Gemeenteblad van Medemblik
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Medemblik | Gemeenteblad 2020, 316037 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Medemblik | Gemeenteblad 2020, 316037 | Beleidsregels |
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte (LIOR)
Dit document is een leidraad voor de inrichting van de openbare ruimte in de gemeente Medemblik. Bij alle herinrichtingen, renovaties en nieuwe ontwikkelingen geeft de LIOR richtlijnen voor ontwerp en realisatie. De leidraad zelf vormt echter geen aanleiding tot renovaties of herinrichtingen. Dit wordt aan de hand van de bestaande beheerprogramma’s bepaald.
De leidraad doet uitspraken over de minimale ontwerpmaten van verschillende functies en onderdelen in de openbare ruimte. Het doel van deze minimale ontwerpmaten is om duurzaamheid en veiligheid binnen de openbare ruimte te waarborgen. Er worden ook standaard materialen aangegeven. Binnen deze richtlijnen is er voldoende ruimte voor de creatieve vrijheid van de ontwerper.
De gemeente staat open voor initiatieven van inwoners en kernraden ter verbetering van de leefbaarheid, het beheer en de inrichting van openbare ruimte. De LIOR kan behulpzaam zijn bij het maken van voorstellen en uitwerken van ideeën. De LIOR bevat geen bindende voorschriften: ook betaalbare en duurzame alternatieven voor inrichting en materiaalgebruik blijven mogelijk, waarmee ruimte ontstaat om in overleg andere keuzes te maken.
In de praktijk kan (in overleg met Beheer en Onderhoud) van de richtlijnen in de leidraad worden afgeweken.
De LIOR van de gemeente Medemblik is uitsluitend geldig voor de openbare ruimte in beheer en onderhoud van de gemeente.
De Leidraad Openbare Ruimte bestaat uit drie delen. In Deel I worden het beleid en de uitgangspunten beschreven op basis van geldend beleid, geldende technische normen en ervaring uit de organisatie. Het betreft de uitgangspunten die invloed hebben op de inrichting van de openbare ruimte van gemeente Medemblik. De uitgangspunten zijn vertaald naar ontwerpeisen voor de planvorming, technische richtlijnen en algemene kaders per vakdiscipline. Deel II beschrijft de opbouw van de openbare ruimte; hier worden de verschillende wegtypes behandeld en inzichtelijk gemaakt. Dit gebeurd aan de hand van een beschrijving van de toegepaste materialen en minimale ontwerpbreedte per functie van de wegtypes. In Deel III worden de technische inrichtingseisen uitgewerkt. De delen I en II van de leidraad zijn gericht op het inzichtelijk maken en vastleggen van de kwaliteit en dimensionering voor de integrale inrichting van de openbare ruimte. Het wordt gebruikt in de dialoog tussen bestuur, bewoners en ambtelijke organisatie. Deel III is de technische uitwerking hiervan. Dit deel wordt gebruikt door de gemeentelijke organisatie zelf een externe ontwerp -en adviesbureaus en projectontwikkelaars, die te maken hebben met inrichting van de openbare ruimte.
De openbare ruimte is een belangrijke plek waar mensen elkaar ontmoeten, recreëren, sporten, spelen of passeren op weg naar een andere bestemming. Een goed ingerichte en beheerde openbare ruimte is belangrijk voor de leefbaarheid en vitaliteit van de woonkernen en werklocaties.
Voor de inrichting van de openbare ruimte is een technische basis nodig, want openbare ruimte moet niet alleen mooi zijn, maar ook lang meegaan en goed te onderhouden zijn.
Zo is er behoefte aan één overkoepelend document ontstaan voor de inrichting van de openbare ruimte met het oog op de beheerbaarheid, functionaliteit, gebruik en beeldkwaliteit. Hiervoor is de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte ontwikkeld die is samengesteld op basis van bestaand beleid, richtlijnen en normeringen.
De leidraad is samengesteld op initiatief van de afdeling Openbare Ruimte die verantwoordelijk is voor de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Het is bedoeld als integrale handleiding voor inrichting en ontwerp, maar heeft daardoor ook consequenties voor uitvoering, onderhoud en gebruik van de openbare ruimte.
De keuzes die in de planvorming worden gemaakt, zijn bepalend voor het toekomstig beheer. De leidraad is daarom relevant voor verschillende partijen:
4. Afwijken van de LIOR (hardheidcausule)
De LIOR is een verplicht plandocument bij alle nieuwbouw-en herinrichtingsprojecten van de openbare ruimte.
Indien bij het werken met deze LIOR onverhoopt tegenstrijdigheden optreden met bijvoorbeeld wet -en regelgeving geldt de volgende rangorde:
Tijdens de ontwerpfase kan het noodzakelijk zijn om af te wijken van de LIOR. Bij afwijkingen en tegenstellingen geeft de ontwerpende partij een met reden omkleed voorstel voor een alternatief. De gemeente stelt vast of het voorstel akkoord is.
Gemeente Medemblik werkt mee aan innovatieve en duurzame toepassingen in de openbare ruimte en biedt ruimte voor oplossingen die in het kader van participatie wenselijk zijn.
DEEL I Organisatie en kader ‘Beleid en uitgangspunten’
1. Organisatie openbare ruimte binnen de gemeente Medemblik
De gehele openbare ruimte van de gemeente Medemblik is verdeeld in gebieden conform Duurzaam Veilig. Per gebied is aangegeven waar aan moet worden voldaan. Hierbij is gekeken naar functionaliteit, gebruiksintensiteit en situering.
Tussen de gebieden onderling komen verschillen voor in kenmerken en functies. Op deze manier is er een onderscheid gemaakt in de kwaliteitsniveaus met betrekking tot het beheer van de deelgebieden. Dit betekent dat er bijvoorbeeld in de winkelcentra vaker zwerfvuil geruimd moet worden dan in de woonwijken. In de woonwijken moet vaker gras worden gemaaid dan in de werkgebieden. De inrichtingskwaliteit hoeft niet gelijk te zijn aan de beheerkwaliteit. Het is mogelijk dat op een specifieke plek, zoals de entree in een woongebied, een hoog beheerniveau wordt gehanteerd. Dit terwijl de inrichtingskwaliteit voor dit gebied op normaal is vastgesteld.
De leidraad is samengesteld op basis van bestaand (vastgesteld) gemeentelijk beleid en bestaande keurmerken, richtlijnen, normeringen en onderlinge werkafspraken. Er wordt geen nieuw beleid opgesteld en er worden geen nieuwe ambities of andere afspraken opgesteld in de leidraad.
De leidraad is een inhoudelijk document. Procedurele onderwerpen zoals vergunningen zijn in de werkprocedures van de betrokken afdelingen opgenomen en niet expliciet in dit document.
De volgende beleidsstukken zijn van toepassing op het proces bij de inrichting van de openbare ruimte in gemeente Medemblik.
2.1 Specifieke aandachtspunten
Vanuit de verschillende vakdisciplines is een aantal aandachtspunten naar voren gekomen, die specifiek per situatie bekeken moeten worden. Deze aandachtspunten moeten waar mogelijk meegenomen worden in het planproces.
2.1.1 Beschermd dorps-/stadsgezicht
De gemeente Medemblik kent twee beschermde dorps-/stadsgezichten: de Dorpsweg e.o. in Twisk en een deel van Medemblik met de havens en de kerkomgeving (Bonifatius kerk).
De beschermde dorps-/stadsgezichten zijn gekoppeld aan de vigerende bestemmingsplannen voor de betreffende gebieden. Wanneer een project wordt uitgevoerd binnen de grenzen van het gemeentelijk dorps/stadsgezicht, worden van tevoren uitgangspunten vastgesteld op basis van de inhoud van de onderstaande documenten.
In deze beschermde dorps-/stadsgezichten gelden regels om de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden, de schoonheid en het karakter van deze gebieden zo goed mogelijk te beschermen, behouden en herstellen. Voor werken in de openbare ruimte gelden in de beschermde gebieden omgevingsvergunningstelsels. Voorbeelden hiervan zijn: wijziging van bestrating, aanleg van riolering, planten van bomen, plaatsen van straatverlichting en straatmeubilair.
Voor de beschermde dorps-/stadsgezichten zijn geen kant-en-klare inrichtingseisen gesteld, deze moeten in overleg met monumentenzorg bepaald worden.
In de “Welstandsnota Medemblik, herziening 2013” zijn voor de beschermde gezichten de specifieke, aanvullende criteria geformuleerd.
Om de leefomgeving voor iedereen prettig te houden, moeten hondeneigenaren hondenpoep opruimen. Op grond van artikel 2:28 van de APV heeft iedere hondeneigenaar een opruimplicht en ook een ruimmiddelverplichting. Dit betekent dat iedereen met een hond in de bebouwde kom poepzakjes bij zich moet hebben.
Door middel van stickers op prullenbakken ‘voor uw afval en hondenpoep’ wordt er indirect gewezen op de verantwoordelijkheid dat hondenpoep moet worden opgeruimd.
Voor de planvorming in de openbare ruimte zijn bestaande en mogelijk toekomstige loop- en fietsroutes in beeld gebracht (zie GVVP). Een aantrekkelijk netwerk voor fietsverkeer vertaalt zich in een netwerk dat directe verbindingen tussen herkomst en bestemming mogelijk maakt en waarover veilig en comfortabel kan worden gefietst.
De ligging van basisscholen is voor deze routes van groot belang. Binnen 500 meter rond basisscholen moet er extra aandacht zijn voor kinderen die lopend naar school gaan.
2.1.4 Toegankelijkheid openbare ruimte
In het door Nederland geratificeerde VN-verdrag Handicap is de gemeente gehouden om de openbare ruimte toegankelijk te maken voor iedereen: inclusiviteit. Bij de inrichting van de openbare ruimte moet rekening gehouden worden met mensen met een beperking.
2.1.5 Onkruidbeheersing op verharding
Om onkruid beter te beheersen op verharding moet zoveel mogelijk gekozen worden voor een onkruidwerende voegvulling, grotere elementen (tegels/stenen), gesloten verharding (eventueel met print) en het zo min mogelijk toepassen van halfverhardingen.
De gemeente Medemblik bestrijdt onkruid op verharding twee maal per jaar chemisch conform de DOB-methode. DOB staat voor Duurzaam Onkruid Beheer op verhardingen. Onkruidbestrijding volgens de DOB-methode is gericht op een effectieve onkruidbestrijding. Binnen DOB kan men kiezen voor verschillende bestrijdingsmethoden zoals mechanisch, thermisch of chemisch. Kiest men echter voor chemische onkruidbestrijding dan gelden een aantal regels die de afspoeling van herbiciden naar het oppervlaktewater moeten tegengaan. Doel van de DOB methode is een bijdrage te leveren aan het realiseren en behouden van een goede waterkwaliteit.
De gemeente Medemblik heeft een lijst opgesteld met waardevolle bomen. Op deze bomenlijst staan alleen bomen in particuliere tuinen. Deze bomen en boomstructuren vinden wij waardevol voor de gemeenschap. Het kan gaan om een markante boom of een boom van een zeldzame soort.
De bomenlijst is onderhevig aan veranderingen. Iedere vijf jaar werken wij de lijst bij. Iedere 10 jaar kijken wij naar de conditie van de bomen. Soms is een waardevolle boom ook een monumentale boom. De Bomenstichting heeft een lijst opgesteld van alle monumentale bomen in onze gemeente.
2.1.7 Halteplaatsen Openbaar Vervoer
Het plaatsen van voorzieningen bij de haltes voor het openbaar vervoer wordt per situatie afzonderlijk bekeken en afgewogen, in overleg met beheerder van de Provincie.
2.2 Richtlijnen, normeringen, eisen en keurmerken
Gemeente Medemblik werkt aan de hand van de volgende richtlijnen, normen, eisen en/of keurmerken bij de inrichting van de openbare ruimte. Deze documenten zijn inhoudelijk onderdeel van de LIOR Medemblik. Voor een korte beschrijving van de stukken wordt verwezen naar bijlage 1 “Richtlijnen, normeringen, eisen en keurmerken”.
2.3 Beleidsuitgangspunten voor de openbare ruimte
Vanuit de bestudeerde beleidsstukken en de resultaten uit de gehouden gespreken met beheerders zijn algemene uitgangspunten en criteria voor de inrichting van de openbare ruimte opgesteld. De technische uitgangspunten per vakdiscipline vindt u in deel III. Hieronder vindt per vakdiscipline een overzicht plaats van de relevante kaders.
Voor de verharding geldt, dat deze duurzaam moet zijn en past bij de functie en inrichting. Uitgangspunten hierbij zijn:
In gemeente Medemblik wordt gewerkt met verschillende masten en armaturen.
Voor de openbare verlichting gelden de volgende uitgangspunten:
Valondergronden worden ingericht conform de eisen van het toestel. Toestelkeuze en de plaats van aanbrengen is altijd afhankelijk van de ligging van speelplek en zijn omgeving. Bij speelplaatsen gelden de volgende uitgangspunten:
Bij verzorgingshuizen zorgen voor voldoende en bereikbaar straatmeubilair (banken, prullenbakken).
2.3.7 Hemelwaterafvoer (zie GRP)
Het hemelwater dient in de gemeente Medemblik bij nieuwbouw met 60 tot 100% van het dakoppervlak te worden afgekoppeld. Deze eis komt voort uit milieuoogpunten.
Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
Het wel of niet afkoppelen van wegen wordt per situatie beoordeeld. De kwaliteit van het af te koppelen water hangt af van de verkeersintensiteit.
Bij hoogbouw- en winkelgebieden wordt ondergrondse afvalinzameling nagestreefd. Bij de hoogbouw vindt geen gescheiden afvalinzameling plaats. Bij de laagbouw wordt het groene en grijze afval wel gescheiden opgehaald. Er zijn vaste opstelplaatsen voor afvalinzameling.
Voor de verschillende verkeerstromen binnen de gemeente Medemblik geldt, dat er wordt ingestoken op een Duurzaam Veilige Inrichting. Het langzaam verkeer wordt gestimuleerd en gefaciliteerd. Er wordt naar gestreefd om het doorgaande verkeer uit de woonwijken te weren door inrichtings- en snelheidsmaatregelen. De verkeersaders worden verbeterd in het kader van veiligheid en verkeersafwikkeling; hierbij worden relatief onveilige locaties gericht aangepakt. Verder gelden de volgende uitgangspunten:
Binnen de gemeente Medemblik wordt het verbeteren, stimuleren en faciliteren van het openbaar en het aanvullend vervoer nagestreefd. Door weinig beschikbare ruimte in de wegprofielen worden (vrij liggende) busbanen niet toegepast.
3. Duurzaam Veilige Inrichting
In het kader van het startprogramma Duurzaam Veilig Verkeer is besloten dat alle wegen in Nederland opgenomen moeten zijn in een zogenaamd wegencategoriseringsplan. De wegencategorisering vormt een basis voor een uniforme inrichting van wegen. Met de aanpak volgens Duurzaam Veilig wordt functie, vorm en gebruik van de infrastructuur op elkaar afgestemd en wordt onbedoeld gebruik van de infrastructuur voorkomen. Alleen indien de vormgeving en het gebruik van de wegen optimaal op elkaar afgestemd zijn, ontstaat een verkeersveilige situatie.
Daarmee wordt gestreefd naar het voorkomen van:
Uit het oogpunt van verkeersveiligheid dient onderscheid gemaakt te worden tussen wegen binnen de bebouwde kom (bibeko) en buiten de bebouwde kom (bubeko). De eenvoudige reden hiervoor is dat de toegestane snelheid buiten de bebouwde kom hoger ligt dan binnen de bebouwde kom waardoor andere eisen aan deze wegen gesteld worden. Daarnaast wordt een functioneel onderscheid van het wegennet gehanteerd naar verkeersfunctie en verblijfsfunctie.
Verblijfsfunctie: Dienstbaarheid van de weg aan verblijfsactiviteiten zoals winkelen, wonen en recreëren. In een verblijfsgebied is de snelheid van het verkeer teruggedrongen tot 30 km/uur binnen de bebouwde kom, zodat acceptabele snelheidsverschillen ontstaan tussen auto-, fiets- en voetgangersverkeer.
Verkeersfunctie: Snel verwerken van doorgaand en gebiedsvreemd verkeer. Op wegen met een verkeersfunctie verplaatsen personen of voertuigen zich doelgericht zonder hun bestemming te hebben in het betreffende gebied.
In Nederland worden wegen conform het startprogramma Duurzaam Veilig ingedeeld in drie wegcategorieën: stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. De stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen kennen een overwegende verkeersfunctie terwijl erftoegangswegen een overwegende verblijfsfunctie hebben.
In het kader van het Convenant Startprogramma Duurzaam Veilig d.d. 15 december 1997 is besloten dat alle wegen in Nederland opgenomen moeten worden in en zogenaamd wegcategoriseringsplan. De wegcategorisering vormt de basis voor een uniforme inrichting van wegen. Met de aanpak van Duurzaam Veilig worden functie, vorm en gebruik van de infrastructuur op elkaar afgestemd en wordt onbedoeld gebruik van de infrastructuur voorkomen. Alleen indien de vormgeving en het gebruik van de wegen optimaal op elkaar afgestemd zijn, ontstaat een verkeersveilige situatie.
De wegcategorieën binnen de wegennetvisie van de gemeente Medemblik zijn:
Buiten de bebouwde kom (bubeko)
Binnen de bebouwde kom (bibeko)
In het wegencategoriseringsplan van de gemeente Medemblik wordt voor gebiedsontsluitingswegen (50 km/uur) binnen de bebouwde kom tevens onderscheid gemaakt tussen gebiedsontsluitingswegen en gebiedsontsluitingswegen min (50 km/uur). Deze tussencategorie is opgenomen vanwege de lange lintdorpen (de zogenaamde grijze wegen).
Met het opnemen van deze onderverdeling in de gebiedsontsluitings- wegen sluit de gemeente Medemblik aan bij de wegencategorisering van buurgemeenten in de regio. Deze gewenste uniformiteit van de wegencategorisering in de regio is tot stand gekomen in overleg met de verkeerspolitie. Ook door CROW wordt momenteel gewerkt aan richtlijnen voor de zogenaamde ‘grijze wegen’. Het betreft wegen die qua functie tussen een erftoegangsweg en een gebiedsontsluitingsweg vallen. Bij deze grijze wegen wordt beleidsruimte geboden. De weginrichting dient afgestemd te zijn op de lokale situatie.
DEEL II Ruimte en beeld ‘Profielen, referentiebeelden en materiaal’
Aangegeven wordt welke standaard materialen dienen te worden gebruikt. Dit is afhankelijk van het vastgestelde inrichtingsniveau. Bij de gebiedsindeling is uitgegaan van gebieden die in functie, uitstraling en gebruik overeenkomen.
Voor de winkelgebieden en pleinen is een hoog inrichtingsniveau van toepassing. Voor andere gebieden geldt een normaal (basis) inrichtingsniveau Dit komt tot uiting in de toe te passen materialen. In de winkelgebieden en pleinen worden meer luxe materialen toegepast dan in de overige gebieden. Hier is een representatief beeld van de openbare ruimte essentieel.
2. Basis kenmerken categorieën wegen buiten de bebouwde kom
Voor de inrichting van de wegen buiten de bebouwde kom (bubeko) zijn er een aantal uitgangspunten opgesteld. Binnen dit gebied zijn dat de gebiedsontsluitingswegen (GOW 80 km/u) en de erftoegangswegen (ETW 60 km/u) met een breedte kleiner dan 4,5 meter en een breedte groter dan 4,5 m. Van toepassing zijnde publicatie: CROW publicaties 164a t/m 164d, het Handboek Wegontwerp.
Dit zijn de autowegen (100 km/uur) en autosnelwegen (120/130 km/uur). De gemeente Medemblik heeft geen wegen uit deze categorie in beheer. Deze categorie komt ook alleen voor buiten de bebouwde kom.
Gebiedsontsluitingswegen ( bubeko )
Buiten de bebouwde kom zijn dit de 80 km-wegen. Deze wegen worden gekenmerkt door de volgende basiselementen:
Erftoegangswegen I weg breder dan 4,5 meter ( bubeko )
De Erftoegangsweg buiten de bebouwde kom zijn voor verkeersafhandeling en bevatten daarom geen parkeerplaatsen. Buiten de bebouwde kom zijn dit de 60 km-wegen. Deze wegen worden gekenmerkt door de volgende basiselementen:
Erftoegangswegen II – weg minder breed dan 4,5 meter ( bubeko )
Buiten de bebouwde kom zijn dit de 60 km-zone wegen.
Conform een erftoegangsweg I maar dan:
3. Basis kenmerken categorieën wegen binnen de bebouwde kom
Van toepassing zijnde publicatie: CROW publicatie ASVV 2012.
Gebiedsontsluitingswegen ( bibeko )
De gebiedsontsluitingsweg is bedoeld om een gebied aan te sluiten op een weg van een hogere orde, als regel een zogenaamde stroomweg, bijvoorbeeld een Provinciale weg. De gebiedsontsluitingsweg verbindt de stroomweg met de erftoegangsweg. Binnen de bebouwde kom is geldt de snelheidsbeperking 50 km/uur.
De 50 km-wegen gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom worden gekenmerkt door de volgende basiselementen:
Gebiedsontsluitingswegen 50 min – grijze wegen ( bibeko )
Variant I. Bestaande situatie. Van toepassing bij gebrek aan beschikbare ruimte. De functie van deze wegen is verkeersafhandeling. De wegen in de stadskern zijn duidelijk herkenbaar aan de bomenlanen en het ontbreken van parkeerplaatsen. Deze wegen vallen in de categorie gebiedsontsluitingsweg-min binnen de bebouwde kom.
Gebiedsontsluitingswegen 50 km/uur (bibeko) met beperkte breedte (ca. 5. 80 meter)
Conform een gebiedsontsluitingsweg 50 km/uur maar dan:
Variant II. Bestaande situatie. Bij gebrek aan beschikbare ruimte
Gebiedsontsluitingswegen 50 km/uur (bibeko) met beperkte breedte (ca. 5,80 meter)
Conform een gebiedsontsluitingsweg 50 km/uur maar dan:
Binnen de bebouwde kom zijn dit de 30 km-zone wegen. Dit is de standaard woonstraat waarbij al het verkeer bestemmingsverkeer is. Bij erftoegangswegen heeft parkeren een belangrijke functie. Eenrichtingsverkeer is een optie.
Deze wegen worden gekenmerkt door de volgende basiselementen:
In de wegcategorisering wordt volgens 'Duurzaam Veilig' geen rekening meer gehouden met erven.
Het autobezit is toegenomen en de vraag om meer parkeerplaatsen in een erf te realiseren neemt toe. De aanleg van extra parkeerplaatsen in erven gaat ten koste van het sociale domein (een ontmoetingsplek voor bewoners). Het concept is achterhaald. Om te voldoen aan de vraag naar extra parkeerplaatsen in de bestaande erven is het raadzaam deze bestaande erven her in te richten als een 30 km/uur-zone. Anders dienen de bewoners hun auto elders buiten de erven te parkeren (overlast andere buurtstraten). Maar het is aan de bewoners of zij hier haar medewerking aan verlenen.
Bij nieuwbouw het straatmateriaal voetpaden bij inritten naar woningen doortrekken door gebruik te maken van hetzelfde materiaal (voetganger heeft voorrang). Bij het gebruik van de 30 x 30 cm grijze tegel ter plaatse van de inrit gebruik maken van een tegel formaat 30 x 30 x 8 cm of 30 x 15 x 8 cm (afhankelijk van de toegepaste materialen in de directe omgeving en de beschikbare ruimte);
In overleg met de wegbeheerder kan van bovenstaande regels worden afgeweken.
Bij bestaande wegen (bij gebrek aan ruimte, afhankelijk van de afwatering, ligging woning t.o.v. de rijweg, etc) dient in overleg met de wegbeheerder voor een passende oplossing te worden gezorgd. Waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met bovenstaande regels.
Wij zijn zeer terughoudend bij de plaatsing van verkeersspiegels, omdat er veel bezwaren kleven aan het gebruik van de verkeersspiegel. Deze bezwaren zijn:
Wij plaatsen, of geven toestemming voor het laten plaatsen van een verkeersspiegel, als het echt onmogelijk is om voldoende zicht te krijgen op naderend verkeer, waarbij ook eerst gekeken moet worden naar de mogelijkheid om het zicht vrij te maken door het snoeien of verwijderen van struiken e.d. of het verplaatsen van het object dat het zicht wegneemt.
In het VN-verdrag voor rechten van mensen met een beperking (ook wel VN Verdrag Handicap genoemd) staat dat personen met een beperking toegang moeten hebben tot de fysieke omgeving en tot vervoer in zowel stedelijk en landelijke gebieden.
Als toevoeging op de CROW publicaties over de toegankelijkheid van de openbare ruimte is de beleidsregel gehandicaptenparkeerplaatsen 2014 van de gemeente Medemblik van toepassing.
Uitzondering op de regel zijn;
Gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom 50 km/uur
De gebiedsontsluitingsweg is bedoeld om een gebied aan te sluiten op een weg van een hogere orde, als regel een zogenaamde stroomweg, bijvoorbeeld een Provinciale weg. De gebiedsontsluitingsweg verbindt de stroomweg met de erftoegangsweg. Binnen de bebouwde kom geldt de snelheidsbeperking 50 km/uur.
Betonstraatstenen met onkruid werende voegvulling of met Street print |
|||
Lichtmast LPH 7,5m uithouder armatuur LED. Uitvoering conform PvE Openbare verlichting |
|||
Gebiedsontsluitingsweg-min binnen de bebouwde kom 50 km/uur
De functie is verkeersafhandeling. De wegen in de stadskern zijn duidelijk herkenbaar aan de bomenlanen en het ontbreken van parkeerplaatsen. De gebiedsontsluitingswegen zijn gespiegeld met bij voorkeur aan beide zijde vrij liggende fietspaden. Deze wegen vallen in de categorie gebiedsontsluitingsweg-min binnen de bebouwde kom.
Erftoegangsweg binnen de bebouwde kom 30 km/uur
Dit is de standaard woonstraat. Al het verkeer is bestemmingsverkeer. Het parkeren is een belangrijke functie. Eenrichtingsverkeer is een optie. Duurzaam veilig: ETW 30 km/uur
Erftoegangsweg buiten de bebouwde kom 60 km/uur
De Erftoegangsweg buiten de bebouwde kom zijn voor verkeersafhandeling en bevatten daarom geen parkeerplaatsen. Duurzaam Veilig: ETW 60 km/uur.
Naast de bovenstaande Duurzaam Veilig profielen kunnen een aantal andere profielen worden toegepast afhankelijk van de situatie.
In deze gebieden is er geen niveauverschil tussen de verschillende functies, zodat vrije uitwisseling tussen de verschillende verkeersdeelnemers mogelijk is.
Deze wegen vallen in de categorie erftoegangswegen binnen de bebouwde kom (ETW 30 km/u). Het publiek is hier de grootste gebruiker van de ruimte.
Aan de hand van tevoren vastgestelde uittgangspunten wordt het gebied uitgevoerd.
Een recreatiegebied bestaat uit de parken, grotere groenstroken en bossen. De voorzieningen hebben een belangrijke belevings- en gebruikswaarde voor recreanten. Het deelgebied moet toegankelijk zijn en inspireren en uitdagen tot bewegen en ontspannen. Het inrichtingsniveau is basis. De belangrijkste functies die gelden voor recreatie zijn: verblijven, ontmoeten, spelen, wandelen, fietsen en sporten.
DEEL III Inrichting en techniek ‘Inrichtingseisen per onderdeel’
Deel III is te zien als een verdieping van deel II. Bij het maken van definitieve ontwerpen wordt dit deel gebruikt. Ook voor het traject van bestek en uitvoering bevat dit deel relevante uitgangspunten. Voor alle genoemde objecten wordt aangegeven hoe deze aangelegd moeten worden. Voor zover mogelijk worden ook de standaard materialen benoemd.
Er wordt een verschil gemaakt in basis en hoogwaardige inrichting. Een voorbeeld van hoogwaardige inrichting is: metalen zitbanken in winkelgebieden, Olletron type Festival.
Een voorbeeld van basis inrichting is: houten zitbanken in recreatiegebieden, Velopa type Siësta.
Van toepassing zijnde publicaties:
Hergebruik van materialen: gebakken materiaal kan altijd worden hergebruikt. Betonmateriaal wordt hergebruikt na visuele beoordeling.
1.1.4 Gebakken klinkers (straatbakstenen)
Geleidebanden worden alleen in winkelgebieden toegepast. Geleidebanden worden gebruikt om verschillende functies een eigen niveau te geven.
1.3.3 Gebakken klinkers (straatbakstenen)
Dit betreft de opsluiting tussen trottoir en privé of groenstrook.
Grondwerk bij aanleg (vlakheid, verdichting) volgens Standaard RAW Bepalingen 2015 (CROW). Als de plantplaats niet voldoet aan het bepaalde in 51.06.01 volgens RAW standaard bepalingen 2010 (CROW) voor het betreffende beplantingstype, is bodemverbetering nodig.
Er is voor het sortiment van heesters en vaste planten onderscheid in een hoogwaardige en basisinrichting, dit is gerelateerd aan de verschillende gebieden. Er geldt een nazorgperiode van 3 jaar.
3.5.2 Heesters en bodembedekkers
3.5.3 Hoogwaardig (dorpsgezicht, winkelcentra)
3.5.5. Sober (gebiedsontsluitingswegen)
In dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe om te gaan met het inpassen van bomen in de openbare ruimte. Boombeheer vindt plaats volgens de richtlijnen Handboek Bomen 2018.
Om tot de juiste sortimentskeuze te komen zijn er drie criteria.
Is er de beschikbare ruimte, boven en ondergronds? Met behulp van het rekenprogramma ‘Boommonitor’ moeten de betreffende kengetallen specifiek per situatie worden doorgerekend (pag. 33, Handboek Bomen 2018). Dit programma berekent de maatvoering van de groeiplaats en is specifiek afgestemd op de bodemsamenstelling, grondwaterhuishouding, boomgrootte en beoogde omlooptijd;
De doorwortelbare ruimte is afhankelijk van het type bodemsubstraat, de grondwaterhuishouding, boomgrootte en de beoogde omlooptijd. Een globale maatvoering is weergegeven in tabel 1.25, pag. 32 van het Handboek Bomen 2018. Het rekenprogramma Boommonitor berekent de benodigde doorwortelbare ruimte op basis van de hiervoor genoemde factoren.
Ter plaatse van speelvoorzieningen zijn er een aantal specifieke eisen voor het groen, te weten:
De Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) is van toepassing. Deze verordening gaat in 2021 over in Verordening Fysieke Leefomgeving (VFL).
Technische bepalingen ten aanzien van kabels en leidingen zijn uitwerking in het “Handboek Kabels en Leidingen”.
Technische eisen volgens de normen van CROW-publicatie ‘Verkeertekens (toepassing, plaatsing en uitvoering)’.
10.3 Verkeersremmende maatregelen
Bebording zoveel mogelijk combineren met straatmeubilair en bestaande palen/ masten. Technische eisen volgens de normen CROW-publicatie 344 ‘richtlijn drempel, plateaus en uitritten’.
Technische eisen volgens de normen CROW.
Bijlage 1: ‘Richtlijnen, normeringen, eisen en keurmerken’
Kwaliteitseisen en Beheerrichtlijnen Boombeheer (KBB deel1) versie 2007
Op alle werkzaamheden met betrekking tot bomen (zowel in ontwerp-, voorbereidings- en uitvoeringsfase) zijn de richtlijnen beschreven in de KBB-versie 2007 – deel 1 van toepassing.
De versie van de KBB uit 2007 bestaat uit twee delen.
Naast uitgebreide kwaliteitseisen en resultaatsverplichtingen voor werkzaamheden in en rond bomen (“besteksvoorwaarden” deel 2) bevat de KBB in deel 1 (naslag) per vak thema uitgebreide achtergrondinformatie en specifieke richtlijnen voor het boombeheer. De KBB wordt landelijk ook als standaard kwaliteitswaarborg gebruikt voor certificeringsdoeleinden zoals bijvoorbeeld binnen de certificering van Groenkeur® (BRL Boomverzorging).
Handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen 2008 voor Bestaande bouw en voor Nieuwbouw
Bij alle nieuwe aanleg of renovaties dient er gewerkt te worden zoals volgens de voorschriften van het Politiekeurmerk Veilig Wonen 2008. Het Politiekeurmerk Veilig Wonen is een integraal veiligheidsinstrument. Dat maakt het keurmerk zo bijzonder. Het is niet slechts een ‘middel’ tegen inbraken. Het is een instrument dat ook andere vormen van criminaliteit tegengaat, zoals fietsdiefstal en vandalisme. Daarnaast zorgt het keurmerk ervoor dat iemand op tijd wordt gewaarschuwd als er brand uitbreekt. Aanpassingen in en rond de wijk en afspraken over het beheer van een buurt zorgen ervoor dat mensen in een veilige, leefbare buurt wonen. Een buurt waar ze zich nauwelijks zorgen hoeven te maken over criminaliteit en gevaarlijke situaties. Een keurmerkwijk is meer dan een wijk waar nauwelijks ingebroken wordt. Het is een wijk waarin bewoners, gemeente, ontwikkelaars en bouwers samen zorgen voor een leefbare plek.
De ASVV 2012 bundelt alle bestaande kennis over verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom. Van beleidsvoorbereiding tot beleidsuitvoering, van ontwerp en uitvoering tot beheer en onderhoud. Alle benodigde informatie is te vinden in dit standaardwerk, overzichtelijk gerangschikt en verduidelijkt met tekeningen, tabellen en grafieken.
CROW publicaties 164a t/m 164d
Het handboek wegontwerp. Dit handboek is het resultaat van de herziening van de uit het begin van de jaren negentig daterende RONA-richtlijnen. Met name de principes van het concept Duurzaam Veilig Verkeer zijn daarin en dus ook in dit handboek verwerkt. Het handboek is bestemd voor het ontwerp van wegen buiten de bebouwde kom, met uitzondering van autosnelwegen. Het geheel omvat vier delen: Basiscriteria, Stroomwegen, Gebiedsontsluitingswegen en Erftoegangswegen (164a t/m 164d).
Richtlijn Essentiële Herkenbaarheid kenmerken van weginfrastructuur Deze publicatie biedt wegbeheerders een wegwijzer in het implementeren van essentiële herkenbaarheid kenmerken voor duurzaam veilige wegen. Hierin komen aspecten aan de orde die te maken hebben met de verwachtingen van de weggebruiker op de onderscheiden wegcategorieën. In het verlengde hiervan worden gedragsaspecten benoemd
CROW publicatie 172 en CROW publicatie 172 – aanvulling
De ‘Richtlijn verkeersplateaus’ is een aanvulling op CROW publicatie 172 ‘Richtlijn verkeersdrempels’. In deze nieuwe publicatie zijn vooral zaken opgenomen die afwijken van verkeersdrempels en zaken die specifiek gelden voor verkeersplateaus. De publicatie geeft richtlijnen voor de vormgeving en de toepassing van verkeersplateaus maar heeft niet tot doel de toepassing van verkeersplateaus zonder commentaar te promoten. In de publicatie staat aangegeven welke verkeersplateaus worden
aanbevolen en wat moet worden overwogen bij de toepassing.
Stromen en verblijven CROW publicatie 724
Deze publicatie onderzoekt hoe verkeerskundige ontwerpeisen samen kunnen gaan met een hoogwaardig ingerichte openbare ruimte. In een aantal essays gaan deskundigen in op de verschillen tussen beide disciplines, tien voorbeeldprojecten laten de praktijk zien en een uitgebreid glossarium achterin het boek geeft een aanzet voor een gemeenschappelijke taal.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2020-316037.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.