Gemeenteblad van Veere
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Veere | Gemeenteblad 2023, 545305 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Veere | Gemeenteblad 2023, 545305 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Afvalstoffenverordening Gemeente Veere 2024
De raad van de gemeente Veere;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31-10-2023
gelet op de artikelen 10.23, eerste lid, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26, eerste lid, van de Wet milieubeheer en artikel 3.5, eerste lid, van de Wet dieren; gezien het advies van de Commissie RO en het verslag van de inspraakprocedure;
Gelezen de besluiten van de raad van 6 november 2019 en 14 December 2023.
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Grof huishoudelijk afval: huishoudelijk restafval wat te groot of te zwaar is en daarom niet kan worden aangeboden via reguliere inzamelmiddelen zoals afvalcontainers of verzamelcontainers. Grof huishoudelijk afval kan op afspraak met de inzameldienst worden ingezameld of bij de milieustraat worden ingeleverd.
Luierafvalpas: een voorziening voor ouders met kinderen tot en met het derde levensjaar uitsluitend bedoeld voor gebruikte luiers. Bedoeld om ouders met jonge kinderen niet zwaarder te belasten door de invoering van Diftar. Kan aangevraagd worden om uitsluitend luierafval aan te bieden middels aangewezen inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen;
Medisch afvalpas: een voorziening voor inwoners die aangewezen zijn op medische hulpmiddelen en hierdoor meer afval produceren. De medische afvalpas is te verkrijgen middels een WMO-toewijzing. De medische afvalpas is bedoeld om inwoners met medische klachten niet zwaarder te belasten door de invoering van Diftar. De medische afvalpas is uitsluitend bedoeld om medisch afval aan te bieden middels aangewezen inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen;
Zwerfafval: huishoudelijk afval van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes, blikjes, verpakkingsmateriaal en etenswaren, dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten op plaatsen die daar niet bestemd voor zijn, of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op die plaatsen is terechtgekomen.
De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.
Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars
Het is voor anderen dan de inzameldienst verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:
a. daartoe is aangewezen door burgemeester en wethouders;
b. bij nadere regels van burgemeester en wethouders van het verbod is vrijgesteld; of
c. verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel b, of vierde lid, van de Wet milieubeheer.
Artikel 5. Aanwijzing van inzamelplaats
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten.
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen:
Artikel 7. Afzonderlijke inzameling
Burgemeester en wethouders stellen regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst worden ingezameld. Daarnaast stellen ze regels over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen, over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel, over de toewijzing van een inzamelmiddel of inzamelvoorziening.
In ieder geval de volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen worden afzonderlijk ingezameld (bijlage II wel -niet lijst):
a. GFT-E: groente-, fruit-, (fijn)tuinafval en etensresten; dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is en apart wordt ingezameld. Het mag los of in biologisch afbreekbare zakken aangeboden worden in een GFT-E inzamelmiddel of inzamelvoorziening.
b. Fijn huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in andere deelstromen.
c. PMD: Plastic Metaal en Drinkpakken afval moet voldoen aan de volgende regels:
• het is verpakkingsmateriaal;
• zit in een doorzichtige zak;
• is afkomstig uit huishoudelijke afval;
• is uitgevouwen maximaal 75x75 cm.
d. Oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon is en niet vervuild is met andere afvalfracties. Met uitzondering van: drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier. Oud papier en karton wordt huis-aan-huis ingezameld door Charitatieve instellingen of moet worden aangeboden in door de gemeente hiervoor beschikbaar gestelde inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen.
e. Verpakkingsglas: glas op kleuren wit, groen en bruin, gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen. Met uitzondering van (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, nagellakflesjes, kristal, spiegels, vazen, vlakglas, thermisch glas.
f. Textiel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen die schoon zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen. Textiel wordt huis-aan-huis ingezameld door Charitatieve instellingen of moet worden aangeboden in door de gemeente hiervoor beschikbaar gestelde inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen.
g. Grof huishoudelijk: afval wordt op afspraak met de inzameldienst ingezameld. Hieronder vallen de afvalsoorten zoals:
• Grof huishoudelijk restafval;
• Grof Tuin afval, te groot voor het standaard tuinafval inzamelmiddel;
h. Luierafval: Afval wat uitsluitend bestaat uit vuile luiers inclusief ontlasting. Deze afvalfractie wordt nu nog ingezameld via restafval. Per 1 januari 2025 start hiervoor een recyclebare verwerking.
i. Medisch afval: kan bestaan luiers, katheters, verband of ander materiaal wat benodigd is voor het behandelen van langdurige medische zaken.
j. Zwerfafval: huishoudelijk afval van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes, blikjes, verpakkingsmateriaal en etenswaren, dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten op plaatsen die daar niet bestemd voor zijn, of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op die plaatsen is terechtgekomen. Deze afvalstroom wordt kosteloos ingezameld en verwerkt als zijnde restafval.
Overige afvalstromen die uitsluitend (gescheiden) op de milieustraat kunnen worden ingeleverd:
a. KCA (klein chemisch afval, en andere gevaarlijke stoffen): huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst van het ministerie van VROM.
b. Accu’s: Accu’s kunnen in het KCA (Klein Chemisch Afval) depot op de milieustraat worden aangeboden.
c. Elektrische en elektronische apparaten.
d. Bouwafval, sloopafval, gips, puin: nader te scheiden.
e. Grof tuinafval: grof tuinafval is groen tuinafval en plantenmateriaal dat niet in de gft-container past, zoals takken en snoeihout van bomen en heggen.
f. Hout (A, B en C-kwaliteit): alle houtachtige materialen, met uitzondering van: hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout (dit is “Rest sorteerbaar afval”).
g. Asbest en asbesthoudend afval: afval waarin zich asbest bevindt (Voor aanbieding, dient dit aangevraagd te worden bij de gemeente).
h. Autobanden met of zonder velg: van motoren en personenauto’s.
i. Schoon puin: puin dat niet is vermengt met resten hout, ijzer of asbest.
j. Piepschuim (EPS): het piepschuim moet droog, schoon en wit worden aangeboden. Vuil, plakband, stickers, lijm- en voedselresten mogen niet mee in de inzamelbak.
k. Kadavers van gezelschapsdieren: dode dieren, die niet zijn bestemd of worden gehouden voor dierlijke of andere productie en afkomstig zijn van particulieren, dierenklinieken, dierenartsenpraktijken of worden aangeboden door reinigingsdiensten.
l. Harde kunststoffen: harde kunststoffen zijn producten van plastic die niet makkelijk te vouwen of om te knikken zijn.
n. Metalen en schroot: producten met als belangrijkste bestanddeel ferro (magnetisch) en non-ferro (niet-magnetisch).
p. Vlakglas: glas dat gebruikt wordt in ramen, deuren en kozijnen.
q. Schone grond: grond die niet zichtbaar vermengd is met resten puin, kool, gas, hout, ijzer of asbest, en niet verontreinigd is op basis van het historisch gebruik van de locatie van herkomst of op basis van uitgevoerd milieukundig onderzoek (NEN 5740 of AP04).
r. Gasflessen, brandblussers, lachgascilinders, spuitlijm tanks: per 1 september 2023 worden lachgascilinders op de Zeeuwse Milieustraten geaccepteerd.
t. Frituurvet en bakolie: alle natuurlijke keuken oliën en vetten.
Artikel 9. Tijdstip van aanbieding
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door burgemeester en wethouders daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld.
Artikel 10. Wijze en plaats van aanbieding
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door burgemeester en wethouders te stellen regels over het gebruik van:
a. inzamelmiddelen voor het aanbieden ter inzameling bij een perceel;
b. inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling nabij een perceel.
Artikel 11. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst
Burgemeester en wethouders kunnen bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst die is aangewezen op grond van artikel 3, in gevallen waarin de voor deze inzameling krachtens “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2024” verschuldigde heffing is voldaan.
Artikel 12. Aanbieding ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Het is verboden anders dan in overeenstemming met artikel 11 bedrijfsafvalstoffen ter inzameling door de inzameldienst aan te bieden of over te dragen, of bij een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5, achter te laten. Op de milieustraat worden geen bedrijfsafvalstoffen geaccepteerd.
Artikel 15. Zwerfafval in de openbare ruimte
Artikel 15 is verplaatst naar de Verordening Fysieke leefomgeving Veere 2024.
Artikel 15a. Ongeadresseerd drukwerk (wordt ingevoerd per 1-7-2024)
In dit artikel wordt verstaan onder:
- Huis-aan-huisblad: ongeadresseerd blad dat met een vaste frequentie gratis huis aan huis wordt verspreid in een geografisch beperkt gebied, waarvan tenminste 10% van de inhoud bestaat uit informatie over en nieuws uit het eigen verspreidingsgebied, niet zijnde reclame;
- Ongeadresseerd reclamedrukwerk: reclamedrukwerk of proefmonsters van producten die gratis huis aan huis worden verspreid zonder vermelding van naam, adres of postbus en woonplaats van de ontvanger, niet zijnde:
a. een huis-aan-huisblad of andere informatie over werkzaamheden of activiteiten in de buurt die voor de bewoners of gebruikers van een woning, bedrijf of woonschip in die buurt van belang zijn om te weten;
b. drukwerk van vrijwilligers of niet-commerciële organisaties.
Artikel 16. Zwerfafval rondom inrichtingen
Artikel 16 is verplaatst naar de Verordening Fysieke leefomgeving Veere 2024.
Artikel 17. Afval en verontreiniging op de weg
Artikel 17 is verplaatst naar de Verordening Fysieke leefomgeving Veere 2024.
Artikel 18. Geen opslag van afval in de open lucht
Artikel 18 is verplaatst naar de Verordening Fysieke leefomgeving Veere 2024.
Artikel 19. Ontdoen van autowrakken
Artikel 19 is verplaatst naar de Verordening Fysieke leefomgeving Veere 2024.
Artikel 19a. Kadavers van gezelschapsdieren
Het vierde lid is niet van toepassing op het kadaver dat wordt begraven op een terrein dat ter beschikking staat van de houder van het kadaver of dat uiterlijk de eerste werkdag na overlijden wordt afgegeven aan een ondernemer die is erkend op grond van artikel 24, eerste lid, onder b, c of d, van de Verordening 1069/2009/EG.
Overtreding van het bij of krachtens de artikelen 4, 6, 8 tot en met 10, 12, 13, 15a en 19a bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.6 van de Omgevingswet door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023.
De voorzitter J.H.M. Hermans-Vloedbeld, De griffier, Mr. A.W.L. Piersma
Deze verordening dient het belang van de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig afvalstoffenbeheer. Het belang daarvan neemt toe omdat tegenwoordig anders naar afval wordt gekeken dan in het verleden. Afval wordt steeds meer benaderd als grondstof. In een meer circulaire economie is afval van waarde. Dat betekent duurzaam omgaan met natuurlijke hulpbronnen, zuiniger zijn op grondstoffen, voorwerpen langer en opnieuw gebruiken en optimalere reststromen. Afvalscheiding en inzameling is daarbij van wezenlijk belang. Welke bestanddelen van het afval gescheiden dienen te worden veranderd. Nieuwe technieken maken bijvoorbeeld de scheiding van kunststof mogelijk. Gemeenten werken mee in het Programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) om te komen tot een vermindering van het restafval per persoon per jaar en om een verbetering te bereiken van de kwaliteit van afvalscheiding en inzameling. De zuiverheid van de gescheiden afval-grondstoffen zijn steeds meer van belang, om er bruikbare producten van te kunnen produceren. Vandaar dat de kwaliteitseisen aan de afval-grondstoffen steeds hoger worden. Deze verordening moderniseert de regels van de gemeente op dit terrein.
2. Hoofdlijnen van de verordening
Scheiden van afvalstromen begint bij huishoudens (huishoudelijke afvalstoffen) en bedrijven (kantoren, winkels, dienstverleners) waar die afvalstoffen ontstaan – of waar die in de openbare ruimte terechtkomen. De verordening bevat regels over huishoudelijk afval, bedrijfsafval en afval in de openbare ruimte.
Wat betreft huishoudelijke afvalstoffen heeft het gemeentebestuur de wettelijke taak om te zorgen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen door middel van de inzameldienst die daartoe krachtens deze verordening is aangewezen. Bij de uitvoering van deze taak wordt de gemeente in de praktijk in toenemende mate ondersteund door het initiatief van andere inzamelaars zoals scholen, ideële instellingen of anderen die bijvoorbeeld papier, glas of andere bestanddelen van het huishoudelijk afval verzamelen voor inzameling. Deze verordening regelt de aanwijzing van de inzameldienst en van andere inzamelaars en bepaalt welke bestanddelen gescheiden moeten worden aangeboden en dus ook gescheiden moeten worden ingezameld.
Wat betreft bedrijfsafvalstoffen is de afvalscheiding door kantoren, winkels en diensten (hierna: KWD) binnen de gemeente van belang. De inzameling van dergelijk bedrijfsafval kan plaatsvinden door de inzameldienst maar ook door anderen. Het beheer van bedrijfsafvalstoffen is in belangrijke mate op Rijksniveau geregeld door de Wet milieubeheer (hierna: Wm) en daarop gebaseerde centrale regelgeving. Deze verordening bevat enkele aanvullende regels die van belang zijn indien de inzameling van de inzameldienst aan de orde is of die de wijze van aanbieding van bedrijfsafvalstoffen in de openbare ruimte betreffen. In beginsel zijn bedrijven dus verantwoordelijk om hun eigen afvalstoffen en de afvoer hiervan te organiseren.
In het uiterste geval kan het college beslissen dit via de gemeente te reguleren. Dit zal dan geschieden op grond van Artikel 11, 12 en 13 met inachtneming van het concurrentiebeding.
Wat betreft het afval in de openbare ruimte is het voorkomen van zwerfafval van belang. Zwerfafval ontstaat niet alleen door illegale dumping maar kan ook ontstaan uit huishoudelijk afval, bijvoorbeeld als dat verkeerd is aangeboden of als ter inzameling gereedstaand huishoudelijk afval is doorzocht of omgeschopt. Zwerfafval komt ook in de openbare ruimte terecht via het publiek rondom winkels, eet- en drinkgelegenheden, evenementen of reclame- en promotiecampagnes. De verordening bevat regels voor het bestrijden van zwerfafval.
De verordening geeft uitvoering aan de verplichting van artikel 10.23 van de Wm, waarin de gemeenteraad wordt opgedragen om in het belang van de bescherming van het milieu een afvalstoffenverordening vast te stellen. De regels over het zwerfafval zijn opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving Veere 2024 en zijn daarom verwijderd uit de Afvalstoffenverordening.
Bij de vaststelling van deze verordening is rekening gehouden met het raadsbesluit van 6 november 2019 met betrekking tot de invoering van diftar om te komen tot een betere afvalscheiding
In het belang van de eenvoud maakt deze verordening slechts in beperkte mate gebruik van begripsbepalingen. Ten eerste zijn geen definities van begrippen gegeven als deze begrippen al op grond van artikel 1.1 van de Wm zijn gedefinieerd. Deze begrippen gelden al onverkort voor de toepassing van deze verordening. Er zijn daarom niet opnieuw definities voor in de verordening opgenomen. Voorbeelden van in de wet gedefinieerde begrippen die ook in deze verordening worden gebruikt zijn afvalstoffen, huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen. Ten tweede is door de tekst van de verordening consistent in overeenstemming met deze begrippen te formuleren, de behoefte aan bepaalde definities die in het uit 2009 daterende VNG-model voor de Afvalstoffenverordening zijn opgenomen komen te vervallen.
Dit geldt bijvoorbeeld voor het begrip inzamelen dat in die oude modelverordening werd gebruikt. In de onderhavige verordening is slechts sprake van het begrip inzameling. Het begrip inzameling is door de Wm gedefinieerd en daarom zonder begripsbepaling opgenomen in deze verordening. Artikel 1.1 van de wet verstaat onder inzameling: verzameling van afvalstoffen, met inbegrip van de voorlopige sortering en de voorlopige opslag van afvalstoffen, om deze daarna te vervoeren naar een afvalverwerkingsinstallatie. Dit begrip is letterlijk overgenomen van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen. Inzameling is het begin van het afvalstoffenbeheer. Onder afvalstoffenbeheer verstaat de richtlijn immers: inzameling, vervoer, nuttige toepassing en verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het toezicht op die handelingen en de nazorg voor de stortplaatsen na sluiting en met inbegrip van activiteiten van handelaars of makelaars.
In de oude modelverordening werd het begrip inzamelen gebruikt om ruimte te laten voor de verschillende middelen en voorzieningen waarmee de inzameling plaatsvindt bij gemeenten en om duidelijk te maken dat het gaat om inzameling van afvalstoffen die ook ter inzameling zijn aangeboden. In deze verordening kon dit begrip achterwege blijven omdat het begrip inzameling zoals het hier wordt geregeld eveneens deze ruime praktijk omvat en ten tweede omdat in de verordening zelf geen ruimte is gelaten voor inzameling van afvalstoffen zonder dat die worden aangeboden via deze middelen of voorzieningen.
Wat betreft de huishoudelijke afvalstoffen regelt deze verordening, enerzijds, dat de inzameling slechts kan geschieden door aangewezen inzameldiensten en, anderzijds, dat door gebruikers van de percelen waar huishoudelijke afvalstoffen ontstaan, deze afvalstoffen slechts mogen worden overgedragen of aangeboden ter inzameling aan deze inzameldienst of overdragen aan inzamelaars, of achterlaten op een daartoe ter beschikking gestelde plek. Inzameling of het aanbieden ter inzameling door of aan anderen dan deze personen is verboden. De verordening regelt eveneens op welke wijze dat plaats dient te vinden. Er zijn regels over gescheiden inzameling van afzonderlijke bestanddelen van afval zoals groente-, fruit- en tuinafval (hierna: GFT-afval) of papier en karton, over de middelen waarmee dat dient te gebeuren. In schema is de terminologie van artikel 10.24 van de Wm en artikel 1.1 van de Wm dus als volgt gebruikt t.a.v. de huishoudelijke afvalstoffen:
Ter inzameling aanbieden (al dan niet via inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen) |
Inzameling (via de betreffende middelen of voorzieningen) door de inzameldienst |
Het is in deze opzet niet nodig om nog een afzonderlijke begripsbepaling voor ‘inzamelen’ op te nemen, zoals in de oude modelverordening het geval was.
De begrippen inzamelmiddel of inzamelvoorziening behoeven geen definitie nu uit de tekst van artikel 10 voldoende duidelijk is waarom het kan gaan. Voorbeelden zoals huisvuilzakken, minicontainers, afvalemmers (inzamelmiddelen) of wijkcontainers, brengdepots, verzamelcontainers (inzamelvoorzieningen) zijn genoegzaam bekend en lenen zich niet voor opname in de tekst van de verordening. De begrippen inzameldienst en inzamelaar behoeven geen zelfstandige definitie nu uit artikelen 3 en 4 genoegzaam volgt om wie het gaat. Andere begrippen kwamen in de verordening zo weinig voor dat, een definitie overbodig was en in de artikeltekst zelf uitsluitsel kon worden gegeven. Een voorbeeld is het begrip weg in artikel 17.
Uitvoeringsbesluit van burgemeester en wethouders
De verordening delegeert de bevoegdheid tot het stellen van regels over de volgende onderwerpen aan burgemeester en wethouders:
• Nadere regels over het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen (artikel 3, derde lid).
• Nadere regels over de voorbereiding van de aanwijzing (artikel 3, derde lid).
• Nadere regels over vrijstelling voor categorieën personen en organisaties als inzamelaars (artikel 4, eerste lid).
• Regels over afzonderlijke bestanddelen (geclausuleerd), frequentie en locatie van inzameling (artikel 7).
• Nadere regels inclusief vrijstelling voor gescheiden aanbieden ter inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (artikel 8, derde lid), zoals het nader omschrijven van de bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen, of over fracties waarvan vermenging is toegestaan.
• Regels over het gebruik van inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen (artikel 10).
• Regeling van inzameling van bedrijfsafvalstoffen (artikel 13).
Daarnaast is sprake van nadere besluitvorming door burgemeester en wethouders die strikt genomen geen algemeen verbindende voorschriften inhouden maar die samen met de hiervoor genoemde regels opgenomen kunnen worden in het uitvoeringsbesluit van burgemeester en wethouders. Deze besluitvorming gaat over:
• De aanwijzing van de inzameldienst (artikel 3).
• De dagen en tijden waarop de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen plaatsvindt (artikel 9).
• De aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren (artikel 21).
- Perceel: is omwille van de leesbaarheid opgenomen met een vaste toevoeging die bij het gebruik van dit begrip in de verordening telkens moet worden meegelezen. Het gaat immers telkens om percelen waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan. Deze toevoeging is opgenomen in verband met artikelen 10.21 en 10.22 van de Wm, waarin sprake is van de zorg van de gemeente voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen “bij elk binnen haar grondgebied gelegen perceel waar zodanige afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan”. Wat onder perceel moet worden verstaan kan niet goed op het niveau van deze verordening worden vastgesteld. Ingevolge het arrest van de Hoge Raad van 18 september 1991, nr. 27597, BNB 1991/333, is een perceel een plaats waar huishoudelijke afvalstoffen geregeld binnen een particuliere huishouding kunnen ontstaan. Slechts dan is geen sprake van een perceel, indien het gaat om een gedeelte van een onroerende (of roerende) zaak dat blijkens indeling en inrichting niet is bestemd voor het voeren van een particuliere huishouding waarin geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan. Dit zal telkens naar de feiten en het spraakgebruik bepaald moeten worden. Ingevolge het arrest van de Hoge Raad van 10 juli 2015 (ECLI:NL:HR:2015:1773) kon ook een woonruimte in een zorgcentrum een particuliere huishouding zijn waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan (zie voor de feiten Gerechtshof Den Haag 19 augustus 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2862).
In dit artikel is het met de verordening te dienen doel vermeld. Deze volgt uit de wettelijke grondslag van de verordening. De toepassing van bevoegdheden op basis van deze verordening zullen derhalve telkens in dat kader moeten plaatsvinden. Doelmatig afvalstoffenbeheer is onderdeel van de bescherming van het milieu. Het begrip afvalstoffenbeheer is gedefinieerd in de Kaderrichtlijn afvalstoffen als volgt: inzameling, vervoer, nuttige toepassing en verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het toe¬zicht op die handelingen en de nazorg voor de stortplaat¬sen na sluiting en met inbegrip van activiteiten van hande¬laars of makelaars.
Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst
In het eerste lid geeft de gemeenteraad aan burgemeester en wethouders de opdracht om een onderneming aan te wijzen, die met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen is belast. De zorg voor deze inzameling berust ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wm op de gemeenteraad en burgemeesters en wethouders. De aangewezen inzameldienst geeft aan die zorg praktische uitvoering. In de gemeente Veere is de Zeeuwse Reinigingsdienst (ZRD) aangewezen als inzameldienst.
In het derde lid wordt een grondslag gegeven om nadere regels te stellen over het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.
Redenen van algemeen belang van milieu en gezondheid die met de aanwijzing van inzameldiensten zijn gemoeid dwingen ertoe geen regeling op te nemen voor het van rechtswege nemen van aanwijzingsbesluiten in gevallen waarin niet tijdig op een aanvraag zou worden beslist. De regeling van paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is daarom niet van toepassing. Zo nodig kunnen bij het aanwijzingsbesluit beperkingen of voorschriften worden verbonden aan de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Het ligt in de rede dat dit alleen aan de orde is wanneer er ten aanzien van de aan te wijzen instantie bijzondere voorschriften of beperkingen moeten gelden. Nadere regels over de inzameling kunnen, indien noodzakelijk, door burgemeester en wethouders op grond van het derde lid worden gesteld.
Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars
Dit artikel regelt de mate waarin het voor anderen dan de inzameldienst mogelijk is huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. In beginsel is dit verboden. Er zijn echter drie categorieën van andere inzamelaars dan de inzameldienst, die bepaalde bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen mogen inzamelen. Ten eerste als een inzamelaar is aangewezen. Het gaat dan om een beschikking, waaraan op grond van het tweede lid voorschriften en beperkingen kunnen worden verbonden. Een aanwijzing wordt niet van rechtswege verleend als sprake zou zijn van niet tijdig beslissen. Ten tweede kunnen burgemeester en wethouders bepaalde personen of organisaties vrijstellen bij nadere regels. In het eerste lid, onder b, is mogelijk gemaakt dat er met generieke vrijstellingen kan worden gewerkt voor bijvoorbeeld scholen die papier inzamelen of voor andere organisaties of personen die bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen inzamelen als inzamelaar. Ten derde zijn er producenten van bijvoorbeeld witgoed voor wie op grond van de Wm in algemene maatregelen van bestuur verplichtingen bestaan tot inname van afgedankte producten. Het gaat dan om de producentenverantwoordelijkheid. Vanzelfsprekend kan daarvoor geen verbod gelden. De aanwijzing van inzamelaars verschilt qua karakter van de aanwijzing van de inzameldienst. Het gaat bij de inzamelaars om personen of organisaties die om verschillende redenen behulpzaam willen zijn bij de taak om huishoudelijk afval in te zamelen. Deze aanwijzing heeft – anders dan de aanwijzing van de inzameldienst – het karakter van een vergunning en gaat niet gepaard met een uitvoeringsplicht.
Artikel 5. Aanwijzing van inzamelplaats
Op deze plaats wordt afzonderlijk geregeld dat op ten minste een plaats ook buiten kantooruren of in het weekend (in voldoende mate dus) gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen achter te laten. Hiertoe is het gemeentebestuur verplicht in verband met de in artikel 7 geboden mogelijkheid om niet telkens per week en bij elk perceel in te zamelen. Ingevolge artikel 10.26, tweede lid, van de Wm is dit verplicht. Het gaat hier om een daartoe ter beschikking gestelde plaats, waar alle bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden achtergelaten. Het onderscheid zich dus als locatie waar huishoudelijke afvalstoffen in een inzamelmiddel, zoals een vuilniszak, een minicontainer of een afvalemmer naar toe worden gebracht, van een inzamelvoorziening, zoals een boven- of een ondergrondse container, waarin collectief huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden achtergelaten met het oog op de inzameling daarvan.
Dit artikel regelt dat het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen niet anders mag geschieden via de kanalen die daarvoor in de artikelen 3, 4 en 5 zijn aangewezen. Dit tot de gebruikers van percelen waar huishoudelijke afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan gerichte verbod is de keerzijde van de in die artikelen tot de inzameldienst en andere inzamelaars gerichte verbod.
Artikel 7. Afzonderlijke inzameling
Dit artikel regelt welke bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk moeten worden ingezameld, met welke frequentie en op welke locatie. Deze locatie kan zijn bij elk perceel, nabij elk perceel of een van deze met uitzondering van bepaalde gebieden van de gemeente.
Artikel 10.21 van de Wm schrijft voor dat het gemeentebestuur, al dan niet samen met het gemeentebestuur van andere gemeenten, ervoor zorgt dat ten minste eenmaal per week de huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld elk binnen haar grondgebied gelegen perceel waar zodanige afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan.
Grove huishoudelijke afvalstoffen zijn daarvan uitgezonderd.
GFT-E (groente-, fruit-,tuinafval en etensresten) moet volgens dit artikel verplicht afzonderlijk wordt ingezameld.
Percelen die zijn aangewezen op inzamelvoorzieningen wordt in 2024 en 2025 gefaseerd ingevoerd.
De gemeenteraad kan volgens artikel 10.21, derde lid, van de Wm besluiten tot het afzonderlijk inzamelen van andere bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen. Deze vrijheid is ingeperkt door artikel 3 van de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Dat verplicht gemeenten ertoe om afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens gescheiden in te zamelen.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden met betrekking tot afvalstoffen wordt rekening gehouden met het Landelijk afvalbeheersplan (hierna: LAP). In het LAP zijn bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen benoemd, die door de consument gescheiden dienen te worden. In het Landelijke afvalbeheerplan 3 (hierna: LAP-3) worden de bestanddelen van huishoudelijk afval genoemd die gescheiden kunnen worden ingezameld.
Op grond van artikel 10.26 van de Wm kan de gemeenteraad in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen bij de afvalstoffenverordening afwijken:
a. van de inzameling bij elk perceel (bepaald mag worden nabij elk perceel),
b. van de frequentie van eenmaal per week (bepaald mag worden met welke regelmaat bij de verordening),
c. van de inzameling in het gehele grondgebied (bepaald mag worden dat in een gedeelte van het grondgebied geen huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld),
d. van de afzonderlijke inzameling van GFT-afval (bepaald mag worden dat bestanddelen GFT-afval afzonderlijk worden ingezameld),
e. en bepaald mag worden dat GFT-afval met andere daarbij aangewezen bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk van het overige huishoudelijke afval wordt ingezameld.
De frequentie waarmee deze gescheiden inzameling plaats vindt is eenmaal per 2 weken. Indien de frequentie lager is dan eenmaal per week, is de inspraakverordening van toepassing en is artikel 5 van de modelverordening verplicht. Dit vloeit voort uit artikel 10.26, tweede lid, en artikel 10.27 van de Wm.
Een afvalstoffenverordening die één van deze mogelijkheden benut dient te worden voorbereid met toepassing van de inspraakverordening die op grond van artikel 150 van de Gemeentewet is vastgesteld (artikel 10.26 van de Wm). Indien toepassing wordt gegeven aan de onderdelen b of c, dan moet de gemeente zorgen voor een daartoe ter beschikking gestelde plaats voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen. Dat laatste is geregeld in artikel 5 van deze verordening.
Artikel 8. Gescheiden aanbieding
Dit artikel regelt de keerzijde van artikel 7. Wat gescheiden moet worden ingezameld, moet ook gescheiden worden aangeboden. Concrete omschrijvingen van de bestanddelen kunnen door burgemeester en wethouders in de nadere regels op grond van artikel 8 worden gegeven om discussies te slechten en om in het kader van de handhaving houvast te bieden (welles/nietes-lijst). Ook kan van de vrijstellingsmogelijkheid gebruik worden gemaakt om te regelen dat bepaalde hoeveelheden (fracties) van de bestanddelen mogen voorkomen bij de inzameling van andere bestanddelen.
Artikel 9. Tijdstip van aanbieding
De tijdstippen voor de inzameling worden door burgemeester en wethouders bepaald. Het gaat hier om een besluit van algemene strekking.
Artikel 10. Wijze en plaats van aanbieding
Er is een onderscheid tussen inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen. Inzamelmiddelen dienen het ter inzameling aanbieden door een huishouden, zoals een minicontainer, afvalemmer, plastic afvalzak. Inzamelvoorzieningen, dienen het collectief ter inzameling aanbieden door meerdere huishoudens, zoals een verzamelcontainer of een wijkcontainer, voor het inzamelen daarvan. Op grond van dit artikel kunnen inzamelmiddelen worden voorgeschreven. Ook kunnen hier regels worden gesteld over het gebruik van inzamelvoorzieningen.
Artikel 11. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst
De inzameldienst kan ook bedrijfsafvalstoffen (of bepaalde bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen) inzamelen. Anders dan bij huishoudelijke afvalstoffen geldt voor bedrijfsafvalstoffen echter geen zorgplicht voor de gemeente. Inzameling van bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst is daarom een daarvan te onderscheiden activiteit waarbij de inzameldienst tegen vergoeding afval inzamelt bij bedrijven. In de praktijk gaat het daarbij veelal om afval uit de KWD-sector of bouw- en sloopafval (voor zover dit niet wordt gerekend tot het huishoudelijk afval).
Artikel 12. Aanbieden ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Alleen die bedrijven die betalen voor de gemeentelijke inzamelvoorzieningen mogen hun bedrijfsafvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst.
Artikel 13. Regeling van inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Het college kan, net als bij huishoudelijke afvalstoffen, regels stellen over de wijze waarop de afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden. De basis voor het stellen van regels over de inzameling van bedrijfsafvalstoffen kan worden gevonden in artikel 10.23, derde lid, van de Wm. De memorie van toelichting zegt hierover: “Ten aanzien van de inzameling van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen mogen ook in het belang van de bescherming van het milieuregels worden gesteld. Blijkens het derde lid mogen deze regels geen vergunningstelsel inhouden. Dit is krachtens artikel 10.48 Wm voorbehouden aan de minister. Vanzelfsprekend mogen de gemeenten hun bevoegdheid evenmin benutten ter bevoordeling van de eigen inzameldienst en ten nadele van andere aanbieders op de markt.” Het is dus mogelijk om in het belang van het milieu bepaalde dagen te kunnen aanwijzen waarop bedrijfsafvalstoffen mogen worden ingezameld. Bijvoorbeeld ter beperking of voorkoming van geluidhinder of aanzuigende werking of om ritten zoveel mogelijk te combineren. Dit artikel kan met name van belang zijn voor de inzameling van bedrijfsafvalstoffen in een (historisch) centrum. Uiteraard kunnen deze regels voor alle betrokken inzamelaars die bedrijfsafvalstoffen ophalen.
Artikel 14 t/m/ 19 zijn verplaatst naar de Verordening Fysieke leefomgeving Veere 2024
Deze verplaatsing is tot stand gekomen uit de nieuwe Omgevingswet waarin de Verordening Fysieke Leefomgeving uit voortgekomen is. Hierin zijn alle zaken die de algemene openbare publieke ruimte betreffen opgenomen.
Artikel 15a Ongeadresseerd drukwerk
Omwille van communicatie naar de inwoners zal dit artikel vanaf 1 juli 2024 ingaan.
Artikel 15a heeft als doel om de verspreiding van ongewenst drukwerk, en daarmee uiteindelijk afval, te voorkomen. De grondslag voor dit artikel is artikel 10.23 van de Wm.
In het eerste lid zijn de definities opgenomen met het onderscheid tussen ongeadresseerd reclamedrukwerk voor commerciële doeleinden en huis-aan-huisbladen of drukwerk van niet commerciële organisaties, waaronder ook politieke partijen. Met ongeadresseerd reclamedrukwerk wordt in deze verordening bedoeld al het reclamedrukwerk dat zonder adres wordt aangeboden.
Onder deze definitie vallen alle aanduidingen zonder toevoeging van een feitelijk adres, zoals bijvoorbeeld “aan de bewoners van dit pand of gebouw”.
De gemeente kiest voor dit onderscheid omdat huis-aan-huisbladen en pamfletten een belangrijke functie vervullen voor onder meer de nieuwsverspreiding op lokaal niveau en de sociale cohesie in de buurt. Daarbij hebben deze bladen een lage frequentie. In de definitie van huis-aan-huisblad is aangesloten bij de landelijke norm van de Stichting Reclamecode van 10% aan buurtgerichte redactionele inhoud.
In het tweede lid is bepaald dat huis-aan-huisbladen bezorgd mogen worden bij een perceel (een woning, bedrijf of woonschip), tenzij de ontvanger onmiskenbaar duidelijk heeft gemaakt deze bladen niet te willen ontvangen. Met de komst van nee-nee-, ja-ja- en nee-ja-brievenbusstickers kunnen bewoners hun voorkeur ten aanzien van de ontvangst van commercieel reclamedrukwerk en/of de huis-aan-huisbladen kenbaar maken (zie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25 februari 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:1528).
In het derde lid is bepaald dat de gemeente bezorging van ongeadresseerd reclamedrukwerk uitsluitend toestaat als de ontvangende bewoner of gebruiker van een perceel (een woning, bedrijf of woonschip) onmiskenbaar – met een ja-ja sticker – duidelijk heeft gemaakt dat hij het ongeadresseerde reclamedrukwerk wil ontvangen. Daarbij gaat het niet alleen om de bezorging maar ook om het laten bezorgen. De adverteerders dienen zich ook aan dit zogenoemde opt-in systeem te houden (zie Gerechtshof Amsterdam 24 september 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:3423).
Tabel 1: Overzicht wanneer bezorging gewenst is en dus mag geschieden
Dit artikel betreft de inzameling van kadavers van gezelschapsdieren. Het eerste lid regelt wat onder gezelschapsdier moet worden verstaan. Tot de gezelschapsdieren worden gerekend onder meer honden, katten, knaagdieren, kooi- en volièredieren, duiven en vissen. Konijnen, kippen, kalkoenen, kwartels, parelhoenders, eenden, ganzen en fazanten behoren eveneens tot deze categorie indien er geen commerciële opbrengst aan verbonden is, zoals de (commerciële) productie van vlees, wol, pels, eieren, pluimen of huiden. Het artikel heeft geen betrekking op hobby- en landbouwhuisdieren zoals runderen, paarden, schapen, (dwerg)geiten, hangbuikzwijnen, varkens en herten.
De gemeente draagt zorg voor de verwerking en verwijdering van kadavers van gezelschapsdieren. De kadavers zijn een bijzondere vorm van afvalstoffen, die op grond van de Wet dieren nadere regeling behoeven. De grondslag voor deze nadere regeling is deels gelegen in artikel 10.23 van de Wet milieubeheer, en voor het overige in artikel 3.5 van de Wet dieren. De Wet dieren verplicht de gemeente diegene aan te wijzen die met de inzameling van kadavers is belast (tweede lid). Deze draagt dan zorg voor de overdracht van de kadavers van gezelschapsdieren aan Rendac Son B.V. Deze verwerker is door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen op grond van artikel 3.3, eerste lid, van de Wet dieren. In het vierde tot en met zesde lid zijn de verantwoordelijkheden en plichten van de houder van een kadaver van een gezelschapsdier opgenomen. De houder (meestal de eigenaar) is ervoor verantwoordelijk dat het kadaver wordt verwijderd. Op grond van de Wet dieren kan de houder het dier op eigen terrein begraven, of afgeven aan een van de erkende dierencrematoria of dierenbegraafplaatsen.
In dat geval gelden de bepalingen in het vierde lid niet voor de houder op grond van het zesde lid. Als de houder van die mogelijkheid geen gebruik maakt, dan moet de houder het kadaver afgeven aan degene die de inzameling daarvan doet. Deze afgifte vindt plaats uiterlijk op de eerste werkdag nadat de houder het overlijden heeft geconstateerd.
Tot het moment van afgifte wordt het kadaver zodanig bewaard dat er geen vermenging met ander materiaal kan plaatsvinden (vijfde lid).
Om afval-grondstoffen vervuiling, misbruik en dumpingen tegen te gaan, dient de gemeente te handhaven.
Deze systematiek volgt uit artikel 18.6 van de Omgevingswet.
Groente, fruit en tuinafval (GFT):
Bloem- en plantenpotten, aardewerk, Oase steekschuim voor bloemstukken e.d.) |
|
Strooisel (hooi, stro, zaagsel) gebruikt voor kleine knaagdieren met hun poep |
|
(PMD) Plastic, metaal en drinkkartonnen
Heel veel grondstoffen zijn te scheiden, zoals PMD, papier & karton,glas en gft. Wat er dan nog overblijft mag bij het restafval.
Maar er zijn ook producten die je naar de milieustraat moet brengen.
Hieronder vind je een overzicht wat wel/niet bij het restafval mag:
Klein chemisch afval is een verzamelnaam voor alle verschillende soorten gevaarlijk afval die op een lijst van het ministerie wordt vermeld. De producten op deze lijst zijn meestal voorzien van een gevaar etiket op de verpakking.
Op de milieustraat kan dit gevaarlijke afval ingeleverd worden in het KCA depot. Een deel van dit afval kan gerecycled worden, het is daarom belangrijk dat je het KCA gescheiden inlevert, zo kan het op de juiste manier verwerkt worden. Stoffen die niet geschikt zijn voor recycling worden op een veilige manier verbrand zodat ze het milieu niet schaden.
Gooi KCA nooit bij het restafval! Hierdoor worden de afvalinzamelaars en verwerkers blootgesteld aan gevaarlijke stoffen en materialen (injectienaalden). Ook kunnen deze stoffen de lucht, bodem en het grondwater ernstig verontreinigen.
Als alle stoffen die opnieuw te gebruiken zijn uit het KCA zijn teruggewonnen blijft chemisch restafval over. Het merendeel van dit restafval gaat naar speciale verbrandingsovens. Deze ovens hebben een hogere temperatuur om de schadelijke stoffen te vernietigen en hebben speciale reinigingsinstallaties om schadelijke stoffen te verwijderen uit de gassen die vrijkomen. KCA dat niet kan worden hergebruikt of verbrand wordt veilig opgeslagen.
De lege verpakkingen van het KCA worden bij hun eigen afvalstroom weggegooid. Zo gaan lege plasticflessen (van bijv. terpentine, wasbenzine etc.) bij het PMD (PMD+) en doosjes van medicijnen gaan bij het oud papier en karton.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-545305.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.