Gemeenteblad van Medemblik
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Medemblik | Gemeenteblad 2023, 201220 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Medemblik | Gemeenteblad 2023, 201220 | beleidsregel |
Leidraad Inrichting Openbare Ruimte 2023
De openbare ruimte is een belangrijke plek waar mensen elkaar ontmoeten, recreëren, sporten, spelen of passeren op weg naar een andere bestemming. Een goed ingerichte en beheerde openbare ruimte is belangrijk voor de leefbaarheid en vitaliteit van de woonkernen en werklocaties.
Voor de inrichting van de openbare ruimte is een technische basis nodig. Want openbare ruimte moet niet alleen mooi zijn, maar ook duurzaam, klimaatbestendig, functioneel en goed te onderhouden zijn.
Er is behoefte aan één overkoepelend document voor de inrichting van de openbare ruimte. Met aandacht voor beheerbaarheid, functionaliteit, gebruik, beeldkwaliteit, veiligheid (Duurzaam Veilige inrichting) en duurzaamheid. Deze Leidraad Inrichting Openbare Ruimte 2023 vervangt de LIOR 2020 (Gemeente Medemblik, 2020). In deze nieuwe versie heeft duurzaamheid een prominente plek gekregen.
De LIOR heeft als doelstellingen:
De afdeling Ruimte is verantwoordelijk voor de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. De leidraad is door deze afdeling samengesteld. De leidraad beschrijft de richtlijnen en randvoorwaarden voor de inrichting van de openbare ruimte, en heeft daardoor ook consequenties voor uitvoering, onderhoud en gebruik van de openbare ruimte.
Deze leidraad is daarom relevant voor veel partijen:
Deze leidraad beschrijft de uitgangspunten en randvoorwaarden van verschillende functies en onderdelen in de openbare ruimte van de gemeente Medemblik. Het doel hiervan is beheerbaarheid, functionaliteit, gebruik, beeldkwaliteit, veiligheid en duurzaamheid binnen de openbare ruimte te waarborgen.
De LIOR beschrijft een standaard inrichting van de openbare ruimte. Op sommige locaties binnen de gemeente Medemblik wijkt de inrichting af van de standaard. Begin het ontwerpproces daarom bij 1.5 Geldigheid, locaties met afwijkende inrichting, om na te gaan of het project op een van deze uitzonderingslocaties plaatsvindt.
Ook binnen de standaard inrichting blijft voldoende ruimte over voor de creatieve vrijheid van de ontwerper. De gemeente staat ook open voor initiatieven van inwoners en kernraden ter verbetering van de leefbaarheid, het beheer en de inrichting van de openbare ruimte. Deze LIOR biedt ondersteuning bij het maken van voorstellen en uitwerken van ideeën.
Bij elke herinrichting, renovatie en nieuwe ontwikkeling dient de LIOR gebruikt te worden. De leidraad zelf vormt echter geen aanleiding tot herinrichtingen en renovaties. Dit wordt aan de hand van de bestaande beheerprogramma’s bepaald.
De gemeente Medemblik telt 16 dorpskernen en één stad. Te weten: Abbekerk, Andijk, Benningbroek, Hauwert, Lambertschaag, Midwoud, Nibbixwoud, Onderdijk, Oostwoud, Opperdoes, Sijbekarspel, Twisk, Wervershoof, Wognum, Zwaagdijk-Oost, Zwaagdijk-West en Medemblik. Gemeente Medemblik is een groene, agrarische gemeente en is een van de grootste gemeenten van Noord-Holland. De gemeente beslaat een aanzienlijk deel van de regio West-Friesland. Het grote landelijke gebied werd en wordt hoofdzakelijk gebruikt ten behoeve van de grondgebonden landbouw (veeteelt en akkerbouw). De landschappelijke waarden van het landschap zijn groot.
Gemeente Medemblik grenst aan het IJsselmeer, aan de stedenband Hoorn - Enkhuizen en aan grootschalig agrarisch gebied. De identiteit van het landschap en de aanwezige bebouwingsstructuren bepalen in belangrijke mate welke ontwikkelingen ruimtelijk verantwoord zijn.
Belangrijke bouwstenen in het landschap zijn de Westfriese Omringdijk, de lintdorpen, de havens, kasteel Radboud, molens, stolpboerderijen, de stoomtram, het oude zeekleilandschap en polders met karakteristieke veenverkaveling (Provincie Noord-Holland, 2018).
Figuur 1 Molen de Hoop in Wervershoof (Gemeente Medemblik, 2022)
De openbare ruimte verbindt al deze onderdelen. Door de openbare ruimte conform de aanpak en standaard inrichting van deze LIOR uit te voeren, zorgt de openbare ruimte voor samenhang en eenduidigheid binnen de gemeente.
Figuur 2 Groenstructuur Medemblik (Gemeente Medemblik, 2011)
De LIOR is een verplicht plandocument bij alle nieuwbouw-, inbreidings- en herinrichtingsprojecten van de openbare ruimte in de gemeente Medemblik. Het document beschrijft de standaardinrichting van de openbare ruimte in de gemeente Medemblik. Sommige locaties wijken af van de standaardinrichting, zie Locaties met afwijkende inrichting.
Het is nadrukkelijk niet toegestaan om af te wijken van de LIOR, tenzij het noodzakelijk is en de gemeente daartoe toestemming geeft. Dat kan onder meer het geval zijn bij herinrichting van bestaande openbare ruimte, waar gebrek aan ruimte, specifieke hoogteligging, bodemopbouw, grondwaterstanden, afwezigheid van oppervlaktewater en/of andere factoren beperkende factoren kunnen zijn. In die gevallen dient in overleg met de beheerder(s) voor een passende oplossing te worden gezorgd, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de in deze LIOR benoemde richtlijnen. Alleen dan kan met toestemming van de projectleider van de gemeente van de LIOR worden afgeweken. De projectleider bepaalt in overleg met de beheerders of het voorstel akkoord is. Duurzamere alternatieven met dezelfde kwaliteit hebben altijd voorrang. Ook dan dient de ontwerper met een onderbouwd voorstel te komen. Grote afwijkingen van de LIOR worden vooraf door de projectleider voorgelegd aan de portefeuillehouder. Er kan bepaald worden dat een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders noodzakelijk is.
De LIOR geeft aan welke standaard materialen en objecten worden gebruikt.
Voor sommige inrichtingselementen geldt er een onderscheid tussen een basis- en hoogwaardig inrichtingsniveau. Dit staat vermeld in de tekst. Voor winkelgebieden, pleinen en begraafplaatsen geldt een hoogwaardig inrichtingsniveau. Voor alle overige gebieden geldt het basisniveau.
Locaties met afwijkende inrichting
Sommige gebiedstypen hebben een iets afwijkende inrichting. Hieronder worden de verschillen met de standaard inrichting toegelicht.
Bij begraafplaatsen geldt een hoogwaardig inrichtingsniveau. De inrichting van een begraafplaats is altijd maatwerk.
Voor de binnenstad van Medemblik wordt een Beeldkwaliteitsplan opgesteld. Naar verwachting wordt deze in de loop van 2023 bestuurlijk vastgesteld. In dit document staan aanvullende/afwijkende eisen met betrekking tot de openbare ruimte in dit deel van Medemblik.
Welstand & Beschermde dorps- en stadsgezichten
In de gemeente Medemblik komen vier welstandsniveaus voor
In de reguliere gebieden kan de LIOR in de meeste gevallen worden toegepast. De gemeente wenst in de overige gebieden tenminste een basiskwaliteit te handhaven conform de LIOR, afwijken kan mits rekening gehouden met het betreffende welstandsniveau.
Een recreatiegebied bestaat uit parken, grotere groenstroken en bossen. De voorzieningen hebben een belangrijke belevings- en gebruikswaarde voor recreanten. Het deelgebied moet toegankelijk zijn en inspireren/uitdagen tot bewegen en ontspannen. Het inrichtingsniveau is basis. De belangrijkste functies die gelden voor recreatie zijn: verblijven, ontmoeten, spelen, wandelen, fietsen en sporten.
De inrichting van een recreatiegebied wijkt af van de standaard op de volgende onderdelen:
In een winkelgebied geldt een hoogwaardig inrichtingsniveau. Er wordt extra aandacht besteed aan de uitstraling. Zo kan de trottoirband in natuursteen worden uitgevoerd, of worden bredere banden dan de standaard toegepast. Dit in overleg met de gemeente.
Afwijkende inrichting gebakken materiaal
Een groot deel van de binnenstad is aangewezen als Beschermd Stadsgezicht. De inrichting van de openbare ruimte moet passen in dit historische straatbeeld. Daarbij wordt mede gelet of de inrichting past binnen de maat en schaal van de stad past, maar net zo goed op het materiaal en kleurgebruik. Gebakken materiaal is hier uitgangspunt.
Twisk is vanwege de cultuurhistorische waarde een beschermd dorpsgezicht, waardoor alle ingrepen en wijzigingen van de openbare ruimte moeten aansluiten bij de aanwezige architectuur en zorgvuldig worden ingepast in de ruimtelijke structuur van bebouwing, smalle weg (met gebakken materiaal) en wegsloot.
Naast de beschermde dorps- en stadsgezichten in Twisk en Medemblik, kent de gemeente Medemblik diverse straten en gebieden waar de inrichting afwijkt van de standaardinrichting beschreven in deze LIOR.
In diverse straten wordt gebakken materiaal toegepast. Dit is meestal ter plaatse van de centra en langs de oude linten.
Uitgangspunt is dat daar waar in de huidige situatie gebakken materiaal is toegepast, ook na herinrichting of reconstructie gebakken materiaal wordt toegepast. In de tekst van de LIOR staat beschreven waar de inrichting aan moet voldoen als gebakken materiaal wordt toegepast.
Indien bij het werken met deze LIOR onverhoopt tegenstrijdigheden optreden met bijvoorbeeld wet en regelgeving, geldt de volgende rangorde:
De volgende beleidsstukken (of de nieuwere versie ervan) zijn van toepassing op het proces bij de inrichting van de openbare ruimte in gemeente Medemblik:
Gemeente Medemblik werkt aan de hand van de volgende richtlijnen, normen, eisen en/of keurmerken bij de inrichting van de openbare ruimte. Deze documenten zijn inhoudelijk onderdeel van de LIOR Medemblik.
Dit is LIOR, versie 2023. Het is een leidraad voor de lange termijn. Met iedere aanleg, herinrichting of wegverbetering wordt er toegewerkt naar een openbare ruimte conform de leidraad. Om veroudering van de richtlijnen te voorkomen, zullen nieuwe (technische) inzichten en ontwikkelingen, maar ook nieuwe wensen en ervaringen in de praktijk en nieuw door de gemeenteraad vastgesteld beleid, met een periodieke actualisering worden verwerkt in de LIOR. Voorstellen tot uitbreidingen, wijzigingen en actualisering worden verzameld door de ambtelijk verantwoordelijke voor de LIOR. Periodiek worden deze aan het college van B&W ter vaststelling voorgelegd.
Hoofdstuk 2 beschrijft de gemeentelijke duurzaamheidsdoelen in relatie tot de openbare ruimte. In hoofdstuk 3 wordt dieper ingegaan op het ontwerptraject van projecten in de openbare ruimte en hoe duurzaamheid hierin geborgd kan worden.
Vanaf hoofdstuk 4 worden de technische richtlijnen en eisen voor de inrichting van de openbare ruimte gegeven.
De opbouw van de (sub)paragrafen vanaf hoofdstuk 4 is als volgt:
Indien relevant wordt elk onderdeel toegelicht in de (sub)paragraaf.
Een van de hoofddoelen van deze LIOR is vastleggen hoe aan de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen invulling geven kan worden via werkzaamheden in de openbare ruimte. In dit hoofdstuk worden deze doelstellingen in relatie tot de openbare ruimte nader omschreven.
Het duurzaamheidsbeleid van de gemeente Medemblik is opgebouwd uit vijf pijlers: elektriciteit, warmte, circulariteit, water en groen en mobiliteit. Per pijler heeft de gemeente doelen vastgesteld. Deze lichten we hieronder toe. Het Programma Duurzaamheid werkt deze doelen nader uit (Gemeente Medemblik, 2021).
De inrichting van de openbare ruimte draagt bij aan de doelstellingen van het Programma.
De gemeente Medemblik heeft als beleidsdoelstelling om in 2040 energieneutraal te zijn. Dit betekent dat in 2040 in Medemblik de totale vraag naar energie even groot is als het aanbod aan duurzame energie.
Doelstelling is om in 2050 alle bestaande woningen en bedrijfsgebouwen aardgasvrij te verwarmen. Dit kan met een individuele oplossing per woning of gebouw. Ook collectieve oplossingen zoals een warmtenet kunnen hier een bijdrage aan leveren.
De gemeente wil in 2050 volledig circulair zijn. Dit betekent dat Medemblik nu inzet op slim omgaan met grondstoffen en reststomen omgaat voor een gezonde en toekomstbestendige economie.
Circulariteit in de infra en bouw gaat over minder grondstoffen/materialen gebruiken, en materialen en reststoffen weer terugbrengen in de bouwketen. De gemeente kan daar in iedere fase op sturen, hiervoor zijn de volgende digitale instrumenten beschikbaar:
Ontwerpfase: Dubocalc LCA/MKI bouwwaarde model (moederbestek.nl);
Contactfase: moederbestek.nl
Uitvoering: projectenmodule.nl
Onderhoud/renovatie/sloop: sloopcirculair.nl
Het doel is dat in 2050 de openbare ruimte klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht. Met betrekking tot biodiversiteit is de doelstelling om in 2030 de biodiversiteit in de gemeente te hebben behouden en waar mogelijk te hebben versterkt.
De levensduur van elementen is een kwaliteitscriterium bij alle projecten in de openbare ruimte. Dit valt onder de pijler circulariteit van het duurzaamheidsbeleid.
Door snelle innovaties qua levensduur, circulariteit of bijvoorbeeld milieubelasting, is het wenselijk te streven naar duurzame alternatieven. Deze lijst voor de minimale levensduur van elementen is niet statisch bedoeld. Een duurzamer alternatief toepassen mag in overleg met de gemeente. Voor de afweging voor een duurzamer alternatief, wordt de ladder van circulariteit toegepast (RVO, 2020).
Klimaatadaptatie valt onder de pijler water en groen van het duurzaamheidsbeleid. De ambitie is dat de buitenruimte in de gemeente Medemblik in 2050 volledig klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht. Daarom moet bij elk project in de openbare ruimte rekening worden gehouden met de effecten van het veranderende klimaat, zoals hevige buien en langere periodes van hitte en droogte.
Bij projecten in bestaand openbaar gebied moet de combinatie van maatregelen in de openbare ruimte ervoor zorgen dat een bui van 60 mm in een uur geen schade aan/in gebouwen, infrastructuur en voorzieningen veroorzaakt.
Het Inspiratieboek klimaatadaptatie & biodiversiteit Westfriesland is hierbij een belangrijk hulpmiddel.
Figuur 3 Voorbeeld van een wadi: een groene maatregel om regenwater tijdelijk vast te houden en te laten infiltreren
Bij nieuwbouwprojecten en op inbreidingslocaties gelden de bepalingen uit de intentieovereenkomst klimaatbestendige nieuwbouw MRA en Noord-Holland van februari 2022. Onder meer geldt dat een bui van 70 mm in een uur binnen het plangebied geborgen moet kunnen worden, zonder schade aan/in gebouwen, infrastructuur en voorzieningen te veroorzaken.
Groen is van groot belang om hittestress tegen te gaan. Bomen zorgen voor schaduw en verdamping. Hoe minder verhard oppervlak, des te minder warmte er wordt vastgehouden. Het is daarom dat de gemeente bij ieder nieuwbouwproject de openbare ruimte zo inricht dat er op buurtniveau voldoende groen is om hittestress tegen te gaan.
2.4 Aanpak duurzaamheid openbare ruimte
De gemeente realiseert de genoemde doelstellingen gebruikmakend van de Aanpak Duurzaam GWW 2.0. Dit is een landelijk ontwikkelde procesaanpak die duurzaamheid een integraal onderdeel laat zijn tijdens de volledige ontwikkel-, realisatie-, beheer-, en sloopfase van een
grond-, weg-, en waterbouwproject (GWW). De vijf pijlers van het duurzaamheidsbeleid van de gemeente zijn allemaal te koppelen aan één of meer thema’s van de Duurzaam GWW systematiek.
De Aanpak Duurzaam GWW berust op de volgende vijf basisprincipes:
De publicatie Handreiking Aanpak Duurzaam GWW voor gemeenten, helpt gemeenten om structureel duurzaamheid te borgen in projecten (CROW, Duurzaamheid in gemeentelijke projecten, 2018). Voor elke projectfase is een stappenplan en zijn instrumenten beschikbaar. Per project wordt door de projectorganisatie bepaald welke instrumenten ingezet worden.
De gemeente volgt bij projecten in de openbare ruimte een projectmatig “intern proces” met verschillende de fasen, producten en beslismomenten. Dit intern proces is opgenomen in bijlage 2a.
Het is belangrijk dat de pijlers van het duurzaamheidbeleid én de aanpak en instrumenten van Duurzaam GWW, onderdeel zijn van het interne proces (zie Figuur 4 Duurzaamheid door de projectfasen heen).
Doordat ontwikkelingen zich snel opvolgen en de gemeente op het vlak van duurzaamheid in de openbare ruimte lerend is, is de werkwijze nog niet bij ieder project hetzelfde. Er is dus vaak ruimte voor innovatie en maatwerk. Wel is er een basis werkwijze die de kapstok vormt bij ieder project. Deze werkwijze zorgt dat duurzaamheid geborgd kan worden in projecten. Er worden echter geen technische of ontwerpoplossingen benoemd. Dit is per project nader te bepalen.
In de initiatieffase wordt een idee voor een ruimtelijke ontwikkeling onderzocht en getoetst door de gemeente. Dit onderzoek leidt tot het uitwerken van een projectopdracht door de gemeente. In de projectopdracht worden doel (o.a. ambities duurzaamheid) en kaders (o.a. LIOR) omschreven. Enkel met het vaststellen van de projectopdracht door gemeente wordt de initiatieffase afgerond en kan worden gestart met de definitiefase.
Het doel van de definitiefase is het verkrijgen van een compleet en concreet eisenpakket waaraan het beoogde projectresultaat moet voldoen. Dit is gebaseerd op de LIOR. De gemeente levert alle basisgegevens van het betreffende gebied aan bij de ontwerpende partij. Intern wordt een projectplan geschreven. Om te bepalen welke minimale eisen er zijn op het gebied van duurzaamheid, welke instrumenten (zie bijlage 1a) worden ingezet en welke ruimte er is voor innovatie, wordt er in deze fase een duurzaamheidssessie gehouden, zie paragraaf 3.2. Een door de (interne) opdrachtgever goedgekeurd projectplan zorgt voor de overgang naar de ontwerpfase.
In de ontwerpfase wordt een gedetailleerd uitgewerkte oplossing/ontwerp gemaakt door de ontwerpende partij.
Het schetsontwerp (SO) wordt uitgewerkt in een voorontwerp (VO). De gemeente toetst het VO aan de LIOR, de uitkomsten van de duurzaamheidssessie en de uitgangspunten uit het projectplan.
Als uit de definitiefase blijkt dat er alternatieven of innovaties zijn die bijdragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen, dan kan er worden afgeweken van de eisen van het LIOR.
Mochten er aanpassingen aan het VO nodig zijn, dan dient het nieuwe VO opnieuw getoetst te worden. Als het VO is vastgesteld, wordt het definitief ontwerp (DO) opgesteld. Ook deze wordt getoetst. Als het DO is goedgekeurd kan de voorbereidingsfase beginnen. In de ontwerpfase kan ook participatie plaatsvinden.
Op basis van het DO wordt in deze fase een bestek met bestekstekeningen gemaakt. De LIOR geeft ook voor het bestek een aantal eisen en richtlijnen mee. Het instrument moederbestek.nl geeft een aantal eisen mee op het gebied van duurzaamheid en circulariteit.
Het volledige bestek en de bestekstekeningen worden getoetst door gemeente Medemblik. Als het definitieve bestek door de gemeente is vastgesteld, kan de realisatiefase beginnen.
Tijdens de realisatiefase stelt de gemeente een contactpersoon aan voor de uitvoerende partij. De uitvoerende partij dient de contactpersoon uit te nodigen voor stop- en bijwoonpunten zoals die in het bestek zijn vermeld. Als het werk gereed is, doet de uitvoerende partij een gereedmelding bij de contactpersoon van de gemeente.
De overdracht van (nieuw) aangelegde openbare ruimte omvat de opleving van de fysieke ruimte en de administratieve overdracht. Bij nieuwbouw levert de civiele aannemer het werk op aan de initiatiefnemer. De initiatiefnemer dient het werk over te dragen naar de gemeente. De LIOR geeft een aantal eisen mee waaraan de overdracht moet voldoen. Deze eisen worden in de meeste gevallen tevens in het bestek vastgelegd.
Zie Bijlage 4 Vereiste documenten per projectfase voor welke documenten verplicht zijn en waar deze aan moeten voldoen
Zie Bijlage 5 Toelichting overdracht voor extra informatie over wat er dient te gebeuren in deze fase.
Onderdeel van de Aanpak Duurzaam GWW is de organisatie van een duurzaamheidssessie. Voor alle reconstructie, herinrichting en nieuwbouwprojecten is houden van zo’n sessie een vereiste. Een duurzaamheidssessie is een bijeenkomst waarbij alle belanghebbenden van een project samen kansen op het gebied van duurzaamheid vaststellen. Het is daarom raadzaam om een duurzaamheidssessie op verschillende momenten maar in ieder geval in het begin van het project, in de definitiefase te houden. Hierbij zijn o.a. aanwezig:
Een goede voorbereiding van de duurzaamheidssessie zorgt voor betere resultaten. Denk bij de voorbereiding aan:
De duurzaamheidssessie levert de volgende resultaten op:
De resultaten worden verwerkt in een verslag met actielijst van de duurzaamheidssessie. In de vorm van een tekening en ingevuld ambitieweb. De projectleider van de gemeente beheert de actielijst en draagt zorg voor de verder invulling.
De gemeente Medemblik streeft naar een Duurzaam Veilige inrichting (SWOV, 2018). Een Duurzaam Veilige inrichting heeft als doel het voorkomen van ongevallen en het beperken van letsel. Daarbij is de functionaliteit, de herkenbaarheid en de voorspelbaarheid van wegen zeer belangrijk. Volgens de aanpak Duurzaam Veilig wordt functie, vorm en gebruik van de infrastructuur op elkaar afgestemd.
Daarmee wordt gestreefd naar het voorkomen van:
Om de functionaliteit van de wegen te borgen is het wegennet hiërarchisch opgebouwd in stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. Daarnaast wordt een onderscheid gemaakt tussen wegen binnen de bebouwde kom (bibeko) en wegen buiten de bebouwde kom (bubeko). De toegestane snelheid ligt binnen de bebouwde kom namelijk lager dan buiten de bebouwde kom, daarom gelden er andere eisen voor de inrichting. Deze wegcategorieën hebben elk een eigen functie en eigen inrichting.
Verdelen, verzamelen en uitwisselen van verkeer op kruispunten, overwegend verkeersfunctie |
|
Ontsluiten woningen, bedrijven en andere voorzieningen, bibeko overwegend verblijfsfunctie. |
Figuur 5 Wegcategorisering volgens Duurzaam Veilig (SWOV, 2018)
In de gemeente Medemblik wordt voor gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom (50 km/uur) een onderscheid gemaakt tussen gebiedsontsluitingswegen en gebiedsontsluitingswegen min. Deze tussencategorie is opgenomen vanwege de lange lintdorpen (zogenaamde ‘grijze’ wegen). Het betreft wegen die qua functie tussen een erftoegangsweg en een gebiedsontsluitingsweg vallen.
Hiermee sluit de gemeente Medemblik aan bij de wegencategorisering van buurgemeenten in de regio. Deze regionaal gewenste uniformiteit van de wegencategorisering is tot stand gekomen in overleg met de verkeerspolitie. Ook door het CROW wordt gewerkt aan richtlijnen voor deze ‘grijze’ wegen. Bij de inrichting wordt beleidsruimte geboden en is afstemming op de lokale situatie nodig.
Op de volgende pagina is de wegencategorisering van de gemeente Medemblik te vinden. Dit wegencategoriseringsplan vormt een basis voor de uniforme inrichting van wegen. De gemeente Medemblik heeft geen stroomwegen in beheer.
Figuur 6 Wegencategoriseringsplan Gemeente Medemblik, GVVP 2022
4.2 Wegen binnen de bebouwde kom
De volgende uitgangspunten gelden voor alle wegen binnen de bebouwde kom:
4.2.1 Gebiedsontsluitingswegen
Dit zijn de 50 km/uur wegen. De functie is het verdelen en verzamelen van verkeer, overwegend verkeersfunctie.
4.2.2 Gebiedsontsluitingswegen 50 min
Bij gebiedsontsluitingswegen bibeko met beperkte breedte (smaller dan 5,40 m), de 50 min wegen, of ‘grijze’ wegen, geldt dezelfde inrichting als voor de standaard gebiedsontsluitingswegen, maar dan:
Dit zijn de 30 km/uur wegen. Een erftoegangsweg is bedoeld voor het toegankelijk maken van (particuliere) erven. Alle groepen verkeersdeelnemers moeten van deze wegen gebruik kunnen maken. Manoeuvres zoals keren, draaien, in- en uitstappen en oversteken moeten zo veilig mogelijk kunnen worden uitgevoerd. De snelheid van het gemotoriseerde verkeer moet daarom hier laag zijn. Een 30 km/uur-weg heeft overwegend een verblijfsfunctie. Parkeren heeft hier ook een belangrijke functie.
(Woon)erven worden binnen de Duurzaam Veilige weginrichting niet meer toegepast. Dit concept is achterhaald. Het is raadzaam bestaande erven her in te richten als een 30 km/uur-zone.
Een 30 km/uur-zone kan ook worden ingericht als Shared Space. Een Shared Space is een verblijfsruimte. In een Shared Space is geen niveauverschil tussen de verschillende functies, zodat vrije uitwisseling tussen de verschillende verkeersdeelnemers mogelijk is. In dit gebied is er (bijna) geen sturing door bijvoorbeeld bebording. Elke verkeersdeelnemer is zelf verantwoordelijk, het effect hiervan is dat verkeersdeelnemers beter opletten. Een 30 km/uur-zone inrichten als Shared Space geeft ruimte voor ruimtelijke kwaliteit. Het toepassen van een Shared Space inrichting is maatwerk en wijkt af van de standaard inrichting conform dit LIOR. Derhalve slechts mogelijk met expliciete instemming van de en besluitvorming door de gemeente (zie paragraaf 1.5).
Figuur 7 Kruising, rijbaan en plateau als een standaard ETW bibeko . Locatie: Balkweiterhoek Zwaagdijk-West.
Rijbaan gebakken klinkers (zie 0, Locaties met afwijkende inrichting waar dit wordt toegepast)
Rijbaan asfalt (toepassen bij kans op trillingsschade)
Bij wegen waar zwaar verkeer gebruik van maakt is extra aandacht voor de constructie nodig en wordt SMA toegepast.
4.3 Wegen buiten de bebouwde kom
4.3.1 Gebiedsontsluitingswegen
Dit zijn de 80 km/uur wegen. De functie is het verdelen, verzamelen en uitwisselen van verkeer, overwegend verkeersfunctie. Een gebiedsontsluitingsweg verbindt een erftoegangsweg aan een stroomweg.
Dit zijn de 60 km/uur wegen. Functie is het afhandelen van verkeer en het ontsluiten van woningen, bedrijven en andere voorzieningen.
Bij erftoegangswegen bubeko smaller dan 4,50 m geldt dezelfde inrichting maar dan:
Figuur 9 haaks parkeervak naast openbaar groen, met uitstapstrook en bochtband r = 0,5
Figuur 10 langsparkeervak betonstraatsteen antraciet, elleboogverband, uiteinden in een hoek van 45 ° aangelegd.
Figuur 11, haaks parkeervak betonstraatsteen antraciet, ellenboogverband, markering ingestraat
Klinkerverharding (zie 0, Locaties met afwijkende inrichting voor waar dit wordt toegepast)
Elektrische oplaadpalen voor auto’s
Gehandicaptenparkeerplaatsen conform CROW publicatie 381:
Als toevoeging op de CROW publicaties over de toegankelijkheid van de openbare ruimte is de beleidsregel gehandicaptenparkeerplaatsen 2014 van de gemeente Medemblik van toepassing. Hierin staat onder andere:
Uitgezonderd zijn gehandicaptenparkeerplaatsen bij:
Gemeente Medemblik heeft geen beleid voor het standaard inrichten van gebieden rond scholen. In deze paragraaf worden mogelijke maatregelen voor het inrichten van schoolzones genoemd. De maatregelen zorgen ervoor dat kinderen veilig van en naar school kunnen gaan. Het is niet alleen bedoeld voor het passerend verkeer, maar ook voor ouders die hun kind komen ophalen en wegbrengen.
Een schoolzone is maatwerk en daardoor is elke schoolzone uniek. Bij het bepalen van het toepassen van één of meer maatregelen is van belang stil te staan bij het volgende. De situatie voor een school is vaak onoverzichtelijk. Dit wordt veroorzaakt door de hoeveelheid verkeer en diversiteit. Men ziet van alles tegelijk gebeuren; auto’s die in en uit parkeren, fietsers, overstekende kinderen. Dit lijkt allemaal erg gevaarlijk. De onoverzichtelijke situatie, die ook zo wordt ervaren door passanten, zorgt er namelijk voor dat iedereen goed oplet en zijn of haar snelheid aanpast.
Een schoolzone bestaat uit een aantal van ondergenoemde maatregelen.
Figuur 12 Accentpaal voor bij schoolzone (Julie, 2022)
Figuur 13 Schoolzone met tekst 'school', totempalen en waarschuwingsborden met adviessnelheid 15km/uur
4.7 Voetgangersoversteekplaatsen (VOP)
Een voetgangeroversteekplaats (VOP) vormt een onmisbaar element in looproutes van voetgangers. Het verbindt voetpaden en trottoirs met elkaar. Vooral kwetsbare voetgangers (ouderen, gehandicapten, kinderen) hebben behoefte aan veilige oversteekvoorzieningen.
De volgende uitgangspunten gelden voor VOP’s:
Het aanleggen van een VOP is altijd maatwerk.
Als een VOP bijvoorbeeld wordt aangelegd op een plek waar te weinig voetgangers oversteken of waar weinig overzicht is, kan de VOP voor schijnveiligheid zorgen.
Het al dan niet toepassen van een VOP hangt af van een aantal aspecten:
De CROW heeft een tool ontwikkeld om een weloverwogen keuze te maken ten aanzien van VOP’s. Deze tool heet ‘de Oversteekwijzer’. De webtool is beschikbaar in de digitale CROW-kennismodule Wegontwerp Bibeko met ASVV.
Aan de hand van een aantal eenvoudige stappen komt de tool tot het juiste type oversteekvoorziening voor de situatie. Dat kan een van de volgende types zijn:
Hier wordt de VOP met zebramarkering toegelicht.
De inrichting voor een VOP met voorrang door middel van een zebramarkering is als volgt:
Een VOP met voorrang door middel van zebramarkering heeft een juridische status: bestuurders zijn daar verplicht voetgangers en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig voor te laten gaan.
Zie Figuur 14 Regionaal toekomstbeeld Fiets Noord-Holland (Royal HaskoningDHV, 2021) voor de wegen en fietspaden die onderdeel uitmaken van het Regionale Fietsnetwerk. Het is belangrijk het fietsverkeer te bevorderen door snelle en veilige verbindingen met comfortabele verharding.
Figuur 14 Regionaal toekomstbeeld Fiets Noord-Holland (Royal HaskoningDHV , 2021)
Vrijliggend fietspad (tweerichtingsverkeer)
Vrijliggend fietspad (eenrichtingsverkeer)
Fietsstrook en (fiets)suggestiestrook;
Fietspad bij voorkeur in asfalt uitvoeren
Fietsstroken en (fiets)suggestiestroken
In het agrarisch gebied buiten de bebouwde kom is het afhankelijk van de intensiteit van het fiets- en autoverkeer en de maximumsnelheid of (vrijliggende) fietspaden worden aangelegd. Op fietsroutes moeten snelle en veilige verbindingen gerealiseerd worden.
Bij hoofdwegen altijd streven naar vrijliggende fietspaden. In tegenstelling tot de voorkeur voor vrijliggende fietspaden.
Figuur 16 incidentele vernauwing
Trottoir van gebakken klinkers (zie 1.5 Locaties met afwijkende inrichting, voor waar dit wordt toegepast)
Trottoir/wandelpad in halfverharding (zie 1.5 Locaties met afwijkende inrichting, voor waar dit wordt toegepast)
De waterinfrastructuur in Medemblik is met name bedoeld voor afwateringen van terreinen en percelen. Een klein gedeelte van de watergangen in Medemblik is aangemerkt als (recreatief) vaarwater. Deze vaarwegen zijn aangegeven in het beleidsdocumenten varen.
Om het vaarwater bereikbaar te maken, worden op strategische locaties vaarvoorzieningen zoals een trailerhelling, alsmede steigers gerealiseerd. Het realiseren van vaarvoorzieningen is maatwerk en wordt per project bepaald.
Voor een trailerhelling gelden de volgende uitgangspunten:
Voor kajak steigers gelden de volgende uitgangspunten:
Er is een onderscheid in sortiment van heesters en vaste planten in een hoogwaardige inrichting, basisinrichting en sobere inrichting. Er wordt een afwijkende inrichting toegepast bij enkele gebiedstypen, zie 1.5 Locaties met afwijkende inrichting.
Er geldt een nazorgperiode van 3 jaar.
Heesters en bodembedekkers algemeen
Sober (gebiedsontsluitingswegen)
Ter plaatse van speelvoorzieningen is er een aantal specifieke eisen voor het groen, zie hoofdstuk 14 Speelvoorzieningen.
Alle gemeentelijke bomen, dikker dan 20 cm gemeten op 1,30 m boven maaiveld, worden beschermd middels de Verordening Fysieke Leefomgeving. Dat betekent dat er een kapvergunning nodig is om deze bomen te kappen, en dat deze bomen extra aandacht moeten krijgen in het ontwerp.
De monumentale bomenlijst is een nationale lijst opgesteld door de Bomenstichting. De raad van de gemeente Medemblik heeft daarnaast een lijst opgesteld met waardevolle bomen op particuliere grond, die op die manier bescherming genieten. Deze bomen en boomstructuren zijn waardevol voor de gemeenschap. Het kan bijvoorbeeld gaan om een markante boom of een boom van een zeldzame soort. Soms is een waardevolle boom ook een monumentale boom.
De waardevolle bomenlijst is onderhevig aan veranderingen. Iedere vijf jaar wordt de lijst bijgewerkt en vastgesteld door de raad.
Is er beschikbare ruimte, boven en ondergronds? Het rekenprogramma ‘Boommonitor’ uit het Handboek Bomen 2022 berekent de maatvoering van de groeiplaats en benodigde doorwortelbare ruimte op basis van de bodemsamenstelling, grondwaterhuishouding, boomgrootte en beoogde omlooptijd (Norminstituut Bomen, 2022).
Riolering is het totaal aan voorzieningen voor het ontvangen, verwerken en/of transporteren van afvalwater naar een bepaald punt. De verschillende afvalwaterstromen worden samen vaak met ‘stedelijk afvalwater’ aangeduid. Daaronder wordt afvalwater verstaan dat bestaat uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater.
De Wet milieubeheer regelt de zogenaamde ‘zorgplicht’ voor de inzameling van stedelijk afvalwater. Meestal wordt de zorgplicht ingevuld met een openbaar vuilwaterriool. Daarnaast kunnen voor inzameling van rioolwater ook andere passende systemen worden toegepast.
De riolering heeft een nauwe relatie met klimaatadaptatie, vanwege de zorgplichten voor hemelwater (ivm wateroverlast) en grondwater (ivm droogte). Van oudsher was hemelwater een soort afvalwater waar we vanaf wilden. Onder invloed van klimaatverandering hebben we toenemende aandacht voor het anders omgaan met hemelwater: vasthouden van water om droogte te voorkomen en tijdelijk bergen van water om wateroverlast bij extreme neerslag te voorkomen.
Vindt rioolvervanging of nieuwe aanleg plaats? Dan is een rioleringsplan nodig. De berekening voor de af te voeren hoeveelheden via het DWA- en HWA-riool en de wijze waarop behoeft de goedkeuring van de gemeente. De af te voeren hoeveelheden afvalwater moeten met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier worden afgestemd;
11.9 Controle, revisie en oplevering
Definitieve aanlegtekeningen riolering worden voorafgaand aan uitvoering digitaal in RD-coördinaten aan gemeente beschikbaar gesteld, gelet op wettelijke verplichting om de voorgenomen ligging van leidingen op te nemen in het beheersysteem en (via het Kadaster) uit te wisselen met grondroerders (WIBON);
Vooral nabij voorzieningen zorgen voor voldoende en bereikbaar straatmeubilair, zoals afvalbakken.
Op grond van artikel 7.35 van de Verordening Fysieke Leefomgeving heeft iedere hondeneigenaar een opruimplicht. De eigenaar of houder van een hond is verplicht, als hij zich met die hond op een openbare plaats bevindt, een doeltreffend en geschikt hulpmiddel bij zich te hebben voor het verwijderen van uitwerpselen.
BouwCirculair. (2022). Circulariteit in Projecten - Instrumenten. Opgehaald van BouwCirculair: https://bouwcirculair.nl/instrumenten/
CROW. (2019). ASVV 2021 6.3.5.3 Overzicht fietsparkeerkencijfers. Opgehaald van Kennisplatform CROW: https://kennisbank.crow.nl/kennismodule/detail/113459
CROW. (2021). ASVV 2021. Opgehaald van CROW Kennisbank: https://kennisbank.crow.nl/kennismodule/detail/110155#110155
CROW. (2022). Thesaurus. Opgehaald van Kennisplatform CROW: https://begrippen.crow.nl/thesaurus/nl/
CROW, Duurzaam GWW. (2022). Duurzaam GWW. Opgehaald van Duurzaam GWW: https://www.duurzaamgww.nl/
CROW, Duurzaamheid in gemeentelijke projecten. (2018). Duurzaamheid in gemeentelijke projecten. Duurzaam GWW.
Gemeente Medemblik. (2011). Groenstructuurplan.
Gemeente Medemblik. (2013). Structuurvisie Gemeente Medemblik.
Gemeente Medemblik. (2015). Groenbeheerplan Gemeente Medemblik 2016-2019.
Gemeente Medemblik. (2020). Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR). Opgehaald van https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-316037.html
Gemeente Medemblik. (2021). Nota Parkeernormen.
Gemeente Medemblik. (2021). Programma Duurzaamheid: Samen op weg naar een duurzaam Medemblik.
Gemeente Medemblik. (2022). Opgehaald van Fotobank Gemeente Medemblik: https://www.fotobankmedemblik.nl/afbeeldingen/inmedemblik3/
HB Adviesbureau. (2021). Resultaten duurzaamheidssessie Gedempt Achterom Medemblik.
(sd). Informatieblad Aanleg Trailerhelling. Sportvisserij Nederland.
Julie. (2022). Julie Accentpaal. Opgehaald van Julie: https://julie-zone.nl/producten/accentpaal_1
Nederland, S. (sd). Informatieblad Aanleg Trailerhelling.
Norminstituut Bomen. (2022). Handboek Bomen 2022.
Provincie Noord-Holland. (2018). West-Friesland Oost en West-Friesland Midden. Opgehaald van Leidraad Landschap en Cultuurhistorie 2018: https://leidraadlc.noord-holland.nl/ensembles/west-friesland-oost/
Regio Westfriesland. (2018). Leidraad Projectmatig Werken.
Rijkswaterstaat. (2022). Omgevingswijzer: duurzaamheid inzichtelijk maken. Opgehaald van Omgevingswijzer: https://www.omgevingswijzer.org/
Royal HaskoningDHV. (2021). Regionaal Toekomstbeeld Fiets Noord-Holland. Opgehaald van Regionaal Toekomstbeeld Fiets Noord-Holland: https://rhk.maps.arcgis.com/apps/webappviewer/index.html?id=db0122c98ab04ee0bca66d95cb215e45
RVO. (2020). R-ladder - strategieën van circulariteit. Opgehaald van https://www.rvo.nl/onderwerpen/r-ladder
Stichting RioNed. (2019). Bui01 - Bui10. Opgehaald van RIONED: https://www.riool.net/bui01-bui10
Swinkels, V. (2019). Aanpak duurzame GWW, ook voor gemeenten?
SWOV. (2018). Den Haag: SWOV - Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid.
Wandelnetwerk Noord-Holland. (2022). Hier begint je wandelavontuur! Opgehaald van Wandelnetwerk Noord-Holland: https://www.wandelnetwerknoordholland.nl/routeplanner#
Zoogdiervereniging. (2022). Vleermuizen in de stad. Opgehaald van Vleermuizen in de stad: vleermuizenindestad.nl
Deze LIOR 2023 is op donderdag 20 april 2023 vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeente Medemblik.
De griffier,
De voorzitter,
Bijlage 1 Instrumenten duurzaamheid
Door samenwerking van BouwCirculair, het Rijk, ketenpartners GWW en anderen zijn verschillende instrumenten ontwikkeld om structuur te geven aan de borging van duurzaamheid in projecten. De instrumenten zijn online beschikbaar. Stichting BouwCirculair is er om gemeenten te ondersteunen en te trainen in het inzetten van de instrumenten. Hier worden ze kort toegelicht.
Hieronder wordt het (interne) proces beschreven, met de bijbehorende verwachtingen vanuit de gemeente Medemblik per projectfase. Dit proces wordt doorlopen bij ruimtelijke en civiele projecten.
De gemeente Medemblik werkt bij ruimtelijke ontwikkelingen volgens het basisprincipe van projectmatig werken, zoals opgenomen in onderstaand figuur (Regio Westfriesland, 2018).
Per fase vindt er een beslismoment plaats, waarna de overstap naar de volgende fase gemaakt kan worden. Om naar de volgende fase te gaan zijn een aantal documenten verplicht die aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen. Zie voor een overzicht Bijlage 4.
Bijlage 4 Vereiste documenten per projectfase
Groen licht na voltooiing projectopdracht.
Aanvullend voor ruimtelijke ontwikkelingen:
Groen licht na goedgekeurd projectplan.
Aanvullend bij ruimtelijke ontwikkelingen, indien van toepassing:
Groen licht na een door de gemeente vastgesteld DO.
Bestek, voldoet aan de volgende eisen:
Groen licht na een door de gemeente vastgesteld definitief bestek/realisatieplan.
Groen licht na ondertekening en acceptatie van de verplichtingen van het overdrachtsdocument. Met deze handeling wordt de opgeleverde ruimte formeel openbaar gebied.
Voor de administratieve overdracht levert de initiatiefnemer of de uitvoerder aan de gemeente een digitaal overdrachtsdossier met de volgende bestanden:
Indien er geen compleet werk wordt overgedragen een opgave (in tekst en tekening) van de onderdelen die nog niet worden overgedragen, met daarbij een planning wanneer die onderdelen voor overdracht worden aangeboden. (bij voorbeeld al het civiele werk wordt overgedragen en het groen 5 maanden later);
Uitgangspunt voor tekeningen is dat deze zijn gemaakt op basis van de Basisregistratie Grootschalige Topografie in combinatie met IMGEO (BGT|IMGEO). Daarvoor zijn de tekeningen standaard opgemaakt in het Coördinatenstelsel Amersfoort/RD NewRD. Cadtekeningen worden geleverd in DXF-formaat. GIS-bestanden worden aangeleverd als Shapefile (SHP-formaat). Eventueel afwijkende formats moeten vooraf worden overlegd met de gemeente. Alle overige documenten worden geleverd in PDF-formaat.
Onderstaand is per beheerdiscipline de belangrijkste benodigde informatie aangegeven en waar nodig hoe die informatie geleverd moet worden. Voor zover deze informatie niet in de resultaats-beschrijvingen van het werk zijn opgenomen moet die dus extra geleverd worden.
de rapportage van de resultaten volgens NEN-EN 13508-2:2003+A1:2011+CNL1:2021 nl “Onderzoek en beoordeling van de buitenriolering Deel 2: Coderingssysteem voor visuele inspectie”. Inspectiebestand RibX 1.3.2 of hoger, rapportage, foto's, videobeelden en andere (benodigde) bestanden digitaal opleveren;
Revisietekening van het kabelnet (in geval van een gemeentelijke OV-net) met aparte lagen voor de kabelstukken, de kabelmoffen, de mantelbuizen en toelichting. Revisietekening van het voedingspunt (in geval van een gemeentelijk OV-net) met aansluitschema en bijbehorende toelichting. Bestaande uit:
Civiele kunstwerken en duikers
Per kunstwerk de volgende gegevens:
Revisietekening van alle bebording en markering:
Als dit niet op de tekening is aangeven dan zijn administratieve gegevens als o.a. reflectieklasse en afmetingen ook van belang;
Beplanting, speelplekken, meubilair
Voor zover niet gedetailleerd in de resultaatsbeschrijvingen is opgenomen wordt de volgende informatie verlangd:
Bijlage 5 Toelichting overdracht
De voorlopige overdracht is in essentie de overdracht van het fysiek uitgevoerde werk. Als de uitvoerende partij de gereedmelding bij de gemeente doet, wordt daarbij alle voor inspectie en beheer van belang zijnde informatie aangeleverd.
Er mag bij de voorlopige overdracht in beginsel geen bouwverkeer meer in het projectgebied komen. Bij grotere projecten kan ook gefaseerd worden overgedragen als er duidelijk herkenbare deelgebieden bepaald kunnen worden. De openbare ruimte moet voor gebruik gereed zijn op het moment van voorlopige overdracht. Dit is als volgt gedefinieerd per onderdeel:
Voor de overdracht voert de gemeente een inspectie uit. Tijdens de inspectie wordt gecontroleerd op de volgende aspecten:
De definitieve overdracht vindt plaats na de nazorgfase.
De nazorgfase is de periode tussen de voorlopige overdracht en de definitieve overdracht.
Alle genoemde werkzaamheden zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Tijdens de onderhoudsperiode is de gemeente verantwoordelijk voor het openbaar functioneren van de voorzieningen. De gemeente draagt zorg voor het herstel van overig door derden veroorzaakte schade.
Duur onderhouds- c.q. beproevingsperiode:
De initiatiefnemer meldt het werk gereed voor eindinspectie bij de gemeente. De eindinspectie van het gemaakte werk wordt gedaan na het verstrijken van de onderhouds- c.q. beproevingsperiode. Alle herstel- en aanpassingswerken moeten gereed zijn. Tijdens de eindinspectie wordt vastgesteld of de eerder genoemde acties door de initiatiefnemer goed zijn uitgevoerd en welke, aan de initiatiefnemer te wijten, gebreken er aan het werk zijn die alsnog verholpen moeten worden. De opneming wordt op schrift gesteld. Het alsnog uit te voeren werk geschiedt voor rekening van de initiatiefnemer, tot genoegen van de gemeente en binnen een door haar in billijkheid te stellen termijn. Het werk wordt door de gemeente gereed verklaard als alle herstelwerken zijn uitgevoerd, overige opmerkingen naar aanleiding van de inspecties zijn verwerkt en alle te leveren informatie is ontvangen. De gereedverklaring wordt schriftelijk vastgelegd.
Na de bovenstaand genoemde definitieve overdracht is de initiatiefnemer niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan het werk, met hierop de volgende uitzondering:
Indien het werk of enig onderdeel daarvan een aan de initiatiefnemer, zijn adviseurs, de aannemer, zijn leverancier, zijn onderaannemer of zijn personeel toe te rekenen verborgen gebrek bevat en de initiatiefnemer van zodanig gebrek binnen een redelijke termijn na de ontdekking mededeling is gedaan.
Een gebrek is als een verborgen gebrek aan te merken, indien het tijdens de opneming van het werk door de gemeente redelijkerwijs niet onderkend had kunnen worden. De rechtsvordering uit hoofde van een verborgen gebrek is niet ontvankelijk, indien zij wordt ingesteld na verloop van 5 jaren na de dag van de eindoplevering.
Voor de administratieve overdracht levert de initiatiefnemer of uitvoerder een digitaal overdrachtsdossier aan bij de gemeente.
Bijlage 6 Overzicht aanpassingen
De gemeente Medemblik heeft voor het maken van ontwerpen voor de inrichting van de openbare ruimte een Leidraad: dit is de LIOR. Deze leidraad wordt periodiek geactualiseerd en vastgesteld. De laatste vastgestelde versie is de LIOR 2020. Deze bijlage omschrijft de belangrijkste verschillen tussen de LIOR 2020 en de LIOR 2023.
Lay-out: Om de gebruiksvriendelijkheid van de LIOR te verbeteren, heeft de LIOR 2023 ten opzichte van de LIOR 2020, een verbeterde lay-out. Naast een andere weergave en lettertype, zijn er ook diverse afbeeldingen, tabellen etc. toegevoegd.
Opbouw: De opbouw van het document is ook gewijzigd. Er is gekozen om, na de algemene inleidende hoofdstukken, per categorie eisen en richtlijnen vast te leggen. Hierdoor is voor de gebruiker van de LIOR eenvoudiger de juiste informatie terug te vinden. In de vorige versie stond de informatie over bepaalde categorieën verspreid door de hoofdstukken.
Gebruik LIOR: In de nieuwe versie LIOR 2023 is meer aandacht voor de positie van de LIOR binnen het geheel van projectactiviteiten van initiatief tot en met overdracht. Daarnaast is toegevoegd dat de LIOR periodiek geactualiseerd moet worden. Omdat de LIOR zelf geen nieuw beleid bevat, maar slechts reeds vastgesteld beleid van diverse taakvelden vertaald naar eisen en richtlijnen van de openbare ruimte, dient het college van Burgemeester en Wethouders in het vervolg de geactualiseerde versies vast te stellen.
Belangrijkste aanleiding om de LIOR te actualiseren is de wens van de gemeenteraad om de LIOR te verrijken met de gemeentelijke ambities en wensen om het gebied van duurzaamheid.
In de LIOR 2023 is daarom een hoofdstuk opgenomen over duurzaamheid. Hierin is aandacht voor de pijlers uit het duurzaamheidsbeleid, klimaatadaptatie, levensduur en de aanpak duurzame openbare ruimte. Verder is duurzaamheid vervlochten in zowel het hoofdstuk over de werkwijze, alsmede in alle hoofdstukken met eisen en richtlijnen per categorie. In de werkwijze is een duurzaamheidssessie in de definitiefase als verplicht element opgenomen. Per categorie wordt kort aangeduid welke duurzame uitgangspunten er gelden.
Tussen het vaststellen van de LIOR in 2020 en 2023 zijn er voor verschillende taakvelden nieuwe beleidsstukken gemaakt/vastgesteld. Deze beleidsstukken zijn verwerkt in deze LIOR 2023. Denk hierbij aan:
Ook randvoorwaarden vanuit de regionale beleidsstukken zijn verwerkt in de LIOR 2023:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-201220.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.