Handhavingsbeleid Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

 

 

Vastgesteld op: 11 april 2023

Zaaknummer: 3043787

Vastgesteld door: College van burgemeester en wethouders

 

 

Inhoud

Inleiding

Handhaving

Start bouwactiviteiten zonder melding Wkb

Dossier bevoegd gezag is onvolledig

Ontbreken start bouw melding

Bouwen zonder kwaliteitsborger

Twijfels over kwaliteitsborger

Strijdigheid Besluit bouwwerken leefomgeving

Gefaseerde ingebruikname

Handhavingsmatrix

Bijlage : risicomatrix

 

 

Inleiding

Op 1 januari 2024 treedt, naar verwachting, de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking. Met de invoering van de Wkb verandert de rol van de gemeente. Het toezicht komt te liggen bij de private kwaliteitsborger. De gemeente toetst vooraf niet meer inhoudelijk aan bouwtechnische voorschriften, maar controleert of de opdrachtgever werkt met een bij de bouwactiviteit passend instrument en een onafhankelijke kwaliteitsborger. Ook controleert de gemeente of alle specifieke risico’s voor dat bouwwerk in de risicobeoordeling in kaart zijn gebracht en in het borgingsplan zijn vastgelegd.

 

 

 

 

 

Gevolgklassen

De Wkb wordt niet meteen voor alle bouwwerken ingevoerd maar gaat als eerste gelden voor bouwwerken die vallen onder gevolgklasse 1.

 

Gevolgklasse 0

Gevolgklasse 1

Vergunningsvrije bouwwerken welke vanwege hun locatie vergunning plichtig zijn

 

Grondgebonden eengezinswoningen

Industriefunctie

Logiesverblijven niet in gebouw

Kleine infrastructurele werken

 

(ook verbouw en renovatie)

Met uitzondering van melding brandveilig gebruik, monumenten, milieuvergunning en gelijkwaardigheid constructie & brand.

 

Er zijn zorgen geuit over een eventueel tekort aan kwaliteitsborgers, om tegemoet te komen aan deze zorgen is er een voorzorgsmaatregel genomen. De invoering van de Wkb wordt in eerste instantie beperkt tot nieuwbouw in gevolgklasse 1. Verbouwactiviteiten zullen pas later – zes maanden na inwerkingtreding – onder gevolgklasse 1 en daarmee onder de Wkb komen te vallen. (Antwoorden op nadere vragen van de Eerste Kamer commissie over Wet kwaliteitsborging voor het bouwen | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl)

 

Afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie volgen vanaf 2025 de bouwwerken in gevolgklasse 2 en 3. Dit zijn bijvoorbeeld bibliotheken en onderwijsgebouwen (gevolgklasse 2) en voetbalstadions en ziekenhuizen (gevolgklasse 3). Bij vergunningaanvragen voor bouwwerken in gevolgklasse 2 en 3 geldt de komende jaren nog dat het toezicht wordt uitgevoerd door de gemeente zelf.

 

 

Handhaving

Er zijn verschillende momenten in het Wkb proces waarop het bevoegd gezag kan besluiten over te gaan tot handhaving. Deze momenten worden hieronder uitgewerkt.

 

Start bouwactiviteiten zonder melding Wkb

Vier weken voor de start voor de start van de bouw moet de initiatiefnemer een bouwmelding indienen, de zogenaamde melding Wkb. Bij een onvolledige melding is juridisch geen sprake van een melding. Wanneer de melding onvolledig is wordt er via een brief naar de initiatiefnemer gecommuniceerd dat er geen melding is gedaan. In de brief wordt vermeld welke gegevens ontbreken. De Omgevingswet gaat er van uit dat de bouw zonder tegenbericht gewoon mag beginnen. Dit betekent dat de communicatie over de onvolledige melding op zijn minst binnen 4 weken verstuurd moet worden.

 

In het geval dat de initiatiefnemer geen melding Wkb in heeft gediend kan er niet gestart worden met de bouw. Wanneer de gemeente constateert dat er ondanks het niet indienen van een melding wel is gestart met de bouw, kan er worden gehandhaafd door middel van het opleggen van een bouwstop. Er wordt actief gecontroleerd op het indienen van de melding Wkb. Dit kan door middel van het bijhouden van een lijst die geautomatiseerd uit het zaaksysteem gegenereerd kan worden. De toezichthouder kan aan de hand van deze lijst de betreffende bouwwerkzaamheden meenemen in de controlerondes.

 

Daarnaast is het verplicht om binnen een jaar na het indienen van de melding Wkb te starten met de bouwactiviteit. Is de termijn van een jaar verstreken, dan moet de initiatiefnemer opnieuw vier weken voor de start van de bouw een melding Wkb indienen bij de gemeente. Het doel is om het zaaksysteem zo in te richten dat de toezichthouder een melding ontvangt wanneer de termijn van een jaar verstreken is en duidelijk is dat de bouwactiviteit nog niet gestart is. Op deze manier kan ook hier actief op worden gecontroleerd.

 

Risicobeoordeling en borgingsplan

De melding Wkb bevat onder andere de risicobeoordeling en het borgingsplan. Deze zijn bedoeld om de gemeente inzicht te geven in de risico’s in een bouwwerk en de borging van de lokale omstandigheden door de kwaliteitsborger. Wordt dit onvoldoende geborgd, dan kan de gemeente tijdens de uitvoering van een bepaald onderdeel van de bouw zelf toezien als dat nodig is. In de praktijk zal slechts in een aantal gevallen sprake zijn van specifieke lokale omstandigheden.

 

Dossier bevoegd gezag is onvolledig

Twee weken voor ingebruikname van het bouwwerk moet de kwaliteitsborger een gereedmelding indienen bij de gemeente, ook wel het dossier bevoegd gezag. Bij het ontbreken van of een onvolledige gereedmelding zijn er meerdere mogelijkheden om handhavend op te treden. Wanneer het puur op documentatie aankomt wordt de initiatiefnemer per brief verzocht om binnen twee weken de aanvullende stukken aan te leveren. Wordt het bouwwerk toch in gebruik genomen bij een onvolledige of het ontbreken van een gereedmelding volgt er een handhavingsproces. De initiatiefnemer ontvangt een vooraankondiging last onder dwangsom met een termijn van twee weken om de overtreding te beëindigen.

 

Wanneer na het indienen van het dossier bevoegd gezag het vertrouwen bij de kwaliteitsborger ontbreekt dat het bouwwerk voldoet aan het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) wordt er teruggevallen op het proces onder ‘strijdigheid Besluit bouwwerken leefomgeving’.

 

Ontbreken start bouw melding

Naast een melding Wkb blijft het, net zoals onder de huidig werkwijze, verplicht om de start van de bouw te melden 2 werkdagen voor de start van de bouwwerkzaamheden. Naar aanleiding van deze melding controleert de toezichthouder van de gemeente op het peil en rooilijn, deze onderdelen van het toezicht blijven namelijk de verantwoordelijkheid van de gemeente. Controle op peil en rooilijn betekent dat er wordt gecontroleerd of het bouwwerk op de juiste plek staat.

 

Voorheen werd er bij deze melding gebruik gemaakt van een zogenaamde statiegeldregeling, waarbij de initiatiefnemer € 50 euro van de betaalde leges teruggestort kreeg in het geval deze bouw melding werd ingediend. Deze regeling is komen te vervallen.

 

De praktijk leert dat de start bouw melding zelden wordt ingediend bij het bevoegd gezag. In de huidige situatie wordt hier niet op toegezien door de toezichthouders. Onder de Wkb wordt hier actief op toegezien door de gemeente om zo het indienen van de start bouw melding te bevorderen.

 

 

 

 

Bij het ontbreken van de start bouw melding zijn er verschillende situaties die zich voor kunnen doen, waarbij ook op een verschillende manier gehandhaafd wordt. Deze situaties worden hieronder kort uitgewerkt:

  • 1.

    Er is geen start bouw melding ingediend en de toezichthouder constateert tijdens de controleronde dat het bouwwerk verkeerd is geplaatst. In deze situaties wordt een afwijkingsmarge gehanteerd van 10% met een maximum van 1 meter. Echter is het goed te benadrukken dat dit altijd een kwestie van maatwerk blijft. Als het bouwwerk verkeerd geplaatst is wordt er gehandhaafd door middel van het opleggen van een bouwstop, waarbij aangegeven wordt dat de bouwstop in ieder geval geldt tot dat de strijdigheden met artikel 5.5 van de Omgevingswet zijn beëindigd door bijvoorbeeld het verplaatsen van het bouwwerk of het aanvragen van een nieuwe omgevingsvergunning.

  • 2.

    Er kan zich ook een situatie voordoen waarbij er geen start bouw melding is ingediend maar de toezichthouder constateert dat het bouwwerk wel op de juiste plek is geplaatst. In dit geval wordt er mondeling een waarschuwing gegeven aan de initiatiefnemer voor het niet indienen van een start bouw melding.

 

Bouwen zonder kwaliteitsborger

Wanneer er wordt geconstateerd dat de bouwwerkzaamheden zijn gestart zonder het aanstellen van een kwaliteitsborger wordt de bouw per direct stilgelegd.

 

Twijfels over kwaliteitsborger

Bij concrete twijfels over de prestatie van de kwaliteitsborger wordt er een melding gedaan bij de instrumentaanbieder (de eerstelijns toezichthouder op de kwaliteitsborger). Als daar onvoldoende respons uit volgt wordt er een melding gedaan bij de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw.

 

Strijdigheid Besluit bouwwerken leefomgeving

Wanneer de kwaliteitsborger tijdens de bouw een strijdigheid met het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) constateert wordt dit gemeld bij het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag moet vervolgens per brief aan de initiatiefnemer laten weten of er gehandhaafd wordt. Bij strijdigheid met het Bbl handhaven we op basis van de risicomatrix. Deze is toegevoegd als bijlage.

 

In de risicomatrix zijn twee opties opgenomen: handhaven of gedogen. In het geval dat er over wordt gegaan tot gedogen, betekent dit wel dat de initiatiefnemer een brief ontvangt waarin staat de geconstateerde overtreding wordt gedoogd. Dit noemen we actief gedogen.

 

Een reden om te besluiten níet te handhaven kan zijn omdat dit op basis van de risicomatrix als disproportioneel wordt gezien. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij kleine afwijkingen van het Bbl waarbij geen gevaar voor de veiligheid of gezondheid is.

 

 

Gefaseerde ingebruikname

Bij woningbouwprojecten is het gebruikelijk dat een deel van de woningen in gebruik wordt genomen voordat het gehele bouwproject is opgeleverd. Zeker bij seriematige nieuwbouw zit er vaak langere tijd tussen oplevering en ingebruikname van de eerste woningen en formele afronding bij het project. Het dossier bevoegd gezag (gereedmelding) inclusief de verklaring van de kwaliteitsborger volgt nadat de laatste woning klaar is.

 

Onder de Wkb controleert een kwaliteitsborger op basis van een toegelaten instrument of een bouwwerk aan de voorschriften voldoet. Het uitgangspunt onder de Wkb is dan ook dat het stelsel ervoor zorgt dat bouwwerken aan de regels voldoen. Zou dit niet het geval zijn ontvangt de gemeente een signaal van de kwaliteitsborger. Zolang dat signaal er niet is mag de gemeente ervan uitgaan dat de woningen voldoen aan het Bbl. Naast de informatieplicht van de kwaliteitsborger staat de borger zelf ook onder toezicht en wordt er op het stelsel toegezien door de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw. Bij gefaseerde ingebruikname wordt het dossier bevoegd gezag daarom aangeleverd na oplevering van de laatste woning.

 

 

Handhavingsmatrix

In de onderstaande handhavingsmatrix worden in het kort de (handhavings)acties weergegeven die worden ondernomen in het geval van een overtreding.

 

Overtreding

Handhaving/actie

Start van de bouwactiviteiten zonder indienen melding Wkb

Bouwstop

Bouwwerk wordt in gebruik genomen bij onvolledige of ontbreken van gereedmelding

Last onder dwangsom

Ontbreken start bouw melding

1. Geen start bouw melding, bouwwerk is verkeerd geplaatst.

2. Geen start bouw melding, bouwwerk is juist geplaatst

1. Bouwstop en opheffen van strijdigheden met artikel 5.5 van de Omgevingswet zijn beëindigd door bijvoorbeeld het verplaatsen van het bouwwerk of het aanvragen van een nieuwe omgevingsvergunning.

2. Mondelinge waarschuwing

Bouwen zonder kwaliteitsborger

Bouwstop

Twijfels over kwaliteitsborger

Melding bij instrumentaanbieder of Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw

Strijdigheid met Besluit bouwwerken leefomgeving

Handhaving a.d.h.v. de risicomatrix

Situaties waarin er geen toezicht en handhaving wordt uitgevoerd door de gemeente:

- Bouwmelding is op tijd gedaan (4 weken voor start bouw) en is volledig.

- De kwaliteitsborger en het instrument zijn geregistreerd

- Er is rekening gehouden met eventuele bijzondere lokale omstandigheden

- Het dossier bevoegd gezag is compleet, inclusief de verklaringvan de kwaliteitsborger dat alles voldoet aan de wettelijke eisen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage: risicomatrix

 

 

 

Woonfunctie in een woongebouw

Andere woonfunctie

Gezondheidszorgfunctie

Logiesfunctie

Kantoorfunctie

Industriefunctie

Bijeenkomst / maatschappelijk

Bouwwerk geen gebouw zijnde

 

HOOFDSTUK 3 BESTAANDE BOUW

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afdeling 3.1 - Algemeen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afdeling 3.2 - Veiligheid

 

 

 

 

 

 

 

 

Opmerkingen

Paragraaf 3.1.2 Constructieve veiligheid

H

H

H

H

H

H

H

H

 

Paragraaf 3.1.2 Constructieve veiligheid bij brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.2.3 Afscheiding aan de rand van een vloer, trap of hellingbaan

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.2.4 Veilig overbruggen van hoogteverschillen

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.2.5 Beweegbare constructieonderdelen

H

H

H

H

H

G

H

G

 

Paragraaf 3.2.6 Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.2.7 Beperking van het ontwikkelen van brand en rook

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.2.8 Beperking van uitbreiding van brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.2.9 Verdere beperking van uitbreiding van brand en beperking van verspreiding van rook

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.2.10 Vluchtroutes: verloop

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.2.11 Vluchtroutes: inrichting

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.2.12 Wegtunnels: hulpverlening bij brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Afdeling 3.3 Gezondheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 3.3.1 Wering van vocht

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 3.3.2 Luchtverversing

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.3.3 Spuivoorziening

H

H

H

H

G

G

H

G

 

Paragraaf 3.3.4 Afvoer van rookgas en toevoer van verbrandingslucht

H

H

H

H

H

H

H

H

 

Paragraaf 3.3.5 Bescherming tegen ratten en muizen

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 3.3.6 Daglicht

H

H

H

H

H

G

H

G

 

Afdeling 3.4 Duurzaamheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Energiebesparende maatregelen (art. 3.83 t/m 3.86)

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Label C verplichting kantoorgebouwen (art. 3.87 t/m 3.87a)

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

H

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

 

Oplaadpunt voor elektrische voertuigen (art. 3.87b)

H

H

H

H

H

H

H

n.v.t.

 

Afdeling 3.5 Bruikbaarheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 3.5.1 Verblijfsgebied en verblijfsruimte

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.5.2 Toiletruimte

H

H

H

H

H

G

H

G

 

Paragraaf 3.5.3 Opstelplaatsen

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Afdeling 3.6 Toegankelijkheid, bereikbaarheid vanaf de openbare weg

H

H

H

H

H

G

H

G

 

Afdeling 3.7 Bouwwerkinstallaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 3.7.1 Verlichting

G

G

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.7.2 Voorziening voor afnemen en gebruiken van energie

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 3.7.3 Watervoorziening

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 3.7.4 Afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.7.5 Tijdig vaststellen van brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.7.6 Vluchten bij brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.7.7 Bestrijden van brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.7.8 Toegankelijkheid voor hulpverleningsdiensten

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 3.7.9 Aanvullende regels tunnelveiligheid

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 3.7.10 Tegengaan van veel voorkomende criminaliteit

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 3.7.11 Inzicht in de kwaliteit van de binnenlucht

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

H

n.v.t.

Dit artikel geldt alleen voor basisscholen, daarom alleen handhaving bij functie bijeenkomst/maatschappelijk

Paragraaf 3.7.12 Systeem voor gebouwautomatisering en -controle

n.v.t.

n.v.t.

G

G

G

G

G

G

Dit artikel gaat in vanaf 31 december 2025

HOOFDSTUK 4 NIEUWBOUW

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afdeling 4.1 Algemeen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afdeling 4.2 Veiligheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 4.2.1 Constructieve veiligheid

H

H

H

H

H

H

H

H

 

Paragraaf 4.2.1a Stabiliteit, drijven vermogen en sterkte bij drijvende bouwwerken

H

H

H

H

H

H

H

H

Dit geldt alleen voor de Drentse Hoofdvaart, hier willen we dit niet toestaan (in afstemming met provincie)

Paragraaf 4.2.2 Constructieve veiligheid bij brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.2.3 Afscheiding aan de rand van een vloer, trap of hellingbaan

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.2.4 Veilig overbruggen van hoogteverschillen

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.2.5 Beweegbare constructieonderdelen

H

H

H

H

H

G

H

G

 

Paragraaf 4.2.6 Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.2.7 Beperking van het ontwikkelen van brand en rook

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.2.8 Beperking van uitbreiding van brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.2.9 Verdere beperking van uitbreiding van brand en beperking van verspreiding van rook

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.2.10 Vluchtroutes: verloop

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.2.11 Vluchtroutes: inrichting en capaciteit

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.2.12 Hulpverlening bij brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.2.13 Hoge en ondergrondse gebouwen

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.2.14 Brand- en explosievoorschriftengebieden

H

H

H

H

H

H

H

n.v.t.

 

Paragraaf 4.2.15 Aanvullende regels tunnelveiligheid

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Afdeling 4.3 Gezondheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 4.3.1 Bescherming tegen geluid van buiten

H

H

H

H

G

G

H

G

 

Paragraaf 4.3.2 Bescherming tegen geluid van bouwwerkinstallaties

G

G

G

G

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.3.3 Bescherming tegen galm

H

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.3.4 Geluidwering tussen ruimten

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.3.5 Wering van vocht

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.3.6 Luchtverversing

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.3.7 Spuivoorziening

H

H

H

H

G

G

H

G

 

Paragraaf 4.3.8 Afvoer van rookgas en toevoer van verbrandingslucht

H

H

H

H

H

H

H

H

 

Paragraaf 4.3.9 Bescherming tegen ratten en muizen

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.3.10 Daglicht

H

H

H

H

H

G

H

G

 

Afdeling 4.4 Duurzaamheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 4.4.1 Energiezuinigheid

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.4.2 Milieuprestatie

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.4.3 Laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen

H

H

H

H

H

H

H

n.v.t.

 

Paragraaf 4.4.4 Systeem voor gebouwautomatisering en -controle

n.v.t.

n.v.t.

G

G

G

G

G

G

Dit artikel gaat in vanaf 31 december 2025

Afdeling 4.5 Bruikbaarheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 4.5.1 Algemeen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 4.5.2 Verlijfsgebied en verblijfsruimte

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.5.3 Toiletruimte

H

H

H

H

H

G

H

G

 

Paragraaf 4.5.4 Badruimte

H

H

H

H

H

G

H

G

 

Paragraaf 4.5.5 Buitenberging

H

H

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.5.6 Buitenruimte

H

H

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.5.7 Opstelplaatsen

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Afdeling 4.6 Toegankelijkheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 4.6.1 Bereikbaarheid, algemeen

H

H

H

H

H

G

H

G

 

Paragraaf 4.6.2 Toegankelijkheidssector

H

H

H

H

H

H

H

n.v.t.

 

Paragraaf 4.6.3 Bereikbaarheid van een bouwwerk

H

H

H

H

H

H

H

n.v.t.

 

Afdeling 4.7 Bouwwerkinstallaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 4.7.1 Verlichting

G

G

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.7.2 Voorziening voor afnemen en gebruiken van energie

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.7.3 Watervoorziening

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.7.4 Afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.7.5 Tijdig vaststellen van brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.7.6 Vluchten bij brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.7.7 Bestrijden van brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.7.8 Toegankelijkheid voor hulpverleningsdiensten

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Paragraaf 4.7.9 Aanvullende regels tunnelveiligheid

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.7.10 Tegengaan van veel voorkomende criminaliteit

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.7.11 Veilig onderhoud gebouwen

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.7.12 Inzicht in de kwaliteit van de binnenlucht

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

H

n.v.t.

Dit artikel geldt alleen voor basisscholen, daarom alleen handhaving bij functie bijeenkomst/maatschappelijk

Paragraaf 4.7.13 Elektronische communicatie

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 4.7.14 Technische bouwsystemen

G

G

G

G

G

G

G

G

 

HOOFDSTUK 5 - VERBOUW EN VERPLAATSING VAN EEN BOUWWERK EN WIJZIGING VAN EEN GEBRUIKSFUNCTIE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

HOOFDSTUK 6 GEBRUIK VAN BOUWWERKEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afdeling 6.1 Algemeen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 6.1.1 Algemeen

H

H

H

H

H

H

H

H

 

Paragraaf 6.1.2 Gebruiksmelding

H

H

H

H

H

H

H

n.v.t.

 

Afdeling 6.2 Brandveiligheid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 6.2.1 Voorkomen van brandgevaar en ontwikkeling van brand

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 6.2.2 Veilig vluchten bij brand

H

H

H

H

H

H

H

G

 

Afdeling 6.3 Asbestvezels en formaldehyde

H

H

H

H

H

H

H

n.v.t.

Als gemeente hebben wij geen meetapperatuur hiervoor, maar asbest is een belangrijk onderwerp. De RUDD zou hier een rol in kunnen spelen.

Afdeling 6.4 Energielabel

G

G

G

G

G

G

G

n.v.t.

 

Afdeling 6.5 Bouwwerkinstallaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 6.5.1 Brandveiligheidsinstallaties

H

H

H

H

H

H

H

n.v.t.

 

Paragraaf 6.5.2 Airconditioningssystemen

G

G

G

G

G

G

G

n.v.t.

Het gaat hier om keuringen (de geluidsnormen vallen onder gezondheid en worden wel gehandhaafd)

Paragraaf 6.5.3 Stookinstallaties

G

G

G

G

G

G

G

n.v.t.

 

Paragraaf 6.5.4 Verwarmingssystemen

G

G

G

G

G

G

G

n.v.t.

 

Paragraaf 6.5.5 Gasverbrandingsinstallaties

G

G

G

G

G

G

G

n.v.t.

 

HOOFDSTUK 7 BOUW- EN SLOOPWERKZAAMHEDEN

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Afdeling 7.1 Bouw- en sloopwerkzaamheden aan bouwwerken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 7.1.1 Algemeen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 7.1.2 Procedure bouwwerkzaamheden

H

H

H

H

H

H

H

H

 

Paragraaf 7.1.3 Procedure sloopwerkzaamheden

H

H

H

H

H

H

H

H

 

Paragraaf 7.1.4 Inhoudelijke regels

H

H

H

H

H

H

H

H

 

Paragraaf 7.1.5 Scheiden bouw- en sloopafval

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Afdeling 7.2 Mobiel breken van bouw- en sloopafval

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Paragraaf 7.2.1 Algemeen

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 7.2.2 Procedure regels

G

G

G

G

G

G

G

G

 

Paragraaf 7.2.3 Inhoudelijke regels

G

G

G

G

G

G

G

G

 

 

 

Naar boven