Subsidieregeling Amateurkunsten Maastricht

Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht; overwegende dat het gemeentebestuur cultuurparticipatie op amateurniveau wil bevorderen door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen; gelet op de Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht; besluit vast te stellen de Subsidieregeling Amateurkunsten Maastricht:

 

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    Aanhorig gezelschap: een bij een gezelschap ondergebracht onderdeel dat als zodanig zelfstandig uitvoeringen kan geven;

  • -

    Activiteit: vrijwilligersactiviteit c.q. -initiatief zonder winstoogmerk uitgevoerd door en/of met vrijwilligers, eventueel ondersteund door een beroepskracht, ter behartiging van belangen van ideële en/of materiële aard;

  • -

    Activiteitensubsidie: een subsidie die wordt verstrekt voor een activiteit of een programma van activiteiten.

  • -

    Amateurkunsten: de beoefening van een van de volgende kunstdisciplines: muziek, zang, toneel, dans, theater, audiovisueel, beeldende kunst, literatuur, majorette, spoken word, urban arts of een mix van verschillende van deze disciplines, zonder het oogmerk daarmee in het levensonderhoud te voorzien;

  • -

    ASV: Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht;

  • -

    Boekjaar: het boekjaar loopt vanaf 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    Boekjaarsubsidie: een subsidie die per boekjaar wordt verstrekt aan een rechtspersoon ter bekostiging van hun structurele activiteiten;

  • -

    College: het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Maastricht;

  • -

    Fair practice code: de gedragscode voor ondernemen en werken in kunst, cultuur en creatieve industrie (https://fairpracticecode.nl);

  • -

    Gezelschap: een vrijwilligersorganisatie die de beoefening van muziek, zang of toneel ten doel heeft of een zelfstandige majorettevereniging vormt zonder het oogmerk daarmee in het levensonderhoud te voorzien;

  • -

    Lid: iemand die als actief musicerend, zingend, toneelspelend of als dansende majorette staat ingeschreven bij een gezelschap en geen vergoeding ontvangt voor zijn of haar diensten voor de dit gezelschap;

  • -

    Muziekgezelschap: gezelschap dat zich bezighoudt met de beoefening van muziek, uitgezonderd zangkoren;

  • -

    Programma van activiteiten: reeks van activiteiten binnen het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • -

    Projectsubsidie: Een projectsubsidie is een subsidie voor projecten of activiteiten van de subsidieaanvrager, waarvoor het college voor slechts een van tevoren bepaalde tijd subsidie verstrekt. Een subsidie wordt gegeven voor een periode van maximaal één jaar. Het gaat hierbij om projecten met een duidelijk begin- en einddatum.

  • -

    Onderwijsinstelling: een instelling zonder commercieel winstoogmerk verantwoordelijk voor het bieden van (speciaal) primair onderwijs, (speciaal) voortgezet onderwijs en middelbaarberoepsonderwijs gevestigd in Maastricht. Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift;

  • -

    Subsidiejaar: zie boekjaar

  • -

    Vrijwilligersorganisatie: een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die zonder winstoogmerk activiteiten uitvoert met voor een groot deel vrijwilligers, eventueel ondersteund door een of meerdere beroepskrachten, ter behartiging van belangen van ideële en/of materiële aard;

  • -

    Zangkoor: een groep vocalisten die tezamen een stuk muziek zingen, al dan niet met instrumentele begeleiding.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor projecten of voor activiteiten die hoofdzakelijk bijdragen aan de cultuurparticipatie op amateurniveau in Maastricht.

  • 2.

    Op grond van deze regeling kan uitsluitend een boekjaarsubsidie of een projectsubsidie/activiteitensubsidie worden verstrekt, zoals nader geregeld in de onderdelen A en B van deze regeling.

Artikel 4. Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikelen 6 en 13 lid d en 13 lid e bedraagt het subsidieplafond in totaal per jaar: € 357.264,00

  • 2.

    Voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 13 lid f bedraagt het subsidieplafond in totaal per jaar: € 100.000,00

  • 3.

    Jaarlijks vindt er een indexering van de subsidieplafonds plaats.

  • 4.

    Wijzigingen in het subsidieplafond na de vaststelling zoals bedoeld in art. 2, behoudens wijzigingen als gevolg van jaarlijkse prijsindexeringen, worden eveneens door het college vastgesteld en openbaar bekend gemaakt.

  • 5.

    Het in enig boekjaar resterend gemeentelijk subsidieplafond wordt niet herverdeeld, ook eventueel teruggevorderde bedragen naar aanleiding van de definitieve vaststellingen, worden niet herverdeeld.

Artikel 5. Wijze van verdeling

  • 1.

    Het bedrag van het subsidieplafond dat resteert na verlening van de boekjaarsubsidies is beschikbaar voor de projectsubsidies.

  • 2.

    Indien het subsidieplafond na toewijzing van alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen voor projectsubsidies voor activiteiten zoals omschreven in artikel 13 lid f niet geheel wordt verleend, wordt het resterende bedrag aangewend voor aanvragen voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 13 lid d en e.

  • 3.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 4.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 5.

    Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

A. Boekjaarsubsidie

Artikel 6. Activiteiten

De activiteiten dienen:

  • a.

    een positieve impact te hebben op het culturele leven in Maastricht; en

  • b.

    uitgevoerd te worden door een vrijwilligersorganisatie of vereniging die repeteert en/of gevestigd is in Maastricht; en

  • c.

    inclusief te zijn; iedereen dient onbeperkt mee kunnen doen of meemaken; en

  • d.

    uitgevoerd te worden door een gezelschap dat onder artistieke leiding staat van een dirigent, instructeur of regisseur/spelstimulator die in het bezit is van de hiervoor bedoelde einddiploma’s of op basis van kennis en ervaring over aantoonbare kwaliteiten beschikt die vergelijkbaar zijn met de kwaliteiten van iemand die in het bezit is van de hiervoor bedoelde einddiploma’s.

Artikel 7. Doelgroep

Een boekjaarsubsidie wordt uitsluitend verstrekt aan vrijwilligersorganisaties, zijnde muziekgezelschappen, zangkoren, majoretteverenigingen of toneelverenigingen waarbij de organisatie gericht is op het bevorderen van de beoefening van de amateurkunsten in Maastricht.

Artikel 8. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De boekjaarsubsidie voor een vrijwilligersorganisatie bestaat uit het basisbedrag en de som van de bedragen per lid zoals weergegeven in onderstaande tabel:

 

Basisbedrag

Bedrag per lid

Muziekgezelschap

1358

97,5

Zangkoor

825

48,5

Majorettevereniging

450

42,5

Toneelvereniging

1945

0

Artikel 9. Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om een boekjaarsubsidie dient vergezeld te gaan met een:

    • a.

      Overzicht van de activiteit(en) of het programma van activiteiten, waarin wordt aangegeven welke activiteit of programma van activiteiten is gepland voor het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      Overzicht van het aantal leden op peildatum 1 september van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

    • c.

      Curriculum Vitae van de betrokken artistiek leider, dirigent, instructeur of regisseur/spelstimulator waaruit blijkt dat deze beschikt over aantoonbare kwaliteiten op basis van diploma’s, kennis en/of ervaring.

  • 2.

    Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, legt tevens over: een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.

Artikel 10. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een boekjaarsubsidie wordt uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop deze aanvraag betrekking heeft ingediend.

Artikel 11. Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de complete aanvraag is ingediend.

Artikel 12. Aanvullende weigeringsgronden

  • 1.

    In het geval van een boekjaarsubsidie kan, overeenkomstig artikel 9, derde lid, aanhef en onder f, van de ASV, subsidieverlening worden geweigerd als:

    • a.

      een gezelschap verbonden is aan of onderdeel is van een andere vereniging, stichting, instelling, instituut, bedrijf of een vergelijkbare organisatie, zoals een dienstgezelschap, bedrijfsgezelschap, beroepsgezelschap of een gezelschap dat verbonden is aan een inrichting, een onderwijsinstelling of een levensbeschouwelijk genootschap;

    • b.

      een gezelschap is aan te merken als een aanhorig gezelschap;

    • c.

      een gezelschap zijn openbare en daarom voor iedereen toegankelijke optredens slechts gedurende een zeer beperkte periode in het boekjaar laat plaatsvinden in het kader van of gekoppeld aan evenementen die in hun opzet en/of programmering niet primair van muzikale aard zijn of voor het uitvoeren van een toneelvoorstelling;

    • d.

      naar oordeel van burgemeester en wethouders aannemelijk is dat een gezelschap in de beoefening van toneel, muziek, zang of majorette onvoldoende actief is;

    • e.

      indien jaarlijks minder dan twee openbaar toegankelijke optredens worden verzorgd in Maastricht;

    • f.

      de vrijwilligersorganisatie een louter politiek en/of religieus karakter heeft.

B. Projectsubsidie

Artikel 13. Activiteiten

De activiteiten ter bevorderen van de beoefening van de amateurkunsten dienen:

  • a.

    uitgevoerd te worden in of voor Maastricht; en

  • b.

    inclusief te zijn; iedereen dient onbeperkt mee kunnen doen of meemaken; en

  • c.

    afgerond te zijn vóór 1 januari van het jaar volgend op het subsidiejaar; en/of

  • d.

    een sociaal maatschappelijke impact te hebben en/of

  • e.

    de artistieke ontwikkeling van de (vrijwilligers)organisatie te bevorderen of

  • f.

    in samenwerking met het onderwijs plaats te vinden

Artikel 14. Doelgroep

Een projectsubsidie wordt uitsluitend verstrekt aan (vrijwilligers)organisaties die actief zijn in en voor Maastricht voor een project of een activiteit (of programma van activiteiten) primair gericht op het bevorderen van de beoefening van de amateurkunsten in en voor Maastricht.

Artikel 15. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van het project of de activiteit als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Niet voor projectsubsidie in aanmerking komen de kosten van:

    • a.

      interne loonkosten;

    • b.

      vergoedingen voor vrijwilligers;

    • c.

      kosten die door de subsidieaanvrager zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag;

    • d.

      kosten waarop een andere gemeentelijke subsidieregeling reeds ziet;

    • e.

      kosten voor activiteiten die uit eigen middelen worden verricht en gefinancierd.

Artikel 16. Hoogte van de subsidie

Een projectsubsidie voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 13 bedraagt minimaal € 500,- en maximaal € 5.000,-. Voor aanvragen geldt dat de begroting, behorende bij de aanvraag, voor maximaal 75% uit subsidie afkomstig van de gemeente Maastricht mag bestaan.

Artikel 17. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

Betaling van medewerkers geschiedt volgens de wijze zoals opgenomen in de Fair Practice Code.

Artikel 18. Aanvraag

De aanvraag om een projectsubsidie dient vergezeld te gaan met een:

  • 1.

    Projectplan waarbij inzichtelijk wordt gemaakt:

    • a.

      hoe het project of de activiteit wordt uitgevoerd;

    • b.

      wat de looptijd is van het project binnen het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • c.

      wat de sociaal maatschappelijke impact is en hoeverre de activiteiten hieraan bijdragen en/of

    • d.

      hoe de artistieke ontwikkeling van de (vrijwilligers)organisatie wordt bevorderd en in hoeverre de activiteiten hieraan bijdragen of

    • e.

      hoe de samenwerking met het onderwijs gaat plaatsvinden en in hoeverre de activiteiten hieraan bijdragen.

    • f.

      welke doelgroep(en) bereikt word(t/en) en wat het aantal te verwachte deelnemers of toeschouwers is.

  • 2.

    Een sluitende begroting met een overzicht van de aan het project of de activiteit verbonden inkomsten en uitgaven.

  • 3.

    Voor activiteit 13.f, een samenwerkingsovereenkomst ondertekent door beiden partijen waarin de afspraken tussen de onderwijsinstelling en amateurkunstvereniging worden vastgelegd.

  • 4.

    Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, legt tevens over: een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.

Artikel 19. Aanvraagtermijn

De aanvraag om een projectsubsidie wordt uiterlijk 13 weken voor de startdatum van het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd ingediend.

 

Voor aanvragen betreffende artikel 13.f activiteiten in samenwerking met het onderwijs, moet de aanvraag om een projectsubsidie wordt uiterlijk 13 weken voor de startdatum van het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd ingediend, met als sluitingsdatum 15 mei van het betreffende subsidiejaar.

Artikel 20. Beslistermijn

Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken nadat de complete aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 21. Wijze van verdeling van de projectsubsidies

  • 1.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3.

    Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 22. Aanvullende weigeringsgronden

  • 1.

    1.In het geval van een projectsubsidie kan, overeenkomstig artikel 9, derde lid, aanhef en onder f, van de ASV, subsidieverlening worden geweigerd als:

    • a.

      een activiteit of een programma van activiteiten van de aanvrager niet gericht zal zijn op de gemeente Maastricht of niet aanwijsbaar ten goede komt aan ingezetenen van de gemeente;

    • b.

      de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;

    • c.

      de middelen niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor het subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • d.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit of zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • e.

      een activiteit of een programma van activiteiten een jubileum of een feest betreft van aanvrager zelf dan wel een andere vergelijkbare aard heeft;

    • f.

      een activiteit of een programma van activiteiten een politiek en/of religieus karakter heeft;

    • g.

      voor de activiteit of programma van activiteiten reeds subsidie is verleend door het college.

  • 2.

    Indien er reeds een boekjaarsubsidie is verleend, wordt geen projectsubsidie verstrekt voor de twee openbaar toegankelijke optredens in Maastricht, dan wel een onderdeel daarvan.

AFSLUITENDE ARTIKELEN (geldend voor zowel boekjaar- als projectsubsidies)

Artikel 23. Verplichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen in de verleningsbeschikking specifieke verplichtingen opleggen.

Artikel 24. Verantwoording

Bij subsidies van meer dan € 5.000 en ten hoogste € 75.000 dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

Artikel 25. Subsidievaststelling

  • 1.

    Een subsidie wordt conform de ASV vastgesteld.

  • 2.

    De projectsubsidie wordt vastgesteld op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten.

  • 3.

    Het vastgestelde bedrag kan niet hoger zijn dan het verleende bedrag.

  • 4.

    In afwijking van artikel 14, tweede lid ASV, bevat de aanvraag tot vaststelling van de boekjaarsubsidie in ieder geval een bewijs dat de activiteit of het programma van activiteiten dat gepland stond voor het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd doorgang heeft gehad.

Artikel 26. Bevoorschotting

  • 1.

    In geval van verlening van een subsidie van ten hoogste € 5.000,- wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van de verleende subsidie.

  • 2.

    In geval van verlening van een subsidie van meer dan € 5.000,- wordt een voorschot verleend van 90%.

  • 3.

    Een voorschot wordt binnen zes weken na verzenddatum van de verleningsbeschikking overgemaakt op de rekening van de subsidieontvanger.

Artikel 27. Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen, de uitvoering van deze subsidieregeling betreffend, waarin deze subsidieregeling niet voorziet, beslist het college;

  • 2.

    Het college kan afwijken van de bepalingen in deze subsidieregeling, indien toepassing van deze subsidieregeling gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 28. Slotbepalingen

  • 1.

    De Subsidieregeling Amateurkunsten Maastricht 2023 wordt ingetrokken op het moment dat Subsidieregeling Amateurkunsten Maastricht in werking treedt.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na de wettelijke bekendmaking.

  • 3.

    eze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Amateurkunsten Maastricht.

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d.10 juli 2023.

De Secretaris,

G.J.C. Kusters

De Burgemeester,

W.A.G. Hillenaar

TOELICHTING  

Het cultuurbeleid van Maastricht (Maastrichtse Cultuurvisie: Cultuur maakt Maastricht, Maastricht maakt cultuur; d.d. 26 november 2019) is gebaseerd op twee hoofdverantwoordelijkheden:

  • 1.

    De verantwoordelijkheid om de actieve cultuurparticipatie in al zijn aspecten (van amateurkunst tot erfgoed) zoveel mogelijk te ondersteunen en te stimuleren; en

  • 2.

    De verantwoordelijkheid die de stad draagt voor de aanwezige professionele kunsten, kunstvakopleidingen en presentatie-instellingen.

Deze subsidieregeling is een instrument om het eerste doel voor wat betreft de amateurkunsten mede te bereiken.

 

In het Coalitieakkoord 2022-2026: Maastricht, stad van verbondenheid zijn de volgende ambities uitgesproken:

  • 1.

    Het vergroten van de mogelijkheden voor alle jeugdigen om cultuur te kunnen maken en meemaken.

  • 2.

    Een impuls te geven aan cultuureducatie, zoals de ondersteuning van het muziekonderwijs op scholen, zo mogelijk in samenwerking met amateurverenigingen.

  • 3.

    Het meer ondersteunen en investeren in onze amateurverenigingen. Zij zijn van grote waarde voor de stad.

Deze subsidieregeling is een instrument om deze ambities mede te bereiken.

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 3 Activiteiten

Op grond van deze regeling kan uitsluitend een boekjaarsubsidie of een projectsubsidie worden verstrekt. De boekjaarsubsidie betreft een waarderingssubsidie: een waardering voor vrijwilligersorganisaties op het gebied van muziek, zang, majorette of toneel voor de uitvoering van activiteiten op het gebied van de amateurkunsten. Een boekjaarsubsidie kan alleen verstrekt worden aan muziekgezelschappen, zangkoren, majoretteverenigingen of toneelverenigingen. Een projectsubsidie wordt uitsluitend verstrekt aan (vrijwilligers) organisaties die actief zijn in en voor Maastricht voor een project of een activiteit (of programma van activiteiten) primair gericht op het bevorderen van de beoefening van de amateurkunsten in en voor Maastricht. Deze subsidie kan ook aangevraagd worden door de doelgroep van de boekjaarsubsidies.

 

Artikel 13. Activiteiten

13.d: Met sociaal maatschappelijke impact bedoelen we activiteiten die georganiseerd worden met en/of voor doelgroepen in de stad voor wie cultuurparticipatie minder vanzelfsprekend zijn. Hiermee bedoelen we niet het organiseren van activiteiten voor de eigen vereniging of organisatie.

 

13.e: Met het bevorderen van de artistieke ontwikkeling van de (vrijwilligers)organisatie bedoelen we activiteiten die een blijvend effect hebben op de leden van de vereniging of organisatie. Hieronder verstaan we ook activiteiten die plaatsvinden in samenwerking met een andere amateurkunstvereniging binnen dezelfde of andere kunstdiscipline. Hiermee bedoelen we niet de tijdelijke inhuur van solisten of dirigenten voor het project.

 

13.f: Met samenwerking met het onderwijs bedoelen we een project gericht op het bevorderen van cultuurparticipatie op amateurkunstniveau door middel van samenwerking tussen een amateurkunstvereniging en een onderwijsinstelling in Maastricht. Te denken aan een binnenschools of naschools traject voor een jeugdkoor, jeugdslagwerkklas, jeugdblazersklas (of een combinatie hiervan). Ouders hebben een sterke invloed op de mate waarin kinderen deelnemen aan kunst en cultuur. Het vergroten van de ouderbetrokkenheid bij het muziekonderwijs op basisscholen draagt bij aan het vergroten van cultuurparticipatie van kinderen. Daarom is dit een verplicht onderdeel binnen het project. Afspraken tussen school en vereniging worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst ondertekent door beide partijen. Door deze projecten mogen professionals worden ingezet ter ondersteuning en het geven van de kunstlessen op school.

 

Artikel 19. Aanvraagtermijn

Voor aanvragen betreffende artikel 13.f activiteiten in samenwerking met het onderwijs, moet de aanvraag uiterlijk 13 weken voor de startdatum van het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd ingediend, met als sluitingsdatum 15 mei van het betreffende subsidiejaar.

 

Voorbeeld: projecten in schooljaar 2023-2024 kunnen worden aangevraagd vanaf 1 oktober 2023 t/m 15 mei 2024, en kunnen starten vanaf 1 januari 2024. Projecten die plaatsvinden van september t/m december 2024 moeten worden aangevraagd voor 15 mei 2024.

 

Artikel 25. Subsidievaststelling

Subsidies tot en met € 5.000 worden door burgemeester en wethouders direct vastgesteld.

Bij subsidies van meer dan € 5.000 en ten hoogste € 75.000 dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in. De subsidiegever moet – op aanvraag – aan de hand van een adequate administratie kunnen controleren of de subsidie rechtmatig is verstrekt.

Naar boven