bij bestaande problemen.
De aanpak samen met onze inwoners en maatschappelijke partners gaan we verder versterken, verbinden en vergroten.
Preventie kent veel vormen en begint al bij onze jongste inwoners. Onze jongsten kansrijk geboren laten worden en gelukkig en gezond laten opgroeien is een investering in hun leven en in dat van hun kinderen.
Met preventie willen we de financiële zelfredzaamheid van inwoners vergroten en gezond financieel gedrag aanmoedigen. Het voorkomen van financiële problemen door budget coaching, het uit de hand lopen van schulden (vroegsignalering) of herhaling (recidive), draagt daar aan bij.
Het vroeg signaleren van betalingsachterstanden en beginnende schulden voorkomt dat problemen verergeren. De aanpak van beginnende schulden is in een vroege fase nog relatief eenvoudig en het effect is hoog.
Het doorbreken van de “cirkel van armoede” is een grote uitdaging bij de ontwikkeling van preventieactiviteiten. Wie eenmaal in deze “cirkel” belandt, komt daar moeilijk uit. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat de kans om in het 1e jaar uit de armoede te stromen ongeveer 60% is. Na dit eerste jaar daalt dit tot ongeveer 20%. Het is dan ook belangrijk dat we onze aandacht richten op preventie om te voorkomen dat onze inwoners in armoede terecht komen. En als dat toch gebeurt, onze inwoners ondersteunen om er zo snel mogelijk uit te komen. Het hebben of krijgen van betaald werk is belangrijk bij het doorbreken van deze cirkel.
Reken- en taalvaardigheden en digitale kennis, maar ook persoonlijke kenmerken en de sociale omgeving zijn van invloed op de financiële redzaamheid.
De complexiteit en het meer digitaal worden van onze maatschappij stelt eisen aan de basisvaardigheden (lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden) en de financiële (zelf)redzaamheid van mensen. Niet iedereen kan hieraan voldoen. Mensen die laaggeletterd zijn, een taalachterstand, een psychische of (licht)verstandelijke beperking hebben, hebben vaak moeite met het regelen van hun (geld)zaken. Niet iedereen kan dit leren. Dan biedt de gemeente de juiste hulp.
Communicatie is belangrijk bij het onderwerp bestaanszekerheid. Doelen zijn: meer begrip en het verbeteren van de vindbaarheid van ondersteuning. De boodschap en communicatiemiddelen sluiten aan bij de verschillende doelgroepen. We houden in onze communicatie rekening met laaggeletterdheid. Om schaamte te verminderen en geldzorgen bespreekbaar te maken zetten we ervaringsverhalen (verhalen van mensen die te maken hebben met armoede en schulden) in. Zoals het filmpje van Meedoen in Bronckhorst voor ‘vroeg erop af’. https://www.youtube.com/watch?v=quhZRvurgvE
De gemeente heeft mogelijkheden om mensen met weinig geld te helpen. We zetten ons in om deze regelingen en het gebruik van deze regelingen zo makkelijk mogelijk te maken. We zorgen dat meer werkende armen en ondernemers met een laag inkomen onze regelingen kennen.
Doel 2: Uitzicht op een beter bestaan
Wij willen kansengelijkheid vergroten en inwoners met een laag inkomen uitzicht geven op een beter bestaan. De aanpak verschilt per persoon. Voor de een is het werk, voor de ander een opleiding en voor een derde zijn of haar weg vinden in de moeilijke samenleving door het aanleren van (basis)vaardigheden. Of een combinatie daarvan. Hier werken we samen met onze inwoners en maatschappelijke partners aan.
We kijken vanuit de verschillende (leef)gebieden wat een huishouden nodig heeft om verder te komen. Uitgangspunt hierbij is om te kijken naar de talenten en de krachten van onze inwoner. We stimuleren de inwoner om zijn of haar talenten en krachten te ontdekken en te vergroten.
Professionals en vrijwilligers kunnen een grote rol spelen in het bevorderen van de eigen regie van onze inwoners, het aanspreken van kwaliteiten, het ontwikkelen van vaardigheden en het vergroten van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Het vergroten van deze eigenschappen draagt bij om stress en spanningen te verminderen, problemen op te lossen of stabiel te houden.
Financiële beperkingen kunnen leiden tot minder meedoen aan de maatschappij en sociale uitsluiting. Bij sociale uitsluiting raken mensen afgezonderd en vervreemd van de samenleving. Dat komt omdat ze minder mogelijkheden hebben om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten en sociale contacten te onderhouden.
Kinderen die opgroeien in armoede kunnen minder vaak meedoen aan sociale en culturele activiteiten. Kinderen kunnen zich hierdoor buitengesloten voelen. Volgens experts beperkt een kleine wereld met weinig rolmodellen en aanmoediging of hulp kinderen in hun ontwikkeling.
Iedere inwoner moet echt mee kunnen doen, los van zijn of haar financiële situatie. Iedereen verdient de kans om zich te ontwikkelen tot wie hij of zij kan of wil zijn.
Waar mogelijk zetten we ons in om te voorkomen dat mensen in armoede leven. Mensen die in armoede leven geven we uitzicht door bijvoorbeeld werk aan te bieden. Zodat zij zo kort mogelijk in armoede leven. Maar voor sommige inwoners is dat niet haalbaar. Wij vinden het belangrijk dat iedereen, los van de financiële situatie, mee kan doen aan sport, cultuur of andere sociale activiteiten.
Er moet niet alleen aandacht zijn voor bijvoorbeeld het oplossen van schulden of het verzachten van de armoede. Ook de omstandigheden of oorzaken die samenhangen met armoede of schulden zijn belangrijk. Denk aan gezondheid, de gezinssituatie, problemen rondom de woonsituatie, verslaving of psychosociale problemen.
Doel 4: Versterken van het netwerk waarin we samenwerken
Om de situatie van de inwoner volledig te bekijken, is samenwerking nodig. Het is belangrijk dat iedereen die onze inwoner helpt, elkaar weet te vinden en de juiste kennis inzet. Het karakter, de grootte en de verschillen van de problemen vraagt om samenwerking en gezamenlijke verantwoordelijkheid. We werken op veel verschillende manieren al met elkaar samen.
Het Sociaal team, Schuldhulpmaatje en Humanitas hebben de samenwerking versterkt en verstevigd om inwoners met hun administratie of hun (beginnende) schulden te ondersteunen. Waar mogelijk laagdrempelig met de inzet van vrijwilligers, als dit nodig is vanuit professionele ondersteuning.
Vaak is er sprake van armoede en schulden in samenhang met bijvoorbeeld psychosociale problemen of met de woon/leefsituatie. Er worden tussen de verschillende maatschappelijke partners afspraken gemaakt over de rol van de verschillende hulpverleners en hun verantwoordelijkheid. Er wordt gewerkt met het uitgangspunt één gezin, één plan, één regisseur.
Ook zijn er veel goede initiatieven van vrijwilligers, fondsen en instanties in Bronckhorst. De gemeente wil graag meer samenwerken met maatschappelijke organisaties en adviesraden, waaronder ook de besturen van kerken. Het is belangrijk de wisselwerking tussen deze partners en het sociaal team te versterken. Deze partners weten wat er speelt in onze kernen en welke problemen mensen met armoede en/of schulden hebben. Ook willen we met werkgevers kijken hoe we hierin kunnen samenwerken. De ondernemers van de gemeente bestaan vooral uit het MKB. Zij hebben geen personeelsafdeling die hier actief mee bezig kan zijn.
We passen de regelingen aan en zetten activiteiten in om bij te dragen aan de doelen in hoofdstuk 9. In dit hoofdstuk gaan we nader in op nieuwe activiteiten. Aan het eind van dit hoofdstuk is een overzicht opgenomen van alle activiteiten.
Vergroten van het gebruik van de regelingen
Door het vergroten van het gebruik maken van de regelingen kunnen we voorkomen dat inwoners in (grotere) financiële problemen komen. Dit doen we door de communicatie rond de regelingen te vergroten en aanpassingen aan de regelingen zelf. De communicatie wordt gericht op verschillende groepen, zoals ouderen, gezinnen, migranten.
Om het beleid succesvol uit te voeren is communicatie met inwoners en maatschappelijke partners erg belangrijk.
Onderstaande activiteiten worden uitgevoerd, waarmee de toegankelijkheid en bekendheid van de regelingen en ondersteuningsmogelijkheden worden vergroot.
Naast een website worden ook fysieke communicatiemiddelen ontwikkeld, zoals de voorzieningenkaart en informatie bij veranderende gebeurtenissen in het leven.
Samen met partners, zoals Meedoen in Bronckhorst, Stichting Present, Bibliotheek, zorgorganisaties, welzijnsorganisaties, ouderenorganisaties, scholen, kerken en bedrijven, gaan we een platform oprichten met een website, waarop alle initiatieven en regelingen in Bronckhorst te vinden zijn.
Dit platform heeft drie doelen:
Ondersteuning van de inwoners. Er zijn veel organisaties en inwoners die mensen met geldzorgen graag willen helpen. Maar waar vind je die? De regelingen van de gemeente bijvoorbeeld, maar ook de ruilkasten op de verschillende plekken in Bronckhorst. Inwoners en professionals kunnen zien wat er is in Bronckhorst.
Een kaart van de gemeente waarop staat op welke plekken, inwoners terecht kunnen voor voorzieningen die betrekking hebben op bestaanszekerheid. Ook kunnen de regelingen hierop onder de aandacht worden gebracht. Deze kaart geeft ook samenwerkingspartners inzicht in de voorzieningen in de gemeente. Deze kaart wordt jaarlijks vernieuwd.
Aandacht bij veranderende gebeurtenissen
Veranderende gebeurtenissen, zoals het krijgen van kinderen, overlijden of een scheiding kunnen momenten zijn waarop bestaanszekerheid kwetsbaar wordt. In samenwerking met de organisaties in Bronckhorst (o.a. welzijnsorganisaties, huisartsen, ouderenorganisaties, kerken, werkgevers) gaan we aandacht schenken aan ondersteuningsmogelijkheden bij deze momenten. Hierbij wordt rekening gehouden met verschillende groepen, zoals ouderen, jongeren en migranten. Komende periode start er een Relatiepunt, waar mensen terecht kunnen met vragen op het moment dat zij relatieproblemen hebben. Binnen deze pilot wordt ook aandacht geschonken aan de financiële vragen en ondersteuningsmogelijkheden.
Alle regelingen dezelfde inkomensgrens
Uit de evaluatie is naar voren gekomen dat het belangrijk is om voor alle regelingen dezelfde inkomensgrens te hanteren. Dit geeft duidelijkheid voor zowel de inwoner, sociaal consulenten als externe partners. Het is eenvoudiger en geeft hierdoor mogelijk een groter bereik. Dit geldt alleen voor de gemeentelijke regelingen en bijvoorbeeld niet voor kwijtschelding gemeentelijke belastingen, hiervoor worden door het GBTwente en GBLT(gemeente en waterschapsbelastingen) normbedragen gehanteerd.
Overigens geven we uitvoering aan de wettelijke mogelijkheid rond het vrijlaten van giften hiervoor hanteren we het maximumbedrag van €1200 per jaar (bijstandswetgeving).
Het afgelopen jaar is voor alle minimaregelingen een inkomensgrens van 130% van het minimum gehanteerd. Redenen waren de grote stijging van de inflatie waardoor de kosten van levensonderhoud zijn gestegen. Niet alleen de energielasten zijn voor veel inwoners hoger geworden, dit geldt onder andere ook voor brandstof, producten in de supermarkt en zorgkosten. Hoewel er door het kabinet verschillende maatregelen zijn getroffen om de koopkracht van huishoudens te herstellen, is het waarschijnlijk dat het voor veel huishoudens moeilijk blijft om rond te komen, ook in de komende jaren.
Het is voor de groep inwoners die gebruik maakt van de regelingen belangrijk om te kunnen vertrouwen op de toekomst en helderheid te geven, daarom wordt voor alle regelingen de inkomensgrens van 130% gehanteerd. Hiervoor zijn de volgende argumenten:
Het aantal aanvragen lijkt niet te zijn toegenomen door de inkomensgrens naar 130% te verhogen. Naar verwachting zal het niet heel sterk toenemen door de inkomensgrens op 130% te houden. De inkomensgrens is in 2022 verhoogd naar 130%. Uit de verschillen tussen 2021-2022 in bedragen en aantallen is hier geen direct effect uit te herleiden. De energietoeslag is een zeer succesvolle regeling geweest qua bereik. Hiervan waren ongeveer 90 aanvragen tussen de 120% en 130%. Bij deze regeling was geen sprake van een vermogenstoets. Wanneer er wel een vermogenstoets wordt toegepast, zoals bij de minimaregelingen, blijft hier een deel van over die een aanvraag zouden kunnen doen. Inwoners die de energietoeslag hebben aangevraagd zijn ook gewezen op de mogelijkheid van de minimaregelingen, maar ook in 2023 lijkt er geen grote toename te zijn van het aantal aanvragen (1 november 2023).
Het Nibud heeft bij haar onderzoek, de energietoeslag over 2023 meegerekend. Hoewel de energiekosten niet meer zo hoog zijn als vorig jaar, zullen ze naar verwachting een stuk hoger blijven dan voorheen (zie onderstaande tabel). Of en hoe in 2024 ondersteuning wordt gegeven aan kwetsbare huishoudens met hoge energiekosten is nog onduidelijk.
De participatiebijdrage is nu een bijdrage voor deelname op het gebied van sport en cultuur. We gaan de omschrijving verbreden, zodat o.a. ook openbaar vervoer hiervan betaald kan worden.
Doelen 1 en 2 Voorkomen en Uitzicht op een beter bestaan
Cursus Budgetteren/ Budgetcoaching
Een laagdrempelige manier om mensen te ondersteunen om inzicht te krijgen in hun financiële situatie. Om te voorkomen dat mensen financiële problemen krijgen organiseren we een cursus. De doelstelling van de cursus is, dat inwoners meer financieel zelfredzaam zijn. Uit ervaring is gebleken dat het moeilijk is om voldoende deelnemers aan een dergelijke cursus te vinden. Hier spannen we ons extra op in. De cursussen zijn gericht op bepaalde groepen inwoners, zodat het beter aansluit bij de behoefte van die groep inwoners. Bijvoorbeeld ouderen, laaggeletterden, migranten en jongeren. Hiervoor is samenwerking met de diverse partners belangrijk en ook aansluiting bij bijvoorbeeld het relatiepunt en andere activiteiten rond veranderende gebeurtenissen van inwoners.
Voorlichting op scholen doormiddel van geldlessen
Door geldlessen op scholen te organiseren leren kinderen om eigen weloverwogen keuzes te maken. Wat doe je, als al je vriendjes hun zakgeld uitgeven aan snoep, maar jij wilt eigenlijk sparen voor iets groters? Of als je graag iets wilt kopen, maar je hebt niet genoeg geld?
Door op jonge leeftijd aandacht te besteden aan financiële plannen en keuzes maken, leren kinderen vaardigheden die op latere leeftijd hard nodig zijn.
Voor meedoen zijn er verschillende mogelijkheden voor ondersteuning vanuit de regelingen.
In deze paragraaf wordt een onderscheid gemaakt tussen kinderen en volwassenen, omdat daar verschillende mogelijkheden voor zijn.
Voor kinderen is er de participatiebijdrage, het Jeugdfonds Sport en Cultuur en het kindpakket.
Deelnemen voor kinderen en jeugd (Armoedebestrijding jeugd)
Uit de evaluatie is naar voren gekomen dat de regeling van het kindpakket aangepast moet worden om beter te voldoen aan de behoeften van onze inwoners. Het Nibud adviseert het toepassen van een onverdeeld budget, zodat het budget beter benut kan worden en er meer bestedingsruimte komt bij de gezinnen.
De ondersteuning heeft de volgende uitgangspunten:
Aanschaffen van producten en diensten
Voordeel is dat het toegankelijker wordt, omdat de onderdelen niet apart aangevraagd hoeven te worden. Ook sluit het beter aan bij de behoefte van de kinderen en hun ouders. Zowel de producten en diensten zelf, als het moment waarop deze nodig zijn.
Kinderen ontwikkelen zich verschillend en de behoeften zullen ook verschillend zijn per leeftijd. Daarnaast geeft het flexibiliteit in het aanbod doordat (nieuwe) producten en diensten toegevoegd kunnen worden als daar behoefte aan is.
Een nadeel is dat de uitvoering waarschijnlijk alleen digitaal mogelijk is. Dit kan een drempel zijn voor inwoners (ouders van kinderen) die minder digitaal vaardig zijn of geen beschikking hebben tot de benodigde apparaten (laptop, tablet). Bij het uitwerken van deze regeling wordt gekeken hoe inwoners hierbij ondersteund kunnen worden. Bijvoorbeeld door het sociaal team, vrijwilligersorganisaties en/of de bibliotheek.
De regeling wordt samen met het Sociaal team en de combinatiefunctionarissen ontwikkeld, zij staan dicht bij onze inwoners. Op deze manier zorgen we ervoor dat de nieuwe invulling past bij de behoefte van de inwoners in Bronckhorst en het de huidige administratieve last voor het sociaal team en de financiële administratie zal verlichten.
Er zijn gesprekken gevoerd met MooiLokaalPas (hierhe´jwat!). Deze kaart is een betaalmiddel en kan bij 118 ondernemers in Bronckhorst worden gebruikt, o.a. bij zwembaden, kapperszaken, speelgoedwinkels, fietsenwinkels. Deze kaart kan door iedereen in Bronckhorst gebruikt worden, hierdoor kun je niet zien dat deze betaald wordt vanuit deze regeling.
Deze kaart kan gebruikt worden voor de uitvoering. Uit de gesprekken zijn twee opties naar voren gekomen voor de uitvoering:
Het budget op de kaart zetten. Het gebruik van de kaart beperken tot winkels, ondernemingen en verenigingen die producten of diensten hebben die passen bij de doelstelling van de regeling (geen slijters bijvoorbeeld). Een webpagina en een boekje met de winkels waar de pas gebruikt kan worden. De uitgaven kunnen gemonitord worden.
Een website ontwikkelen met specifieke producten waaruit gekozen kan worden. Het geld wordt na goedkeuring op de pas gezet waarna het uitgegeven kan worden bij de betreffende winkel. Dit vergt wel (veel) meer administratie, afspraken met de betreffende winkels en organisaties en inzet van het sociaal team.
Een deel van de gelden van de Armoedebestrijding jeugd wordt besteed aan het Jeugdfonds Sport en Cultuur, dit zal worden voortgezet de komende jaren. Uit het Jeugdfonds Sport (JFS) of Jeugdfonds Cultuur (JFC) wordt de contributie en eventuele sportkleding/attributen betaald voor sport of cultuur. Ook is het mogelijk om eenmalig een vergoeding voor zwemlessen voor diploma A aan te vragen.
Met dit beleid wordt invulling gegeven aan de positie van kinderen in armoede. De Klijnsmagelden zullen geen apart onderdeel van de begroting meer vormen, maar worden onderdeel van de begroting van dit beleid.
Voor de komende jaren wordt samen met het sociaal team en de combinatiefunctionarissen een impuls gegeven aan de mogelijkheden voor meedoen voor volwassenen, waarbij voor de invulling en uitvoering rekening wordt gehouden met ouderen en mensen die laaggeletterd zijn en/of beperkte digitale vaardigheden hebben.
Naast de bestaande samenwerking en het te ontwikkelen platform zal ook ingezet worden op samenwerking met werkgevers. Wat signaleren zij en waar hebben zij behoefte aan?
In Bronckhorst vallen veel ondernemingen onder het Midden en Klein Bedrijf (MKB). Vaak worden dingen onderling opgelost met werknemers. We gaan met werkgevers verkennen hoe we de ondersteuning bij het financieel fit houden van hun werknemers kunnen versterken. Bijvoorbeeld bij de signalering van mogelijke financiële problemen of doorverwijzing naar hulp.
Onderstaande tabel geeft inzicht in de activiteiten, sommige activiteiten vallen onder een ander beleidsveld, maar dragen wel sterk bij aan bestaanszekerheid. Een overzicht van de regelingen is opgenomen in bijlage 2. Daarnaast zijn de te ontwikkelen/doorontwikkelen activiteiten toegevoegd.
Uitgangspunt van de begroting vormen de huidige activiteiten en regelingen. Deze kunnen voortgezet worden binnen de huidige begroting. In bijlage 4 is een overzicht opgenomen van de realisatie van de budgetten van 2021 en 2022. Er is een verschil tussen de post bijzondere bijstand in 2021 en 2022 vanwege inrichtingskosten van woningen voor statushouders. Deze zijn in 2021 op een andere manier administratief verwerkt.
Een van de doelen is dat er meer gebruik wordt gemaakt van de regelingen. Hierdoor zullen de kosten van de regelingen zelf stijgen. De inschatting is dat het gebruik ongeveer met 10% zal stijgen. Dit betekent dat de verwachting is dat het aantal aanvragen 10% zal stijgen ten opzichte van het huidige aantal. Dit is o.a. gebaseerd op het aantal aanvragen voor de energietoeslag en de aanvragen in de afgelopen jaren. De aanvragen van de energietoeslag betrof het aantal aanvragen van de inkomens tussen de 120% en 130% ongeveer 90. Bij deze regeling was geen sprake van een vermogenstoets. Wanneer er wel een vermogenstoets wordt toegepast, zoals bij de minimaregelingen het geval is, blijft hier een deel van over die een aanvraag kunnen doen voor de andere minimaregelingen. De activiteiten om de toegankelijkheid te vergroten zullen in 2024 worden gestart, voor 2024 is de helft van het bedrag opgenomen.
Voor het verstevigen van de samenwerking en communicatie zal een aantal middelen worden ontwikkeld. Het eerste jaar worden de middelen ontwikkeld, in de jaren daarna gaat het om kosten voor aanpassingen en drukkosten.
Voorlichting en educatie gaat om geldlessen en de cursussen financieel fit. De geldlessen kunnen in 2024 worden gestart, de cursussen vergen wat meer voorbereiding. In 2024 één cursus en het 2e en 3e jaar meerdere cursussen.
Evaluatie en onderzoek specifieke groepen
Gedurende het beleid wordt onderzoek gedaan naar de behoeften en wijze van benadering van specifieke groepen.
De aanpassing van de uitvoering van het kindpakket vergt een investering. Deze is afhankelijk van de vormgeving van de uitvoering. Er is budget opgenomen voor het ontwikkelen van een website waar inwoners informatie kunnen vinden hoe en waar ze het budget kunnen gebruiken. Daarna is er budget nodig om de mogelijkheden uit te breiden en up to date te houden. Voor de regeling zelf wordt gebruik gemaakt van het huidige budget.
Er wordt een impuls gegeven voor deelnemen van volwassenen. Naar verwachting zal de deelname in de loop van de jaren groeien. Hier is het budget op afgestemd.
Uitvoering Sociaal consulenten/combinatiefunctionarissen
Voor de uitvoering en behandeling van de extra aanvragen e de uitvoering van de impuls voor het deelnemen van volwassenen is extra inzet nodig van de sociaal consulenten en/of combinatiefunctionarissen.
Voor het nieuwe beleid is € 250.000 beschikbaar vanuit de programmabegroting 2023-2027. Als het bedrag voor de uitvoering van het nieuwe beleid hierop in mindering wordt gebracht, blijft er per jaar een bedrag over. Vanwege de grote onzekerheid van diverse ontwikkelingen is het moeilijk voorspelbaar of het nieuwe beleid voldoende zal zijn om onze inwoners die dit nodig hebben te ondersteunen. Het saldo kan worden ingezet voor het oplossen van (crisis)situaties in de toekomst, zoals plotselinge verhoging van de energieprijzen of sterke inflatie. Voor 2024 is bijvoorbeeld nog niet bekend of er een vorm van energietoeslag komt. Als we hier opnieuw de inkomensgrens van 130% voor willen hanteren, kunnen we dit bedrag hiervoor inzetten.
Bestaansonzekerheid is een optelsom van achterstanden op het gebied van inkomen, wonen, kennis, gezondheid en toegang tot overheidsvoorzieningen. In dit hoofdstuk gaat het over het inzichtelijk maken van de effecten van het beleid.
Niet alles is maakbaar, er zijn wettelijke en budgettaire grenzen.
Het effect van het beleid bestaanszekerheid is niet makkelijk in meetbare, kwantitatieve doelen uit te drukken. Het is niet met een getal of streefcijfer uit te drukken.
Dat betekent dat het zinvoller en haalbaarder is om juist het effect van de onderdelen (activiteiten) te meten. Dragen zij bij aan de grotere gestelde doelen (voorkomen, perspectief bieden, meedoen en samenwerken)? Zo kunnen we bepalen of activiteiten de investering waard zijn.
De effecten kunnen worden gemeten door aanpassingen in de interne administratie.
Belangrijk is om inzicht te krijgen in het kwantitatieve effect van het verhogen van de inkomensgrens naar 130%, moet inzichtelijk worden gemaakt hoeveel aanvragen er gedaan worden binnen de inkomensgrens van 120%-130%.
Door een andere vormgeving en administratie rond het kindpakket kan inzichtelijk worden gemaakt hoeveel kinderen er bereikt worden en waar behoeftes liggen van de kinderen en ouders.
Ook kan er kwalitatief onderzoek worden gedaan om inzicht te krijgen in de effecten van het beleid.
Voor vroegsignalering is er een monitor vroegsignalering van Divosa. Hiermee kunnen de effecten van ‘Vroeg erop af’ in beeld worden gebracht. Bijvoorbeeld hoe effectief zijn bepaalde type contactpogingen (brief, bellen, etc.). Om hier een betrouwbaar beeld van te krijgen is het belangrijk om afspraken te maken hoe acties en reacties geregistreerd worden.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 25 januari 2024,
de griffier,
M. Veenbergen
de voorzitter,
M.A.J. van der Tas
BIJLAGE 2 - Huidige regelingen minimabeleid
Een aantal beleidskaders vormt de basis van deze nota en worden behandeld in dit hoofdstuk. De teksten zijn letterlijk overgenomen uit de bestaande stukken.
DIENSTBAAR, LEEFBAAR EN SOCIAAL BRONCKHORST
In Bronckhorst verdient iedereen een stevige basis op het gebied van taal, werk, wonen, inkomen en sociaal netwerk:
In 2023 stellen we het armoedebeleid vast met aandacht voor:
Vitale economie en duurzaamheid
We gaan voor een vitale economie en gelijke kansen. Daarom versterken we in de regio de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
Programma 1 Zorg en ondersteuning
Onze doelen voor dit programma
Met dit programma willen we de volgende doelen bereiken. Meerdere doelen bereiken we door in de verschillende programma’s samen te werken. Om die reden ziet u de doelen bij meerdere programma’s terugkomen.
Aanvullend op deze doelen zetten we de komende jaren in op preventie en gezondheid, kansengelijkheid en een sterke samenleving. We stimuleren een gezondere leefomgeving en dat meer mensen gezonde keuzes maken en mee kunnen doen.
Thema’s waar we kansen zien of waar we onze verantwoordelijkheid nemen, zijn onder andere de stijgende kosten voor inwoners, aandacht voor preventie en de druk op jongvolwassenen.
In het beleidskader sociaal domein geven we aandacht aan onderstaande onderwerpen:
doen en speciale aandacht voor jeugd en mensen met een migratieachtergrond.
We werken aan een stevige basis voor alle inwoners
De urgentie voor een stevige economische basis lezen we dagelijks in de kranten. Inwoners komen steeds meer in de problemen door de stapeling van kosten. Velen kunnen dit niet meer opvangen en zoeken naar manieren om zich staande te houden. We hebben de verantwoordelijkheid als gemeente om bij te dragen aan die stevige basis, zodat er geen negatieve spiraal ontstaat.
De actualiteit maakt dat we opnieuw afwegen wat inwoners nodig hebben om nu en op langere termijn een voldoende stevige basis te hebben. Daarom herzien we ons lopende beleid inclusief de aanpak van de “Klijnsmagelden”. In 2023 stellen we nieuw armoedebeleid vast waarin o.a. aandacht is voor preventie van schulden en de samenwerking met het netwerk van inwoners, zoals scholen en verenigingen. Speciale aandacht hebben we voor jeugd en inwoners met een migratieachtergrond.
We zetten stappen in de maatschappelijke activatie van iedereen
Wat armoede is en hoe armoede wordt ervaren is niet heel eenvoudig vast te stellen. Je zou zeggen dat iedereen in principe een dak boven zijn hoofd heeft, dat niemand honger hoeft te lijden en dat iedereen in Nederland toegang heeft tot zorg.
Hoe wordt armoede in Nederland vastgesteld?
Armoede moet altijd worden gezien in relatie tot het algemene welvaartsniveau van een samenleving. Armoede in Nederland in 2023 is dan ook heel anders dan armoede in een ontwikkelingsland of armoede in Nederland in de jaren vijftig.
Er zijn meerdere betekenissen van armoede:
Definitie Armoede Sociaal Cultureel Planbureau (CPB)
Er is sprake van armoede wanneer iemand gedurende langere tijd niet de middelen heeft om te kunnen beschikken over de goederen en voorzieningen die in zijn samenleving als minimaal noodzakelijk gelden, zoals voedsel en een goede woning. Het Nibud publiceert op basis van wetenschappelijk onderzoek en meningen van deskundigen ieder jaar een lijst met minimaal noodzakelijke voorzieningen en goederen, en de prijs hiervan. Op basis van deze lijst wordt de armoedegrens bepaald.
Definitie Armoede Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Er is sprake van armoede wanneer een huishouden een inkomen heeft dat gelijk is aan/lager is dan het sociaal minimum. Een laag inkomen kan een uitkering zijn, maar ook bij werkenden en zelfstandigen kan sprake zijn van een laag inkomen.
Hoewel de betekenis van armoede vaak gebaseerd is op een inkomensgrens, kan armoede ook veroorzaakt worden door schulden en door hoge lasten. Dan zijn inkomsten en uitgaven niet in evenwicht.
Naast het financiële onderdeel heeft armoede ook een sterk sociaal onderdeel (“doe ik mee? heb ik dezelfde kansen?”) en een gevoelsmatig onderdeel (“voel ik me arm?, hoe beleef ik mijn financiële situatie?”).
Definities van armoede zeggen daarmee niets over hoe armoede ervaren wordt.
Wat zijn problematische schulden?
We spreken over problematische schulden wanneer het iemand niet lukt (voor langere periode) aan zijn/haar afbetalingsverplichting te voldoen. Het bedrag dat in drie jaar kan worden afgelost, is dan lager dan de totale schuldenlast. In die gevallen hebben mensen structureel te weinig geld om aan de terugkomende betalingsverplichting te voldoen. Schulden lopen dan gemakkelijk verder op.
In Nederland hebben naar schatting 1 op de 5 huishoudens te maken met risicovolle of problematische schulden. Schulden ontstaan bijna nooit als gevolg van één oorzaak. De oorzaak is vaak een combinatie van omgevingsfactoren, bewust en onbewust gedrag, onverwachte gebeurtenissen en/of persoonsgebonden zaken.
Armoede en schuldenproblematiek zijn vaak met elkaar verbonden. Door lange en problematische schulden, kan iemand uiteindelijk in armoede terecht komen. Andersom geldt ook dat wanneer mensen langdurig in armoede leven, zij een grotere kans hebben op problematische schulden.
Armoede en schulden; een ingewikkeld vraagstuk
Met een deel van onze inwoners gaat het minder goed. Zij profiteren nauwelijks van economische voorspoed en lijden onder de stress die het leven met weinig geld met zich meebrengt. Dat leidt vaak tot een opeenstapeling en versterking van problemen zoals werkeloosheid, slechte gezondheid en sociaal isolement. Armoede en schulden vormen dus een lastig geheel met zaken die elkaar beïnvloeden. Het probleem is ingewikkeld, bestaat uit veel onderdelen en is hardnekkig. Kant-en-klare oplossingen zijn er niet en (deel)oplossingen komen vanuit veel verschillende kanten. Het is onmogelijk om het vraagstuk met één beleidsmaatregel of één partij in één keer op te lossen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-63014.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.