Gemeenteblad van Heerenveen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2024, 198836 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2024, 198836 | overige overheidsinformatie |
Lijst van gebruikte afkortingen en begrippen
Dit is het evaluatieverslag van 2023 over de vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) van de gemeente Heerenveen op het gebied van de fysieke leefomgeving (VTH-Jaarverslag 2023). Hiermee brengt het college van burgemeester en wethouders (college) verslag uit over de planning en uitvoering van 2023 die zijn vastgelegd in het VTH-Uitvoeringsprogramma 2023/2024. Een uitvoeringsprogramma is een jaarlijkse uitwerking van het vergunningverlening-, toezicht- en handhavingsbeleid (VTH-beleid). Door te evalueren en de uitkomsten hiervan te gebruiken, kan er weer een nieuw uitvoeringsprogramma worden opgesteld. Daarbij worden de uitkomsten gebruikt om te bepalen of het VTH-beleid aangepast dient te worden. Het nieuwste VTH-beleid is halverwege 2023 inwerking getreden. Hierdoor is om praktische redenen één uitvoeringsprogramma voor 2023 en 2024 gemaakt. Het bijsturen van het VTH-Uitvoeringsprogramma 2023/2024 wordt om deze reden in dit evaluatieverslag meegenomen.
Op grond van de Omgevingswet (Ow) zijn kwaliteitseisen aan de inrichting van processen voor de uitvoering van de vergunningverlening-, toezicht- en handhavingstaken (VTH-taken) gesteld. Deze kwaliteitseisen verplichten de gemeente Heerenveen om zorg te dragen voor een goede kwaliteit van uitvoering van haar VTH-taken. Middels dit evaluatieverslag wordt onder andere invulling gegeven aan deze wettelijke verplichting.
Dit evaluatieverslag gaat in principe over alle VTH-taken op het gebied van de fysieke leefomgeving. Hierop bestaat een aantal uitzonderingen.
De VTH-taken die door Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO), Veiligheidsregio Fryslân (VRF), InPublic B.V. (parkeermanagement) en Hûs en Hiem (welstandadvies) worden uitgevoerd voor de gemeente Heerenveen, maken geen onderdeel uit van het VTH-Jaarverslag 2023. Zij kennen een eigen verslaglegging.
Onder de uitvoering van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en bijzondere wet- en regelgeving vallen ook de taken die voortvloeien uit de Opiumwet en de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Deze uitvoeringstaken zijn belegd in separate beleidsnota’s en kennen ook een eigen wijze van verslaglegging. Om deze reden vallen ook deze werkzaamheden buiten de reikwijdte van het VTH-Jaarverslag 2023.
Het VTH-Jaarverslag 2023 evalueert de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023. Hierbij wordt teruggekeken op het eerste jaar van het (tweejarige) VTH-Uitvoeringsprogramma 2023/2024.
1.3 (Inter)bestuurlijk toezicht
Het college van gedeputeerde staten (GS) van de provincie Fryslân houdt toezicht op de wettelijke taken van onze gemeente. Zo ook op de kwaliteit van ons VTH-beleid en de uitvoering daarvan. De gemeenteraad heeft een controlerende taak op het handelen van het college van burgemeester en wethouders (college). De GS en de gemeenteraad beoordelen jaarlijks het uitvoeringsprogramma en het evaluatieverslag. Het VTH-Jaarverslag 2023 wordt actief gedeeld met het GS en de gemeenteraad.
In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen ingegaan op enkele ontwikkelingen die ons hebben beziggehouden in 2023. Deze ontwikkelingen hebben een grote en blijvende invloed op de uitvoering van onze VTH-taken.
Op 18 mei 2023 is ons nieuwe VTH-beleid ‘VTH-Beleidsplan 2023’ in werking getreden. In het VTH-beleid worden nieuwe doelen, uitgangspunten en wijze van uitvoering van onze VTH-taken beschreven. In de komende beleidsperiode gaan we werken aan deze nieuwe doelen en werken volgens deze nieuwe uitgangspunten en wijze van uitvoering. 2023 was een overgangsjaar van het oude naar het nieuwe VTH-beleid. Hiermee hadden de medewerkers tot eind 2023 de tijd gekregen om de processen aan te passen aan het nieuwe VTH-beleid.
De Ow is vijf keer uitgesteld geweest. Op 1 januari 2024 is dan toch de Ow in werking getreden. Deze megawetswijziging bundelt (delen van) 26 wetten voor ruimtelijke ordening, bouwen en milieu. De meer dan honderd Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) die het omgevingsrecht daarvoor kende, zijn samengebracht tot vier.
De belangrijkste wijziging vanuit handhavingsperspectief is dat met de Ow er minder vergunningplichten komen en meer algemene regels en zorgplichten. Dat betekent dat er minder vaak vooraf getoetst wordt en dat er vaker achteraf gehandhaafd zal moeten worden. Handhaving neemt dus in feite een deel van de taken over die voorheen in het kader van de vergunningverlening werden verricht.
Banner van het Rijk over de Omgevingswet.
Een belangrijke wijziging in vergunningverleningsperspectief is de ‘buitenplanse omgevingsplanactiviteit’ (BOPA). Een BOPA is een activiteit die niet voldoet aan de regels van het Omgevingsplan of niet vergunningsvrij is. Bij een BOPA zijn initiatiefnemers niet meer aangewezen op de politieke voorkeuren in de gemeenteraad, zoals dat voorheen was bij bestemmingsplannen. Zij kunnen hun zaak bepleiten voor het college, als uitvoerder van het raadsbeleid. Daarmee is het een flexibel instrument bij gebiedsontwikkeling.
De Ow heeft gevolgen voor de APV en de Erfgoedverordening, omdat zij ook regels bevatten over de fysieke leefomgeving. Tot 2032 is er een overgangsfase waarin een inhoudelijke aanpassing van de APV tot stand moet komen en regels van de Erfgoedverordening overgebracht moeten worden naar het Omgevingsplan. Met ingang van 1 januari 2024 moeten de APV en de Erfgoedverordening al wel juridisch/technisch zijn aangepast aan de Ow. Dit betekent dat wettelijke grondslagen en formele verwijzingen moeten worden geactualiseerd. Deze technische wijziging is in 2023 uitgevoerd.
2.3 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Uitzicht vanaf de woontoren aan de Burgemeester Kuperusplein in Heerenveen.
Samen met de Ow doet de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) zijn intrede. Deze wet is onderdeel van de Ow en wijzigt vier andere wetten: de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het Burgerlijke Wetboek (BW) en de Invoeringswet Nieuw BW. Zodra die wijzigingen in werking zijn getreden, speelt de wijzigingswet hooguit nog een rol als naslagwerk. Met de invoer van de Wkb verschuift de focus in de bouw van het vooraf verkrijgen van een vergunning, naar het tijdens en achteraf kunnen aantonen dat wordt voldaan aan kwaliteitseisen. De Wkb geldt niet meteen voor alle soorten bouwwerken. Nieuwbouw in gevolgklasse 1 valt per 1 januari 2024 onder de Wkb. Dit zijn woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen. Verbouw in gevolgklasse 1 volgt in 2025. De gevolgklassen 2 en 3, grofweg publieke voorzieningen en grote bouwwerken, volgen na evaluatie van het stelsel.
De rol van de gemeente verandert door de Wkb meer in een procesrol met verantwoordelijkheden. Om aan deze veranderende rol op een verantwoorde manier invulling te geven, is het gewenst om in beleid specifieke keuzes te maken over hoe de rol van het bevoegd gezag kan worden ingevuld. Hiervoor is op 6 februari 2024 het ‘Beleid uitvoering Wet kwaliteitsborging gemeente Heerenveen’ vastgesteld. Dit beleid bepaalt bijvoorbeeld dat een bouwmelding wordt geanalyseerd op risico’s en administratief wordt getoetst op volledigheid. Bij het tegengekomen van risico’s wordt de bouwmelding inhoudelijk beoordeeld en maatwerk toegepast. Hierdoor neemt de gemeente haar verantwoordelijkheid, maar vertrouwt ook op het oordeel van de private kwaliteitsborger. Een kwaliteitsborger controleert onafhankelijk of een gebouw voldoet aan de wettelijke technische eisen.
Banner van het Rijk over de Wet goed verhuurderschap.
Op 1 juli 2023 is de Wet goed verhuurderschap (Wgv) van kracht gegaan. Het geeft gemeenten meer mogelijkheden om huurders te beschermen tegen misstanden bij het verhuren van woon- of verblijfsruimten. Hiervoor introduceert de Wgv een basisnorm voor goed verhuurderschap. Elke verhuurder of woningcorporatie moet hieraan voldoen. Daarnaast hebben gemeenten de taak en bevoegdheden gekregen om bij verhuurders, niet zijnde woningcorporaties, en verhuurbemiddelaars te handhaven op de algemene regels voor goed verhuurderschap.
Op grond van deze wet dient het college tevens een gemeentelijk meldpunt in te stellen waar klachten over ongewenst verhuurgedrag kunnen worden gemeld. Het gaat daarbij om klachten van huurders, maar ook van woningzoekenden en omwonenden. Op 23 januari 2024 heeft de gemeente Heerenveen dit meldpunt ingesteld. Dit meldpunt is laagdrempelig, kosteloos en biedt de mogelijkheid om anoniem een melding in te dienen. Deze nieuwe taak heeft gevolgen voor onze personele capaciteit. Het komende jaar wordt de uitvoering nauw gemonitord. Ook vergt het toezichthouden en handhaven op intimidatie en discriminatie andere vaardigheden bij de medewerkers. Hiervoor wordt de samenwerking gezocht met de politie en de antidiscriminatievoorziening TumBa.
3. Resultaten doelen en activiteiten
In het VTH-Beleidsplan 2023 staan doelen en ambities genoemd voor de komende beleidsperiode. Deze doelen en ambities komen voort uit een probleem- en risicoanalyse. In totaal gaat het om 22 doelen en ambities. In het VTH-Uitvoeringsprogramma 2023/2024 staan negen doelen uitgewerkt naar concrete activiteiten. Twee van deze doelen/activiteiten stonden gepland voor 2023. De andere zeven doelen/activiteiten staan gepland voor 2024. In dit hoofdstuk kijken we terug op de uitvoering van de activiteiten van 2023 en beoordelen we of de activiteiten hebben bijgedragen aan het behalen van de doelen.
Een monumentaal gebouw is een overblijfsel van architectuur of stedenbouwkunde dat van algemeen belang wordt geacht vanwege de historische waarde. Het kan hierbij gaan om bijvoorbeeld woningen, kerkelijke gebouwen en molens. De gemeente kan een gebouw met een lokaal belang aanwijzen als monument op grond van haar Erfgoedverordening. Na de inwerkingtreding van de Ow zijn gemeenten verplicht het tijdelijk Omgevingsplan te vervangen door een nieuw Omgevingsplan. Voor het vaststellen van een nieuw Omgevingsplan is een overgangsperiode vastgesteld die eindigt op 1 januari 2032. Na de overgangsperiode vervallen van rechtswege de bepalingen van de Erfgoedverordening die in het Omgevingsplan opgenomen moeten worden. Hierdoor is het van belang om alle monumenten die nog niet zijn aangewezen te inventariseren, zodat ze meegenomen kunnen worden in het nieuwe Omgevingsplan. Het Omgevingsplan wordt in fases per gebied aangepast. In Heerenveen zijn al ruim 300 gemeentelijke monumenten aangewezen. In de voormalige gemeenten Boarnsterhim en Skarsterlân zijn er nog geen enkele gemeentelijke monumenten aangewezen. Hierdoor zijn gebouwen met een historische waarde van algemeen belang in deze voormalige gemeenten niet beschermd tegen bijvoorbeeld sloop, verbouwingen of onherstelbare verwaarlozing.
3.1.1 Wat wilden we bereiken en wat gingen we daarvoor doen?
3.1.2 En, wat hebben we daarvan bereikt?
De harmonisatie van het erfgoedbeleid naar het Omgevingsplan vereist specifieke kennis. Voor deze specifieke kennis is in 2023 een extern bureau aangetrokken. Hieruit volgt dat het externe bureau ook het erfgoedbeleid aanvult en een voorselectie maakt voor gemeentelijke monumenten. Eind 2024 dient het externe bureau een rapport op te leveren. Onze vergunningverleners en toezichthouders ondersteunen het externe bureau in informatievoorziening en advisering. Daarnaast hebben zij een controlerende taak. De inventarisatielijst van alle cultureel gebouwde erfgoed uit de voormalige gemeenten Boarnsterhim en Skarsterlân is onderdeel van het rapport. Het opleveren van deze lijst wordt door de tussenkomst van het externe bureau uitgesteld naar 2024.
3.2 Naleving energieprestaties
Per 1 januari 2023 moet een kantoorgebouw minimaal energielabel C hebben. Dit betekent een primair fossiel energiegebruik van maximaal 225 kWh per m2 per jaar. Voldoet het gebouw dan niet aan de eisen, dan mag het niet meer als kantoor worden gebruikt. Deze verplichting staat in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). De bevoegdheid om te handhaven ligt bij de gemeente waar het kantoorgebouw is gevestigd. Met het energielabel wil de overheid eigenaren informeren over de energiezuinigheid van een gebouw. Ook wil de overheid hiermee stimuleren om energiebesparende maatregelen te nemen. Op het energielabel staat welke maatregelen in het gebouw mogelijk zijn, bijvoorbeeld het isoleren van het dak of het plaatsen van zonnepanelen.
3.2.1 Wat wilden we bereiken en wat gingen we daarvoor doen?
3.2.2 En, wat hebben we daarvan bereikt?
In 2023 is er een uitvoeringsplan opgesteld. Dit uitvoeringsplan dient als een richtlijn voor alle medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van de gemeentelijk aanpak van de energielabel C-verplichting voor kantoorgebouwen. Daarnaast is er een kantorenbestand aangemaakt. Dit kantorenbestand bestaat uit adressen van kantoren, waarvan het vermoeden is dat ze onder de energielabel C-verplichting vallen en nog geen energielabel-C of hoger hebben geregistreerd. Volgens het uitvoeringsplan en op basis van het kantorenbestand is er een eerste aanschrijving (vooraankondiging) geweest. In deze aanschrijving zijn kantooreigenaren geïnformeerd over de energielabel C-verplichting. Daarbij is opgeroepen om een vragenformulier op de website van de gemeente in te vullen. Aan de hand van het vragenformulier werd een administratieve controle uitgevoerd. Voor het invullen van het vragenformulier was een reactietermijn gesteld. Na deze termijn is nog een poging gedaan om telefonisch contact te krijgen met de kantooreigenaren die niet hebben gereageerd. Vele kantooreigenaren hebben op basis van de eerste aanschrijving of het telefonisch contact acties ondernomen om te voldoen aan de energielabel C-verplichting. Aan het eind van 2023 voldeed 77,5% van alle energielabel C-plichtige kantoorgebouwen aan minimaal energielabel C. Dit betekent dat de norm van 80% net niet is gehaald. In 2024 worden verdere stappen genomen om tot (minimaal) de norm van 80% te komen. Een energielabel vervalt na tien jaar en er kunnen nieuwe kantoren bijkomen, waardoor controle nodig blijft om de naleving hoog te houden.
In dit hoofdstuk wordt de uitvoering van onze VTH-taken omtrent het omgevingsrecht beschreven. Hierbij staan we stil bij wat we hebben gedaan en meegemaakt. Daarbij kijken we naar wat opvalt en hoe dit komt.
4.1 Vergunningverlening bouw/RO/brandveiligheid
De vergunningverleners bouw van de vakgroep Bouw behandelen omgevingsvergunningaanvragen (deelactiviteit bouwen, handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening, monumenten, uitweg). Het gaat om bijvoorbeeld bouwplannen voor appartementen, wijzigingen aan monumentale panden of het kappen van bomen. Zij toetsen bouwplannen op ontvankelijkheid, leggen plannen voor aan de welstandscommissie, toetsen aan het Omgevingsplan1 en aan het Bouwbesluit 2012/Bbl2. Ook halen zij advies op bij en zorgen zij voor afstemming met verschillende interne afdelingen en externe partijen. Daarnaast handelen zij sloop- en asbestmeldingen en sloopvergunningen af.
Bouwplantoetser beoordeelt een bouwtekening.
De frontofficemedewerkers van de vakgroep Frontoffice beantwoorden klantvragen en handelen particuliere sloopmeldingen af. Zij geven informatie over wet- en regelgeving en procedures bij omgevingsvergunningen. Hierbij geven zij bijvoorbeeld informatie of een activiteit vergunningplichtig is en wat de mogelijkheden zijn binnen een Omgevingsplan.
4.1.1 Wat hebben we gedaan en meegemaakt?
Uitvoering aanvragen Wabo (bouw, RO en brandveiligheid)
Uitvoeren van een werk3of werkzaamheden |
||||||||||
Samenwerking tussen vergunningverleners en juristen
In september 2022 zijn de juridische beleidsmedewerkers van de afdeling Veiligheid, Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VVTH) en de juristen planologie van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling (RO) samengevoegd en ondergebracht bij Team Wonen en Leven van de afdeling RO. Het nieuwe team heet vakgroep Omgevingsrecht en zij voeren zowel RO-taken als VTH-taken uit. Voor de vergunningverleners bouw is de vakgroep Omgevingsrecht een belangrijke partij in het vergunningverleningsproces. Door het onderbrengen van de juridische beleidsmedewerkers van de afdeling VVTH in de vakgroep Omgevingsrecht bij de afdeling RO, leidt de fysieke scheiding met vergunningverleners bouw tot meer afstand tot elkaar in de samenwerking. Daarentegen zijn er door de Ow minder aanvragen met een uitgebreide voorbereidingsprocedure4, waarvoor de vergunningverleners bouw de juridische beleidsmedewerkers van de vakgroep Omgevingsrecht nodig hebben. Dit ligt anders bij een BOPA, die in principe een reguliere voorbereidingsprocedure5 kent. Hierbij is sowieso afstemming nodig tussen beide vakgroepen.
De vakgroepen Bouw en Frontoffice hebben veel werk gehad in de voorbereiding op de invoering van de Ow. Hiervoor hebben de vakgroepen verschillende cursussen gevolgd. Daarbij zijn de vakgroepen betrokken geweest bij het inrichten van meerdere processen in het nieuwe processysteem Centric Leefomgeving (CLO). CLO is de opvolger van Key2Vergunningen en sluit volledig aan op de Ow. Veel is al ingericht, maar er is nog geen maatwerk toegepast. Daarbij is niet alles van tevoren getest of het werkt zoals het hoort. Dit moet gaandeweg worden ondervonden en worden aangepast. Ook zijn de vakgroepen betrokken geweest bij het aanpassen van informatie naar de nieuwe situatie onder de Ow op de gemeentelijke website.
Participatie is het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit. De Ow regelt dat participatie in sommige gevallen nodig is. Bij de gemeente Heerenveen is participatie door de initiatiefnemer verplicht bij het aanpassen van het Omgevingsplan en bij het volgen van een procedure voor een BOPA. Participatie kan helpen een plan te verbeteren en kan helpen om zorgen bij omwonenden weg te nemen of juist op te lossen. Ook kan participatie bijdragen aan een inzichtelijk besluitvormingsproces. Om een initiatiefnemer te helpen bij het organiseren van participatie, heeft de gemeente een handreiking opgesteld. Deze handreiking maakt duidelijk wat onze gemeente verwacht van een initiatiefnemer als hij of zij aan de slag gaat met participatie. Ook staat erin hoe onze gemeente beoordeelt of er voldoende aan participatie is gedaan.
4.1.2 En, wat valt daarvan op en hoe komt dit?
In 2023 zijn er minder aanvragen voor een omgevingsvergunning geweest dan in 2022. Dit betreft een lichte daling van 7,5%. Daarentegen is het aantal vooroverleggen in 2023 gestegen ten opzichte van 2022. Het gaat om een stijging van 16%. Een vooroverleg gaat vooraf aan een vergunningaanvraag en een verleende vergunning. Door de komst van de Ow is in december van 2023 nog een grote toename aan aanvragen binnengekomen. De vergunningverlening hiervan zal in de loop van 2024 plaatsvinden. Dit kan verklaren waarom er een stijging zichtbaar is in het aantal vooroverleggen en de daling in het aantal verleende omgevingsvergunningen. Overigens vindt niet bij iedere aanvraag een vooroverleg plaats en volgt niet op iedere vooroverleg een aanvraag. Een initiatiefnemer wil met een vooroverleg duidelijkheid hebben over de haalbaarheid van zijn plan. Ook het duurder worden van de bouwmaterialen kan van invloed zijn op het niet opvolgen van een aanvraag. Voor een vooroverleg wordt 25% van de leges voor het indienen van een aanvraag betaald. Dit wordt verrekend bij het indienen van een aanvraag. In hoeverre de kosten kostendekkend blijven door de toename in het aantal vooroverleggen en een daling in het aantal aanvragen wordt onderzocht. Hiervoor zijn we gestart met tijdschrijven.
Door de voorbereidingen op de Ow en de Wkb heeft de vakgroep Bouw in 2023 tijdelijk inhuur gehad. Deze tijdelijke inhuur is grotendeels niet verlengd naar 2024. Ook in de eerste periode na de inwerkingtreding van de Ow en de Wkb wordt verwacht extra mankracht nodig te zijn. De tijdelijke inhuur in 2023 heeft ervoor gezorgd dat er geen achterstanden zijn ontstaan. Het verder inrichten, testen en aanpassen van de processen in CLO gaan nog veel tijd in beslag nemen. Dit heeft gevolgen voor de snelheid waarop een omgevingsvergunning wordt verleend. Bij het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag wordt het risico gelopen dat een dwangsom aan de aanvrager volgt.
4.2 Vergunningverlening en advisering milieu
De milieuadviseurs van de vakgroep Milieu hebben met name een adviserende en afstemmende rol ten aanzien van verschillende interne afdelingen en externe partners. Ze geven bijvoorbeeld (integraal) advies voor ruimtelijke onderbouwingen, bouwen, aanvragen APV, toezicht en handhaving, projecten en beleid. Dit kan gaan over milieuzonering, industrie- en verkeerslawaai, gevelisolatie, incidentele festiviteiten, luchtkwaliteit, externe veiligheid, bodem, lichthinder, grondverzet en gebiedsbescherming (Natura 2000-gebieden). Daarnaast coördineert de vakgroep enkelvoudige vergunningen (deeltoestemming milieu). Dit betekent het voeren van vooroverleggen, uitvoeren van de toets op volledigheid, uitzetten van adviesaanvragen, inschakelen vakdisciplines en wanneer nodig externe partijen en het samenstellen en coördineren van besluiten. De inhoudelijke generalistische toetsing wordt uitgevoerd door de vakgroep zelf. Voor een inhoudelijke specialistische toetsing wordt het doorgezet naar de FUMO, een adviesbureau of de provincie. Ook behandelt de vakgroep meldingen op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer/Besluit activiteiten leefomgeving6 (Bal), Besluit Bodemkwaliteit (Bkk) en Besluit bodemenergiesystemen en toestemmingen voor kleine bodemsaneringen.
4.2.1 Wat hebben we gedaan en meegemaakt?
Uitvoering aanvragen Wabo (milieu)
Oprichten, veranderen of in werking hebben van een inrichting of mijnbouwwerk regulier |
||||||||||
Oprichten, veranderen of in werking hebben van een inrichting of mijnbouwwerk uitgebreid |
||||||||||
Melding gesloten bodemenergiesysteem7 |
||||||||||
Interne melding Besluit bodemkwaliteit8 |
||||||||||
Bodemsaneringen9 |
Ondersteuning bieden aan toezicht
Door onderbezetting bij de vakgroep Toezicht milieu heeft een medewerker van de vakgroep Milieu vanaf juni 2023 toezichthoudende taken op zich genomen. Dit deed hij naast zijn eigen werkzaamheden. Hiervoor kreeg hij bijval van de rest van de vakgroep. Dit heeft veel druk gelegd op de vakgroep.
Visie op de gemeentelijke milieutaken
Met de komst van de Ow is gekeken of de gemeente Heerenveen bestand is tegen de veranderingen die het op het gebied van milieu met zich meebrengt. Hieruit is gebleken dat de vakgroep Milieu een belangrijke rol speelt en ervoor zorgt dat de gemeente het vermogen heeft om zich aan te passen aan de Ow. De vakgroep Milieu zorgt namelijk voor veel (lokale) kennis in eigen huis, waardoor interne teams van de eigen afdeling, de afdeling RO en de afdeling Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR), worden ondersteund bij diverse milieuvraagstukken. Daarbij staat de vakgroep Milieu dicht bij de samenleving en het bestuur en haar deskundigheid helpt de belangen van de gemeente te beschermen.
4.2.2 En, wat valt daarvan op en hoe komt dit?
In 2023 is het aantal aanvragen en meldingen vrij constant gebleven met voorgaande jaren. Naast de reguliere werkzaamheden kregen de milieuadviseurs ook te maken met het treffen van de nodige voorbereidingen voor de komst van de Ow en het bieden van ondersteuning aan toezicht. Daarbij was er een toename in het geven van advies over Natura2000 (gebiedsbescherming) en geluid bij luchtwarmtepompen. Dit heeft veel capaciteitsinzet van de vakgroep Milieu gevraagd.
In 2023 zijn de werkzaamheden van de vakgroep Milieu tegen het licht gehouden. Dit heeft de vakgroep meer duidelijkheid gebracht over haar rol en positie binnen de gemeente. In de afgelopen jaren is er veel veranderd op het gebied van milieu. Hierdoor heeft de vakgroep Milieu zich steeds moeten aanpassen aan de behoeften van de gemeente. De rol die zij daarbij innemen is belangrijk gebleken om ook onder de Ow de gemeentelijke belangen te behartigen.
4.3 Bezwaar en beroep (omgevingsrecht)
De vakgroep Omgevingsrecht doet zowel werkzaamheden op het gebied van RO als ook VTH. Door de Ow overlappen deze werkzaamheden grotendeels. Het evaluatieverslag beperkt zich zoveel mogelijk tot de VTH-taken van de vakgroep. Op het gebied van VTH geven de juridische beleidsmedewerkers juridisch advies over omgevingsvergunningen aan het management, het bestuur en de betrokken teams. Daarnaast behandelen zij (premature) bezwaar- en beroepschriften, stellen zij verweerschriften en pleitnota’s op en vertegenwoordigen zij de gemeente bij de behandeling van bezwaar- en beroepsprocedures. Ook zorgen de juridische beleidsmedewerkers voor de juridische kwaliteitszorg van de processen en besluiten en bewaken zij de kwaliteit van de vergunningen en correspondentie. Verder behandelen zij aanvragen om een omgevingsvergunning strijdig gebruik en omgevingsvergunning uitvoeren werk of werkzaamheden. Een aanvraag om een omgevingsvergunning strijdig gebruik gaat om een plan waarbij de initiatiefnemer de grond of een gebouw op een andere manier wil gebruiken dan in het Omgevingsplan staat. Voor binnenplanse omgevingsplanactiviteiten10 doen zij alleen advisering. Binnenplanse omgevingsplanactiviteit is een situatie waarin het Omgevingsplan mogelijkheden biedt om van een bepaald voorschrift in het Omgevingsplan af te wijken. Voor complexe BOPA’s11 behandelen zij de aanvragen van begin tot eind. Met een BOPA wordt er afgeweken van het Omgevingsplan. Een aanvraag om een omgevingsvergunning uitvoeren werk of werkzaamheden gaat om bijvoorbeeld het afgraven of ophogen van grond, diepploegen en woelen van grond, het aanleggen of dempen van sloten en greppels of het aanbrengen van verhardingen in gebieden met landschappelijke, archeologische of cultuurhistorische waarden.
4.3.1 Wat hebben we gedaan en meegemaakt?
Juridische procedures omgevingsrecht (vergunningverlening)
De nieuwe vakgroep Omgevingsrecht bestaat net een jaar. In dit jaar heeft de vakgroep de werkzaamheden opnieuw onderling verdeeld. Deze verdeling levert specialisten op die zich toeleggen op één onderdeel, zoals bijvoorbeeld vergunningverlening. Daarnaast levert het all rounders op die overal voor worden ingezet. Het bundelen van de juridische beleidsmedewerkers in een vakgroep zorgt er ook voor dat kennis beter wordt gedeeld. Hierdoor is de vakgroep beter op de hoogte van wat er bij elkaar speelt en zijn anderen minder afhankelijk van bepaalde personen. In 2023 heeft de vakgroep last gehad van een aantal personele wisselingen. Hierdoor zijn lopende opdrachten door anderen overgenomen. Dit heeft geleid tot een hoge werkdruk, omdat bij het overnemen van een lopende opdracht veel tijd verloren gaat aan het opnieuw inlezen. Daarbij is de vakgroep door de vele personele wisselingen niet op volle sterkte geweest. Ook is gebleken dat het prioriteren van werkzaamheden een uitdaging is, vanwege de verschillende belangen die spelen tussen de afdelingen VVTH en RO.
Sinds 1 juli 2021 is een deel van de Wet elektronische publicaties (WEP) van kracht. Deze wet verplicht de gemeente om officiële publicaties online te zetten. Daardoor wordt het voor de samenleving mogelijk om alle algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen van de gemeente digitaal te raadplegen. Inwoners en ondernemers worden zo geïnformeerd over besluiten, zodat ze tijdig hun recht van inspraak kunnen uitoefenen. De WEP is een wijzigingswet die diverse wetten op verschillende onderdelen wijzigt, waaronder de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Bekendmakingswet. De Bekendmakingswet regelt waar en hoe besluiten bekendgemaakt moeten worden.
Per 1 juli 2023 moest geregeld zijn dat documenten die ter kennisgeving of mededeling fysiek ter inzage worden gelegd, ook digitaal ter inzage worden gelegd. Hiernaast blijft het fysiek ter inzageleggen verplicht. De categorieën waarvoor en de stukken die al digitaal ter inzage moeten worden gelegd, veranderen niet. Openbaarheid is het uitgangspunt, maar documenten kunnen gevoelige informatie bevatten. Denk bijvoorbeeld aan persoonsgegevens of vertrouwelijke bedrijfsgegevens. Indien documenten die ter inzage worden gelegd deze informatie bevatten, is het de verantwoordelijkheid van de gemeente om te voorkomen dat niet-openbare informatie openbaar wordt gemaakt. De documenten die voorheen fysiek ter inzage werden gelegd, werden niet altijd ingezien. Hierdoor was het anonimiseren door het weglakken alleen nodig als er gebruik van de terinzagelegging werd gemaakt. Het weglakken ging vrij eenvoudig en op een veilige wijze. Door het digitaal op voorhand beschikbaar stellen van documenten, is het nodig dat alles direct wordt geanonimiseerd. Hiervoor is anonimiseringssoftware nodig, zodat dit ook veilig gebeurt. De vakgroep Omgevingsrecht heeft veel te maken met officiële publicaties. Het digitaal weglakken van gevoelige informatie is een nieuwe taak en (nog) zeer arbeidsintensief.
4.3.2 En, wat valt op en hoe komt dit?
Het aantal aanvragen om een omgevingsvergunning werk of werkzaamheden is in 2023 gestegen met 64% ten opzichte van 2022. Voor deze stijging is geen verklaring te geven. Ook het aantal bezwaarschriften is gestegen met het jaar ervoor. Dit is een stijging van ruim het tweedubbele. Een deel is te verklaren door meerdere bezwaarschriften over eenzelfde onderwerp. De onderwerpen an sich lopen uiteen, zoals bijvoorbeeld een bezwaarschrift over een balkon en een bezwaarschrift over kamerverhuur. Daarbij is het overige deel van de stijging niet te verklaren. Het aantal beroepszaken is licht gedaald. Dit zijn vaak langslepende procedures, waardoor er geen conclusies aan kan worden gehangen.
De vakgroep Omgevingsrecht is nog niet op volle sterkte. Daarnaast maakt het niet prioriteren van de werkzaamheden het lastig om overal grip op te krijgen.
Het digitaal weglakken van gevoelige informatie is een nieuwe taak die erbij is gekomen. Voor deze arbeidsintensieve en in principe administratieve taak, zijn in 2023 onvoldoende personele middelen ter beschikking gesteld. Hierdoor is er minder ruimte voor de vakgroep om zich verder te kunnen ontwikkelen.
De bouwinspecteurs van het vakgroep Toezicht bouw zien erop toe dat er gebouwd wordt volgens de verleende omgevingsvergunning. Daarnaast voeren de zij inspecties uit naar aanleiding van klachten, meldingen en verzoeken om handhaving.
Nieuwbouw van een woning aan de Regentesselaan in Skoatterwald.
4.4.1 Wat hebben we gedaan en meegemaakt?
Handhaving (overtredingen) bouw
Eind 2022 vertrok de enige vaste bouwinspecteur van de vakgroep Toezicht bouw. In januari 2023 zijn twee nieuwe vaste bouwinspecteurs gestart. Daarmee is de geplande formatie weer op sterkte gebracht. Daarnaast is er (bestaande) inhuur nodig geweest voor het inwerken van de nieuwe bouwinspecteurs. Ook bood de inhuur ruimte voor de nieuwe bouwinspecteurs om cursussen en opleidingen te volgen en in het helpen om de processen en systemen voor te bereiden op de komst van de Ow en de Wkb.
Door de Ow gaan er taken van de provincie over naar de gemeente. Het gaat hierbij om bodemtaken en het toezicht op zuivelfabrieken. Deze taken werden uitgevoerd door de FUMO. De FUMO blijft de bodemtaken uitvoeren onder het bevoegde gezag van de gemeente. Voor de zuivelfabrieken zorgt de FUMO voor een warme overdracht van het toezicht op de omgevingsvergunning bouw. Het gaat in totaal om twee zuivelfabrieken. Dit lijkt weinig, maar hierbij komt veel kijken op het gebied van toezicht. Er is nog een derde zuivelfabriek, maar deze blijft onder het toezicht van de FUMO. Dit betreft namelijk een bedrijf dat valt onder het Besluit risico’s zware ongevallen (brzo-bedrijf), omdat het werkt met veel gevaarlijke stoffen.
Ook door de Wkb veranderen er taken van de gemeente. Deze wet introduceert de onafhankelijke kwaliteitsborger. Een kwaliteitsborger is een private partij die controleert of een nieuwbouw in de gevolgklasse 112 voldoet aan de wettelijke technische eisen. Dit doen zij tijdens het ontwerp en op de bouwplaats. De gemeente blijft verantwoordelijk voor de handhaving. Daarnaast blijven de bouwinspecteurs het toezicht houden op bouwwerken in de gevolgklassen 2 en 3, verbouwingen in de gevolgklasse 1 (tot 2025) en het Omgevingsplan (ruimtelijke regels en welstand).
In 2023 heeft de gemeente Heerenveen het meldingssysteem Fixi ingevoerd voor haar inwoners. Hiermee kunnen inwoners een melding doen over schade en overlast in de openbare ruimte. Het gaat hierbij vooral om meldingen met betrekking tot losliggende stoeptegels en kapotte lantaarnpalen. Dit laagdrempelige meldingssysteem zorgt er ook voor dat er andere meldingen binnenkomen dan alleen over de openbare ruimte. Ook voor de bouwinspecteurs komen er meldingen via Fixi binnen. Het zorgt voor een toename aan klachten. Fixi is niet bedoeld voor deze klachten en is daar evenmin voor ingericht. Een melding via Fixi geeft summiere informatie aan de bouwinspecteur. Op basis van deze informatie kan de bouwinspecteur geen controle uitvoeren. Hierdoor moet er altijd contact worden gezocht met de melder om de klacht te kunnen beoordelen en eventueel op te pakken. Naast Fixi komen klachten ook via andere kanalen binnen en bij verschillende medewerkers in de vakgroep Toezicht bouw. Hierdoor is er minder overzicht en grip op alle binnenkomende klachten.
4.4.2 En, wat valt daarvan op en hoe komt dit?
Het aantal toezichtcontroles in 2023 is bijna verdubbeld ten opzichte van 2022. Het gaat om een stijging van 192%. Vooral de controles op de omgevingsvergunning bouwactiviteit, sloopmeldingen en bij handelen in strijd met het gebruik van de omgevingsvergunning zijn enorm toegenomen. Dit heeft deels te maken met het invullen van de formatieplaatsen en de ondersteuning die wordt geboden door de inhuur. Hierdoor is meer slagkracht ontstaan. Voor het andere deel heeft het te maken met uitgebreidere registraties van de toezichtcontroles. Daarbij waren er nog veel lopende oude registraties die in 2023 zijn afgesloten. Dit waren vooral administratieve controles die minder tijd in beslag namen. Een zorg die bij het aantal toezichtcontroles blijft, is dat de achterstanden nog steeds blijven oplopen. Dit heeft onze aandacht. Door de Ow en de Wkb verandert de taakuitvoering van de bouwinspecteurs. Hiervan is de impact op de personele capaciteit niet in volledigheid te overzien. Daarbij hebben de twee nieuwe vaste bouwinspecteurs ervaring opgedaan tijdens het inwerken en hebben zij specifieke opleidingen gevolgd. Hierdoor waren zij niet direct volledig inzetbaar. In hoeverre dit alles effect heeft op het aantal toezichtcontroles blijven wij nauwkeurig monitoren.
Het aantal overtredingen is juist gedaald met 23,5%. In verhouding zou je verwachten dat met meer controles ook meer overtredingen worden geconstateerd. De daling in cijfers is beïnvloed door een verandering in registratie, omdat in het verleden de overtredingen beter werden geregistreerd dan de uitgevoerde controles. Dit heeft te maken gehad met het verlagen van de administratieve lasten.
De bouwinspecteurs hebben slecht zicht op alle klachten die binnenkomen. Ze komen namelijk via verschillende kanalen (Fixi, Klantcontactcentrum (KCC), e-mail etc.) binnen. Hierdoor ontbreekt een juiste vorm van hoe een klacht binnenkomt en zijn de klachten soms moeilijk te beoordelen met de informatie die bij een klacht wordt meegegeven. Daarbij komen klachten de ene keer bij één medewerker en de andere keer bij meerdere medewerkers terecht zonder dat ze het van elkaar weten. Hierdoor ontbreekt het eigenaarschap op een binnengekomen klacht en kost afstemming veel energie.
De milieu-inspecteurs van de vakgroep Toezicht milieu houden zich bezig met het houden van toezicht op de naleving van regels op het gebied van milieu, bodem, water en groen/natuur. Water en groen/natuur hoort bij toezicht vrije veld. De handhaving op het gebied van water ligt bij het Wetterskip Fryslân. De handhaving op het gebied van asbest en bodemmeldingen in het kader van het Bbk ligt bij de FUMO. Onze milieu-inspecteurs voeren milieucontroles uit bij agrarische en industriële bedrijven. Daarnaast behandelen zij overlastmeldingen (geur, trillingen etc.) van inwoners.
Bodemsanering van een vervuilde dam op het bedrijventerrein (in aanleg) Klaverblad Noord Oost.
4.5.1 Wat hebben we gedaan en meegemaakt?
Naleving controles 17 milieu
Handhaving (overtredingen) milieu
De vakgroep Toezicht milieu bestaat uit een geplande formatie van twee fte. Op deze formatie zaten twee milieu-inspecteurs. De ene milieu-inspecteur is eind 2022 van functie gewisseld en aan de slag gegaan als bouwinspecteur bij de vakgroep Toezicht bouw. De andere milieu-inspecteur is bijna geheel 2023 door ziekte uitgevallen. Dit heeft tot gevolg gehad dat er minder en zelfs even geen toezicht is geweest. Door deze onderbezetting is een medewerker van de vakgroep Milieu vanaf juni 2023 naast zijn eigen functie ook de functie van milieu-inspecteur erbij gaan doen. Daarnaast is er vanaf september 2023 een inhuurkracht bijgekomen.
Elke buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) is beperkt tot zijn of haar domein. Er zijn in totaal zes domeinen van onderwijs (leerplichtambtenaar) tot openbaar vervoer (conducteur). Domein II staat voor milieu, welzijn en infrastructuur. Voor het handhaven van wet- en regelgeving binnen het domein II is een boa nodig. Het vertrek van een van de milieu-inspecteurs heeft ook tot gevolg dat de gemeente nog niet beschikt over een eigen boa domein II. Deze milieu-inspecteur was namelijk al opgeleid en wachtte enkel nog op de akte van opsporingsbevoegdheid van Justis en de beëdiging door de korpschef van de politie. Door het uitblijven van een boa wordt niet voldaan aan de afspraken die zijn gemaakt met de gemeenten Súdwest-Fryslân en De Fryske Marren om samen een cluster te vormen, waarbij elke gemeente een boa domein II levert. Deze samenwerking is nodig om te voldoen aan de kwaliteitscriteria die staan genoemd in het Frysk Peil F2. Het Frysk Peil F2 stelt namelijk dat elke gemeente over minimaal drie boa’s domein II moet beschikken. Dit kan ook behaald worden door samen te werken met andere gemeenten. Met drie boa’s kan een 24/7 bezetting worden gerealiseerd.
Door de komst van de Ow worden gemeenten voor belangrijke milieuthema’s het bevoegd gezag. Zo verschuiven bijvoorbeeld zuivelfabrieken, bodemsaneringen, ontgrondingen en nazorg stortplaatsen van de provincie naar de gemeente. De gemeente is weliswaar het bevoegd gezag, maar vele al bestaande en grotendeels nieuwe taken van onze gemeente worden uitgevoerd door de FUMO. Door deze verschuiving was een overdracht van toezichtdossiers van de gemeente naar de FUMO nodig. In 2023 is veel tijd besteed aan het warm overdragen van deze dossiers.
4.5.2 En, wat valt daarvan op en hoe komt dit?
Na een flinke stijging in het aantal toezichtcontroles in 2022, kent 2023 weer een enorme daling. Dit is een daling van 61%. Hiermee is het aantal toezichtcontroles nog minder dan tijdens de coronaperiode. De bedrijven die zijn gecontroleerd hebben opgeteld meer overtredingen dan de gecontroleerde bedrijven in 2022. Hierdoor is het spontaan naleefgedrag met 21% naar beneden gegaan. De enorme daling in het aantal toezichtcontroles is direct te herleiden naar de onderbezetting van de vakgroep. Daarbij heeft het warm overdragen van de toezichtdossiers aan de FUMO veel tijd gekost. Het is nog onzeker wat voor gevolgen de taakverschuivingen en de nieuwe wet- en regeling (Ow) heeft op de personele capaciteit. De verwachting is dat de huidige geplande formatie nog steeds nodig blijft. Het is belangrijk om dit goed te blijven monitoren, zodat de formatie goed afgestemd kan worden op veranderende en nieuwe taken.
De gemeente Heerenveen voldoet niet aan het Frysk Peil F2 en de afspraken die zijn gemaakt in het cluster met de gemeenten Súdwest-Fryslân en De Fryske Marren. Dit heeft enerzijds te maken met het lange wachten op de akte van opsporingsbevoegdheid en de beëdiging van onze boa en anderzijds met het werven van een nieuwe boa. Het aanvragen van de akte van opsporingsbevoegdheid en het beëdigen van boa’s is een lang proces. Dit duurt ongeveer een half jaar. Bij de aanvraag moeten verschillende gegevens worden aangeleverd. Ontbreken er bepaalde gegevens, dan duurt de procedure nog weer langer. Het werven van nieuwe medewerkers is lastig gebleken door de krappe arbeidsmarkt. Daarbij hebben boa’s een negatief imago, waardoor mensen niet staan te springen om boa te worden. Ondanks de nodige inspanningen om weer een boa domein II in dienst te nemen, is dit in 2023 niet gelukt.
De inspecteurs brandpreventie van de vakgroep Brandveiligheid controleren bij verschillende bedrijven op de verleende gebruiksvergunningen en/of geaccepteerde gebruiksmeldingen. Een gebruiksvergunning of –melding ziet toe op:
Bij een controle lopen de inspecteurs brandpreventie met het bedrijf de gebruiksvergunning en/of -melding door en bespreken ze of er nog wijzigingen zijn ten opzichte van de verleende gebruiksvergunning en/of -melding. Daarbij controleren ze of de logboeken en benodigde certificaten in orde zijn. Vervolgens maken zij een rondgang door het gebouw en controleren zij onder andere dat vluchtwegen niet geblokkeerd zijn, het periodieke onderhoud van blusmiddelen is uitgevoerd en de aanwezigheid van noodverlichting en vluchtrouteaanduidingen. Ook wordt beoordeeld of de bedrijfshulpverleningsorganisatie op orde is bij de functies waar een brandmeld- en ontruimingsinstallatie een verplichting is. Verder wordt er een steekproefsgewijze controle gedaan van de brandwerende en rookwerende scheidingsconstructies. Aan het eind geven zij een terugkoppeling van hun bevindingen en maken zij zo nodig afspraken voor eventueel herstel van geconstateerde overtredingen.
Een onverantwoorde vluchtweg die is gecreëerd door een raam met een waslijn ervoor, inclusief brandtrap en vluchtwegaanduiding.
De inspecteurs brandpreventie beoordelen ook binnengekomen gebruiksmeldingen en leggen eventueel nadere eisen op. Daarnaast spelen zij een belangrijke rol in het adviseren over brandveiligheidsvoorschriften aan verschillende interne afdelingen en externe partners.
Daarnaast zijn er nog specifieke taken ondergebracht bij een van de inspecteurs brandpreventie. Deze inspecteur brandpreventie vervult de rol van accountmanager horeca. Hiermee is deze persoon het aanspreekpunt voor de horeca namens de gemeente en neemt hij deel in projecten als Veilig uitgaan. Daarbij voert deze persoon integrale toezichtcontroles uit bij de horeca. Het integrale toezicht bestaat uit toezicht op brandveiligheid, milieu en de Alcoholwet (inrichtingseisen en vergunningvoorschriften). Ook voert deze persoon toezichtcontroles uit bij grote evenementen, zoals de Night of the Koemarkt en het Flaeijelfeest. Dit is tijdens zowel de opbouwfase van het evenement als het evenement zelf.
4.6.1 Wat hebben we gedaan en meegemaakt?
Toezicht (controles) brandveiligheid
Naleving controles brandveiligheid
Handhaving (overtredingen) brandveiligheid
Uitvoering brandveilig gebruik
De bouwinspecteurs voeren controles uit tijdens de bouwfase. De inspecteurs brandpreventie komen in beeld na de oplevering van een gebouw en tijdens de gebruiksfase. Hierbij worden toezichtcontroles uitgevoerd op de brandveiligheid van een gebouw in de gebruiksfase. Als er in de bouwfase niet (voldoende) wordt gecontroleerd, dan heeft dit risico’s voor de gebruiksfase. De inspecteurs brandpreventie kunnen bijvoorbeeld niet altijd meer controleren of een brandwerende scheiding goed is uitgevoerd. Het is van belang dat tussen de bouwinspecteurs en de inspecteurs brandpreventie een goede afstemming en overdracht plaatsvindt.
Scootmobielen in verkeersruimten
De opmars van scootmobielen heeft tot gevolg dat deze in verzorgingshuizen geregeld op bepaalde plekken in verkeerruimten worden gestald, waardoor ook de vluchtroute voert. Door de vuurlast en de daarbij behorende rookontwikkeling bij brand kan de situatie ontstaan waarin een vluchtroute niet meer bruikbaar is. Duidelijke wet- en regelgeving die het verbiedt om scootmobielen in verkeersruimten te stallen, die ook worden gebruikt voor vluchtroutes, was er in 2023 niet. In de handreiking Brandveilig gebruik van vluchtroutes18 zijn maximale grenswaarden omschreven die als leidraad konden worden gehanteerd. In 2023 is hier toezicht op geweest. Onder de Ow zijn de regels aangescherpt, waardoor het specifiek is genoemd in de wet. Hierdoor valt het beter te handhaven als de overtreding zich blijft voordoen.
Scootmobiel die tegen een haspelkast met brandhaspel is geparkeerd.
4.6.2 En, wat valt daarvan op en hoe komt dit?
Het aantal toezichtcontroles is in 2023 gedaald met 54% ten opzichte van 2022. Daarentegen is het aantal overtredingen in 2023 gestegen met 91% ten opzichte van 2022. Deze stijging van de overtredingen heeft meer werk opgeleverd, waardoor er minder toezichtcontroles konden worden uitgevoerd. Daarnaast is een van de twee inspecteurs brandpreventie minder gaan werken. Het percentage naleefgedrag bij een hercontrole is ook gedaald. Hiervoor is geen duidelijke verklaring te geven. Opvallend is de stijging in het aantal overtredingen op de vluchtroutes. Dit is deels te herleiden naar de groei in scootmobielen. Het aantal gebruiksmeldingen is vrij stabiel gebleven met het voorgaande jaar. Vanaf 2020 is er wel een daling in aantallen zichtbaar. Onder de Ow zijn de eisen voor een gebruiksmelding aangepast, waardoor een verdere afname in het aantal gebruiksmeldingen is te verwachten. Dit heeft ook weer gevolgen voor het aantal toezichtcontroles op de gebruiksmeldingen.
4.7 Juridische handhaving (omgevingsrecht)
De juridische beleidsmedewerkers van de vakgroep Juridische handhaving adviseren andere teams en het bestuur over concrete handhavingszaken op het gebied van bouwen/slopen, milieu, brandveilig gebruik en groen. Daarbij voeren de juridische beleidsmedewerkers juridische handhavingsprocedures uit en adviseren zij het bestuur hierover. Ook vertegenwoordigen zij de gemeente bij bezwaarprocedures en bij beroepsprocedures bij de bezwaarschriftencommissie, Rechtbank en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) in handhavingszaken.
4.7.1 Wat hebben we gedaan en meegemaakt?
Juridische procedures omgevingsrecht (handhaving)
Ingebrekestellingen 19 |
||||||||||
De meeste luchtwarmtepompen20 produceren tussen de 50 en 70 decibel. Dit staat gelijk aan onder andere praten en het geluid van een auto met een verbrandingsmotor. De nieuwere modellen luchtwarmtepompen zijn al een stuk stiller. Door een toename van het aantal warmtepompen zijn ook de geluidsklachten over de warmtepompen gestegen. Naast klachten zijn er in 2023 ook twee verzoeken om handhaving binnengekomen. Hierbij ging het om luchtwarmtepompen bij een nieuw appartementencomplex, waarbij er sprake was van een overschrijding van het maximum aantal decibel in de dag- en nachtperiode. Dit is opgelost door verplaatsing en omkasting van de luchtwarmtepompen.
In 2023 heeft er een evaluatie van de partiële herziening Beheersverordening kamerverhuur plaatsgevonden. Hieruit is de aanbeveling opgevolgd om een taskforce op te richten. In deze taskforce worden de handelingen en acties ten aanzien van kamerverhuur van verschillende afdelingen met elkaar afgestemd. De taskforce komt regelmatig bijeen en wordt voorgezeten door een juridische beleidsmedewerker van de vakgroep Juridische handhaving. Deze juridische beleidsmedewerker zorgt voor de coördinatie van de klachten en roept op basis van een klacht de taskforce bijeen. Na de oprichting van de taskforce zijn er in 2023 alleen klachten binnengekomen over al lopende casussen. De ervaring is dat de juiste teams zijn vertegenwoordigd in de taskforce en de samenwerking is verbeterd.
De ABRvS heeft zich in 2023 in twee uitspraken uitgesproken over de conclusie van staatsraad advocaat-generaal Peter Wattel (Wattel). In de uitspraken onderschrijft de ABRvS de conclusie van Wattel dat zowel voor de bestuurlijke boete als voor herstelsancties moet worden aangesloten bij de strafrechtelijke criteria voor functioneel daderschap. Tot deze uitspraken werd het overtredersbegrip ruimer opgevat, waardoor iemand sneller werd aangemerkt als overtreder dan in het strafrecht. Dit geldt voor zowel natuurlijke personen als voor rechtspersonen. Functioneel daderschap draait in de kern om de vraag wanneer iemand die het (strafbaar) feit niet zelf in fysieke zin verricht, toch als pleger (strafrecht) kan worden aangemerkt. Iemand kan namelijk een delict of overtreding zelf plegen, maar kan ook anderen (al dan niet bewust) het laten doen. De ABRvS brengt wel de nuance aan dat de overtreder de overtreding niet (zelf) hoeft te bewerkstelligen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als de overtreding past in de normale bedrijfsvoering van het bedrijf, de verboden gedraging in zoverre dienstig was aan het bedrijf en het bedrijf de verboden gedraging tot op zekere hoogte had kunnen voorkomen. De uitspraken van ABRvS hebben gevolgen voor de toezicht- en handhavingspraktijk. Hierdoor is minder sprake van buitenwettelijke toerekeningen of bewijslastomkeringen. Denk bijvoorbeeld bij de invordering van kosten van bestuursdwang in het omgevingsrecht en de handhaving van specifieke normen zoals artikel 13b Opiumwet (het sluiten van een woning of pand vanwege de aanwezigheid van specifieke middelen of stoffen).
4.7.2 En, wat valt op en hoe komt dit?
Het aantal toegepaste herstelsancties in 2023 is licht gedaald ten opzichte van 2022. Daarentegen is het aantal handhavingsverzoeken meer dan verdubbeld. Hiervoor is geen verklaring te geven.
In de aanpak van kamerverhuur is de samenwerking in de taskforce van grote meerwaarde. De taskforce zit in een opbouwfase en kan zich nog verder ontwikkelen. Bij de aanpak zal meer vanuit een ‘helicopterview’ en ‘out of the box’ moeten worden gekeken naar casussen die spelen. Hierbij helpt het om meer op het proces te gaan zitten dan op de inhoud. Op de gemeentelijke website is een meldpunt ingericht voor overlast bij kamerverhuur. Deze is ook voor meldingen op grond van de Wgv. Het meldpunt is gestart op 23 januari 2024. Hierdoor wordt het makkelijker gemaakt om misstanden te melden. De verwachting is dat de taskforce het hierdoor drukker krijgt.
5. Evaluatie APV en bijzondere wetten
In dit hoofdstuk wordt de uitvoering van onze VTH-taken omtrent de APV en bijzondere wet- en regelgeving beschreven. Hierbij staan we stil bij wat we hebben gedaan en meegemaakt. Daarbij kijken we naar wat opvalt en hoe dit komt.
5.1 Vergunningverlening (APV en bijzondere wetten)
De vergunningverleners van de vakgroep Bijzondere wetten behandelen aanvragen op grond van de APV en bijzondere wet- en regelgeving. In de APV staan de gemeentelijke regels op het gebied van openbare orde en veiligheid. Het gaat om regels voor bijvoorbeeld evenementen, seksinrichtingen en sluitingstijden. Bijzondere wet- en regelgeving vormt een apart aandachtsgebied binnen de gemeente en is behoorlijk divers. Dit betreft bijvoorbeeld ook landelijke wet- en regelgeving die voor iedereen geldt en niet specifiek voor onze gemeente, in tegenstelling tot de regels uit de APV. Het gaat daarbij om zeer uiteenlopende onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de Wet Bibob, Alcoholwet of de Wegenverkeerswet. Op grond van deze specifieke landelijke en lokale wetten en de APV, kunnen vergunningen of ontheffingen nodig zijn om bepaalde activiteiten te mogen uitvoeren. Daarnaast pakken de vergunningverleners ook andere werkzaamheden op, zoals het aanstellen van verkeersregelaars en het publiceren van aankondigingen op de digitale matrixborden.
5.1.1 Wat hebben we gedaan en meegemaakt?
Uitvoering aanvragen APV en bijzondere wetten
De vakgroep Bijzondere wetten heeft te maken gehad met enkele wisselingen in personeel. In februari 2023 is een nieuwe evenementencoördinator en in maart 2023 een nieuwe vergunningverlener gestart. Door de komst van de nieuwe vergunningverlener zijn er weer twee vaste vergunningverleners. Daarnaast werd een tijdelijke vergunningverlener ingehuurd. Tot die tijd werden de vergunningverleners bij een toeloop van aanvragen bijgesprongen door collega’s binnen de vakgroep Bijzondere wetten. Dit ging ten koste van de eigen werkzaamheden van de helpende collega’s en zij waren niet altijd beschikbaar. Hierdoor is er verzocht om het aantal vaste vergunningverleners uit te breiden met een extra vergunningverlener. Dit verzoek is gehonoreerd, waardoor er vanaf 1 januari 2024 een derde vaste vergunningverlener is gestart. De evenementencoördinator zorgt voor het relatiebeheer met organisatoren van nieuwe en/of grote evenementen en voor de bestuurlijke afstemming met de portefeuillehouder. Ook heeft zij het evenementenoverleg weer opgestart in 2023, wat door betrokkenen als zeer waardevol wordt ervaren.
In 2023 heeft de vakgroep Bijzondere wetten ook een inventarisatie gemaakt van werkzaamheden die zijn blijven liggen in de afgelopen periode. Het gaat om bijvoorbeeld het actualiseren van Bibob-beleid, een toekomstvisie op de Pinksterkermis, het aanwijzen van collectieve festiviteiten etc.. Door de uitbreiding van de vakgroep Bijzondere wetten is er meer ruimte gekomen om enkele werkzaamheden uit de inventarisatie op te pakken.
In het najaar van 2023 is gestart met de ontwikkeling van nieuw evenementenbeleid. Het doel van het nieuwe evenementenbeleid is het scheppen van een eenduidig en samenhangend beleidskader voor het toetsen van vergunningaanvragen voor evenementen. Hiervoor is een plan van aanpak gemaakt. Belangrijke uitgangspunten voor het nieuwe evenementenbeleid zijn onder andere de toegankelijkheid voor mensen met een beperking, het stimuleren van duurzaamheid en de bescherming van natuur bij evenementen. De planning is om het nieuwe evenementenbeleid voor de zomer van 2024 op te leveren en in te laten gaan per 2025.
Wegwerpplastic is per 1 juli 2023 voor consumptie voor onderweg op open evenementen (geen omheining, geen toegangscontrole) én per 1 januari 2024 voor consumptie ter plaatse op gesloten evenementen (omheind of in een gebouw met toegangscontrole) niet meer toegestaan op grond van de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik (Rkeg). De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is aangewezen als toezichthouder op de Rkeg. De gemeente kan verdergaande regels stellen op het verbod voor wegwerpplastic bij evenementen. Hierop kunnen onze eigen toezichthouders toezien. In de begeleidende brief bij de evenementenvergunning worden organisatoren geïnformeerd over het verbod op wegwerpplastic bij evenementen. Daarnaast worden voorschriften over wegwerpplastic opgenomen in de evenementenvergunning.
Een versie van dit plaatje staat op alle wegwerpproducten waar plastic in is verwerkt.
5.1.2 En, wat valt daarvan op en hoe komt dit?
Het aantal verleende evenementenvergunningen is in 2023 fors gedaald ten opzichte van 2022. Daarentegen is het aantal meldingen voor het houden van een evenement in 2023 licht gestegen ten opzichte van 2022. Een duidelijke reden bij het gedaalde aantal evenementenvergunningen is niet te geven. Het kan te maken hebben met verleende driejarige evenementenvergunningen die in 2023 nog geldig waren. Hiervoor hoeft de vergunninghouder alleen een melding te doen bij het opnieuw organiseren van het evenement. Ook landelijk valt het op dat in 2023 minder evenementen zijn geweest. Dit wordt door de evenementenbranche toegeschreven aan de jaren van lockdowns in het hoogseizoen, waardoor in 2022 een enorme opleving kwam met nieuwe evenementen, inhaalevenementen en gecombineerde evenementen. Onze cijfers van 2023 komen inderdaad meer overeen met onze cijfers van 2019. Daarmee lijkt het weer te zijn gestabiliseerd.
Het aantal ligplaatsvergunningen in 2023 is met 67% gedaald ten opzichte van 2022. Dit heeft te maken met het beperkte aanbod in ligplaatsen. Alle gemeentelijke kades liggen redelijk vol. Hierdoor zijn minder tot geen ligplaatsen over op bepaalde locaties en voor bepaalde boten.
5.2 Bezwaar en beroep (APV en bijzondere wetten)
Onze inwoners en ondernemers kunnen bezwaar maken als zij het niet eens zijn met een verleende of geweigerde vergunning. Zijn zij het ook niet eens met de beslissing op het bezwaar, dan kunnen zij in beroep gaan bij de rechter. Binnen de vakgroep Bijzondere wetten worden ook de bezwaar- en beroepsschriften behandeld over verleende of geweigerde vergunningen. De vakgroep Bijzondere wetten vertegenwoordigt de gemeente bij de bezwaarcommissie of de rechtbank. Veel bezwaar- en beroepschriften worden afgevangen door het publiceren van de aanvragen. Hierdoor kunnen betrokkenen zienswijzen indienen, waarmee rekening gehouden kan worden in de verlening van de vergunning.
5.2.2 En, wat valt op en hoe komt dit?
Het aantal bezwaarschriften in 2023 is weer terug op het aantal in de jaren van vóór 2022. In 2022 liepen er een aantal bezwaarschriften gerelateerd aan de Wet open overheid (Woo) die op 1 mei 2022 is ingegaan, waardoor een stijging zichtbaar was. Dit hoge aantal of een verdere stijging is uitgebleven. In 2023 liepen er drie beroepszaken. Deze hebben met elkaar te maken. Hierbij heeft de vakgroep Bijzondere wetten ondersteuning gekregen van een juridisch adviesbureau.
De toezichthouders publiek domein/buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) van de vakgroep BOA zijn belast met het toezicht en de handhaving van de APV en bijzondere wet- en regelgeving. Onder de APV vallen met name kleine ergernissen, zoals loslopende honden en parkeerexcessen. Bij bijzondere wet- en regelgeving kan gedacht worden aan alcohol verstrekken aan minderjarigen of het organiseren van illegale kansspelen. Sinds 2022 zijn er twee boa’s in vaste dienst. Zij hebben naast toezichthoudende bevoegdheden ook opsporingsbevoegdheden. Daarmee kunnen zij onder andere bestraffend optreden door middel van het uitdelen van een bekeuring. Al deze bevoegdheden helpen bij het erop toezien dat wet- en regelgeving wordt nageleefd.
Boot op trailer die is gestickerd met een waarschuwing door de boa’s.
5.3.1 Wat hebben we gedaan en meegemaakt?
Aantal constateringen, waarschuwingen en boetes 23
Betekenis afkortingen/begrippen: APV – Algemene Plaatselijke Verordening, W.v.Str. – Wetboek van Strafrecht, WVW – Wegenverkeerswet 1994, Diftar – systeem voor inzameling van afval.
Aantal boetes vierwiel motorvoertuigen
In 2023 zijn er een aantal personele wisselingen geweest. Deze wisselingen hebben grote invloed gehad op de capaciteitsinzet van de boa’s. Veel productieve uren zijn verloren gegaan aan de tijd tussen het vertrek van oude medewerkers en de komst van nieuwe medewerkers. Daarnaast zijn veel productieve uren besteed aan de werving en selectie van nieuwe medewerkers en het inwerken van nieuwe medewerkers.
Ook het aanvragen van de akte van opsporingsbevoegdheid en het laten beëdigen van de boa’s duurde gemiddeld een half jaar. Dit is nodig voor een boa om gebruik te kunnen maken van zijn of haar opsporingsbevoegdheden. Zonder opsporingsbevoegdheden kan een boa bijvoorbeeld geen bekeuring uitdelen.
In 2023 zijn er camera’s in het centrum van Heerenveen geplaatst om de leefbaarheid te bevorderen. Het cameratoezicht is uitbesteed aan InPublic BV. De beelden van de camera’s mogen alleen worden bekeken door beëdigde boa’s. InPublic BV had in de beginperiode van de camera’s geen beëdigde boa’s beschikbaar. Hierdoor hebben de gemeentelijke boa’s het cameratoezicht voor een aantal maanden op zich genomen. Ook dit heeft een groot beslag op de capaciteitsinzet van de boa’s gehad.
In 2023 is besloten om de formatie van de boa’s per 2024 van drie fte naar vier fte uit te breiden. Dit geeft de boa’s meer slagkracht, zichtbaarheid op straat en flexibiliteit.
Eind 2023 is de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar gewijzigd. Hierdoor is het voor de boa’s mogelijk om vanaf 1 januari 2024 te handhaven op geen of onjuiste fietsverlichting voeren, het negeren van rood licht door fietsers en voetgangers en het handheld telefoongebruik door fietsers. Hiervoor dient een gedeeld handhavingsarrangement met het Openbaar Ministerie (OM), de politie en de gemeente te worden opgesteld. Een handhavingsarrangement maakt inzichtelijk wanneer, door wie, met welk juridisch instrumentarium en met welke consequenties wordt opgetreden.
Ook zijn de boa’s vanaf 1 januari 2024 bevoegd voor enkele feiten uit de Ow, omdat veel regels die voorheen landelijk werden gereguleerd nu onder het omgevingsplan vallen. Met deze bevoegdheden kunnen zij bijvoorbeeld handhaven op handelsreclame en op het vellen van een houtopstand. Bij de gemeente Heerenveen is het toezicht op deze feiten bij de bouwinspecteurs belegd. Zij hebben echter geen boa-bevoegdheden, waardoor zij geen bekeuring kunnen uitschrijven. Voor deze aanzienlijke uitbreiding van boa-bevoegdheden is onvoldoende personele capaciteit, waardoor er geen plannen zijn om de taken anders te beleggen.
In 2023 hebben de boa’s veel tijd besteed aan een drietal casussen. Het ging hierbij om een hoarder die overlast veroorzaakte, een pleziervaartuig waarop gewoond werd en een inwoner die gemeentegrond gebruikte voor stalling van zijn spullen. Verder hebben de boa’s veel tijd besteed aan meldingen op het gebied van verkeer. Deze meldingen komen grotendeels voort uit een toename van het aantal auto’s in woonwijken die daar niet op zijn ingericht. Bij deze meldingen wordt in samenwerking met team Verkeer van de afdeling IBOR gekeken naar duurzame oplossingen. Verder hebben de boa’s meegedaan aan een project met betrekking tot ondermijning bij de horeca. Hierbij is samengewerkt met andere partijen, zoals de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), de douane, de arbodienst en de politie.
5.3.2 En, wat valt daarvan op en hoe komt dit?
Dit is het tweede jaar dat er data kan worden gehaald uit het nieuwe mutatiesysteem Boa Registratie Systeem (BRS), waar onze boa’s naar zijn overgestapt. Hierdoor kunnen wij het aantal bekeurde overtredingen in 2023 vergelijken met dat van 2022. Hierbij valt op dat bij ‘niet de rijbaan gebruiken parkerend’ (op de stoep parkeren) een stijging in bekeuringen heeft plaatsgevonden van één in 2022 naar 21 in 2023. Bij ‘parkeren op plaats voor laden en lossen’ heeft er een stijging in bekeuringen plaatsgevonden van twee in 2022 naar 24 in 2023. En bij ‘parkeren gele doorgetrokken streep’ heeft er een stijging in bekeuringen plaatsgevonden van drie in 2022 naar 12 in 2023. De stijging in het aantal bekeuringen voor parkeren op de stoep, bij het laden en lossen en de gele doorgetrokken streep heeft verschillende oorzaken. Het parkeren op de stoep komt veel voor door de toename van het aantal auto’s in smalle straten. Dit heeft geleid tot verergering van het probleem. Het parkeren langs een gele doorgetrokken streep is beter te handhaven, omdat op veel locaties de lijnen opnieuw zijn geverfd. Het parkeren onder het mom van laden en lossen kwam veel voor bij een coffeeshop. Het afhalen van drugs bij een coffeeshop valt niet onder de definitie van laden en lossen. Daarbij was het verkeersbord niet duidelijk geplaatst. Dit is aangepast, waardoor het beter valt te handhaven. Ook de wisselingen in boa’s, die wel of niet waren beëdigd, heeft geleid tot een verschil in het aantal bekeuringen tussen 2023 en 2022.
Verder valt op dat de geplande formatie in 2023 geen ruimte liet voor flexibiliteit. Hierdoor zijn steeds lastige keuzes gemaakt in wat prioriteit heeft en wat niet. Daarmee bleef een verdere ontwikkeling en professionalisering (bijv. het dragen van handboeien en bodycams) van de vakgroep BOA uit. Het nog niet optimaal kunnen inzetten van de boa’s en de vertraging van de doorontwikkeling en professionalisering van de boa’s is vooral een personele capaciteitsprobleem. Met de uitbreiding van de geplande formatie in 2024 wordt een volgende stap gezet in de goede richting om de vakgroep BOA hiervoor meer ruimte en flexibiliteit te bieden.
5.4 Juridische handhaving (publiek domein)
De vakgroep BOA en de vakgroep Juridische handhaving adviseren de teams en het bestuur over concrete handhavingszaken op het gebied van APV, kinderopvang en horeca. Daarbij voeren zij juridische handhavingsprocedures uit en de adviseren zij het bestuur hierover. Ook vertegenwoordigen zij de gemeente bij bezwaarprocedures en bij beroepsprocedures bij de bezwaarschriftencommissie, Rechtbank en de ABRvS in handhavingszaken.
5.4.2 En, wat valt op en hoe komt dit?
Het aantal geconstateerde overtredingen in 2023 is met 60% gestegen ten opzichte van 2022. Ook zijn er meer juridische procedures zichtbaar. Door de introductie van het meldingssysteem Fixi weten de inwoners de gemeente beter te vinden en is het makkelijker om een melding te maken. De stijging in het aantal meldingen heeft geleid tot een verhoging van het aantal geconstateerde overtredingen. Vervolgens heeft een toename in het aantal geconstateerde overtredingen op haar beurt geleid tot meer juridische procedures. De juridische procedures gingen om zeer uiteenlopende kwesties, zoals een bijtincident door een hond, het verkeerd aanbieden van een afvalcontainer en een gedumpte scooter.
Het aantal opgelegde lasten onder dwangsom is gestegen van nul in 2022 naar zeven in 2023. Een last onder dwangsom is een herstelsanctie om een overtreding te laten herstellen of te laten voorkomen. Het kan alleen worden opgelegd als de eigenaar/overtreder bekend is. Daarbij moet de eigenaar/overtreder de last ook kunnen uitvoeren. Het achterhalen van de eigenaar/overtreder is niet altijd makkelijk en vraagt de nodige inzet. In 2023 is er meer tijd genomen voor het achterhalen van de eigenaar/overtreder. Hierdoor is er vaker gekozen voor het opleggen van een last onder dwangsom. Dit heeft als voordeel dat de kosten voor bijvoorbeeld het meevoeren, opslaan (inbeslagname) en het vernietigen kunnen worden verhaald op de eigenaar/overtreder.
6. Kwaliteitsborging kritieke massa
Het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving zoals we het nu kennen, heeft een decennialange aanloop gehad. Discussies over de kwaliteit van uitvoering hebben onder meer geleid tot het opstellen van kwaliteitscriteria, de oprichting van omgevingsdiensten en – tot slot – de verankering van het stelsel in wetgeving.
De kwaliteitscriteria zijn bedoeld om de uitvoering van de VTH-taken door gemeenten en provincies in het omgevingsrecht te professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen. De criteria gaan over proces, inhoud en kritieke massa. Het voldoen aan de criteria zorgt ervoor dat het bevoegd gezag in staat is om de gewenste kwaliteit en continuïteit te leveren.
6.2 Kwaliteitsverordening en Frysk Peil F2
Op 1 januari 2023 is de nieuwe Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Heerenveen (kwaliteitsverordening) in werking getreden. Deze vervangt de Verordening uitvoering en handhaving (omgevingsrecht). De kwaliteitsverordening bevat geen inhoudelijke kwaliteitseisen, maar verwijst naar een set kwaliteitscriteria (kritieke massa). Deze set kwaliteitscriteria beschrijven voor verschillende deskundigheidsgebieden het gewenste opleidingsniveau, het aantal jaren werkervaring, het aantal vlieguren en de mate van onderlinge vervangbaarheid. De set kwaliteitscriteria wordt het Frysk Peil F2 genoemd. Het Frysk Peil F2 is in brede Friese samenwerking door de bevoegde gezagen ontwikkeld en beschikbaar gesteld.
Het college dient volgens de kwaliteitsverordening jaarlijks de gemeenteraad op de hoogte te stellen van de naleving van het Frysk Peil F2. Voor het bijhouden van deze naleving is een VTH-dashboard ingericht. Een deel van het VTH-dashboard is als bijlage 3 (VTH-Kwaliteitscriteria Frysk Peil F2) toegevoegd.
In 2023 is gestart met een verbetertraject dat een impuls moet geven aan het voldoen aan het Frysk Peil F2. Het verbetertraject bestaat uit zeven fases.
Fase 1 De startmeting (1e kwartaal 2023)
Het verbetertraject is gestart met het uitwerken van een VTH-dashboard. Daarmee hebben wij onze eigen situatie in beeld gebracht. De startmeting biedt inzicht in hoe de organisatie zich verhoudt tot het Frysk Peil F2. Op basis van de uitkomsten van deze startmeting weten wij op welke punten de organisatie voldoet aan de kwaliteitscriteria en waar nog een verbeterslag nodig is.
Fase 2 Concept verbeterplan (2e kwartaal 2023)
Daar waar verbeterslagen nodig zijn, is een verbeterplan in concept opgesteld.
Fase 3 Voortgang- en ontwikkelgesprekken (3e kwartaal 2023)
In het voortgang- en ontwikkelgesprek worden afspraken gemaakt tussen medewerker en leidinggevende over de uit te voeren acties om te voldoen aan de kwaliteitscriteria. Hiervoor wordt een hulpmiddel (ontwikkelingsformulier) ingezet dat ervoor zorgt dat de benodigde verbeterslagen tot uitvoering worden gebracht.
Fase 4 Definitieve verbeterplan (4e kwartaal 2023)
Het concept verbeterplan wordt aangepast tot een definitief verbeterplan, nadat de voortgang- en ontwikkelgesprekken zijn geweest en de afspraken zijn vastgelegd over de uit te voeren acties.
Fase 5 Professionalisering (2024)
In deze periode worden de verbeteringen doorgevoerd en in de organisatie geborgd.
Fase 6 De eindmeting (vanaf 2025)
Aan het eind van het verbetertraject wordt het VTH-dashboard bijgewerkt om te laten zien dat de organisatie voldoet aan de kwaliteitscriteria.
Hoewel het verbetertraject grotendeels is afgerond per 1 januari 2025, is er daarna natuurlijk ook aandacht nodig voor kwaliteitsborging: het kwaliteitsniveau moet onderhouden worden. Het uitgangspunt is dat wij voor alle taken aan de kwaliteitseisen voldoen en dat het ieders taak en verantwoordelijkheid is om te zorgen dat dat zo blijft. Instrumenten die hierbij kunnen worden ingezet zijn bijvoorbeeld de collegiale toets en horizontale verantwoording. Het VTH-dashboard wordt blijvend bijgehouden.
7. Conclusies en bijstellen uitvoering
Het doel van het opstellen van een evaluatieverslag is het evalueren van het afgelopen jaar en hieruit verbeterpunten halen. Ook in 2023 hebben we veel geleerd. Daarbij blijven de ontwikkelingen die invloed hebben op onze uitvoering doorgaan. Deze lessen en ontwikkelingen leiden tot bijsturing van het VTH-beleid en het VTH-uitvoeringsprogramma.
7.1 Aandachtspunten in de uitvoering
Opvallend zijn de vele personeelswisselingen in 2023. Inhuur is belangrijk geweest voor het opvangen van het werk dat is blijven liggen in de tussenperiode van de personeelswisseling en de tijd dat het neemt om een nieuwe medewerker in te werken en op te leiden. De oplopende achterstanden van toezichtcontroles in de bouwfase bij bouwinspecteurs vragen om extra aandacht. Dit heeft gevolgen voor het toezicht in de gebruiksfase bij de toezichthouders brandveiligheid.
Samenwerking tussen vergunningverleners en juristen
Het samenvoegen van de juristen bij de afdeling RO en een deel van de juristen van de afdeling VVTH is een goede stap geweest richting het beter aansluiten op een andere manier van werken dat de Ow van ons vraagt. Hierbij zitten nog een aantal uitdagingen die aandacht verdienen. Vanuit de afdeling RO en vanuit de afdeling VVTH spelen andere belangen. Om beter grip te krijgen op alle werkzaamheden is een prioritering nodig.
De WEP zorgt ervoor dat er meer informatie actief beschikbaar komt en toegankelijker wordt voor onze inwoners en ondernemers. Dit is een goede ontwikkeling, maar het publiceren en anonimiseren zorgt ook voor meer werk bij de vakgroep Omgevingsrecht. Daarbij is het van belang dat er goede software komt die helpt bij het anonimiseren, zodat de kans op het lekken van gevoelige informatie wordt uitgesloten.
De toezichthouders publiek domein/boa's hebben met de invoering van het meldingssysteem Fixi beter grip gekregen op alle meldingen en klachten die voorheen via verschillenden kanalen binnenkwamen. Fixi is niet bedoeld en zodanig ingericht voor de toezichthouders in het omgevingsrecht. Met de invoering van Fixi is er voor deze toezichthouders een extra kanaal bijgekomen waar meldingen en klachten op binnenkomen. Om beter overzicht te krijgen op binnenkomende meldingen en klachten, is het nodig om dit te sturen naar één kanaal dat hiervoor is ingericht.
Het invullen van de vacature voor een nieuwe milieu-inspecteur met opsporingsbevoegdheden (boa domein II) blijkt een hele opgave. Zolang deze vacature niet is ingevuld, voldoen wij niet aan het Frysk Peil F2 en de afspraken die zijn gemaakt in het boa-cluster met de gemeente Súdwest-Fryslân en De Fryske Marren.
De taskforce helpt om team- en afdelingsoverstijgend samen te werken bij het oplossen van problematiek bij (kamer)verhuur. Door het inrichten van een meldpunt op grond van de Wgv, waarbij ook overlast bij kamerverhuur kan worden gemeld, is de verwachting dat er meer meldingen binnenkomen voor de taskforce. Voor de verdere ontwikkeling van de taskforce is het nodig dat er meer vanuit een 'helicopterview', 'out of the box' en op het proces naar een casus wordt gekeken.
7.1.3 Keten Openbare Orde en Veiligheid
Door regelmatige personeelswisselingen en tijdelijke uitbreidingen zijn de boa's op straat niet altijd uitgerust met opsporingsbevoegdheden. Het aanvragen van de akte van opsporingsbevoegdheid bij Justis en het laten beëdigen van een boa door de korpschef van de politie, duurt gemiddeld vier maanden. Deze procedure moet iedere keer opnieuw worden gedaan, ook al heeft een boa de procedure al doorgelopen bij zijn of haar vorige werkgever. Het niet direct kunnen inzetten van een boa met opsporingsbevoegdheden heeft gevolgen voor het daadkrachtig kunnen optreden tegen overtredingen. Daarbij doet het afbreuk aan de geloofwaardigheid van de boa op straat.
7.2 Bijstellen van de uitvoering
7.2.1 VTH-Uitvoeringsprogramma 2023/2024
Geplande doelen/activiteiten uit het VTH-uitvoeringsprogramma
In het VTH-Uitvoeringsprogramma 2023/2024 staan negen doelen uitgewerkt naar concrete activiteiten. Zie bijlage 2 voor het volledige overzicht van deze doelen/activiteiten. Twee van deze doelen/activiteiten stonden gepland voor 2023. Het ging hierbij om het inventariseren van al het cultureel gebouwde erfgoed uit voormalig Skarsterlân en Boarnsterhim en het laten voldoen van minimaal 80% van alle kantoorgebouwen aan de energielabel C-verplichting. Deze doelen/activiteiten zijn niet volledig behaald. Hier wordt nog hard aan gewerkt en om deze reden wordt het programmeren van deze doelen/activiteiten verlengd tot en met 2024.
In het VTH-Beleidsplan 2023 wordt uitgegaan van het toepassen van een tweede hercontrole bij een overtreding. Door de kwetsbare positie van de huurder biedt het toepassen van een tweede hercontrole een te hoge drempel voor het doen van een eerste melding. Om deze reden lijkt de sanctiestrategie uit het VTH-Beleidsplan 2023 op voorhand niet effectief in het oplossen van een probleem bij verhuurderschap. Hierdoor wordt voor overtredingen op basis van de Wgv een uitzondering gemaakt op de sanctiestrategie uit het VTH-Beleidsplan 2023. Deze uitzondering ziet toe op het laten vervallen van de tweede hercontrole, waardoor direct na de eerste hercontrole tot handhaving wordt overgegaan. In bijlage 4 wordt het werkproces goed verhuurderschap weergegeven.
De volgende documenten maken deel uit van het VTH-Jaarverslag 2023 en zijn als bijlagen toegevoegd:
Bijlage 2: Operationalisering doelstellingen
Bijlage 3: VTH-Kwaliteitscriteria Frysk Peil F2
Het overzicht beperkt zich tot de deskundigheidsgebieden voor de zogenoemde niet-basistaken. Deze deskundigheidsgebieden dienen gemeenten zelf te regelen. De basistaken zijn ondergebracht bij de omgevingsdiensten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-198836.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.