Wijzigingsbesluit Organisatieregeling van de gemeente Schiedam 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam;

 

gelet op artikel 160, eerste lid, aanhef en onder c, van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende wijziging van de Organisatieregeling van de gemeente Schiedam 2022:

Artikel I  

De Organisatieregeling van de gemeente Schiedam 2022 wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

adjunct-directeur Bedrijfsvoering

functionaris verantwoordelijk voor de eenheid bedrijfsvoering en functioneel verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de gehele organisatie;

algemeen directeur

functionaris eindverantwoordelijk voor de organisatie;

algemeen directeur

functionaris eindverantwoordelijk voor de organisatie;

bedrijfsvoering

het geheel van ondersteunende processen van de organisatie;

bedrijfsvoering

het geheel van ondersteunende processen van de organisatie;

college

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam;

college

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam;

CIO

Chief Information Officer (CIO) is verantwoordelijk voor de specifieke taken die zijn vastgesteld in het ‘Strategisch beleid informatiebeveiliging en bescherming persoonsgegevens’ en aanverwante beleidsstukken;

CIO

Chief Information Officer (CIO) is verantwoordelijk voor de specifieke taken die zijn vastgesteld in het ‘Strategisch beleid informatiebeveiliging en bescherming persoonsgegevens’ en aanverwante beleidsstukken;

directeur

functionaris verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de organisatie;

directie

organisatie-eenheid, die verantwoordelijk is voor de leiding van de organisatie, bestaande uit de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de adjunct-directeur Bedrijfsvoering;

directie

organisatie-eenheid, die verantwoordelijk is voor de leiding van de organisatie, bestaande uit de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de directeur;

functioneel verantwoordelijk

Vanuit de vakinhoud verantwoordelijk voor het geven van richtlijnen en aanwijzingen aan de organisatie of organisatie-eenheden;

functioneel verantwoordelijk

Vanuit de vakinhoud verantwoordelijk voor het geven van richtlijnen en aanwijzingen aan de organisatie of organisatie-eenheden;

gemeentesecretaris

gemeentesecretaris als bedoeld in artikel 103 van de Gemeentewet;

gemeentesecretaris

gemeentesecretaris als bedoeld in artikel 103 van de Gemeentewet;

griffie

het apparaat dat ambtelijke ondersteuning biedt aan de gemeenteraad en de door de raad ingestelde raadscommissies;

griffie

het apparaat dat ambtelijke ondersteuning biedt aan de gemeenteraad en de door de raad ingestelde raadscommissies;

integraal management

een managementconcept dat is gebaseerd op het uitgangspunt dat de leidinggevende functionaris, binnen vastgestelde kaders, verantwoordelijk is voor het realiseren van de door het bestuur gestelde doelen met de ter beschikking gestelde mensen en middelen;

integraal management

een managementconcept dat is gebaseerd op het uitgangspunt dat de leidinggevende functionaris, binnen vastgestelde kaders, verantwoordelijk is voor het realiseren van de door het bestuur gestelde doelen met de ter beschikking gestelde mensen en middelen;

manager

functionaris verantwoordelijk voor een organisatie-eenheid;

manager

functionaris verantwoordelijk voor een organisatie-eenheid;

organisatie

het totale ambtelijke apparaat dat ten dienste staat van het gemeentebestuur met uitzondering van de griffie;

organisatie

het totale ambtelijke apparaat dat ten dienste staat van het gemeentebestuur met uitzondering van de griffie;

organisatie-eenheid

een samenhangend geheel aan taken en verantwoordelijkheden binnen de organisatie;

organisatie-eenheid

een samenhangend geheel aan taken en verantwoordelijkheden binnen de organisatie;

teamleider

functionaris verantwoordelijk voor een deel van een organisatie- eenheid;

teamleider

functionaris verantwoordelijk voor een deel van een organisatie- eenheid;

Topstructuur

de opbouw van de organisatie van functionarissen met een hiërarchische of functionele verantwoordelijkheid.

topstructuur

de opbouw van de organisatie van functionarissen met een hiërarchische of functionele verantwoordelijkheid.

Toelichting op de wijziging

Vanwege de wijziging van de directeursfunctie wordt in deze begripsbepalingen het begrip ‘adjunct-directeur Bedrijfsvoering’ verwijderd en het begrip ‘directeur’ toegevoegd. 

 

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 2. Hoofdkenmerken van de organisatie

  • 1.

    Het college is bestuurlijk verantwoordelijk voor de organisatie.

  • 2.

    Aan het hoofd van de organisatie staat de gemeentesecretaris/algemeen directeur. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is eindverantwoordelijk voor de organisatie.

  • 3.

    De gemeentesecretaris/algemeen directeur vormt samen met de adjunct-directeur Bedrijfsvoering de directie. Gezamenlijk geven zij sturing aan de organisatie.

  • 4.

    De topstructuur van de organisatie bestaat uit de volgende functionarissen:

    • a.

      de gemeentesecretaris/algemeen directeur;

    • b.

      de adjunct-directeur Bedrijfsvoering;

    • c.

      de managers; en

    • d.

      de teamleiders.

  • 5.

    De organisatie bestaat uit organisatie-eenheden. De indeling van de organisatie-eenheden is vastgesteld in bijlage 1: het organogram.

  • 6.

    Elke organisatie-eenheid stelt jaarlijks een plan op waarin de werkzaamheden worden beschreven, gericht op het behalen van de in de programmabegroting en andere documenten beschreven resultaten. De directie kan aanwijzingen geven voor het opstellen van de plannen en stelt de plannen vast.

  • 7.

    Een organisatie-eenheid staat onder verantwoordelijkheid van een manager. De organisatie-eenheid Directie staat onder verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris/algemeen directeur

  • 8.

    De directie kan besluiten om een deel van een organisatie-eenheid onder verantwoordelijkheid te plaatsen van een teamleider.

Artikel 2. Hoofdkenmerken van de organisatie

  • 1.

    Het college is bestuurlijk verantwoordelijk voor de organisatie.

  • 2.

    Aan het hoofd van de organisatie staat de gemeentesecretaris/algemeen directeur. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is eindverantwoordelijk voor de organisatie.

  • 3.

    De gemeentesecretaris/algemeen directeur vormt samen met de directeur de directie. Gezamenlijk geven zij sturing aan de organisatie.

  • 4.

    De topstructuur van de organisatie bestaat uit de volgende functionarissen:

    • a.

      de gemeentesecretaris/algemeen directeur;

    • b.

      de directeur;

    • c.

      de managers; en

    • d.

      de teamleiders.

  • 5.

    De organisatie bestaat uit organisatie-eenheden. De indeling van de organisatie-eenheden is vastgesteld in bijlage 1: het organogram.

  • 6.

    Elke organisatie-eenheid stelt jaarlijks een plan op waarin de werkzaamheden worden beschreven, gericht op het behalen van de in de programmabegroting en andere documenten beschreven resultaten. De directie kan aanwijzingen geven voor het opstellen van de plannen en stelt de plannen vast.

  • 7.

    Een organisatie-eenheid staat onder verantwoordelijkheid van een manager. De organisatie-eenheid Directie staat onder verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris/algemeen directeur

  • 8.

    De directie kan besluiten om een deel van een organisatie-eenheid onder verantwoordelijkheid te plaatsen van een teamleider.

Toelichting op de wijziging

Daar waar in dit artikel ‘adjunct-directeur Bedrijfsvoering’ staat, wordt dit gewijzigd in ‘directeur’.

 

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 9. Samenstelling directie

  • 1.

    De directie bestaat uit de algemeen directeur en de adjunct-directeur Bedrijfsvoering.

  • 2.

    De algemeen directeur staat aan het hoofd van de organisatie.

  • 3.

    De algemeen directeur is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de organisatie en geeft samen met de adjunct-directeur Bedrijfsvoering sturing aan de organisatie.

Artikel 9. Samenstelling directie

  • 1.

    De directie bestaat uit de algemeen directeur en de directeur.

  • 2.

    De algemeen directeur staat aan het hoofd van de organisatie.

  • 3.

    De algemeen directeur is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de organisatie en geeft samen met de directeur sturing aan de organisatie.

Toelichting op de wijziging

Daar waar in dit artikel ‘adjunct-directeur Bedrijfsvoering’ staat, wordt dit gewijzigd in ‘directeur’.

 

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd en vernummerd:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 11. Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de directie

  • 1.

    De directie heeft binnen de door het college gegeven kaders, het geformuleerde en gevoerde beleid de verantwoordelijkheid voor:

    • a.

      het mede formuleren van de strategische doelstellingen, het strategisch beleid en het bewaken van de uitvoering daarvan;

    • b.

      het adviseren van het college over integrale strategische kwesties, politiek bestuurlijk gevoelige zaken en interventiemogelijkheden en het fungeren als klankbord;

    • c.

      het proces van integrale bedrijfsvoering;

    • d.

      het mede vertalen van het gemeentelijk strategisch beleid naar strategische beleidsuitgangspunten;

    • e.

      het adviseren van het college over het gemeentelijk beleid en de beleidsvelden daarbinnen;

    • f.

      het mede zorgdragen voor de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid;

    • g.

      het voeren van de regie van organisatie-ontwikkelingstrajecten;

    • h.

      het bevorderen van de interne communicatie en het uitdragen van de gewenste bedrijfscultuur;

    • i.

      de samenhang alsmede een gecoördineerd en geïntegreerd handelen van de organisatie;

    • j.

      de kwaliteit van het management en de organisatie van de organisatie;

    • k.

      het scheppen van voorwaarden waarbinnen de totale organisatie, de medezeggenschap goed kan functioneren;

  • 2.

    De directie maakt nadere afspraken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden op basis van programma’s, thema’s, projecten over de organisatie-eenheden.

  • 3.

    De directie verdeelt de hiërarchische verantwoordelijkheid van de directieleden voor de managers op basis van de afspraken uit het tweede lid.

  • 4.

    De directie stelt, met inachtneming van de wensen en bevoegdheden van het college, instructies voor de organisatie vast.

  • 5.

    De directie is verantwoordelijk voor het uitdragen, bevorderen en ontwikkelen van de sturingsprincipes als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • 6.

    De directie en de gemeentesecretaris overleggen in gezamenlijkheid elk half jaar met het college over de voortgang van de taken van de organisatie, zowel qua bestuur, beleid, als bedrijfsvoering.

  • 7.

    De directie is bevoegd om binnen de door het college vastgestelde kaders de personele formatie van een of meer organisatie-eenheden te wijzigen als dit voor de uitvoering van de werkzaamheden van een organisatie-eenheid noodzakelijk is. De directie stelt de indeling in organisatie-eenheden vast.

  • 8.

    Bij wijziging binnen de hoofdstructuur van de organisatie - zoals samenvoegingen van organisatieonderdelen en interne verzelfstandigingen van organisatie-eenheden - is de directie, binnen de door het college vastgestelde kaders, bevoegd.

  • 9.

    Voor alle wijzigingen, die niet onder de reikwijdte van zevende en achtste lid vallen, zoals beslissen over uitplaatsingen, het uitbesteden van activiteiten, samenwerkingsverbanden of verzelfstandigingen, is alleen het college bevoegd.

Artikel 11. Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de directie

  • 1.

    De directie heeft binnen de door het college gegeven kaders, het geformuleerde en gevoerde beleid de verantwoordelijkheid voor:

    • a.

      het mede formuleren van de strategische doelstellingen, het strategisch beleid en het bewaken van de uitvoering daarvan;

    • b.

      het adviseren van het college over integrale strategische kwesties, politiek bestuurlijk gevoelige zaken en interventiemogelijkheden en het fungeren als klankbord;

    • c.

      het proces van integrale bedrijfsvoering;

    • d.

      het mede vertalen van het gemeentelijk strategisch beleid naar strategische beleidsuitgangspunten;

    • e.

      het adviseren van het college over het gemeentelijk beleid en de beleidsvelden daarbinnen;

    • f.

      het mede zorgdragen voor de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid;

    • g.

      het voeren van de regie van organisatie-ontwikkelingstrajecten;

    • h.

      het bevorderen van de interne communicatie en het uitdragen van de gewenste bedrijfscultuur;

    • i.

      de samenhang alsmede een gecoördineerd en geïntegreerd handelen van de organisatie;

    • j.

      de kwaliteit van het management en de organisatie van de organisatie;

    • k.

      het scheppen van voorwaarden waarbinnen de totale organisatie, de medezeggenschap goed kan functioneren;

  • 2.

    De directie kan indien nodig nadere afspraken maken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden op basis van programma’s, thema’s, projecten over de organisatie-eenheden.

  • 3.

    De directie stelt, met inachtneming van de wensen en bevoegdheden van het college, instructies voor de organisatie vast.

  • 4.

    De directie is verantwoordelijk voor het uitdragen, bevorderen en ontwikkelen van de sturingsprincipes als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • 5.

    De directie en de gemeentesecretaris overleggen in gezamenlijkheid elk half jaar met het college over de voortgang van de taken van de organisatie, zowel qua bestuur, beleid, als bedrijfsvoering.

  • 6.

    De directie is bevoegd om binnen de door het college vastgestelde kaders de personele formatie van een of meer organisatie-eenheden te wijzigen als dit voor de uitvoering van de werkzaamheden van een organisatie-eenheid noodzakelijk is. De directie stelt de indeling in organisatie-eenheden vast.

  • 7.

    Bij wijziging binnen de hoofdstructuur van de organisatie - zoals samenvoegingen van organisatieonderdelen en interne verzelfstandigingen van organisatie-eenheden - is de directie, binnen de door het college vastgestelde kaders, bevoegd.

  • 8.

    Voor alle wijzigingen die niet onder de reikwijdte van het zesde en het zevende lid vallen, zoals beslissen over uitplaatsingen, het uitbesteden van activiteiten, samenwerkingsverbanden of verzelfstandigingen, is alleen het college bevoegd.

Toelichting op de wijziging

De taakverdeling binnen de directie wordt gewijzigd. Het takenpakket van de directeur wordt verbreed, waarbij de focus ligt op de interne organisatie. De directeur wordt leidinggevende van alle managers. Om die reden komt het derde lid te vervallen en wordt het artikel vernummerd.

 

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 14. Vervanging algemeen directeur

  • 1.

    Bij afwezigheid van de algemeen directeur vervangt de adjunct-directeur Bedrijfsvoering voor de in artikel 13 vermelde taken.

  • 2.

    Bij langdurige afwezigheid van algemeen directeur treft het college een voorziening.

Artikel 14. Vervanging algemeen directeur

  • 1.

    Bij afwezigheid van de algemeen directeur vervangt de directeur voor de in artikel 13 vermelde taken.

  • 2.

    Bij langdurige afwezigheid van algemeen directeur treft het college een voorziening.

Toelichting op de wijziging

Daar waar in dit artikel ‘adjunct-directeur Bedrijfsvoering’ staat, wordt dit gewijzigd in ‘directeur’. De directeur vervangt de algemeen directeur bij afwezigheid.

 

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 15. Benoeming en ontslag adjunct-directeur Bedrijfsvoering

  • 1.

    Het college gaat de arbeidsovereenkomst aan, schorst en ontslaat de adjunct-directeur Bedrijfsvoering.

  • 2.

    Ter voorbereiding van de werving ingevolge het eerste lid, stelt de algemeen directeur aan het college een benoemingsprocedure voor.

Artikel 15. Benoeming en ontslag directeur

  • 1.

    Het college gaat de arbeidsovereenkomst aan, schorst en ontslaat de directeur.

  • 2.

    Ter voorbereiding van de werving ingevolge het eerste lid, stelt de algemeen directeur aan het college een benoemingsprocedure voor.

Toelichting op de wijziging

Daar waar in dit artikel ‘adjunct-directeur Bedrijfsvoering’ staat, wordt dit gewijzigd in ‘directeur’.

 

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 16. Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden als adjunct-directeur Bedrijfsvoering

  • 1.

    De adjunct-directeur Bedrijfsvoering is hiërarchisch verantwoordelijk voor de eenheid Bedrijfsvoering.

  • 2.

    De adjunct-directeur Bedrijfsvoering is, in aanvulling op eerste lid, functioneel verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de gehele organisatie.

Artikel 16. Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden als directeur

  • 1.

    De directeur is hiërarchisch verantwoordelijk voor de managers.

  • 2.

    De directeur is functioneel verantwoordelijk voor de organisatie en de organisatiebrede inzet van capaciteit en middelen.

Toelichting op de wijziging

Het takenpakket van de directeur wordt verbreed, waarbij de focus ligt op de interne organisatie. De directeur wordt leidinggevende van alle managers.

 

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 17. Vervanging adjunct-directeur Bedrijfsvoering

  • 1.

    Bij afwezigheid wordt de adjunct-directeur Bedrijfsvoering vervangen.

  • 2.

    De algemeen directeur kan een vervangingsbesluit voor de adjunct-directeur Bedrijfsvoering vaststellen.

Artikel 17. Vervanging directeur

  • 1.

    Bij afwezigheid wordt de directeur vervangen.

  • 2.

    De algemeen directeur kan een vervangingsbesluit voor de directeur vaststellen.

Toelichting op de wijziging

Daar waar in dit artikel ‘adjunct-directeur Bedrijfsvoering’ staat, wordt dit gewijzigd in ‘directeur’.

 

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 19. Benoeming en ontslag managers

  • 1.

    De algemeen directeur gaat namens het college de arbeidsovereenkomst aan, schorst en ontslaat de managers.

  • 2.

    De directie stelt de benoemingsprocedure vast.

Artikel 19. Benoeming en ontslag managers

  • 1.

    De directeur gaat namens het college de arbeidsovereenkomst aan, schorst en ontslaat de managers na afstemming met de algemeen directeur.

  • 2.

    De directie stelt de benoemingsprocedure vast.

Toelichting op de wijziging

De directeur wordt leidinggevende van alle managers. Daarbij hoort de bevoegdheid de managers te benoemen, schorsen of ontslaan. Vanwege de eindverantwoordelijkheid van de algemeen directeur maakt de directeur alleen gebruik van die bevoegdheid na voorafgaand overleg met de algemeen directeur.

 

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 24. Informatievoorziening, informatiebeheer en ICT

  • 1.

    Er is een Chief Information Officer (verder: CIO).

  • 2.

    De adjunct-directeur Bedrijfsvoering is tevens de CIO.

  • 3.

    De CIO is verantwoordelijk voor de specifieke taken die zijn vastgesteld in het ‘Strategisch beleid informatiebeveiliging en bescherming persoonsgegevens’ en aanverwante beleidsstukken.

  • 4.

    De CIO is ingevolge het derde lid bevoegd om, ingeval van calamiteiten op het gebied van informatiebeveiliging, onmiddellijk in te grijpen om verdere schade te voorkomen, onder andere door een afschakeling van vitale ICT toepassingen.

  • 5.

    Bij afwezigheid van de CIO, wordt de CIO vervangen door de Chief Information Security Officer voor wat betreft de taken en bevoegdheden genoemd in het derde en vierde lid.

Artikel 24. Informatievoorziening, informatiebeheer en ICT

  • 1.

    Er is een Chief Information Officer (verder: CIO).

  • 2.

    De directeur is tevens de CIO.

  • 3.

    De CIO is verantwoordelijk voor de specifieke taken die zijn vastgesteld in het ‘Strategisch beleid informatiebeveiliging en bescherming persoonsgegevens’ en aanverwante beleidsstukken.

  • 4.

    De CIO is ingevolge het derde lid bevoegd om, ingeval van calamiteiten op het gebied van informatiebeveiliging, onmiddellijk in te grijpen om verdere schade te voorkomen, onder andere door een afschakeling van vitale ICT toepassingen.

  • 5.

    Bij afwezigheid van de CIO, wordt de CIO vervangen door de Chief Information Security Officer voor wat betreft de taken en bevoegdheden genoemd in het derde en vierde lid.

Toelichting op de wijziging

Daar waar in dit artikel ‘adjunct-directeur Bedrijfsvoering’ staat, wordt dit gewijzigd in ‘directeur’. De directeur is tevens de CIO.

Artikel II  

De Toelichting op de Organisatieregeling van de gemeente Schiedam 2022 wordt als volgt gewijzigd.

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Met deze Organisatieregeling stelt het college van burgemeester en wethouders een aantal afspraken vast voor de organisatie. Naast het formeel vastleggen van een aantal afspraken, is de organisatieregeling ook bedoeld inzicht te geven in de huidige organisatiestructuur, taken en verantwoordelijkheden en in de achterliggende keuzen en principes. In de organisatie werken de medewerkers dagelijks aan het realiseren van de bestuurlijke doelstellingen en ambities. Ze werken veel samen binnen en buiten de organisatie. In deze organisatieregeling staat op hoofdlijnen hoe de organisatie dat organiseert en daarbij (samen)werkt.

 

Het hoogste orgaan in de gemeente is de gemeenteraad. De raad stelt de kaders vast en heeft het budgetrecht. Met de jaarlijkse programmabegroting geeft de raad aan wat de doelstellingen zijn en welke financiële middelen daarvoor kunnen worden ingezet. De raad wordt ondersteund door de Griffie.

 

Het college voert het dagelijks bestuur van de gemeente en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het door de raad vastgestelde beleid. Daarover legt het college jaarlijks verantwoording af (controlefunctie van de gemeenteraad). Het college is bestuurlijk verantwoordelijk voor de prestaties van de ambtelijke organisatie. De burgemeester, de griffier en de gemeentesecretaris bevorderen in het ‘driehoeksoverleg’ een goede afstemming tussen het college, de gemeenteraad en de gemeentelijke organisatie.

 

De verhouding tussen college en directie heeft het karakter van opdrachtgever en opdrachtnemer. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is eerste adviseur van het college en is eindverantwoordelijk voor de organisatie. De directie is verantwoordelijk voor een zorgvuldig proces, de kwaliteit en integraliteit van de voorstellen en adviezen vanuit de organisatie. Daarnaast is de directie verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering, de dagelijkse leiding en de doorontwikkeling van de organisatie.

 

De CIO is een nieuwe functie. De CIO is eindverantwoordelijk voor taken aangaande de gemeentelijke informatievoorziening, zoals die zijn vastgesteld in het Strategisch beleid informatiebeveiliging en bescherming persoonsgegevens en aanverwante beleidsstukken.

 

De bepalingen in hoofdstuk twee gelden tevens als instructie voor de gemeentesecretaris in de zin van artikel 103, tweede lid, van de Gemeentewet.

 

In deze Organisatieregeling is voor de helderheid voor sommige functionarissen ook opgenomen wie welke functionaris mag vervangen. De vervangingsregeling opgenomen in Bijlage 1 van het Mandaat- en volmachtbesluit Schiedam 2013 is daarin leidend.

Met deze Organisatieregeling stelt het college van burgemeester en wethouders een aantal afspraken vast voor de organisatie. Naast het formeel vastleggen van een aantal afspraken, is de organisatieregeling ook bedoeld inzicht te geven in de huidige organisatiestructuur, taken en verantwoordelijkheden en in de achterliggende keuzen en principes. In de organisatie werken de medewerkers dagelijks aan het realiseren van de bestuurlijke doelstellingen en ambities. Ze werken veel samen binnen en buiten de organisatie. In deze organisatieregeling staat op hoofdlijnen hoe de organisatie dat organiseert en daarbij (samen)werkt.

 

Het hoogste orgaan in de gemeente is de gemeenteraad. De raad stelt de kaders vast en heeft het budgetrecht. Met de jaarlijkse programmabegroting geeft de raad aan wat de doelstellingen zijn en welke financiële middelen daarvoor kunnen worden ingezet. De raad wordt ondersteund door de Griffie.

 

Het college voert het dagelijks bestuur van de gemeente en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het door de raad vastgestelde beleid. Daarover legt het college jaarlijks verantwoording af (controlefunctie van de gemeenteraad). Het college is bestuurlijk verantwoordelijk voor de prestaties van de ambtelijke organisatie. De burgemeester, de griffier en de gemeentesecretaris bevorderen in het ‘driehoeksoverleg’ een goede afstemming tussen het college, de gemeenteraad en de gemeentelijke organisatie.

 

De verhouding tussen college en directie heeft het karakter van opdrachtgever en opdrachtnemer. De gemeentesecretaris/algemeen directeur is eerste adviseur van het college en is eindverantwoordelijk voor de organisatie. De directie is verantwoordelijk voor een zorgvuldig proces, de kwaliteit en integraliteit van de voorstellen en adviezen vanuit de organisatie. Daarnaast is de directie verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering, de dagelijkse leiding en de doorontwikkeling van de organisatie.

 

In deze Organisatieregeling wordt onderscheid gemaakt tussen functionele en hiërarchische verantwoordelijkheid. Een functionaris die functioneel verantwoordelijk is, is vanuit de vakinhoud verantwoordelijk voor het geven van richtlijnen en aanwijzingen. Hiërarchische verantwoordelijkheid ziet op de personele en financiële aspecten van het leidinggeven.

 

De CIO is een nieuwe functie. De CIO is eindverantwoordelijk voor taken aangaande de gemeentelijke informatievoorziening, zoals die zijn vastgesteld in het Strategisch beleid informatiebeveiliging en bescherming persoonsgegevens en aanverwante beleidsstukken.

 

De bepalingen in hoofdstuk twee gelden tevens als instructie voor de gemeentesecretaris in de zin van artikel 103, tweede lid, van de Gemeentewet.

 

In deze Organisatieregeling is voor de helderheid voor sommige functionarissen ook opgenomen wie welke functionaris mag vervangen. De vervangingsregeling opgenomen in Bijlage 1 van het Mandaat- en volmachtbesluit Schiedam 2013 is daarin leidend.

Toelichting op de wijziging

In de toelichting op de Organisatieregeling wordt het onderscheid tussen functionele en hiërarchische verantwoordelijkheid verduidelijkt.

Artikel III  

Bijlage 1 als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de Organisatieregeling van de gemeente Schiedam 2022 wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Artikel IV  

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam in zijn vergadering van 27 juni 2023.

de secretaris,

C.E. Bos

de burgemeester,

J.G. Bijl

BIJLAGE BEHOREND BIJ ARTIKEL II

 

Bijlage 1. als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de Organisatieregeling van de gemeente Schiedam 2022

 

Naar boven