Gemeenteblad van Heiloo
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heiloo | Gemeenteblad 2024, 205565 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heiloo | Gemeenteblad 2024, 205565 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Fysieke Leefomgeving Heiloo 2024
[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke publicatie is op 6 mei 2024 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2024, 198875.]
De raad van de gemeente Heiloo:
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 maart 2024;
gezien het advies van de algemene raadscommissie d.d. 8 april 2024;
gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet, artikel 3.16 van de Erfgoedwet, artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 22.4 van de Omgevingswet;
de Verordening Fysieke Leefomgeving Heiloo 2024 vast te stellen
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel, niet zijnde een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet of een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Heiloo 2023, of diens rechtsopvolgers;
Hoofdstuk 2 Regels over het gebruik van wegen, kamperen en gebruik openbare wateren
Afdeling 2.1 Veranderen van een weg
Artikel 2:1 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
Afdeling 2.2 Hinderlijke objecten op de weg
Artikel 2:3 Voorwerpen op of aan de weg
Het verbod is niet van toepassing op:
de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijs kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan en mits degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgt, dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de openbare plaats daarvan gereinigd is;
Artikel 2:4 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.
Artikel 2:12 Uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 2:13 Overlast van fietsen of bromfietsen
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 2:14 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
Het verbod als vermeld in het eerste lid geldt niet voor:
het plaatsen van kampeermiddelen ten behoeve van het kamperen door groepen, uitgaande van een vereniging of andere organisatie met een doelstelling van sociale, culturele, sportieve, educatieve of wetenschappelijke aard, gedurende een korte periode van maximaal drie aaneengesloten dagen, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Afdeling 2.5 Bescherming openbare wateren en waterstaatswerken
Artikel 2:16 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
Artikel 2:17 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen.
Artikel 2:18 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen die bij de gemeente in beheer zijn.
Hoofdstuk 3 Regels over het riool
Aan de regels in dit hoofdstuk wordt voldaan door degene die de activiteit verricht en door de eigenaar van de gronden waarop de activiteit wordt verricht, tenzij anders is bepaald. Diegenen dragen zorg voor de naleving van de regels over de activiteit.
Artikel 3:4 Totstandbrenging en wijziging perceelaansluiting
Als voor het perceel al een rioolaansluitleiding aanwezig is voor huishoudelijk afvalwater, hemelwater, grondwater of bedrijfsafvalwater, wordt geen aanvullende rioolaansluitleiding voor hetzelfde afvalwater gerealiseerd.
Artikel 3:5 Meldplicht aanleg of wijziging perceelaansluiting
Het is verboden een rioolaansluiting tot stand te brengen of bij de erfgrens de aansluiting op het particuliere terrein te wijzigen zonder dit ten minste zes weken en ten hoogste een jaar voor het begin ervan te melden en af te stemmen met de rioolbeheerder van de gemeente. De gemeente geeft aan waar de rioolaansluiting komt, zorgt voor de aanleg van het gemeentelijke deel van de leiding (tot aan de erfgrens) en geeft aan welk soort water in ontvangst wordt genomen. Aan het maken van een gemeentelijke rioolaansluiting zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn vastgelegd in artikel 4 van de Verordening eenmalig rioolaansluitrecht Heiloo 2023, of diens rechtsopvolgers.
Artikel 3:6 Informatieplicht beëindiging perceelaansluiting
Als het gebruik van een rioolaansluitleiding definitief wordt beëindigd, wordt het college hierover uiterlijk zes weken na de beëindiging geïnformeerd.
Artikel 3:8 Eigendom aansluitleiding
Als voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater een rioolwaterpomp is vereist, dan ligt de grens, in afwijking van het eerste lid, ter plaatse van de aansluiting op de pompput, als de pomp in eigendom van de gemeente is en hij op het particuliere perceel ligt. Als de pomp in eigendom van de particulier is, dan begint het gemeentelijke eigendom bij de erfgrens.
Hoofdstuk 4 Regels over natuur en milieu
Afdeling 4.1 Bewaren van houtopstanden
Artikel 4:2 Bestrijding iepziekte
Indien zich op een terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren voor verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van iepenspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:
Afdeling 4.2 Behoud van natuur en milieu
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 4:4 Beperking verkeer in natuurgebieden
Artikel 4:5 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Hoofdstuk 5 Geluid-, licht- en overige hinder
Afdeling 5.1 Geluid- en lichthinder
Artikel 5:1 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Op de dagen als bedoeld in het eerste lid is, voor wat betreft het ten gehore brengen van extra muziek – hoger dan de geluidnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 219a, en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 5:3 – de onder e. opgenomen tabel van toepassing, met dien verstande dat:
Op de dagen als bedoeld in het eerste lid dient het ten gehore brengen van extra muziek – hoger dan de geluidnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 217a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 5:3 – uiterlijk een half uur voor het einde van de festiviteit te worden beëindigd.
Artikel 5:2 Melding incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal zeven incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 5:3 niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal zeven incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Op de dagen als bedoeld in het eerste lid is, voor wat betreft het ten gehore brengen van extra muziek – hoger dan de geluidnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 5:3 – de onder e. opgenomen tabel van toepassing, met dien verstande dat:
Op de dagen als bedoeld in het eerste lid dient het ten gehore brengen van extra muziek – hoger dan de geluidnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 5:3 – uiterlijk een half uur voor het einde van de festiviteit te worden beëindigd.
Artikel 5:3 Onversterkte muziek
Bij het ten gehore brengen van onversterkte muziek als bedoeld in artikel 2.18, eerste lid, onder f, en vijfde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer binnen inrichtingen is de onder e. opgenomen tabel van toepassing, met dien verstande dat:
de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
Artikel 5:4 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Artikel 5:5 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Hoofdstuk 6 Regels over erfgoed
Artikel 6:1 Het gebruik van het monument
Bij de toepassing van dit hoofdstuk wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 6:5 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 6:8 tot en met 6:12 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6:4 Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 6:2, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
Artikel 6:8 Instandhoudingbepaling
Het bevoegd gezag verleent, met betrekking tot een monument met een religieuze bestemming, geen omgevingsvergunning als bedoeld in het tweede lid, dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
Artikel 6:9 Extra indieningsvereiste
In het belang van de aanvraag kan, als dat in evenredigheid is met de omvang van het plan, een bouwhistorische rapportage van de aanvrager worden gevraagd.
Het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om omgevingsvergunning voor een gemeentelijk monument aan de adviescommissie omgevingskwaliteit gemeente Heiloo.
Artikel 6:11 Weigeringsgronden
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.
Artikel 6:12 Intrekken van de vergunning
De omgevingsvergunning kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken indien:
Artikel 6:13 Omgevingsvergunning voor beschermd rijksmonument
Het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om omgevingsvergunning voor een beschermd rijksmonument aan de adviescommissie omgevingskwaliteit gemeente Heiloo.
Artikel 6:14 Tegemoetkoming in schade
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het bevoegd gezag hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen tegemoetkoming toe, indien de schade in relatie staat tot:
Hoofdstuk 8. Sanctie-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 8:1 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet te besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in de artikelen 2:1, 2:3 of 4:5 groepsgewijs niet naleven.
Overtreding van de artikelen in hoofdstuk 2,4,5 en 7 en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen en overtreding van artikel 6:8, eerste en tweede lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 8:4 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens hoofdstuk 2, 4, 5 en 7 gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 8:6 Wijzigen verordeningen
De Algemene Plaatselijke Verordening Heiloo 2023 wordt als volgt gewijzigd:
de artikelen 2:10, 2:11, 2:12, 2:15, 2:21, artikel 4:1, de definities ‘collectieve festiviteit’, ‘gevoelige gebouwen’, ‘gevoelige terreinen’, ‘houder van een inrichting’, ‘incidentele festiviteit’ en ‘onversterkte muziek’, de artikelen 4:2, 4:3, 4:5, 4:9, 4:10, 4:11, 4:12, 4:13, 4:15, 4:17, 4:18, 4:19, 5:3, 5:5, 5:6, 5:7, 5:8, 5:9, 5:12, 5:17, 5:18, 5:19, 5:24, 5:25, 5:28, 5:32, 5:33, 5:34 en 5:34a komen te vervallen.
Besluiten, genomen krachtens de verordening als bedoeld in artikel 8:5 of de artikelen als bedoeld in artikel 8:6, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-205565.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.