Gemeenteblad van Brummen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Brummen | Gemeenteblad 2024, 543321 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Brummen | Gemeenteblad 2024, 543321 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Tarieventabel 2025, behorende bij de Legesverordening 2025 gemeente Brummen
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2024 met kenmerk D442607;
gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
gelet op de Legesverordening 2025 gemeente Brummen;
vast te stellen de Tarieventabel 2025, behorende bij de Legesverordening 2025 gemeente Brummen.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap
Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk of partnerschapsregistratie en voor het omzetten van een partnerregistratie in een huwelijk, met ceremonie in een huis der gemeente of het gemeentehuis:
Artikel 1.2 Kosteloze huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap
In afwijking van artikel 1.1 worden, binnen de gestelde beleidsregels, geen leges geheven bij voltrekking in het gemeentehuis op dinsdag tussen 09.00 en 10.00 uur, overeenkomstig artikel 4 Wet rechten burgerlijke stand. Bij dit kosteloze huwelijk of deze registratie van een partnerschap zijn alleen getuigen aanwezig.
Artikel 1.3 Bescheiden huwelijk
Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk of de registratie van een partnerschap met maximaal 10 aanwezigen inclusief getuigen, op afspraak en indien aan de voorwaarden is voldaan € 139,20.
Artikel 1.4 Aanwijzing huwelijkslocatie
Het tarief bedraagt voor het op verzoek eenmalig aanwijzen van een huwelijkslocatie € 195,50.
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Artikel 1.9 Paspoorten, andere reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
De tarieven bedragen voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van de in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden genoemde documenten, de daarvoor in dat artikel vermelde maximumtarieven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05.
Voor de versnelde uitreiking worden de tarieven genoemd in artikel 1.9 vermeerderd met het daarvoor in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden vermelde maximumtarief, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05.
Voor het bezorgen van een in artikel 1.9 genoemd document worden de tarieven genoemd in artikel 1.9 vermeerderd met het daarvoor in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden vermelde maximumtarief, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gezondheidsverklaring: het tarief dat het CBR daarvoor in rekening brengt.
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens
Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
Artikel 1.17 Gereserveerd (schriftelijke verstrekking)
In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie personen, het maximale bedrag zoals dat is opgenomen in artikel 10 van de Regeling basisregistratie personen.
Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken
Artikel 1.25 Overige publiekszaken
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag: de in de Regeling vergoeding verklaring omtrent het gedrag en gedragsverklaring aanbesteden genoemde bedragen;
Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier € 22,20.
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet € 102,30;
verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet € 54,00.
Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.
Artikel 1.31 Wet op de kansspelen
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:
Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.
Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 € 43,30;
verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer € 53,50;
Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kaarten, tekeningen, scans en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in subonderdelen 1.16.2.1 tot en met 1.16.2.3 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening, scan of lichtdruk € 22,10.
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald..
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV2012) (Stcrt 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Als het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. De leges worden berekend over de bouwkosten exclusief BTW.
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
Artikel 2.7 Planologische wijziging bij omgevingsplanactiviteit (waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit)
Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 396,00.
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit) waarbij er voor een zorgvuldige beoordeling ten hoogste twee milieutechnische onderzoeken noodzakelijk zijn bedraagt het tarief € 492,00.
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, waarbij er voor een zorgvuldige beoordeling drie tot vier milieitechnische onderzoeken noodzakelijk zijn bedraagt het tarief € 2.411,00.
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit) waarbij er voor een zoprgvuldige beoordeling vijf of meer milieutechnische onderzoeken noodzakelijk zijn bedraagt het tarief € 5.314,00.
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 126,40.
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
Artikel 2.9 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in samenhang met de Erfgoedverordening 2013 Gemeente Brummen, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 0,00.
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.20 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, of als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief:
voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat) € 2.080,70;
voor een aanvraag die betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in het Besluit Activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in onderdelen a en b, waar ook afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (milieubelastende activiteit BAL-activiteit uitgebreid) € 5.448,40.
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 505,80.
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 1.011,60.
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: ondergrondse kabels en leidingen
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2020 gemeente Brummen bedraagt € 519,10.
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 264,70.
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening 2019 gemeente Brummen (hierna: APV) in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 200,50.
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2:12 van de APV in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 200,50.
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 264,70.
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:12 van de APV in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
Indien er een omgevingsvergunning wordt aangevraagd voor een omgevingsplanactiviteit het vellen of te doen vellen van een houtopstand en die omgevingsplanactiviteit mede bestaat uit de activiteit werken, niet zijnde bouwwerk, of werkzaamheid uitvoeren, als bedoeld in artikel 22.277 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan, wordt alleen het tarief voor de activiteit het vellen of te doen vellen van een houtopstand in rekening gebracht.
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: voorwerpen op of aan de weg
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10, vijfde lid van de APV in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten € 43,80.
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden, bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
Als de aanvraag op een maatwerkvoorschriften als bedoeld in het omgevingsplan of hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief € 1.324,10.
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit € 155,50.
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd in het eerste lid is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning € 1.229,50.
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel paragraaf 2.14 van toepassing is € 1.229,50.
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan of een Tijdelijke Alternatieve Maatregel Omgevingsplan
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan of een Tijdelijke Alternatieve Maatregel Omgevingsplan: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen.
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
Artikel 2.46a Planologische wijziging bij omgevingsplanactiviteit (waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit)
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief:
als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet € 369,00;
voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit), waarbij er voor een zorgvuldige beoordeling drie tot vier milieutechnische onderzoeken noodzakelijk zijn € 2.411,00.
voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit), waarbij er voor een zorgvuldige beoordeling vijf of meer milieutechnische onderzoeken noodzakelijk zijn € 5.311,00.
Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met 10%.
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit als sprake is van een milieubelastende activiteit € 760,70.
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet voor een advies: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg
Als de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer activiteiten waarvoor een eerder een omgevingsoverleg is aangevraagd, wordt het bedrag voor het omgevingsoverleg in mindering gebracht op de aanvraag omgevingsvergunning.
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt bij meer dan 5 activiteiten 5% van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 85% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt 85% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 25% van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 25% van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet € 759,20;
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet € 66,80;
een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet € 29,90.
Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
om een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de APV, anders dan een wijziging als bedoeld in onderdeel b:
om een wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:15, tweede lid, van de APV:
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt
Artikel 3.6 Organiseren evenement
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de APV, als het betreft een evenement:
Paragraaf 3.5 Gereserveerd (Standplaatsen)
Artikel 3.10 Losse standplaatsen
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats als bedoeld in artikel 5:16 van de APV, geldig voor:
Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 19 december 2024
De raad van de gemeente Brummen
de griffier, M.A.E. Knook
de voorzitter, G.J.M. van Rumund
Toelichting op de Tarieventabel 2025 , behorende bij de Legesverordening 2025
Waar mogelijk wordt (anders dan in het VNG-model) gebruik gemaakt van verwijzingen naar wettelijke tarieven of maxima, zodat wijzigingen in hogere regelgeving automatisch doorwerken in deze tarieventabel. Grotendeels is aangesloten bij het VNG-model. Niet alle opties uit dat model worden in Brummen toegepast. Daarom staat diverse keren (bij) een artikel(lid): “gereserveerd”. Zo blijft de structuur en volgorde van de verordening in Brummen zoveel mogelijk gelijk aan die van het VNG-model. Dat vergemakkelijkt het bijwerken in de toekomst. In deze toelichting zijn vooral de afwijkingen en bijzonderheden ten opzichte van het VNG-model toegelicht. De toelichting op het VNG-model bevat een nadere uiteenzetting die - tenzij in Brummen voor een afwijking is gekozen - ook voor Brummen van toepassing is.
2 Toelichting op de hoofdstukken
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Dit hoofdstuk is ‘algemene dienstverlening’ genoemd ter onderscheiding van de twee andere hoofdstukken. Binnen dit hoofdstuk bestaat beleidsruimte om kruissubsidiëring of het profijtbeginsel toe te passen, ook met diensten buiten hoofdstuk 1. Zie HR 13 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:282. Wel moet rekening worden gehouden met diensten die onder Europese Dienstenrichtlijn vallen. Zie de toelichting op artikel 5 van de Legesverordening.
Kosteloze voltrekking huwelijk, registratie partnerschap en omzetting
In artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand is geregeld dat gemeenten gelegenheid moeten geven tot een kosteloze huwelijksvoltrekking, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk. De ambtenaar van de burgerlijke stand bepaalt de daarvoor bestemde dagen en uren. Sinds 1 maart 2009 is het niet meer mogelijk een huwelijk om te zetten in een geregistreerd partnerschap (Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding; Stb. 2008, 500).
Artikel 1.4 Aanwijzing huwelijkslocatie
Op verzoek is het mogelijk op een andere locatie te trouwen. Het aanwijzen van zo’n locatie tot (tijdelijk) gemeentehuis leidt tot extra kosten bij de gemeente die worden doorbelast.
Artikel 1.7 Gereserveerd (Annuleren of wijzigen datum)
Het VNG-model voorziet in het berekenen van leges als een geplande huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie wordt geannuleerd. Het is discutabel of hiervoor wel leges geheven kunnen worden. De wet bepaalt namelijk dat alleen voor het voltrekken van een huwelijk leges geheven kunnen worden. Bovendien komt het annuleren van een voorgenomen huwelijk in de praktijk niet veel voor en is voor betrokkenen al vervelend genoeg. Het doorberekenen van kosten in die situaties zal naar verwachting op weerstand en onbegrip stuiten en weegt niet op tegen de moeite.
Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje
In artikel 1.8 van de tarieventabel is een tarief opgenomen voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje. De leges genoemd in artikel 1.8 worden geheven naast de leges die ingevolge de artikelen 1.1 t/m 1.7 geheven worden.
Ook in het geval van een kosteloos huwelijk of registreren van een partnerschap is legesheffing voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje toegestaan. Het betreft hier een dienst van de gemeente die wordt verleend naast het voltrekken van het huwelijk of de registratie van een partnerschap zelf. Een verplichting tot het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje bestaat immers niet. Wij merken hierbij nog op dat dit dienstverlening waarvoor de gemeente btw-plichtig is. Het tarief is dus inclusief btw (artikel 38 Wet op de omzetbelasting 1968).
Verrichtingen ambtenaren van de burgerlijke stand
De mogelijkheden tot het heffen van leges voor verrichtingen van ambtenaren van de burgerlijke stand zijn geregeld in de Wet rechten burgerlijke stand (Stb. 1879, 72). In artikel 2 van die wet is geregeld voor welke verrichtingen leges geheven kunnen worden. De hoogte van die leges is vastgesteld in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. De gemeente kan deze leges rechtstreeks heffen op basis van dat Legesbesluit. Artikel 3, tweede lid, van die wet bepaalt dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de leges heft en invordert. Dat is dus een afwijking van de belastingbepalingen in de Gemeentewet. Zo heeft Hof ’s-Hertogenbosch geoordeeld dat het Legesbesluit akten burgerlijke stand geen belastingwet is in de zin van de AWR, dat de vergoeding geen gemeentelijke belasting is en dat de AWR niet van toepassing is (Hof 's-Hertogenbosch 27 mei 2016, nr. 15/00138 (Roermond), ECLI:NL:GHSHE:2016:2100, VNG-nummer: 6601). Voor de rechtsbescherming zijn de bepalingen over bezwaar en beroep in de Awb van toepassing. In overeenstemming met het VNG-model zijn de tarieven niet opgenomen in de legesverordening.
Artikel 1.9 Paspoorten, andere reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart en
Brummen hanteert de wettelijke maximumtarieven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05. De redactie is in afwijking van het VNG model zo vormgegeven dat wijzigingen in de rijksregelingen direct doorwerken in de tarieventabel van Brummen, zonder dat deze hoeft te worden aangepast.
Artikel 1.10 Gereserveerd (Nederlandse identiteitskaart)
Het tarief voor de Nederlandse identiteitskaart is opgenomen in artikel 1.9.
Brummen hanteert de wettelijke maximumtarieven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05. De redactie is in afwijking van het VNG model zo vormgegeven dat wijzigingen in de rijksregelingen direct doorwerken in de tarieventabel van Brummen, zonder dat deze hoeft te worden aangepast.
Voor het verstrekken van een gezondheidsverklaring kent het VNG-model geen tarief, terwijl Brummen dat wel hanteert.
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
De tarieventabel is ingericht naar de diensten op basis van de Omgevingswet. Bij de voorbereidingen in de aanloop naar de inwerkingtreding op 1 januari 2024 heeft de raad besluiten genomen over de mate van dienstverlening en welke tariefstructuur daar het beste bij past. Voor een toelichting wordt kortheidshalve verwezen naar die besluiten.
HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING WAAROP DE DIENSTENRICHTLIJN VAN TOEPASSING IS EN DIE NIET VALT ONDER HOOFDSTUK 2
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-543321.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.