Nota Riolering Zoetermeer 2023 t/m 2026

Deraad van de gemeente Zoetermeer;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 november 2022

 

b e s l u i t

  • 1.

    De Nota Riolering Zoetermeer 2023 t/m 2026 vast te stellen, met in grote lijnen  de volgende aanpak:

    • a)

      Er wordt jaarlijks ongeveer 6,5 km rioolleidingen aangepakt. Daarvan wordt maximaal 20% vervangen. De overige leidingen worden gerelined.

    • b)

      Er worden klimaatmaatregelen genomen zodat overtollig hemelwater makkelijker kan worden afgevoerd.  Dit gebeurt door aanpassingen aan het rioolstelsel (ondergronds) of door middel van bovengrondse maatregelen, zoals verbetering van afstroming en infiltratie van het hemelwater.

    • c)

      Er wordt meer gecommuniceerd richting de bewoners hoe om te gaan met het riool.

  • 2.

    Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) Zoetermeer 2016-2020 in te trekken.

  • 3.

    Ten behoeve voor het uitvoeren van het groot onderhoud een extra onttrekking uit de voorziening Riolering te doen van € 1.687 .586,- in 2023, € 1.250.018,- in 2024, € 1.243.898,- in 2025 en € 1.289.229,- in 2026.

  • 4.

    Jaarlijks de inflatiecorrectie toe te voegen aan de voorziening.

  • 5.

    De hieruit voortvloeiende begrotingswijziging vast te stellen.

Overonderdeel 5 van dit besluit geen referendum mogelijk te maken, omdathet een begrotingswijziging betreft.

Dit besluit treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan. Tenzij over de overige onderdelen van dit besluit een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gedaan.

 

1 Inleiding

 

Water speelt een belangrijke rol in de toekomst van Zoetermeer. Door klimaatverandering en verstedelijking is het water- en rioolbeheer een grote opgave. Samen met betrokken partijen verkleinen we de kans op wateroverlast en zorgen we voor een goede afvoer van vuilwater en hemelwater. Dit draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de stad. Het doel van deze Nota Riolering is om te beschrijven hoe de gemeente Zoetermeer de gemeentelijke watertaken uitvoert. Daarbij wordt naar de toekomst gekeken en waar nodig bijgestuurd.

 

De volgende onderdelen worden in deze Nota Riolering behandeld:

  • Afvalwater;

  • Hemelwater;

  • Oppervlaktewater;

  • Grondwater.

De onderdelen hebben een duidelijke relatie met elkaar, maar verschillende partijen gaan over de afzonderlijke onderdelen. Deze partijen moeten dan ook met elkaar samenwerken. De gemeente gaat over het (transport van) afvalwater, het hemelwater en het grondwater. De zorg voor het oppervlaktewater ligt voornamelijk bij de Hoogheemraadschappen (waterschappen) en de zorg voor het drinkwater ligt bij de drinkwaterbedrijven.

 

1.1 Zorgplichten

Gemeenten hebben drie zorgplichten volgens de Wet milieubeheer en de Waterwet:

  • De zorg voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater;

  • De zorg voor doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater (regenwater, hagel, sneeuw en dergelijke);

  • De zorg voor het grondwater.

In bijlage 2 zijn de Wet milieubeheer en de Waterwet beschreven en zijn aangevuld met regionale en lokale wet- en regelgeving.

 

In deze nota staat hoe de gemeente Zoetermeer aan de zorgplichten voldoet en welke (financiële) middelen nodig zijn. Deze vormen de basis voor de rioolheffing. De onderbouwing van de hoogte van de rioolheffing is een belangrijke uitkomst van deze nota.

 

1.2 Korte terugblik

In de afgelopen periode van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2016-2020 zijn jaarlijks de volgende werkzaamheden uitgevoerd:

  • 6,5 Km leidingen inwendig van een kous voorzien (gerelined) of (in beperkte mate) gerepareerd;

  • 122,9 Km leidingen gereinigd;

  • 47,8 km leidingen geïnspecteerd;

  • De gemalen geïnspecteerd;

  • Klein onderhoud gepleegd aan de gemalen.

Een uitgebreide toelichting over de periode 2016-2020 staat in bijlage 4 van het bijlagenrapport. In de komende periode verwachten wij gelijkblijvende werkzaamheden te verrichten. De jaarlijkse exploitatiekosten in periode 2016- 2020 bedroegen gemiddeld € 2.758.000 (cijfers jaarrekeningen). De jaarlijkse geraamde exploitatiekosten over de periode 2023-2026 bedragen gemiddeld € 3.119.000.

 

1.3 Van GRP naar Nota Riolering

Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2016-2020 beschrijft de werkzaamheden die gemoeid zijn met het beheer en onderhoud aan de riolering. Daarnaast komt aan bod hoe er door gebruikers mee omgegaan dient te worden. Het hier vernieuwde GRP heet vanaf nu Nota Riolering. Voor een naamswijziging is gekozen om daarmee voorbereid te zijn op de aankomende Omgevingswet.

 

De Nota Riolering maakt in de nabije toekomst onderdeel uit van het beleidsprogramma voor de fysieke leefomgeving. Dit beleidsprogramma moet nog verder uitgewerkt worden en heeft nog geen definitieve naam. In totaal komen er zes beleidsprogramma’s, met diverse onderliggende nota’s. De zes beleidsprogramma’s hangen rechtstreeks onder de Omgevingsvisie Zoetermeer 2040. Bijlage 9 beschrijft de relatie tussen de Omgevingsvisie Zoetermeer 2040 en Riolering/Water en geeft daarmee inzicht in de visie op de langere termijn.

 

1.4 Participatie

Bij het maken van de nota is afstemming geweest tussen de gemeente en de hoogheemraadschappen. Vervolgens is het concept van de Nota Riolering officieel voor commentaar gezonden naar de genoemde hoogheemraadschappen en de provincie Zuid-Holland. Deze nota heeft de status van een “Gemeentelijk Rioleringsplan”. In bijlage 8 is de reactie van bovenstaande instanties opgenomen.

 

1.5 Geldigheidsduur en vaststelling Nota Riolering

De geldigheidsduur van deze nota is vier jaar: 2023 tot en met 2026. Dit is volgens artikel 8 van de financiële verordening van de gemeente Zoetermeer (financiele-verordening-gemeente-zoetermeer-2021.pdf ) Hierin is geregeld dat voor 1 maart in het jaar na de verkiezingen een nota over de riolering aan de raad moet worden voorgelegd. In artikel 19, lid 2 staat wat tenminste in de nota moet komen.

 

Alle genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2022. Vanaf dit prijspeil zijn de bedragen geïndexeerd en opgenomen in de doorrekening van de kosten vanaf 2023. De prijscorrectie voor 2023 is 4,85 % ten opzichte van 2022. Deze is samengesteld uit een (tussentijdse) correctie van 2,5 % in 2022 en 2,3% die opgenomen is in de programmabegroting.

 

Evaluatie van de voortgang en (eventuele) tussentijdse bijstelling van de Nota Riolering wordt gedaan als er grote veranderingen zijn geweest.

 

De Nota Riolering wordt door de gemeenteraad vastgesteld. Na vaststelling wordt het toegezonden aan de hoogheemraadschappen en de Provincie Zuid-Holland. Ook wordt de vaststelling van de Nota Riolering op internet gepubliceerd, zodat belanghebbenden de nota kunnen inzien.

 

1.6 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt de stand van zaken behandeld. Er wordt teruggekeken naar de uitvoering in de afgelopen GRP-periode, benoemd wat de opgaven voor de nabije toekomst zijn en welke ontwikkelingen er aan komen.

In hoofdstuk 3 wordt de methode van het beheer beschreven. De activiteiten, nodig voor een goed beheer, worden getoetst en indien nodig worden maatregelen genoemd om bij te sturen. De uitkomsten van deze methode zijn inhoudelijk te lezen in bijlage 3. Hoofdstuk 4 gaat over de kosten die voortkomen uit de zorgplichten die de gemeente heeft voor riolering en water. In bijlage 11 is een begrippenlijst opgenomen van gebruikte vaktaal in de tekst van dit rapport.

2 Wat we gaan doen (prestaties)

 

In paragraaf 2.1 wordt eerst de bestaande situatie beschreven. Daarna worden in paragraaf 2.2 de werkzaamheden benoemd die we de komende periode gaan doen. Ook wordt de gewijzigde aanpak van het groot onderhoud aan het riool beschreven. De bijlagen 3, 4 en 5 gaan meer in op de details.

 

2.1 Bestaande voorzieningen

In deze paragraaf staat een korte beschrijving van de tastbare onderdelen (voorzieningen) voor hemelwater, grondwater en afvalwater die bij gemeente Zoetermeer in beheer zijn.

 

De tabel geeft een samenvatting van de gegevens in het beheersysteem.

 

voorziening

aantal

eenheid

Riolering:

764

Km

Gemengd

3

Km

DWA (Droog weer afvoer/vuilwater riool))

358

Km

HWA (Hemelwater afvoer/regenwaterriool)

398

Km

HWA vgs (verbeterd gescheiden stelsel)

5

Km

IBA’s particulier (individuele behandeling afvalwater)

3

Stuks

Drukriolering

16,4

Km

Drukriolering units

133

Stuks

Berg(bezink)voorzieningen

2

Stuks

Gemalen:

DWA

54

Stuks

HWA

27

Stuks

Grondwater

0

Stuks

Persleidingen bij gemalen

62

Km

Overstorten (gemengd systeem)

3

Stuks

Overstorten en uitlaten (HWA)

642

Stuks

Zinkers (riolering)

2

Stuks

Fonteinen

10

Stuks

 

Aansluitpercentage

De afvalwaterzorgplicht geldt voor het hele beheergebied van de gemeente. In de gemeente zijn per 1 januari 2022 in totaal 59.265 aansluitingen van percelen op het rioolstelsel. Dit zijn bedrijven en woonhuizen. 99,9% van de percelen, die bij deze adressen horen, is aangesloten op de riolering. 0,1% van de percelen is niet aangesloten. Deze percelen hebben een eigen afvalwaterbehandeling, zoals een natuurlijk waterfilter (helofytenfilter) of zijn onbewoond. Ongeveer 99,7% van de aangesloten percelen loost het afvalwater via het vrijverval riool en ongeveer 0,3% van de aangesloten percelen loost het afvalwater via drukriolering.

Duurzaam systeem

Zoetermeer investeert sinds de jaren 60 van de vorige eeuw in een duurzaam rioolstelsel. Nagenoeg alle riolen (99,9%) in de gemeente zijn onderdeel van een gescheiden rioolsysteem. Zo’n hoog percentage is uniek in Nederland. Door het gescheiden stelsel zijn vuil water en regenwater van elkaar gescheiden, waardoor bij regenval geen schoon water bij het vuil water wordt gemengd. Deze scheiding van regen- en vuilwater voorkomt dat, wanneer het regent, rioolwater de straat op stroomt.

 

Gescheiden riool

 

Oppervlaktewater

De zorg voor het oppervlaktewater ligt grotendeels bij de waterschappen. Zoetermeer ligt in het beheergebied van drie Hoogheemraadschappen:

  • Hoogheemraadschap van Rijnland;

  • Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard;

  • Hoogheemraadschap van Delfland.

Zie ook het kaartje in bijlage 2 in het bijlagenrapport:

 

De hoofdwatergangen (primaire watergangen) zijn in beheer bij de hoogheemraadschappen. De Zoetermeerse plas is geheel in beheer bij de gemeente Zoetermeer. De Zoetermeerse plas, ook wel bekend als Noord Aa, is openbaar zwemwater dat wordt gecontroleerd op zwemwaterkwaliteit. Het Hoogheemraadschap van Rijnland ziet toe op de monitoring van de waterkwaliteit. De gemeente heeft een aantal vijvers en watergangen (sloten) in beheer.

 

Duikers

Sloten en waterpartijen zijn onderling verbonden door duikers (ondergrondse buizen). De duikers maken wél onderdeel uit van het watersysteem, maar vallen niet onder de Nota Riolering. De duikers zijn, net als de bruggen, onderdeel van de civieltechnische kunstwerken.

 

2.2 De opgave

De opgave voor de komende planperiode (2023 t/m 2026) bestaat uit het borgen van de huidige prestaties en deze op een aantal punten te verbeteren.

 

Borgen van de huidige prestaties

De huidige prestaties zijn getoetst of ze voldoen aan de regels voor de fysieke leefomgeving. Deze regels voor de fysieke leefomgeving zijn de uitgangspunten die gelden voor de watertaken in bestaande gebied en zijn voorschriften die gelden voor nieuw gebied (zie overzicht bijlage 3). De uitkomst van de toetsing staat in bijlage 3. Bij veel watertaken is geen actie vereist. Bij een aantal wel en die zijn opgenomen in de activiteitenplanning (zie bijlage 1). In grote lijnen gaan de activiteiten over het mogelijk maken van verbeteringen aan het riool i.v.m. klimaatveranderingen, beoordeling van de kwaliteit van het riool en meer samenwerking tussen verschillende beheerdisciplines (integraal aanpakken van projecten).

 

In hoofdstuk 4 wordt de systematiek beschreven van het toetsen van maatregelen. Bijlage 4 geeft aan hoe wij de bestaande watervoorzieningen beheren. In bijlage 5 staat wat de gemeente Zoetermeer in de afgelopen planperiode heeft uitgevoerd.

 

Verbeteringen

  • o

    Voorbereiding voor beleid en planvorming (zie bijlage 4);

  • o

    Professionaliseren van het beheer van de openbare ruimte;

  • o

    Betere afweging tussen vervangen en renoveren (relinen) van riolen. Inspectie van de riolering (met een door het riool rijdende camera) is een belangrijke basis voor het nemen van beslissingen over wel of niet vervangen, renoveren of repareren van leidingen en putten. We hanteren daarvoor de Europese inspectiemethode NEN-EN 13508-2:2003.

  • o

    Controle van de afvoercapaciteit van alle hemelwaterriolen. Deze controle vindt plaats binnen de berekening van de OAS (Optimalisatie Afvalwatersysteem) Harnaschpolder. Met name in de wijk Meerzicht is op specifieke locaties wateroverlast ontstaan na hevige regenbuien.

  • o

    Klimaatbestendigheid vergroten. Vergroten van de rioolbuizen is op een aantal specifieke locaties nodig om snel piekbuien af te kunnen voeren.

Wijk- en buurtgerichte aanpak

Rioolvervangingen en/of verbeteringen worden de komende periode (2023 t/m 2026) zo veel mogelijk per wijk of buurt gedaan. Dit sluit aan bij hoofdstuk 7 van het coalitieakkoord ‘werken in en aan de wijken’. Bij de opgaven voor groot onderhoud en vervanging van riolering worden ook vervangingen van andere onderdelen in wijken of buurten zoveel mogelijk meegenomen. Denk hierbij aan wegvervanging, openbaar groen, verlichting, etc. Hierbij wordt rekening gehouden met de kwaliteit van de afzonderlijke onderdelen. Dit om te voorkomen dat onderdelen te vroeg worden vervangen (kapitaalvernietiging).

 

Naast het vervangen van het riool, zie meerjarenplanningen bijlage 1, werken we aan onderstaande onderwerpen. Deze onderwerpen worden uitgebreider beschreven in bijlage 4.

 

  • Stadsvernieuwing;

  • Bereikbaarheid;

  • Veiligheid & gezondheid;

  • Duurzaamheid en klimaat;

  • Kosten en opbrengsten;

  • Verbeterpunten voor water;

  • Wensen voor afvalwatersysteem;

  • Meekoppelkansen (riolering in combinatie met wegen en groen aanpakken);

  • Natuurvriendelijke oevers

  • Wadi ’s en greppels.

 

De aanleg van natuurvriendelijke oevers in het Westerpark.

 

2.2.1 Uitgangspunten groot onderhoud

In het beleid van de afgelopen jaren is uitgegaan van 100% relinen van de riolering. In de praktijk blijkt dat ongeveer 15% van het riool niet te relinen is. De kwaliteit van 15% van de riolering is dusdanig slecht dat deze vervangen moet worden.

De meeste riolen in Zoetermeer zijn vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw aangelegd. Uitgaande van de standaard levensduur van 80 jaar wordt vanaf 2043 jaarlijks een deel van de riolering vervangen en/of gerenoveerd (relinen).

Rioolleidingen kunnen eerder of later dan de standaard levensduur van 80 jaar aan de beurt zijn voor vervanging of renovatie. Door periodieke rioolinspecties wordt de kwaliteit van de rioolleidingen gemeten. Daaruit wordt bepaald of het nodig is om riolen te vervangen of te renoveren.

 

2.2.2 De vervangingsopgave

Deze paragraaf beschrijft eerst de situatie (probleem) waar we tegenaan lopen bij groot onderhoud aan het rioolstelsel. Vervolgens wordt de huidige aanpak besproken en wat wij voorstellen voor de toekomst.

 

Situatie vervanging riolering

Uit inspecties van de periode 2016-2020 blijkt dat vooral asbest cement leidingen (AC-leidingen) - en in mindere mate de gres-leidingen (steengoed van geperste ijzeraarde) - schades vertonen, waardoor het nodig is de riolen in de komende jaren te renoveren of te vervangen. Schades ontstaan door wortelgroei, verzakking bij aansluitingen, verhoogde gronddruk en slijtage.

 

Huidige aanpak (relinen)

De huidige aanpak is gebaseerd op het GRP 2016-2020. De kosten voor de vervangingen uit het GRP 2016-2020 zijn de basis voor de budgetten in de gemeentelijke begroting. In de berekening is ervan uitgegaan dat de riolen oneindig worden gerelined en dat er geen vervangingen plaats vinden.

 

Bij het geheel relinen van de riolering zijn een aantal kanttekeningen te plaatsen. Er zijn nog geen ervaringscijfers dat leidingen die gerelined worden 80 jaar meegaan. Deze techniek wordt daarvoor nog te kort toegepast. De techniek leent zich ook niet voor het doen van aanpassingen aan de riolering om de gevolgen van het veranderende klimaat op te vangen (adapteren). Verder geldt dat 100% relinen van leidingen technisch onmogelijk is. De kwaliteit is in ongeveer 15% van het leidingwerk dusdanig slecht dat relinen geen optie is. De leidingen van slechte kwaliteit moeten worden vervangen.

 

In de praktijk betekent het bovenstaande dat jaarlijks 6,5 km vuilwaterriool (AC leidingen) wordt aangepakt. Hiervan wordt 85% gerelined en 15 % vervangen. Dit relinen is nog voor het einde van de levensduur. Vanaf 2043 komen de oudste leidingen van 80 jaar (aanleg 1963) in aanmerking om vervangen te worden. Dit zijn overige leidingen (niet AC leidingen) die dan aan het einde van de (theoretische) levensduur zijn. Leidingen in goede toestand worden niet per definitie vervangen of gerenoveerd.

 

Rioolbuis voorzien van nieuwe binnenkant d.m.v. relinen.

 

Gewijzigde aanpak voor de toekomst

Aanpak: 80% relinen en 20% vervangen van riolering tot en met 2026. Vanaf 2027 t/m 2043 lineair oplopende stijging vervanging naar 100%

 

Concreet betekent dit:

  • Per jaar wordt ongeveer 6,5 km riool aangepakt;

  • Tot en met 2026 vervangen we 20% en relinen we 80%;

  • Vanaf 2027 loopt het percentage vervanging lineair op tot 100% in 2043. De komende planperiode wordt de kwaliteit van de asbestcementleidingen gemonitord en kan mogelijk dit percentage nog wijzigen;

  • We nemen bij vervanging het riool voor regenwater mee wanneer dit nodig is. Dit behoort bij de 6,5 km jaarlijks aan te pakken riool.

Waarom deze nieuwe werkwijze?

  • Het biedt mogelijkheden om wijzigingen aan het riool te doen om wateroverlast als gevolg van klimaatverandering tegen te gaan. Denk hierbij aan vergroten van hemelwaterriool of het bijleggen van drainage om hoge grondwaterstanden tegen te gaan.

  • Meer aansturen op vervanging van riool is noodzakelijk om de kwaliteit van het stelsel te waarborgen. Met name de AC riolen halen veelal de levensduur van 80 jaar niet. Nu al moet 15 % bij een leeftijd van 60 jaar vervangen worden. Door in te zetten op meer vervanging kunnen we de slechter wordende toestand voor blijven.

  • Door meer riool te vervangen zijn werkzaamheden te combineren met de aanpak van o.a. de wegen en groen. Dit biedt daarmee de mogelijkheid om binnen één project in één keer een buurt of woonwijk volledig bij de tijd te maken (revitaliseren).

Bij de actualisatie van de Nota Riolering in 2026 (voor 2027 t/m 2030) wordt deze opgave opnieuw bekeken. Vooral de kwaliteit van het riool en de klimaatopgaven bepalen een eventuele bijsturing. De komende planperiode 2023-2026 wordt gebruikt om de kwaliteit van de AC leidingen te beoordelen en zicht te krijgen op de restlevensduur van betreffende leidingen (activiteit beschreven in bijlage 1)

 

2.2.3 Werken aan de toekomst (uitdagingen)

De uitdagingen van de toekomst zijn de opgaven van morgen. Deze staan dus vandaag al op de agenda. De Visie Zoetermeer 2040 is richtinggevend. In deze paragraaf worden kort de uitdagingen benoemd. In bijlage 9 zijn deze verder uitgewerkt en verbonden met de maatschappelijke thema’s uit de omgevingsvisie.

 

Klimaatverandering

De komende periode (2023 t/m 2026) wordt bij rioolvervanging en nieuwe aanleg de klimaatopgave meegewogen. Bij het herinrichten van de openbare ruimte wordt gekeken of extra inspanningen nodig zijn. Te denken valt aan het maken van extra waterberging, extra kolken en directe afvoer van de straat naar het oppervlaktewater. Om voor de toekomst klimaatbestendig te zijn wordt bij het bepalen van de afvoercapaciteit van nieuwe hemelwaterriolen rekening gehouden met zwaardere buien.

 

Bij de aanleg van verharding (bij herinrichting en nieuwbouw) wordt kritisch gekeken naar de noodzaak ervan. Verharding draagt bij aan wateroverlast omdat water niet de grond in kan en daardoor langer op straat blijft staan of afstroomt naar laaggelegen gebieden.

 

Water op straat aan de Olof Palmelaan

 

Energie(transitie)

Vanuit de samenwerkingsverbanden dragen we bij aan het verkennen van de overgang naar een structureel andere energievoorziening ten opzichte van het huidige systeem (energietransitie). Deze overgang heeft ook gevolgen voor de riolering. Nu al ontwerpen we energiebewust (bij voorkeur vrijverval in plaats van gemalen en als toch gemalen nodig zijn dan energiezuinige en storingsvrije pompen toepassen). De ontwikkelingen van een warmtenet volgen we op de voet.

 

Ook de mogelijkheden om warmte uit het riool (riothermie) te benutten als energiebron wordt bij nieuwbouw meegewogen. Riothermie is één van de potentiële warmtebronnen voor gebieden waar een collectieve alternatieve oplossing voor aardgas te verwachten is. In de Transitievisie warmte zijn deze gebieden op een kaart aangegeven.

 

De grootste uitdaging zit vooral in het inpassen van nieuwe systemen in de volle ondergrond. Hierbij speelt een planning van werkzaamheden, tezamen met wegen en rioolvervanging, een belangrijke rol.

 

Riothermie: warmte uit het riool als energievoorziening

3 Toetsing van de zorgplichten

 

Bij de zorg voor het afval-, hemel- en grondwater moeten diverse taken door de beheerder uitgevoerd worden. Het uitvoeren van de taken wordt op een doelmatige en efficiënte wijze aangepakt. De taken zijn te verdelen over onderstaande onderdelen (systemen):

 

  • De riolering (het bestuurde systeem), ofwel het geheel aan voorzieningen voor de inzameling en transport van afvalwater;

  • Het oppervlaktewatersysteem, ofwel het geheel aan voorzieningen voor de berging en transport van hemelwater;

  • Het grondwatersysteem, ofwel het geheel aan voorzieningen voor de monitoring en eventuele regulering van het grondwaterpeil;

  • De beheerder (de gemeente Zoetermeer) die de voorwaarden moet scheppen, zodat het gewenste functioneren van de riolering en het stedelijk water kan worden gerealiseerd;

  • De omgeving, waaronder de Hoogheemraadschappen, die naast de transportgemalen, transportleidingen en de afvalwaterzuivering, het merendeel van het stedelijk oppervlaktewater beheert.

Om te komen tot een eenduidige beschrijving van zowel het gewenste functioneren als de hiervoor noodzakelijke voorwaarden voor een effectief beheer wordt de systematiek van doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden gebruikt. Dit is de zogenaamde DoFeMaMe methode. De methode is gebaseerd op de methode voor afvalwater in de Kennisbank Riolering van RIONED. In onderstaande figuur is een voorbeeld gegeven van de DoFeMaME systematiek.

 

 

Met een eenduidige beschrijving van de gewenste situatie krijgen het gemeentebestuur en andere betrokkenen inzicht in de achtergrond van bepaalde activiteiten en de bestemming van middelen. Daarnaast wordt door middel van toetsing bekeken of de taken worden uitgevoerd of met de beschikbare middelen doelmatig wordt omgegaan en welke maatregelen eventueel nog nodig zijn. Kortom, met deze systematiek zijn de taken toetsbaar.

 

In bijlage 3 zijn van diverse aspecten van het (riool)watersysteem, zoals reguliere beheertaken, stelsel-typen, functioneren van het systeem, de functionele eisen en maatstaven beschreven. Deze zijn vervolgens getoetst en indien nodig zijn daar acties aan gekoppeld om te (blijven) voldoen aan de functionele eisen die vooraf gesteld zijn.

 

Leeswijzer

In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens een toelichting gegeven op de volgende zaken:

  • De toetsingsmethode;

  • De doelen die na worden gestreefd met het beheer van de riolering, het stedelijk water en het grondwater;

  • De toetsing aan de hand van maatstaven en het resultaat van de toetsing.

3.1 Toetsingsmethode

Doelen

De doelen en werkkaders (zie paragraaf 4.2) beschrijven de gewenste situatie. Als het over riolering, stedelijk water en grondwater gaat, beschrijft het doel het gewenste functioneren (gedrag) van het watersysteem.

 

Functionele eisen

Functionele eisen zijn de specificaties van de doelen die voor de riolering, het stedelijk water en grondwater zijn geformuleerd. Er kunnen meerdere functionele eisen bij een doel horen.

 

Maatstaven

Maatstaven zijn de getalsmatige precisering van de functionele eisen. Een maatstaf maakt de functionele eis in kwantitatieve zin toetsbaar.

Voor de riolering bijvoorbeeld, moet volgens de Nederlandse Praktijkrichtlijn Beheer Buitenriolering (NPR 3220) onderscheid worden gemaakt tussen maatstaven die betrekking hebben op de toestand van objecten (riolen, putten, randvoorzieningen, persleidingen, rioolgemalen) en maatstaven die verband houden met het functioneren van het totale rioleringssysteem.

 

Niet voor alle functionele eisen zijn de maatstaven eenduidig vast te leggen. Ervaring en verdere ontwikkeling van kennis op lokaal en nationaal niveau zijn nodig om alle maatstaven nader in te vullen en aan te scherpen.

 

Meetmethoden

Om de huidige situatie op een eenduidige en reproduceerbare manier aan de maatstaven te kunnen toetsen, zijn meetmethoden gebruikt. De meetmethoden geven aan hoe wordt bepaald of iets voldoet aan de gestelde maatstaf.

 

3.2 Doelen

Doel riolering

De rioleringszorg heeft één hoofddoel. Dit is het duurzaam beschermen van de volksgezondheid. Het aanleggen en het onderhouden van adequate rioolsystemen is een wettelijke verplichting die voortvloeit uit de gemeentelijke zorgplicht voor afvalwater (artikel 10.33 uit de Wet milieubeheer).

 

Naast het hoofddoel van de riolering zijn er twee nevendoelen.

  • Het op peil houden van de kwaliteit van de leefomgeving;

  • Het duurzaam beschermen van natuur en milieu (bodem, grond- en oppervlaktewater).

3.3 De toetsing

Indeling

De maatstaven waaraan getoetst wordt zijn verdeeld in twee situaties:

  • Bestaand gebied;

  • Nieuw gebied;

Zowel het bestaande als het nieuwe gebied worden gerelateerd aan de drie zorgplichten. U leest in elk deel de regels voor de fysieke leefomgeving (functionele eisen en maatstaven) die de gemeente Zoetermeer hanteert om te voldoen aan de afvalwaterzorgplicht, de hemelwaterzorgplicht en de grondwaterzorgplicht.

 

Toetsing huidige situatie

Achter de beschrijving van de regels voor de fysieke leefomgeving voor het bestaande gebied leest u het resultaat van de toetsing van de huidige situatie aan deze regels. Daar weer achter leest u of er actie nodig is om de huidige situatie aan de gestelde regels te laten voldoen. (bijlage 3)

 

Acties

Het resultaat van de toetsing van de bestaande situatie zijn acties, die ertoe moeten leiden dat de gemeente Zoetermeer blijvend voldoet aan de zorgplichten. Een actie kan zijn het maken van een plan en/of een fysieke maatregel om zaken te verbeteren. De acties staan beschreven achter de resultaten van de toetsing van de huidige situatie.

 

Voorschriften

De resultaten van de toetsing van de nieuwe situatie levert een opsomming van de voorschriften op die gelden voor de inrichting van nieuw stedelijk gebied. Deze voorschriften staan genoemd in bijlage 3 (par. 3.5.1 en 3.5.2) van het Bijlagenrapport.

4 Wat het gaat kosten (financiën)

 

Jaarlijks worden kosten gemaakt om het riool in goede conditie te houden. Deze kosten bestaan uit uitgaven voor het dagelijkse beheer en klein onderhoud en de storting in de voorziening voor het groot onderhoud. De kosten zijn, ten opzichte van het eerdere GRP 2016 -2020, herzien en aangevuld met kosten voor aanpassingen aan het rioolstelsel mogelijk te maken. Dit laatste om klimaatmaatregelen mee te kunnen nemen.

 

De Nota Riolering geeft een doorkijk in de verwachte kosten over de komende 80 jaar. De kosten van de komende vier jaar zijn tot en met 2026 nauwkeuriger berekend. Voor deze jaren is bekend welke werkzaamheden worden uitgevoerd. De werkzaamheden staan benoemd in bijlage 1 (meerjarenprogramma). Na uitvoering van deze werkzaamheden wordt er opnieuw geëvalueerd. Deze evaluatie wordt gebruikt voor de volgende Nota Riolering. In paragraaf 4.5 staat de samenvatting van de financiële cijfers en grafieken.

 

4.1 De uitgaven

In deze paragraaf komen aan bod: de kosten voor exploitatie, groot onderhoud en de verbrede watertaken.

 

Exploitatie

De exploitatiekosten bestaan uit de jaarlijks terugkerende kosten voor het inspecteren, repareren en schoonhouden van het rioolstelsel en de gemalen. Onder exploitatie behoren ook de kosten voor personeel, onderzoek, planvorming en beheer van het grondwatermeetnet.

 

Groot onderhoud

De kosten voor groot onderhoud bestaan uit het vervangen of renoveren van het (vrijverval)riool, gemalen en persleidingen. Hieronder worden de kosten behandeld.

 

Vervanging/ renovatie vrijvervalriolering

Er is een meerjarenprogramma gemaakt om meerjarig inzicht te hebben in de kosten van groot onderhoud. De onderstaande grafiek geeft de te verwachten vervangingskosten van de huidige aanpak en het nieuwe voorstel voor de komende 80 jaar weer. De lijn van de vervangingsgrafiek, vertoont vanaf 2043 een grillig verloop. De voorziening is ingesteld om een gelijkmatig lastenniveau in de begroting te realiseren (zonder pieken en dalen). In de grafiek is zichtbaar dat in het nieuwe voorstel tot 2043 de investeringen oplopen. Dit komt door het hogere percentage vervangingen van asbestcementleidingen. Tussen 2043 en 2102 ligt het investeringsniveau lager ten opzichte van de huidige werkwijze. Dit heeft de volgende redenen:

  • De vervanging van de asbestcementleidingen (en in mindere mate de Gres leidingen) is naar voren gehaald (voor 2043). Dit is een belangrijke verbetering van de kwaliteit, omdat deze leidingen nu verantwoordelijk zijn voor de meeste schadebeelden bij inspecties;

  • De kwaliteit van de betonbuizen is zeer goed, als gevolg van stabiele ligging. Vervanging tussen 2043 en 2100 is maar deels noodzakelijk.

  • Meer dan 50% van de leidingen van het (vrijverval) rioolstelsel is voor de afvoer van regenwater. Deze leidingen hebben weinig last van schadelijke stoffen uit het riool. Het gevolg is dat leidingen nauwelijks aangetast worden, waardoor een behoorlijk deel van de vervangingen later plaats kan vinden.

Investeringskosten per jaar in €x1.000.000

 

Kosten per meter riool

Voor het berekenen van de kosten die bij het aanpakken van de vrij-vervalriolen horen, werken we met onderstaande kostenkengetallen. De kosten-kengetallen zijn afkomstig uit het GRP 2016 -2020, vermeerderd met de indexatie over de afgelopen 5 jaar. In de berekening voor de komende jaren is de inflatie meegerekend.

  • Kostenkengetal vervanging (V+A): € 663,- per meter riool

  • Kostenkengetal relinen: € 253,- per meter riool

Totale kosten

Bijgevoegde grafiek hieronder geeft het verloop weer van de totale kosten (uitgaven per jaar incl. exploitatie, groot onderhoud) bij de huidige werkwijze en bij de nieuwe aanpak.

 

Ontwikkeling kosten

 

Vervangen gemalen

Gemalen bestaan uit een bouwkundig deel (kelder met eventueel opbouw), een mechanisch deel (pompen, afsluiters en terugslagkleppen) en een elektrisch deel (besturing, bedrading en schakelkast). De verschillende onderdelen kennen een eigen levensduurverwachting. Er wordt onderscheid gemaakt tussen schoonwatergemalen (HWA-gemalen) en vuilwatergemalen (DWA-gemalen en drukrioleringsunits)

  • Bouwkundig: 45 jaar

  • Mechanisch, vuilwater: 12 jaar

  • Mechanisch, hemelwater: 15 jaar

  • Elektrisch: 15 jaar

De vervangingskosten gemalen en drukrioleringsunits zijn in onderstaande grafiek tot en met het jaar 2102 in beeld gebracht. De kosten voor het vervangen van de verschillende onderdelen van de gemalen zijn ingeschat op basis van ervaringscijfers van gemeente Zoetermeer.

 

 

Vervangen persleidingen

De persleidingen hebben een verwachte levensduur van 80 jaar. De vervangingsplanning volgens onderstaande grafiek. Het kostenkengetal waar mee gerekend is, is € 150 per meter. Bij een verwachte levensduur van 80 jaar is uitgegaan van vervanging vanaf jaar 2057.

 

 

Verbrede watertaken

De verbrede watertaken zijn de (extra) taken voor grondwater en regenwater waar de gemeente naast riolering ook verantwoordelijk voor is. Door het grondwatermeetnet en het regenwaterstelsel geeft de gemeente al deels invulling aan deze taken. In de nieuwe aanpak (paragraaf 2.2.2) worden rioolverbeteringen mogelijk, dit om een teveel aan regenwater op te nemen.

Verder loopt er op dit moment het proces voor een uitvoeringsagenda klimaatadaptatie (vanuit Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie-DPRA). Hieruit kunnen ook water en riolering gerelateerde voorstellen komen die niet direct om rioolverbetering gaan (denk hierbij aan groene daken, waterdoorlaatbare verharding, aanbrengen extra berging). De kosten daarvoor kunnen, omdat deze maatregelen nog niet bekend zijn, nu niet meegenomen worden in deze nota. Daarvoor zal bij een actualisatie van de nota budget gevraagd moeten worden.

 

In bijlage 1 van het bijlagenrapport zijn overigens al wel een aantal activiteiten, meest intern, opgenomen die nodig zijn om stappen te kunnen zetten naar klimaatadaptatie. De kosten van de activiteitenplanning zijn onderdeel van het exploitatiebudget.

 

4.2 De inkomsten

De gemeente heft rioolheffing en ontvangt bijdragen van de hoogheemraadschappen en bijdragen door aanleg van riolering.

 

Hieronder staat het overzicht van de inkomsten die begroot zijn in 2022.

 

Inkomsten bewoners en bedrijven € 6.394.000

Inkomsten groot verbruik € 322.000

Inkomsten bijdrage nieuwe huisaansluitingen € 113.000

Bijdragen Hoogheemraadschappen € 61.000

 

In figuur 4 zijn voor de huidige werkwijze en de nieuwe aanpak het verloop van de inkomsten weergegeven. Het uitgangspunt hierbij is 100% kostendekking. De patronen zijn een logisch gevolg van de uitgavenpatronen. Voor de huidige werkwijze komen de investeringspieken in de tweede helft van de beschouwde periode, voor de nieuwe aanpak komen deze eerder omdat vervangingen (AC-leidingen) naar voren zijn gehaald.

 

Figuur 4: Inkomstenpatronen

 

Rioolheffing

Bij het opleggen van de rioolheffing passen we een gestaffeld tarief toe. Grote lozers (aansluitingen met lozingen > 500 m3) worden aangeslagen voor de extra m3. Bij elke 100 m3 extra lozing wordt extra rioolheffing opgelegd. Tot 500 m3 afvalwater betaalt iedereen een vast bedrag en een variabel bedrag afhankelijk van de WOZ-waarde van het onroerende goed. De hoeveelheid geloosd afvalwater door een gebruiker wordt bepaald aan de hand van de hoeveelheid ingenomen drinkwater of opgepompt grondwater.

 

De rioolheffing is 100% kostendekkend. Verdere informatie hierover staat in de ‘Verordening op de heffing en invordering van de rioolheffing 2022’ van de gemeente Zoetermeer.

 

Voorziening riolering

De stand van de voorziening groot onderhoud rioleringen bedraagt op 1 januari 2022 € 25.080.178. De voorziening behoort feitelijk niet aan de inkomstenkant, maar is in dit hoofdstuk opgenomen omdat het een bron is waaruit werkzaamheden betaald worden. Dit ter vergelijk met de inkomsten uit de rioolheffing waaruit werkzaamheden en ook de dotatie aan dezelfde voorziening betaald worden. De voorziening moet steeds voldoende hoog zijn, zodat de groot onderhoudskosten daaruit kunnen worden betaald.

 

Onder een putdeksel gaat vaak meer schuil dan je denkt.

 

Bijdrage andere partijen

Het aanleggen van een nieuwe rioolaansluiting bij particulieren wordt via een factuur bij betreffende particulier in rekening gebracht.

 

We ontvangen een bijdrage van het Hoogheemraadschap van Rijnland als vergoeding voor het transporteren van hun afvalwater door onze persleidingen.

 

Uitbreiding van het areaal aan watervoorzieningen ten behoeve van nieuwbouw (zoals nieuwe riolering, gemalen maar ook de wadi’s/ bergingsvijver en natuurvriendelijke oevers die ingezet worden voor waterberging) worden bekostigd uit de exploitatie van de nieuwbouw.

 

Cofinanciering hoogheemraadschappen

Voor (water)projecten zoeken we naar mogelijkheden om de hoogheemraadschappen mee te laten betalen (cofinanciering). Een voorbeeld hiervan is de samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland bij het aanleggen van natuurvriendelijke oevers en het ‘omkeren’ van het watersysteem van Meerzicht. Dit is het project ‘Ons blauwe goud’. Hiervoor is in 2020 de overeenkomst ‘Uitvoering maatregelen- pakket Kader Richtlijn Water Zoetermeer’ getekend tussen het Hoogheemraadschap en de gemeente. Cofinanciering is kansrijk wanneer in groot onderhoud projecten van de gemeente aanvullende klimaatmaatregelen worden genomen.

 

Grondexploitatie

Riool – en watervoorzieningen in woningbouwplannen worden betaald uit de inkomsten van de grond- en woningverkoop.

 

4.3 Kostenonderbouwing uitgaven Nota Riolering

Zoetermeer maakt gebruik van de mogelijkheid uit het Besluit Begroting en Verantwoording om bedragen te doteren aan een spaarvoorziening (BBV art. 44.1.d.) en deze spaarbedragen in mindering te brengen op de vervangings- en verbeteringsinvesteringen voor de drie water-zorgplichten (zie ook BBV-notitie Riolering – nov. 2014). Deze toepassing is bekend als het Ideaal Complex, een methode die met name bij grotere gemeenten toegepast wordt.

 

Basisgegevens

In onderstaand overzicht staan de gehanteerde basisgegevens voor de financieringsberekeningen:

 

  • Startjaar

2023

  • Beschouwde periode

80 jaar

  • Prijspeil

1 januari 2022

  • Rioolheffing startjaar 2022

€ 108,95 (basistarief)

  • Aantal heffingseenheden

59.265

  • Saldo voorziening riolering op 1 januari 2022

€ 25.080.178

  • Waardeaanpassing

2,0% 1

  • Afwaarderingspercentage (inflatie)

2,0%

  • Grondslag BTW compensatie

Uitgaven

  • BTW percentage

21%

 

Voorwaarden spaarvoorziening

Voor het bepalen van de hoogte van de voorziening gelden de volgende voorwaarden:

  • De levensduurverwachtingen van de objecten zijn:

    • o

      Vrijverval riolering en persleidingen: 80 jaar

    • o

      Rioolgemalen bouwkundig: 45 jaar

    • o

      Elektromechanische installaties: 12-15 jaar

  • Voorzieningen mogen uitsluitend positieve saldi bevatten;

  • Het saldo van de voorziening blijft waardevast door een dotatie vanuit de algemene middelen.

UITGAVEN

De uitgaven van de huidige en de nieuwe aanpak bestaan uit exploitatiekosten en vervangingen. In onderstaande tabel zijn de bedragen weergegeven, zowel voor de planperiode 2023-2026 als voor de gehele beschouwde periode 2023-2102.

 

Scenario

Planperiode 2023-2026

Beschouwde periode 2023-2102

exploitatie

investeringen

Totaal

exploitatie

investeringen

Totaal

Nieuwe aanpak

€ 12.479

€ 11.553

€ 24.032

€ 249.779

€ 249.164

€ 498.942

Tabel 3: Gesommeerde uitgaven planperiode en beschouwde periode (bedragen x €1.000)

 

OVERIGE FINANCIËLE GRAFIEKEN

In bijlage 10 van het bijlagenrapport worden de saldi voorzieningen en waarde-aanpassing toegelicht.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 30 januari 2023

de griffier,

drs. R. Blokland MCM

de voorzitter,

drs. M.J. Bezuijen

Bijlage 1 Planning activiteiten

 

Actiepunt

uitleg

planning

Kosten

Introduceren Assetmanagement

Nieuw aanleg, beheer & onderhoud, verbetering: telkens in samenhang beschouwen. Onderbouwd verstandige keuzes maken. Dat is assetmanagement. We doen al veel goed, we leggen het nog niet altijd vast.

 

We huren extern expertise in om ons te ondersteunen. Vanuit de Nota Riolering is hiervoor een jaarlijks budget gereserveerd.

2023 - 2026

€ 10.000 per jaar

Communicatie naar inwoners gebruik regenwater en vuilwaterriool

Integrale planning;

Afwegen relinen of vervangen

Communicatie naar inwoners over autowassen op straat en gevolgen voor watersysteem. Inwoners informeren over gebruik toilet en schoonmaakdoekjes

Onderdeel van Assetmanagement. Afgelopen periode is ingezet op relinen uit oogpunt van kostenbesparing. Vervangen ligt echter meer voor de hand als de bestrating er toch al uitgaat, huisaansluitingen worden vervangen, er een DPRA-opgave is. Wat doen we met bestaande/brekende gresleidingen? De zorg over de kwaliteit van de asbest cementleidingen speelt ook een rol. Halen deze de levensduur van 80 jaar?

2023-2024

2023-2024

Intern

intern

Wijkgerichte aanpak;

Integrale beheeropgave in beeld

We werken volgens een wijkgerechte en buurtgerichte aanpak. Dat betekent dat we de opgaven voor het openbare gebied zo veel mogelijk per wijk of buurt beschouwen. We kijken integraal naar de vervangingsopgave. Rioolvervangingen maken hier deel van uit, maar ook wegvervanging, openbare verlichting en zo voort.

We werken de verschillende onderwerpen uit op themakaarten. Deze kaarten leggen we als lagen over elkaar heen zodat een integraal beeld van de opgave ontstaat.

2022

intern

Themakaarten voor integrale aanpak

  • 1.

    Rioolvervanging

  • 2.

    Wegrenovatie

  • 3.

    Duikers/oppervlaktewater

  • 4.

    Klimaatopgave

  • 5.

    Stadsvernieuwing/schaalsprong

  • 6.

    KRW-maatregelen Zoetermeer

  • 7.

    Vergroenen en versterken biodiversiteit

2023

intern

Controle afvoercapaciteit HWA-systeem Meerzicht

In het kader van de OAS Harnaschpolder wordt de capaciteit voor alle riolering op strengniveau berekend en gecontroleerd. We zijn vooral benieuwd naar de hydraulische capaciteit van de HWA-riolen in Meerzicht. Mogelijk is het wenselijk om de capaciteit van deze riolen te vergroten.

We kijken ook naar de aanwezige duikers.

2022

Intern

Energietransitie en riothermie

Quick scan om kansen in beeld te brengen

2023

Intern

Verkenning kansen verbeteren bovengrondse afvoer

Verkennen mogelijkheden verontreiniging vuilwaterriool

Op een aantal plaatsen kan de afstroming van water over het straatoppervlak richting het oppervlaktewater worden verbeterd. We inventariseren op welke plekken dit mogelijk is en leggen dit vast op een overzichtskaart. Deze gebruiken we als input voor de integrale wijkaanpak.

Zoetermeer heeft hoge kosten voor het reinigen van het vuilwaterriool. Door het type stelsel zonder regenwater op het vuilwatersysteem. We gaan de mogelijkheden na om de kosten voor het reinigen omlaag te brengen

2023

Intern

Voeren van klimaatgesprekken en het opstellen van een uitvoeringsagenda

Klimaat adaptieve maatregelen in beeld.

Opgaven en kansen voor klimaatadaptatie in beeld brengen. Deze bespreken in klimaatgesprekken (risicodialoog), en de uitkomsten opnemen in de uitvoeringsagenda. In de OAS Harnaschpolder worden ook zwaardere buien doorgerekend. We gaan na waar we maatregelen moeten nemen om het stedelijke gebied klimaatbestendig te maken. We kijken eveneens naar kansen die ontstaan door reeds geplande werken in de openbare ruimte.

We nemen een extern bureau in de arm om ons te ondersteunen bij de procesbegeleiding en de vertaling van de bevindingen in aanbevelingen en actieplan/uitvoeringsagenda.

2022 - 2023, 6-jaarlijks

Deels intern, extern € 25.000

Analyse grondwatermetingen

Zoetermeer heeft een grondwatermeetnet. Jaarlijks metingen bekijken en nagaan of grondwaterstand voldoet aan richtlijnen (Zorgplicht-toets)

Jaarlijks

Intern

Actualiseren stresstest

Thema’s:

Waterveiligheid

Wateroverlast

Droogte

Hitte

Extern inhuur

2025

€ 30.000

Opstellen aansluitverordening

Hemelwaterverordening of door middel van regels in het Omgevingsplan Zoetermeer

Afwegen of dit een aparte verordening wordt, of onderdeel wordt van het Omgevingsplan. Onderzoeken welke eisen we willen stellen ook vanuit het convenant Klimaatadaptief bouwen.

Extern inhuren bij bureau dat juridisch onderlegd is

2023

Intern/extern € 10.000

Watergebiedsplan Zoetermeerse Plas

In de Samenwerkingsovereenkomst “Uitvoering maatregelpakket KRW Zoetermeer” (die op dit moment in voorbereiding is) staan de verbeteringsmaatregelen voor de waterkwaliteit en ecologie van de Zoetermeerse Plas, de waterberging en doorstroming in de Nieuwe Driemanspolder en de biodiversiteit en ecologie in Zoetermeer.

intern

 

Meerjarenplanning 2023 t/m 2026

 

Meerjarenplanning vrij-vervalriolen

 

Meerjarenplanning persleidingen

Voor de periode 2023 t/m 2026 staan er geen vervangingen van persleidingen gepland

 

Meerjarenplanning gemalen en drukrioleringsunits

JAAR

GEBIED

NAAM GEMAAL

SOORT GEMAAL

MECHANISCH

ELECTRISCH

EXTRA

BOUWKUNDIG

2023

HOOFDWEGEN

CANADALAAN

RIOOLGEMAAL

X

WESTERPARK

HEUVELWEG/ HEEMTUIN VW

DRUKRIOOLGEM.

X

NOORD AA

LANGE LAND VERENIGINGEN

DRUKRIOOLGEM.

X

X

X

DORP

DORPSTRAAT 184

DRUKRIOOLGEM.

X

X

X

DORP

DORPSTRAAT 194

DRUKRIOOLGEM.

X

X

X

PALENSTEIN

VAN DER HAGENSTRAAT

TUSSENGEMAAL

X

NOORDHOVE

RUIMTEBAAN/ VEULENW.GEM #

TUSSENGEMAAL

X

ROKKEVEEN-O

SCHEGLAAN/ DEKKER

DRUKRIOOLGEM.

X

X

2024

HOOFDWEGEN

AUSTRALIEW/VAARTDR. FT.

TUNNELGEMAAL

X

170 gsm

DRUKRIOOLGEM.

X

X

LANSINGHAGE

GOUDSTRAAT

TUSSENGEMAAL

X

DORP

PILATUSDAM

DRUKRIOOLGEM.

X

X

X

PALENSTEIN

VAN DER HAGENSTRAAT

TUSSENGEMAAL

X

X

NOORDHOVE

DIJKMANSSCHANS

TUSSENGEMAAL

X

NOORDHOVE

MERKENSCHANS

TUSSENGEMAAL

X

NOORDHOVE

RUSESCHANS

TUSSENGEMAAL

X

NOORDHOVE

KEYZERPLAN

DRUKRIOOLGEM.

X

ROKKEVEEN-O

SPECTRUMSINGEL ONDERK.GR

DRUKRIOOLGEM.

X

X

X

ROKKEVEEN-W

HOUTSINGEL FT.

TUNNELGEMAAL

X

X

X

ROKKEVEEN-W

PLEIN VER.NATIES FONT.BOV.

FONTEINPOMP

X

OOSTERHEEM

Maasdamstraat TO 2a

TUSSENGEMAAL

X

X

X

OOSTERHEEM

Hofwegenstraat TO 19

TUSSENGEMAAL

X

X

OOSTERHEEM

Aleta Jacobslaan

TUNNELGEMAAL

X

X

X

2025

HOOFDWEGEN

AMERIKAWEG LOCOMOTION

DRUKRIOOLGEM.

X

HOOFDWEGEN

2E STATIONSSTRAAT/RW12 FT.

TUNNELGEMAAL

X

ROKKEHAGE

INDUSTRIEWEG/ VERB.GESCH.

DRUKRIOOLGEM.

X

WESTERPARK

HEUVELWEG/ SPEELTUIN

WATERBEH.P.

X

X

X

PALENSTEIN

RAKKERSVELD

TUSSENGEMAAL

X

X

SEGHWAERT

SALAMANDERSLOOT #

RIOOLGEMAAL

X

X

SEGHWAERT

WEIGEILIAPRK/ VISSENDR

FONTEINPOMP

X

X

X

X

ROKKEVEEN-O

GEELGROENLAAN/ LAKPAD #

TUSSENGEMAAL

X

ROKKEVEEN-W

3E STATIONSS 373 /DROPPERT

DRUKRIOOLGEM.

X

X

X

OOSTERHEEM

PUTTERSHOEKSTRAAT P1 #

TUSSENGEMAAL

X

OOSTERHEEM

Olaf Plamelaan (BRANDWEER)

DRUKRIOOLGEM.

X

X

X

OOSTERHEEM

SPORTACOM. DSO

DRUKRIOOLGEM.

X

X

2026

HOOFDWEGEN

CANADALAAN

RIOOLGEMAAL

X

230a

DRUKRIOOLGEM.

X

X

ROKKEHAGE

INDUSTRIEWEG/ VERB.GESCH.

DRUKRIOOLGEM.

X

X

WESTERPARK

HEUVELWEG PARKEERLUS

DRUKRIOOLGEM.

X

WESTERPARK

HEUVELWEG/ BOWLING

DRUKRIOOLGEM.

X

WESTERPARK

HEUVELWEG/ HEEMTUIN SW

WATERBEH.P.

X

NOORDWEST

BUYTENPARKLN/ PUINST. #

DRUKRIOOLGEM.

X

NOORDWEST

HOFLAAN, BEGRAAFPL. VW

DRUKRIOOLGEM.

X

X

X

NOORD AA

AZIEWG/ RESTAURANT AA-ZICHT

DRUKRIOOLGEM.

X

NOORD AA

LANGE LAND nr 20

DRUKRIOOLGEM.

X

X

X

PALENSTEIN

PALTELAAN 3

DRUKRIOOLGEM.

X

X

X

STADSCENTRUM

IERLANDLAAN

DRUKRIOOLGEM.

X

DE LEYENS

BROEKWEGKADE/HEKBK. #

TUSSENGEMAAL

X

MEERZICHT

SCHANSBOS

WATERBEH.POMP

X

X

X

NOORDHOVE

TON ALBERTSPLAN/AZIEWEG

DRUKRIOOLGEM.

X

NOORDHOVE

BOLSTRASCHANS

DRUKRIOOLGEM.

X

ROKKEVEEN-W

REGINAGANG #

TUSSENGEMAAL

X

ROKKEVEEN-W

KURKHOUT 100

DRUKRIOOLGEM.

X

X

X

OOSTERHEEM

Moezelstroom P2 #

TUSSENGEMAAL

X

OOSTERHEEM

Capri P4 #

TUSSENGEMAAL

X

 

 

Bijlage 2 Wetgeving en beleidsplannen

 

De gemeente Zoetermeer onderschrijft de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelstellingen ‘Global Goals’. In 2017 is daarvoor de motie 1706-42 aangenomen. Document Zoetermeer - Bijlage 2 - Aangenomen motie 1706-42 op 26 juni 2017 - iBabs RIS (bestuurlijkeinformatie.nl) 

Deze nota draagt bij aan drie van de zeventien doelen. De drie doelen zijn: ‘schoon water en sanitair’, ‘klimaatactie’ en ‘leven in het water’. In deze bijlage wordt de belangrijke wetgeving genoemd die bijdraagt aan deze doelen. Wetten vanuit het Rijk en de regionale en lokale beleidsstukken komen aan bod.

 

Relevante wetgeving

Wet Milieubeheer

Op grond van de Wet Milieubeheer artikel 10.33 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt van de in de gemeente gelegen percelen. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater kent in vergelijking met de andere zorgplichten weinig vrijheid: inzamelen, transporteren met een openbaar vuilwaterriool en zuiveren (door het Hoogheemraadschap) is verplicht.

 

Europese Kaderrichtlijn Water

De Kaderrichtlijn Water (KRW) is erop gericht de kwaliteit van watersystemen te verbeteren, onder meer door lozingen aan te pakken. Verder is het de bedoeling het duurzaam gebruik van water te bevorderen en de verontreiniging van grondwater aanzienlijk te verminderen. Naast een verbetering van de waterkwaliteit is het streven ook de Europese waterwetgeving te harmoniseren, uiterlijk in 2015.

De KRW stelt voor alle wateren een hoge ecologische en kwaliteitsdoelstelling. Met name voor wateren met verhoogde natuurdoelstellingen kan verwacht worden dat nog grote inspanningen geleverd moeten worden.

 

Waterwet

Volgens artikel 3.5 van de Waterwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. Deze verantwoordelijkheid geldt alleen als degene (particulieren en bedrijven) die zich wil ontdoen van hemelwater niet de mogelijkheid heeft om het hemelwater zelf in de bodem of op het oppervlaktewater te lozen.

Volgens artikel 3.6 zijn gemeenten verantwoordelijk voor een doelmatige aanpak van structurele grondwateroverlast die het onmogelijk maakt om een perceel te gebruiken op de manier zoals het is bedoeld. Deze verantwoordelijkheid geldt alleen zolang:

  • Degenen die de grondwateroverlast ervaart niet (redelijkerwijs) zelf de mogelijkheid heeft om de grondwateroverlast te verminderen of te voorkomen;

  • Geen enkele partij ‘veroorzaker’ is van de overlast (zo kunnen bouwwerkzaamheden leiden tot grondwateroverlast);

  • Het geen taak is van een andere overheid om op te treden (zo kunnen hoge standen van het oppervlaktewater leiden tot grondwateroverlast, terwijl de hoogheemraadschappen zijn verantwoordelijk voor het waterbeheer).

Acht bestaande wetten (o.a. Wet op de Waterhuishouding en Grondwaterwet) voor het waterbeheer in Nederland zijn vervangen door één Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. De wet zal gericht zijn op het bereiken van doelstellingen van watersystemen (stroomgebieden), met een heldere verdeling van verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken overheden. Tevens is de wet gericht op een adequaat instrumentarium voor de uitvoering van het waterbeleid. Dit betreft dan met name een vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. In het kader van de Waterwet zijn zowel de overstortvergunningen als de aansluitvergunningen verdwenen.

Door de Waterwet zullen Hoogheemraadschappen, gemeenten en provincies beter in staat zijn wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van de functie worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water.

 

Bouwbesluit

Vanuit het bouwbesluit zijn eigenaren van woningen en bedrijfspanden zelf verantwoordelijk dat hun eigendom zowel aan de bovenkant als aan de onderkant waterdicht is.

 

Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA)

In 2017 is het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie door het Rijk gelanceerd. In het DPRA staat het gezamenlijk doel centraal:

 

In 2050 is het bebouwde gebied in Nederland, inclusief vitale en kwetsbare objecten, zo goed mogelijk waterrobuust en klimaatbestendig ingericht”.

Hierbij wordt gewerkt aan maatregelen om de kwetsbaarheid van de stad te verlagen voor drie opgaven: te nat (overstroming en wateroverlast), te droog (watertekort) en te warm (hittestress). Om dit te bereiken is in het DPRA afgesproken dat we vanaf 2020 water robuust en klimaatbestendig handelen. De praktische vertaling is dat klimaatbestendig bouwen een plaats krijgt in beleids- en werkprocessen. Zoetermeer heeft een stresstest gedaan, heeft klimaatgesprekken gevoerd en is bezig met het maken van een pakket aan maatregelen (uitvoeringsagenda). Dit proces loopt in de tweede helft van 2022 met een uitloop naar 2023. Het college en de raad worden hierin betrokken.

 

Lokaal en regionaal beleid

Visie Zoetermeer 2040/ strategische agenda

De Visie Zoetermeer 2040is in 2022 vastgesteld en beschrijft de visie voor de lange termijn voor de stad. Centraal staat de opgave om tot een betere maatschappelijke balans en een opwaartse beweging in de samenleving te komen.

Bij de omgevingsvisie hoort de strategische agenda. Inmiddels is de eerste strategische agenda een feit. De strategische agenda verbindt de lange termijnvisie met de uitvoering. In de agenda staan de programma’s opgenomen waaraan de komende jaren wordt gewerkt. Met deze programma’s wordt de visie tot uitvoering gebracht. Zoals in de inleiding beschreven gaat de Nota Riolering deel uitmaken van een nog te ontwikkelen programma voor de leefomgeving.

 

Coalitieakkoord 2022-2026 ‘Samen doen wat nodig is’

In het coalitieakkoord is ruime aandacht voor een aantrekkelijke en leefbare woonomgeving. Hier wordt de komende tijd extra in geïnvesteerd. Er is aandacht voor duurzaamheid en biodiversiteit, waarbij rekening wordt gehouden met het veranderende klimaat. De Nota Riolering draagt met de beschreven maatregelen in bijlage 1 (activiteiten) bij aan deze uitgangspunten.

 

Convenant klimaat adaptief bouwen

Deze afspraak is in 2018 tot stand gekomen en ondertekend door gemeenten, provincie, waterschappen en bedrijven in de provincie Zuid-Holland. De provincie is penvoerder van dit convenant. Het richt zich op nieuwbouw en beschrijft wat nodig is om klimaatbestendig te bouwen. Het streven is naar: minder wateroverlast; meer biodiversiteit; minder hittestress; minder nadelige gevolgen door langdurige droogte; minder bodemdaling en minder nadelige gevolgen ervan.

Het convenant geeft richting aan nieuwbouwprojecten om op de (klimaat veranderende) toekomst voorbereid te zijn.

 

Samenwerkingsovereenkomst uitvoering maatregelenpakket Kaderrichtlijn Water (KRW) ‘Ons Blauwe Goud’

Deze samenwerkingsovereenkomst is door de gemeente afgesloten met het Hoogheemraadschap van Rijnland en komt uit de Strategische Samenwerkingsovereenkomst. Het doel van de samenwerking is om te komen tot:

  • Verbetering van de waterkwaliteit en ecologie van de Zoetermeerse plas;

  • Meer waterberging maken en doorstroom verbeteren door de aanleg van de Nieuwe Driemanspolder (zie paragraaf 5.3 voor verdere toelichting);

  • Verbeteren van de biodiversiteit en ecologie van Zoetermeer.

In de overeenkomst staan tastbare activiteiten (o.a. natuurvriendelijke oevers) benoemd waar samen aan gewerkt wordt.

 

Netwerk Afvalwaterketen Delfland (NAD)

In het Netwerk Waterketen Delfland (NAD) werken 12 gemeenten, 2 drinkwaterbedrijven en het hoogheemraadschap van Delfland samen aan een betrouwbare, betaalbare, toekomstbestendige en duurzame waterketen. In 2020 is een bestuurlijke overeenkomst ondertekend Bestuurlijke Overeenkomst NAD 2021 - 2027 - Netwerk Afvalwaterketen Delfland

De samenwerking is gericht op het behalen van de doelen die zijn gesteld in het Bestuursakkoord Water: besparen op kosten, verhogen van de kwaliteit en verminderen van de kwetsbaarheid. Netwerk Afvalwaterketen Delfland. Via de bijgevoegde links is uitvoerig informatie te vinden over de samenwerking. Link: Netwerk Afvalwaterketen Delfland

 

Wie is waar verantwoordelijk voor?

Hieronder staan de partijen genoemd die een rol hebben bij de riolering- en watertaken.

  • Gemeente – zorg voor een goed functionerend rioolstelsel. De gemeente biedt binnen de bebouwde kom altijd een aansluitmogelijkheid op het riool, buiten de bebouwde kom gebeurt dit op zoveel mogelijk plekken. De gemeente zorgt ervoor dat hemelwater en grondwater op en onder openbaar terrein goed wordt verwerkt. Als inwoners niet de mogelijkheid hebben om zelf hemelwater- en grondwateroverlast te voorkomen, probeert de gemeente een redelijke en passende oplossing te vinden. Bewoners blijven voor water op het eigen perceel wel altijd zelf verantwoordelijk, ook voor de kosten;

  • Eigenaren - zorgen voor het opvangen, verwerken en indien nodig afvoeren van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater op eigen perceel. Eigenaren zorgen ervoor dat hun gebouw waterdicht is (zowel dak als vloer), verwerken hemelwater als het kan op eigen terrein en nemen maatregelen om grondwateroverlast te voorkomen;

  • Waterschappen - zorgen voor een goed functionerende oppervlaktewaterstelsel en het zuiveren van afvalwater. De hoogheemraadschappen van Rijnland, en Schieland en de Krimpenerwaard beheren allebei een deel van de oppervlaktewateren binnen de gemeente Zoetermeer. Al het afvalwater van de gemeente Zoetermeer wordt gezuiverd in de RWZI Harnaschpolder en de RWZI Houtrust van het Hoogheemraadschap van Delfland.

    Voor grondwater zijn de waterschappen verantwoordelijk voor kleine onttrekkingen, tijdelijke bronbemalingen en grondwatersanering;

  • Provincie Zuid-Holland - betrokken bij de ruimtelijke ordening en verleent vergunningen voor grote grondwateronttrekkingen.

Overzicht lokale en regionale beleidstukken

 

Beleidsstuk

Toelichting

Documenten

Vastgesteld

Geldigheid

Collegebeleid 2022-2026

Coalitieakkoord ‘Samen doen wat nodig is’

Coalitieakkoord gemeente Zoetermeer 2022-2026 

2022

2026

Beheervisie 2016-2020 Samen werken aan de stad

In de 'Beheervisie openbare ruimte 2016-2020, Samen werken aan de Stad' is beschreven welke thema's belangrijk zijn bij het beheer van de openbare ruimte van Zoetermeer.

Beheervisie Openbare Ruimte Zoetermeer 2016-2020, Samen werken aan de stad

2016

2020

Riolering en water: Zoetermeer klimaatrobuust

Gemeente Zoetermeer heeft 50 jaar geleden een zeer robuust rioolstelsel laten aanleggen, waardoor in de huidige tijd nog steeds geen wateroverlast optreedt bij hevige buien. We kunnen en mogen ons niet rijk rekenen. In het laatste gemeentelijk rioleringsplan is de onderzoeksopdracht opgenomen om knelpunten in het riool- en oppervlaktewatersysteem inzichtelijk te maken.

Gemeentelijk Rioleringsplan Zoetermeer 2016-2020

2016

2020

=> Nota Riolering 2023

SOK Ons Blauwe Goud

Samenwerkingsovereenkomst uitvoering maatregelpakket KRW Zoetermeer samen met HHS van Rijnland

Ons Blauwe Goud - Ons Blauwe Goud

2021

2026

Convenant Klimaatadaptief bouwen in Zuid-Holland

Afspraken met gemeenten en bedrijven / aannemers om klimaatmaatregelen op te nemen in bouwplannen.

Klimaatadaptief bouwen - Provincie Zuid-Holland

2020

Duurzaam inkopen

Nota duurzaam inkopen

Nota duurzaam inkopen

Duurzaam en groen

Programma Duurzaam en Groen Zoetermeer

Raadsvoorste programma duurzaam en groen Zoetermeer 

Waterplan

Waterplan Zoetermeer

Waterplan zoetermeer 

2002

 

 

Bijlage 3 Regels voor de fysieke leefomgeving

 

In onderstaande figuur is schematisch weergegeven waar u de uitgangspunten, de voorschriften en de acties kunt vinden

 

Afvalwater

Hemelwater en oppervlaktewater

Grondwater

Bestaand gebied (par 3.4): Uitgangspunten voor de toetsing

Paragraaf 3.4.1

Paragraaf 3.4.2

Paragraaf 3.4.3

Toetsing huidige situatie

Acties

Nieuw gebied (par 3.5): Voorschriften voor het

ontwerp

Paragraaf 3.5.1

Paragraaf 3.5.2

Paragraaf 3.5.3

Voorschriften

zie paragraaf 3.5.1 t/m 3.5.3

 

3.4 Bestaand gebied

Definitie

Onder bestaand gebied (peildatum: 01 juli 2020) verstaan wij alle stedelijk gebied en woningen in het buitengebied inclusief de voorzieningen voor afvalwater, hemelwater, oppervlaktewater en grondwater die in het gebied aanwezig zijn die in eigendom, onderhoud en/of beheer zijn bij de gemeente. Ontwikkelingen na 1 juli 2020 zijn nog niet getoetst.

 

Onderwerp

Regels voor de fysieke leefomgeving

Toetsing huidige situatie

Acties

Reguliere beheertaken

De reguliere beheertaken richten zich op het in orde houden van de gemeentelijke water-voorzieningen. De beheertaken zijn nodig om blijvend aan de waterzorgplichten te voldoen. Onder het reguliere beheer valt een scala aan werkzaamheden. Onder andere het bijhouden van de beheergegevens. Reiniging, inspectie, reparatie en vervangingen­­­­ zijn nodig om de aanwezige voorzieningen in een goede staat te houden. Ook letten we er op of onze voorzieningen nog aan de richtlijnen voldoen en maken we beleidsplannen en plannen we de onderhoudswerken om onze taken effectief en efficiënt uit te voeren. Ook lopen de werkzaamheden omtrent vergunningen, rioolaansluitingen en klachtenafhandeling continu door.

 

In bijlage 3 zijn de reguliere beheertaken die bij de waterzorgplichten horen uitgebreid beschreven.

In orde

De reguliere beheertaken worden gestructureerd en planmatig uitgevoerd. We plegen voldoende onderhoud om het functioneren van de voorzieningen te waarborgen.

 

Het bijhouden van onze beheergegevens willen we graag op details verbeteren:

  • Bij gerelinede leidingen: jaartallen van relining opnemen in plaats van oorspronkelijk aanlegjaar;

Actie

  • Beheerbestand doorlopen en jaartallen aanpassen;

Stelsel-typen

Voor de inzameling en het transport van afvalwater en hemelwater liggen in de gemeente verschillende typen stelsels.

 

Gemengd stelsel

In enkele straten in Zoetermeer ligt een gemengd rioolstelsel. In het gemengde stelsel wordt het (huishoudelijke) afvalwater samen met het hemelwater in één stelsel onder vrijverval (gravitair) afgevoerd naar het overdrachtspunt van de zuiveringsbeheerder. Als het niet regent, bevat het rioolstelsel alleen afvalwater. Als het regent, dan stroomt het regenwater ook in het gemengde riool via regenpijpen en straatkolken.

 

Het hemelwater, dat in principe schoon is als het op de daken en de wegen (het verharde oppervlak) valt, raakt verontreinigd doordat het zich in het riool mengt met afvalwater.

 

Het gemende stelsel is een erfenis uit het verleden, toen het rioolwater nog ongezuiverd in het oppervlaktewater werd geloosd. Uit oogpunt van de bescherming van het milieu moet het afvalwater, samen met het hemelwater uit het gemengde riool, tegenwoordig naar de afvalwaterzuivering worden getransporteerd en worden gezuiverd. Het feit dat het regenwater vermengd raakt met afvalwater maakt dat er meer water moet worden gezuiverd dan noodzakelijk is. Het principe van het gemengde rioolstelsel is daarom vanuit het oogpunt van duurzaamheid en efficiëntie niet wenselijk.

Als het hard regent, raakt het gemengde rioolstelsel overvol en ontsnapt het rioolwater via de riooloverstorten naar het oppervlaktewater. Dit is vanuit milieuoogpunt niet wenselijk.

Gemengde stelsels worden dan ook niet meer aangelegd in onze gemeente. Als het gemengde riool wordt vervangen, dan wordt na het verwijderen van het versleten gemengde riool bij voorkeur een gescheiden rioolstelsel teruggelegd. Soms is het verkleinen van het vuilwaterriool nog niet mogelijk omdat er nog gemengde riolering achter zit.

 

Verschillende kleuren

Als we de riolering scheiden passen we verschillende kleuren toe om in de toekomst geen foutaansluitingen te krijgen.

GROEN = REGENWATER

BRUIN = AFVALWATER

In orde

Gemengde rioolstelsels worden in Zoetermeer al heel lang niet meer aangelegd. Inmiddels ligt in het overgrote deel van de stad een gescheiden rioolstelsel, zodat het hemelwater gescheiden van het afvalwater wordt ingezameld. Naar totale lengte riool berekend, is de verdeling als volgt:

0,1% gemengd riool

53% hemelwaterriool

47% vuilwaterriool

Het gemengde rioolstelsel dat nog over is, wordt langzamerhand omgebouwd tot- of vervangen door- een gescheiden stelsel. We koppelen af wanneer de kans zich voordoet.

 

De overstortfrequentie van het gemengde stelsel bedraagt 0 à 1 keer per jaar

Actie

Afkoppelen wanneer de kans zich voordoet

Gescheiden rioolstelsel

Het overgrote deel van de riolen in Zoetermeer is van het gescheiden stelseltype. In een gescheiden rioolstelsel wordt het afvalwater apart van het hemelwater ingezameld. Het gescheiden rioolstelsel kenmerkt zich door een ondergronds buizenstelsel dat feitelijk uit twee systemen bestaat: één voor de afvoer van afvalwater en één voor de afvoer van hemelwater.

 

Het afvalwaterstelsel, of DWA-stelsel (droog-weer-afvoer stelsel) ligt onder de grond en heeft buizen met kleine diameters. De afvalwaterhoeveelheid is in de regel beperkt en redelijk constant.

 

Het hemelwater kan zowel bovengronds via een systeem van goten en greppels als ondergronds via een buizenstelsel naar een bergingsvoorziening of het oppervlaktewater worden geleid.

 

Het bovengrondse systeem kent nauwelijks capaciteitsbeperkingen. Als de goten en greppels vol raken, stromen zij over en daardoor wordt het afvoerende oppervlak automatisch vergroot, zonder dat dit direct tot overlast hoeft te leiden.

 

Het ondergrondse systeem is beperkt in capaciteit. Bij extreme regenval raakt het riool overvol en loopt het regenwater op de laagst gelegen delen uit de leidingen op de straat. Als de openbare ruimte goed is ingericht dan leidt water-op-straat zelden of nooit tot wateroverlast.

In orde

Het gescheiden rioolsysteem voert het huishoudelijke afvalwater adequaat af. De gescheiden rioolstelsels zijn aangelegd volgens de geldende richtlijnen (zie paragraaf 2.4.2 over het hydraulisch en milieutechnisch functioneren) en de bovengrondse inrichting is zodanig dat er water op straat kan worden geborgen zonder dat dit tot overlast leidt (zie paragraaf 3.4.2. Extreme Situaties).

 

De capaciteit van de HWA-riolen liet op een aantal plaatsen te wensen over. Dit gold met name voor het HWA-riool in de wijk Meerzicht. In de afgelopen jaren zijn PVC-riolen in Meerzicht en betonriolen in de Valenberg vergroot om de afvoercapaciteit te vergroten.

 

Als de capaciteit van het HWA te klein is, ontstaat er eerder water-op-straat dan we zouden willen. Gelukkig leidt dit niet direct tot overlast. Het vergroten van de capaciteit is dan ook niet urgent.

Actie

  • Meerzicht: Interpretatie uitkomsten van OAS Harnaschpolder om te zien of de vergroting van het HWA in en om Meerzicht het gewenste effect heeft gehad. Indien nodig daarna bij rioolvervanging of herbestrating de capaciteit van het HWA-riool vergroten;

Verbeterd gescheiden stelsel

In sommige gebieden is de kans groot dat de verharding vervuild kan raken. Dit is bijvoorbeeld het geval op sommige bedrijventerreinen. Voor de zekerheid wordt het eerste deel van het regenwater naar de zuivering gepompt. Het overige regenwater gaat niet meer naar de zuivering maar wordt opgevangen in een berging of afgevoerd naar het open water. Hierdoor wordt enerzijds voorkomen dat het oppervlaktewater vervuild raakt en anderzijds dat er veel regenwater onnodig naar de zuivering verpompt wordt.

 

In Zoetermeer ligt ongeveer 5 km verbeterd gescheiden riolering

in orde

In de Industrieweg ligt een verbeterd gescheiden stelsel. De first flush wordt door een rioolgemaal weggepompt. In Oosterheem en op het Maximaplein ligt een HWA-stelsel met filtervoorziening/afscheider. Het regenwater loopt onder vrijverval door de filtervoorzieningen. De filters worden elk half jaar gereinigd.

geen actie

Drukriolering

In extensief bebouwde gebieden (rurale gebieden) is het aanleggen van een vrijvervalriool voor de inzameling en het transport van afvalwater vaak onevenredig duur of door de grote afstanden niet mogelijk. Daar is gekozen voor de aanleg van een rioolsysteem waarmee het afvalwater geforceerd wordt getransporteerd doormiddel van persdruk (drukriolering).

 

In Zoetermeer zijn ongeveer 180 woningen aangesloten op drukriolering.

 

Aansluiten van hemelwater op de drukriolering leidt tot problemen in het functioneren. In extensief bebouwde gebieden wordt de berging en de afvoer van hemelwater op de percelen of naastgelegen oppervlakte water zelf opgelost.

Niet in orde

De drukrioolstelsels kunnen op verschillende plekken worden verbeterd.

Bij een aantal percelen is er regenwater op het drukriool aangesloten.

Op een aantal locaties is er aantasting door H2S op de plek waar de persleiding van het drukrioolstelsel uitkomt in het vrijvervalriool of in een put. Hier zijn voorzieningen getroffen, dit is een aandachtspunt voor inspectie

actie

  • Hemelwater wordt zoveel als mogelijk van de drukriolering gehaald, waarbij we bij bedrijfsmatige lozingen de beleidsregels lozingen buitengebied hanteren 

  • De komende jaren wordt per lozingslocatie onderzoek gedaan naar de beste oplossing voor de aantastingsproblemen

  • Inspectie van aangebrachte voorzieningen in lozingspunten van het drukrioolstelstel

 

IBA

Een andere methode om rioolwater te zuiveren zijn IBA’s (voorzieningen voor de Individuele Behandeling van Afvalwater). De gemeenteraad heeft in het verleden gekozen om al de percelen in het buitengebied in de gemeente aan te sluiten op de drukriolering. Destijds is toegestaan dat diegene die al en IBA of helofytenfilter hadden deze mogen behouden tot het einde van de afschrijvingstermijn.

In orde

99,9 % van alle percelen aangesloten op de riolering

0,1 % is niet aangesloten, de percelen:

  • hebben een IBA of helofytenfilter

  • zijn onbewoond

  • hebben uitstel i.v.m. andere redenen

geen actie

 

3.4.1 Afvalwater

Onderwerp

Regels voor de fysieke leefomgeving

Toetsing huidige situatie

Benodigde actie / aanpassingen / maatregelen

Functioneren systeem

De uitgangspunten voor het functioneren van het afvalwatersysteem zijn:

Inzameling van afvalwater:

tenzij een IBA is toegestaan. Er dienen geen overtredingen te zijn van de lozingsvoorschriften conform de Wet milieubeheer (Wm).

a) in orde

99,9 % van percelen aangesloten op de riolering

0,1 % is niet aangesloten: 

  • 1 pand aan de Bleiswijkseweg (IBA klasse 1, Septictank)

  • 1 pand aan de Nieuwe Hoefweg (IBA klasse 1, Septictank)

  • 1 pand aan de Eerste Stationsstraat (IBA klasse 3A)

  • 2 panden aan de Middelweg (IBA klasse 3A)

  • a)

    geen actie

 

Transport van afvalwater:

De DWA-stroom wordt bij voorkeur onder vrijverval afgevoerd naar het overdrachtspunt van de zuiveringsbeheerder (het hoofdrioolgemaal of het inlaatwerk van de rioolwaterzuivering). Eventueel worden tussengemalen toegepast om het afvalwater op te voeren. In extensief bebouwde gebieden wordt het afvalwater getransporteerd door een netwerk van persleidingen en pompunits (drukriolering).

Bij uitval van een gemaal is de vultijd van de riolering in DWA omstandigheden minimaal 1 etmaal. Dit geeft tijd om reparatie van het gemaal uit te voeren.

 

De DWA-gemalen worden uitgevoerd met een dubbele pompopstelling. De pompen zijn elkaars reserve. Dit geldt niet voor drukrioleringsunits. Deze hebben één pomp.

De inslagpeilen van de gemalen moeten onder het bodemniveau van het laagst inkomende riool liggen. Dit geldt alleen voor rioolgemalen in het gemengde rioolstelsel en in DWA-stelsels.

De ledigingstijd van het compleet gevulde stelsel mag maximaal 12 uur bedragen.

 

De vultijd van DWA-riolen moet minimaal 24 uur bedragen.

b) in orde

Meer dan 99 % van de percelen is op vrijverval riool aangesloten.

Ongeveer een half procent van de percelen is op drukriolering aangesloten.

c) in orde

We houden de pompstoringen in de gaten. Als er veel storingen zijn, dan gaan we na hoe we deze structureel kunnen verminderen.

d) in orde

 

e) in orde

 

f) in orde

 

g) in orde

We hebben hoogwatersignalering vlak voor hoofdrioolgemaal Meerzicht. Als deze hoogwater signaleert, dan schakelen alle achterliggende/aanvoerende gemalen automatisch uit. We maken daardoor optimaal gebruik van de beschikbare berging in de DWA-riolen.

b) geen actie

 

c) geen actie

 

d) geen actie

 

e) geen actie

 

f) geen actie

 

g) actie: koppelen van gemaal Benthuizen op het uitschakelsysteem. 

Toestand systeem

De uitgangspunten voor de kwaliteitstoestand van het afvalwatersysteem zijn:

ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid (bij gemengd en DWA), stabiliteit of afstroming mogen niet voorkomen. De riolen waar deze tóch voorkomen, dienen nader bestudeerd te worden om zo de aard, noodzaak en urgentie van herstelmaatregelen te bepalen. Aan de hand hiervan wordt reparatie, renovatie of vervanging uitgevoerd.

In orde

Inspectie van riolen en beoordeling van de fysieke toestand gebeurt planmatig. Leidingen waarin ingrijpmaatstaven voorkomen worden altijd nader beoordeeld. De algemene kwaliteitstoestand van de rioolleidingen wordt volgens de tabel in bijlage 3 beoordeeld op basis van de inspectiegegevens. De verklaring van de lettercoderingen is te vinden in de NEN 3399 en de NEN 3398.

 

Opleverinspecties worden beoordeeld volgens de standaard RAW-bepalingen van het kennisplatform CROW.

Geen actie 

Vanaf 2020 geldt de Europese EN 13508-2+A1:2011.

 

3.4.2 Hemelwater en oppervlaktewater

 

Onderwerp

Regels voor de fysieke leefomgeving

Toetsing huidige situatie

Benodigde actie / aanpassingen / maatregelen

Functioneren systeem

De uitgangspunten voor het functioneren van de hemelwaterriolering en het oppervlaktewatersysteem voor de verwerking van het hemelwater zijn verdeeld in:

Hydraulisch functioneren voldoet de afvoercapaciteit?

Milieutechnisch functioneren belast het rioolsysteem het milieu niet overmatig?

Hydraulisch functioneren

De perceeleigenaar is in principe zelf verantwoordelijk voor de berging en de afvoer van het hemelwater dat op het perceel valt. Alleen wanneer van de perceeleigenaar redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de berging en de afvoer op het perceel zelf worden opgelost, of wanneer er bij de realisatie van de woonwijk anders is gekozen dan mag het hemelwater direct via het oppervlaktewatersysteem worden afgevoerd of via het gemeentelijke systeem (gemengd riool of hemelwaterriool).

 

Al het hemelwater wordt bij voorkeur gescheiden ingezameld, bij nieuwbouw en grootschalige verbouw is dit een verplichting;

 

De gemengde riolering en de regenwaterriolering moet de neerslag van een regenbui die ééns in de 2 jaar voorkomt kunnen afvoeren zonder dat er water-op-straat wordt berekend. De rioolstelsels in Zoetermeer zijn ontworpen door te rekenen met 60 l/s/ha over het bruto oppervlak van het rioolgebied. Om de afvoercapaciteit van bestaande stelsels te toetsen, hanteren we bui08 en het werkelijk aangesloten verharde oppervlak.

 

Het oppervlaktewaterpeil moet bij bui 08 bij voorkeur onder het niveau van de drempel in de overstortputten van de gemengde rioolstelsels blijven.

a) in orde

In alle nieuwbouwplannen wordt gescheiden riolering gerealiseerd. Bestaande gemengde riolen worden systematisch omgebouwd naar gescheiden stelsel.

 

b) in orde

De capaciteit van de HWA-riolen en van het gemengde riool voldoet aan bui08. Bij een zwaardere bui is de verwachting dat in het HWA-riool in de wijk Meerzicht als eerste overlast gaat optreden. Hierdoor ontstaat er water-op-straat. Gelukkig leidt dit niet direct tot overlast. Het vergroten van de capaciteit is dan ook niet urgent.

 

c) onvoldoende bekend

a) geen actie

 

b) geen actie

 

c) actie

Met de Hoogheemraadschappen deze toetsing uitvoeren en waar nodig maatregelen treffen

Milieutechnisch functioneren

De vuiluitworp mag de doelstelling voor de oppervlaktewaterkwaliteit zo min mogelijk in gevaar brengen. De vuiluitworp uit gemengde rioolstelsels moet kleiner of gelijk zijn aan de vuiluitworp volgens de eenduidig geformuleerde CIW‑basisinspanning. De richtlijn voor de gemiddelde jaarlijkse vuiluitworp uit gemengde rioolstelsels is 50 kg CZV per hectare verhard oppervlak per jaar.

d) in orde

De vuiluitworp van de gemengde riolering is getoetst doormiddel van reeksberekeningen. Zie basisrioleringsplannen.

d) geen actie

Extreme situaties

 

Als het harder regent dan de regenbui waarop de hydraulische capaciteit van het (regenwater)riool berekend is, dan raakt het riool overvol en loopt het over. Dit leidt tot water-op-straat. In de regel is dit geen probleem: zodra de hevige regen stopt, ontstaat er weer ruimte in het riool en kan het water dat op straat bleef staan, alsnog worden afgevoerd. Als het extreem hard regent, dan kan er hinder of zelfs overlast ontstaan.

 

We maken onderscheid naar verschillende gradaties:

 

Waterplassen op straat

Waterplassen op straat kunnen er op duiden dat het rioolstelsel tijdelijk overbelast is.

De waterplassen kunnen ook het gevolg zijn van ongelijk liggende bestrating. Kleine waterplassen op straat zijn niet erg. De gemeente onderneemt geen actie. Als de plassen het gevolg zijn van verstopte straatkolken, dan volgt wel actie. De straatkolken worden schoongemaakt, zodat de waterafvoer hersteld wordt.

 

Grote plassen op straat die langer dan een uur blijven staan kunnen ook aanleiding zijn tot actie. Dit wordt door de gemeente per situatie beoordeeld.

 

Waterhinder

Als het waterafvoersysteem echt veel regen moet verwerken, dan kan er ook waterhinder ontstaan. We spreken van waterhinder als:

Regenwater, rioolwater of slootwater de belangrijke verkeersaders en doorgaande (ontsluitings)wegen en (fiets)tunnels gedurende meer dan twee uur blokkeert;

Regenwater, rioolwater of slootwater langer dan 4 uur hinder oplevert voor het verkeer (gemotoriseerd, fietsers en voetgangers);

Gemengd rioolwater dat langer dan 4 uur in een achterpad, plantsoen of tuin staat.

 

We streven ernaar om alle situaties waar waterhinder ontstaat, structureel te verhelpen. De maatregelen worden uitgevoerd als er ter plaatse ook andere ingrepen in het openbare gebied nodig zijn (bijvoorbeeld rioolvervanging of herbestrating.

 

Wateroverlast

Er is sprake van wateroverlast als:

Regenwater, rioolwater of slootwater via de straat huizen of gebouwen instroomt;

Regenwater, rioolwater of slootwater de belangrijkste verkeersaders, doorgaande wegen of tunnels gedurende meer dan een halve dag blokkeert;

Als er sprake is van wateroverlast die veroorzaakt wordt door water afkomstig van gemeentegrond dan onderneemt de gemeente sowieso actie. Als eerste wordt gezorgd dat het water wordt weggepompt. Vervolgens wordt beoordeeld of de wateroverlast veroorzaakt is door een calamiteit of dat de overlast het gevolg is van een structureel knelpunt in het watersysteem. Aan de hand hiervan wordt de urgentie voor het uitvoeren van maatregelen afgewogen. Urgente overlastsituaties worden aangepakt. De maatregelen om de wateroverlast terug te dringen worden zo snel mogelijk uitgevoerd. Bij niet-urgente wateroverlast worden de meldingen en incidenten vastgelegd in een digitaal logboek wateroverlast. Dit logboek wordt elke twee jaar geëvalueerd. Op basis hiervan wordt een planning voor de uitvoering van de maatregelen gemaakt.

In orde

Zie de tekst aan de linkerzijde. De gemeente handelt de verschillende situaties af volgens de beschrijving.

De stresstesten zijn uitgevoerd en in 2021 volgen de risicodialogen.

Actie

Risicodialogen uitvoeren

Aanvullende maatregelen prioriteren en inplannen

 

Actie

Nagaan of we in het kader van de klimaatverandering wellicht een andere toetsbui willen hanteren bij het beoordelen van water-op-straat. Bij bui08 en bui10 ontstaat er geen overlast.

Toestand systeem

Hemelwaterriolering

De beoordeling van de fysieke toestand van hemelwaterriolen is dezelfde als de toestandsbeoordeling voor de afvalwaterriolen (zie bijlage 3) behalve voor de waterdichtheid voor infiltratieriolen/-voorzieningen. Deze zijn vanzelfsprekend niet waterdicht. In hemelwaterriolering wordt eerder wortelfrezen toegepast dan het vuilwaterriool. Een waterpeil van meer dan 75% in het hemelwaterriool is geen bijzonderheid bij hogere grondwaterstanden en leidt dan ook niet direct tot acties.

In orde

Geen actie

Oppervlaktewatersysteem

De uitgangspunten voor de onderhoudstoestand van het gemeentelijk oppervlaktewater-systeem zijn:

  • a)

    De watergangen zijn schoon genoeg (baggeren en maaien) om afvoer te kunnen garanderen zonder dat een overmatige opstuwing van het water optreedt.

  • b)

    De watergangen hebben een profiel groter of gelijk aan het profiel volgens de legger/ het onderhoudsprofiel. Beschoeiingen voor het in stand houden van het profiel/ de oever / het talud zijn stabiel en in orde.

  • c)

    De duikers in de watergangen zijn schoon om voldoende afvoer van water te kunnen garanderen.

De uitgangspunten voor de onderhoudstoestand van het oppervlaktewatersysteem van de Hoogheemraadschappen in relatie tot de gemeentelijke riolering zijn:

  • d)

    Het oppervlaktewaterpeil moet bij hevige en langdurige regenval voorkeur onder het niveau van de drempel in de overstortputten van de gemengde rioolstelsels blijven.

  • a)

    In orde

     

  • b)

    In orde

     

  • c)

    In orde

     

  • d)

    Geen klachten

  • geen actie

  • Geen actie

  • Geen actie

d)  actie: nadere toetsing van de kritische overstorten is wenselijk in relatie tot het meer vasthouden van oppervlakte water om verdroging tegen te gaan

 

2.4.3 Grondwater

Onderwerp

Regels voor de fysieke leefomgeving

Toetsing huidige situatie

Benodigde actie / aanpassingen / maatregelen

Grondwater

 

Ontwateringsdiepte

De gewenste situatie kan worden omschreven als de situatie waarin, in het stedelijk gebied van de gemeente Zoetermeer, geen grondwateroverlast optreedt. Als richtlijn is een hoogte van de kruipruimtebodem van 0,50 m minus straatpeil gehanteerd. De kruipruimte hoort in principe droog te zijn. De grondwaterstand moet dus onder de kruipruimtebodem liggen. De werknorm is dat de (gemiddelde) grondwaterstand in het openbare gebied binnen de bebouwde kom niet langer dan 2 aaneengesloten weken 0,7 m minus straatpeil of hoger is. Voor parken geldt een afwijkende richtlijn: de grondwaterstand mag hier niet langer dan 2 aaneengesloten weken 0,50 m minus maaiveld of hoger bedragen, tenzij voor een gebied een ander ontwerp gemaakt is.

 

Omdat de grondwaterstanden in bestaand stedelijk gebied moeilijk zijn te beïnvloeden, kunnen de genoemde grondwaterstanden in bestaande wijken niet overal gegarandeerd worden.

 

Kwel

Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft de kwelgevoelige gebieden in kaart gebracht.

 

Bij werkzaamheden dieper dan 1,5 m in de grond in deze gebieden moet er bij Rijnland een vergunning worden aangevraagd en dient een opbarstberekening te worden aangeleverd.

 

De polders liggen lager dan de bodem van de tussenboezemwatergangen (de weteringen). Hierdoor komt ook horizontale kwel voor. Er zijn kwelsloten die deze kwelstroom ondervangen. De kwelsloten hebben een belangrijke functie in de waterhuishouding. De functie van de kwelsloten dient bij ruimtelijke ontwikkelingen behouden te blijven.

 

Onbekend

De gemeente heeft recent een nieuw grondwatermeetnet operationeel. De analyse van de meetgegevens moet nog worden uitgevoerd om na te gaan of voldaan wordt aan de richtlijnen.

 

we krijgen sporadisch klachten over grondwater (20 á 40 klachten per jaar). Deze gaan meestal over water in kruipruimten van gebouwen. Deze vallen onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het gebouw. Gemeente heeft hierin géén taak. We ondersteunen/adviseren eventueel over onderzoeken en aanpak van deze waterklachten door de eigenaren zelf. In Zoetermeer wordt altijd geadviseerd om de kruipruimte door middel van zand met drainage te ontwateren omdat de oorspronkelijke bodem slecht waterdoorlatend is; indien de drainage verstopt is of ontbreekt wordt geadviseerd om dit op eigen kosten te herstellen omdat de gemeente hiervoor niet verantwoordelijk is.

actie 

Jaarlijks analyse grondwatermetingen.

 

3.5 Nieuw gebied

Definitie

Onder nieuw gebied wordt verstaan; stadsuitbreidingen of inbreidingslocaties waarbij ook de woningen of andere gebouwen worden vervangen. Hieronder vallen niet de plannen met alleen wegvervangingen of alleen rioolvervangingen.

Stelseltypen

 

In nieuw gebied worden alle percelen voorzien van afvalwaterriolering. Er wordt altijd een gescheiden systeem aangelegd, waarbij het hemelwater bij voorkeur ondergronds wordt afgevoerd naar de singel, omdat in de winter een bovengronds systeem kan stagneren en zorgen voor gladheid.

 

Het afvalwater wordt in alle gevallen naar de afvalwaterzuivering getransporteerd. Al of niet via de bestaande afvalwaterinfrastructuur.

 

Het hemelwater wordt eerst conform de geldende richtlijnen (zie paragraaf 2.4.2) geborgen en daarna bij voorkeur naar het oppervlaktewater geleid. Daar wordt het geborgen of afgevoerd. Indien er geen oppervlaktewater in de buurt is wordt er een overloop naar het gemengde stelsel gemaakt.

 

3.5.1 Afvalwater

Functioneren systeem

Bij de aanleg van nieuwe riolering in de situatie van stadsuitbreiding en inbreiding zijn richtlijnen gesteld voor het functioneren van de riolering. Deze richtlijnen zijn gelijk aan de bestaande situatie.

Aanleg riolering

Bij de aanleg van nieuwe riolering worden de volgende uitgangspunten aangehouden:

 

Algemeen

  • De richtlijn voor de minimale gronddekking op de buis is 1,3 meter;

  • De afstand tussen twee inspectieputten (strenglengte) is maximaal 100 meter;

  • De minimale diameter van de buizen die worden gebruikt is ø 250 mm voor een DWA en ø 400 mm voor een HWA;

  • Voor het bodemverhang van vuilwaterriolen wordt uitgegaan van 1:300 tot maximaal 1:500 bij grotere diameters en debieten;

  • De vuilwaterriolering wordt aangelegd in een vermaasde boomstructuur. Als er een leiding verstopt raakt, dan kan het afvalwater dan via een andere route toch worden afgevoerd;

  • Alle nieuw aan te leggen DW- putten zijn voorzien van een stroomprofiel, zodat de putten zo min mogelijk vervuilen;

  • Het lekverlies bij afpersen van nieuwe riolen mag niet groter zijn dan volgens de standaardbepalingen van de RAW-systematiek;

  • Het aansluiten van vuilwater (DWA en/of gemengd) op het gemeentelijke riool via een beerput /rottingsput is niet toegestaan;

  • Opleverinspecties worden beoordeeld volgens de standaardbepalingen van de RAW.

Afvalwaterhoeveelheid

De hoeveelheid te verwachten afvalwater is 120 liter/persoon/etmaal. De hoeveelheid huishoudelijk afvalwater wordt berekend met een gemiddelde woningbezetting van 2,5 inwoners per woning;

Als het gemaal uitvalt, dient de vultijd van het vuilwaterriool ongeveer 1 etmaal te zijn. Dit geeft tijd om het gemaal te repareren;

De ledigingsduur van het compleet gevulde riool dient maximaal ongeveer 12 uur te zijn;

De vullingsgraad van een DWA is in het ontwerp maximaal 50%.

 

Persleidingen en gemalen

De opjaag- en vrijverval-gemalen worden uitgevoerd met 2 pompen die elkaars reserve zijn;

Belangrijke pompen worden via twee routes aangesloten op het systeem, zodat bij onderhoud of calamiteiten toch afvoer mogelijk is;

De maximale schakelfrequentie van de pompen is 16 keer per uur;

De maximale opvoerhoogte is 30 meter waterkolom (mwk);

De persleidingen van gemeentelijke gemalen worden bij voorkeur gemaakt van HDPE.

 

3.5.2 Hemelwater en oppervlaktewater

De uitgangspunten voor het functioneren van de riolering en het oppervlaktewatersysteem voor de afvoer van het hemelwater zijn hieronder aangegeven.

 

Hemelwater

Bij extreme neerslag kan er op geschikte locaties mogelijk gekozen worden voor bovengrondse afvoer van hemelwater, als overstort voor het ondergrondse (HWA) stelsel;

Hemelwater wordt verzameld in een waterberging met een overloop naar bij voorkeur het oppervlaktewater;

Waar nodig wordt het hemelwater eerst via een filterende voorziening geleid;

De minimale diameter van de leidingen is ø 400 mm;

HWA-riolen worden zonder bodemverhang aangelegd (de leidingen liggen waterpas), of eventueel met een gering bodemverhang van maximaal 1:500;

Waterberging in de vormgeving van een wadi heeft een maximale waterdiepte van 30 cm en de oevers bij voorkeur een hellingshoek van bij voorkeur 1:5 en minimaal 1:3. Elke wadi dient vanwege de bodemopbouw in Zoetermeer te zijn voorzien van een drainagesysteem dat afwatert op het hemelwaterriool of op open water.

Elke wadi en/of het voorliggende hemelwaterriool is voorzien van een overloop naar bij voorkeur open water of het HWA;

 

Afvoercapaciteit HWA Voor het ontwerpen van nieuwe HWA-stelsels geldt dat de geometrie van het rioolstelsel zodanig moet zijn dat een regenwaterhoeveelheid van 90 l/s/ha over het bruto oppervlak van het rioolgebied kan worden afgevoerd zonder dat water-op-straat wordt berekend.

 

Oppervlaktewater

De watergangen en de duikers moeten een zodanige afmeting krijgen dat zij voldoende afvoer van water kunnen garanderen zonder dat een overmatige opstuwing van het water optreedt. Uiteraard mag de peilstijging in het nieuwe gebied niet leiden tot problemen in bestaande gebieden;

Het oppervlaktewaterpeil mag niet boven het straatpeil komen bij een neerslagsituatie van T=100+10%. Uiteraard mag de peilstijging in het nieuwe gebied niet leiden tot problemen in bestaande gebieden.

Ruimtelijke inrichting

 

In het algemeen geldt dat water een mede-ordenend principe is bij het inrichten van de (openbare) ruimte. Het doel is om te komen tot een klimaatbestendig watersysteem.

 

Waterberging in nieuwbouwplannen

Binnen de gemeente gelden de regels van 3 verschillende hoogheemraadschappen. Welk van de regels moet worden toegepast is afhankelijk van in welk beheergebied het nieuwbouwplan ligt.

 

Hoogheemraadschap van Rijnland

Voor nieuwbouwplannen geldt dat 15% van het bruto oppervlak van het plangebied moet worden gereserveerd voor (oppervlakte)waterberging. Met Rijnland houden we gezamenlijk een Berging Rekening-Courant (BRC) bij. In totaal hebben we ongeveer 9000 m2 credit. Deze BRC wordt toegewezen per peilvak, de gemeente kan dit inzetten bij gebiedsontwikkelingen. De BRC is niet uitwisselbaar tussen peilvakken onderling.

 

Voor het ontwerpen van oppervlaktewater binnen het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland verwijzen we naar de volgende link:

https://www.rijnland.net/regels/downloads-keur-en-uitvoeringsregels-2020/uitvoeringsregels-keur-2020-1

 

 

Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Ook met HHSK houden we gezamenlijk een BRC bij. In totaal hebben we hier ongeveer 45.500 m2 credit. Net als bij Rijnland wordt de BRC toegewezen per peilvak, en kan de gemeente deze inzetten bij gebiedsontwikkelingen. De BRC is niet uitwisselbaar tussen peilvakken onderling.

 

Hoogheemraadschap van Delfland

Voor het gedeelte van de gemeente dat onder het Hoogheemraadschap van Delfland valt, is er geen BRC van toepassing.

 

Goede inrichting voorkomt wateroverlast

Met het slim inrichten van de openbare ruimte kan worden voorkomen dat de woningen onderlopen. In de gemeente Zoetermeer worden de volgende voorwaarden aangehouden:

  • De drooglegging van het te ontwikkelen terrein bedraagt voor de wegen tussen de 1,80 m en 2,00 m en voor de bebouwingen 2,00 – 2,20 m boven het oppervlaktewaterpeil in openbaar gebied;

  • Het bouwpeil ligt minimaal op 0,2 m boven het straatpeil. Hierdoor ontstaat er ruimte voor waterberging op straat tijdens extreme neerslag.

Water kan ook worden geborgen op plaatsen waar hinder tot een minimum wordt beperkt. Als voorbeelden worden genoemd:

  • Het aanbrengen van stoepranden, zodat een bergingsmogelijkheid ontstaat voor regenwater op de straat tussen de stoepen;

  • Het inrichten van speelvelden en pleinen als tijdelijke bergingslocatie.

  • Het inrichten van groenstroken en parken als tijdelijke waterberging.

  • Waterpartijen of wadi’s aanleggen met voldoende ruimte voor waterberging.

 

Principe-schets ideale straatprofiel, afkomstig uit Handboek Openbare Ruimte Zoetermeer

 

3.5.3 Grondwater

Grondwater

 

Bij de bestemmings- en inrichtingsfase geldt als richtlijn dat de ontwateringsdiepte minimaal 70 cm beneden maaiveld is, die maximaal twee aaneengesloten weken per jaar mag worden overschreden.

 

Drainage wordt niet gekoppeld aan de gemengde- of vuilwaterriolering, maar stroomt onder vrij-verval leeg in het oppervlaktewater of is aangesloten op het HWA-riool.

 

 

3.6 Samenwerking

Samenwerking

 

Riooloverstorten bevinden zich op het snijvlak van riolering en het oppervlaktewater, ofwel op het grensvlak van taken en bevoegdheden van de rioolbeheerder en de waterbeheerder. Vanwege het werken op dit snijvlak is de samenwerking tussen de betrokken beheerders van belang.

 

Deze samenwerking is in de volgende procedures en plannen geborgd:

 

De Watertoetsprocedure:

Om het waterbeheer en ruimtelijke ontwikkeling beter op elkaar af te stemmen, is (op landelijk niveau) de zogenaamde ‘watertoetsprocedure’ ontwikkeld. In het kort houdt de procedure in dat een initiatiefnemer (bijvoorbeeld de gemeente Zoetermeer of een particuliere instantie) in een zo vroeg mogelijk stadium contact zoekt met de waterbeheerder (de betreffende van de drie Hoogheemraadschappen) voor overleg over het plan. Het overleg dient om af te stemmen welke plaats het water in de ruimtelijke plannen gaat innemen.

 

De Waterparagraaf:

De waterparagraaf maakt deel uit van het bestemmingsplan en geeft een beschrijving van het watersysteem in de toekomstige situatie (waterkwantiteit, waterkwaliteit, waterkeringen, beheer en onderhoud van watergangen). Ook wordt een beschrijving gegeven van de gevolgen van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling voor het watersysteem. De inhoud van de waterparagraaf wordt afgestemd met het Hoogheemraadschap.

 

Het Waterhuishoudingsplan:

Het Waterhuishoudingsplan geeft het beleidskader dat vanuit de provincie wordt gesteld voor een aantal thema’s met betrekking tot water. De Hoogheemraadschappen gebruiken onder andere het provinciale kader als vertrekpunt voor het maken van strategische keuzes en werken die vervolgens uit in het Waterbeheerplan.

 

Het Waterplan

Ter verbetering van de waterhuishouding in Zoetermeer zijn in 2001 door gemeente in samenwerking met de Hoogheemraadschappen maatregelen vastgelegd in het “Waterplan”. Hoewel de acties uit dit plan niet meer actueel zijn, geeft het waterplan nog steeds aan de toekomstige invulling van de ruimtelijke vraagstukken.

 

 

Bijlage 4 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

 

Om te waarborgen dat we aan onze water-zorgplichten volden, moeten we ervoor zorgen dat de bestaande watervoorzieningen van gemeente Zoetermeer in orde blijven. De werkzaamheden die nodig zijn om dit te realiseren, noemen we de reguliere beheertaken. De beheertaken omvatten een breed scala aan werkzaamheden. Reiniging, inspectie, reparatie en vervangingen­-­­­ zijn nodig om de aanwezige voorzieningen in een goede staat te houden. Ook moet nagegaan worden of alle voorzieningen nog goed functioneren of dat er verbetermaatregelen nodig zijn. Toetsing, beleidvorming en planvoorbereiding is nodig om de taken gestructureerd uit te kunnen voeren. Ondertussen moeten werkzaamheden omtrent vergunningen en klachtenafhandeling doorgaan.

 

In deze bijlage zijn de reguliere beheertaken op hoofdlijnen beschreven. We geven aan wat we doen om onze voorzieningen in orde te houden. We onderscheiden de volgende deeltaken:

Voorbereiden van beleid, planvorming

Onderhoud en reparatie

Renoveren of vervangen

Afhandelen van meldingen en klachten

Vergunningverlening, toezicht en handhaving

 

1) Voorbereiden van beleid, planvorming

Om het beleid goed te kunnen voorbereiden en vormgeven, is het van belang om te weten wat we aan voorzieningen hebben, waar deze liggen, hoe groot ze zijn, wat de toestand ervan is en wanneer deze voorzieningen naar verwachting zullen worden gerenoveerd of vervangen. Ook is inzicht in knelpunten wenselijk om vast te kunnen stellen waar verbeteringen nodig zijn. De activiteiten die nodig zijn om bovenstaande te waarborgen staan hieronder beschreven.

 

Databeheer

Digitaal opgeslagen gegevens over de leidingen, putten en gemalen in het rioolstelsel geven een belangrijke basis voor onderzoeken, uitvoering van werkzaamheden en afhandeling van meldingen en klachten. Het is dus belangrijk dat de gegevens in het digitale beheerpakket altijd volledig en actueel zijn.

 

We werken met het beheerpakket GeoVisia. Voor de vrij-vervalriolen houden we de gegevens bij via Kikker (Riodesk). In het programma worden de gegevens van de rioolobjecten, duikers en wadi’s bijgehouden. De gegevens van de gemalen en drukrioleringsunits (Onderhoud en storingen en keuringsrapporten - NEN-rapportages) worden bijgehouden in SAM. Telemetriegegevens van de debietmeter, regenmeter, grondwatergegevens staan in Telecontrolnet. Registratie van de metingen vindt continue plaats. Meetgegevens worden gebruikt voor inzicht en analyse wanneer wenselijk. Grondwatergegevens worden ook aangeleverd aan DINOloket.

 

De gegevens in de beheerpakketten zijn actueel en compleet.

 

Om het digitale beheerpakket volledig en actueel te houden verrichten wij de volgende werkzaamheden:

Bijwerken van revisiegegevens (aanpassingen aan de riolering) direct na ontvangst van de revisie;

Toevoegen van nieuw aangelegde riolering (nieuwbouw/afkoppelen), direct na ontvangst van revisiegegevens;

Invoeren van inspectie- en reinigingsgegevens, direct na ontvangst van de gegevens;

Controleren van meetgegevens (overstortmeters, debietmeter, telemetrie van gemalen, regenmeters, grondwatermeters). Periodiek naar behoefte.

 

Kabels en leidingen

Vanuit de WIBON (Wet Informatie –uitwisseling Bovengrondse en Ondergrondse Netten) bestaat een verplichting om actuele gegevens over ondergrondse netten beschikbaar te hebben, dit is een andere reden om het databeheer goed uit te voeren.

 

Inspectie en classificatie vrijvervalriolering

We laten rioolinspecties uitvoeren om de kwaliteit van de vrijverval riolen in beeld te brengen. Met behulp van een rijdende videocamera worden beelden gemaakt van de binnenkant van de rioolbuizen, deze beelden worden geclassificeerd en beoordeeld door een gemeentelijk inspecteur. Op basis van deze rioolinspecties worden toestandsaspecten vastgelegd, volgens de NEN-EN-13508-2.

 

De vrijverval riolen worden 1 keer in de 6 jaar gereinigd en 1 keer in de 12 jaar geïnspecteerd. Voorafgaand aan de inspectie worden de riolen gereinigd, om ervoor te zorgen dat de videocamera een goed zicht heeft. Zinkers worden bij voorkeur jaarlijks gereinigd omdat deze snel vervuild raken.

 

Berekeningen

Met het uitvoeren van berekeningen wordt onderzocht hoe het rioolstelsel hydraulisch en milieutechnisch functioneert. Meestal gebeurt dit als op een specifieke locatie aanpassingen aan het rioolstelsel worden gedaan. De berekeningen met het rioolmodel moeten dan voorspellen wat het effect van de aanpassingen is op het omliggende rioolstelsel. Het gehele stelsel van een kern wordt elke 10 jaar doorgerekend. Dit vindt momenteel plaats als onderdeel van de OAS Harnaschpolder.

Klimaatstresstesten (wateroverlast, droogte, hitte) elke 6 jaar

 

Renovatie- en vervangingsplan

Om inzichtelijk te hebben welke objecten er in de komende periode moeten worden gerenoveerd of vervangen, stellen we vervangingsplanningen op. We zorgen ervoor dat we doelmatig met ons geld omgaan, dus we vervangen alléén als het echt nodig is en liften mee met andere projecten. We hanteren een vaste methode om te bepalen of renovatie of vervanging nodig is.

 

Vervanging, lange termijn

De methode voor het maken van vervangingsplannen is voor alle watervoorzieningen hetzelfde. We werken met een te verwachten technische levensduur voor de (onderdelen van) objecten. Het jaar waarin de objecten moeten worden vervangen wordt indicatief berekend door bij het aanlegjaar de te verwachten technische levensduur op te tellen. Dit levert een lange-termijn planning op.

 

Voor de rioolobjecten gelden de volgende technische levensduur:

  • Vrijverval riolen en inspectieputten: 80 jaar

  • Gemalen en drukriolering conform tabel hieronder

  • Persleidingen 80 jaar

Mechanisch deel

Pomp

Vuilwater

12

Jaar

Pomp

Schoonwater

15

Jaar

Leidingwerk

RVS

15

Jaar

Leidingwerk

Kunststof

20

Jaar

Electrisch deel

Geheel

15

Jaar

Extra voorzieningen

15

Jaar

Bouwkundige voorzieningen

45

Jaar

 

Vervanging, korte termijn

We maken jaarlijks voor de korte termijn een vervangings- en renovatieplan waarbij we in ieder geval naar de komende 5 jaar kijken. Van de objecten die volgens de levensduurberekening op de nominatie staan om in de komende 5 jaar te worden vervangen, wordt vastgesteld wat de fysieke kwaliteit is. Dit gebeurt aan de hand van inspecties en keuringen. Op basis van de geconstateerde fysieke kwaliteit wordt nagegaan of de berekende levensduur kan worden verlengd. Als de kwaliteit daar aanleiding toe geeft, dan wordt het object opgenomen in de vervangingsplanning. We stellen vast of er nog gerenoveerd kan worden of dat vervangen wenselijk/nodig is. We stellen ook de urgentie en de planning vast.

 

Assetmanagement

We willen onze werkwijze voor het beslissen over wel of niet vervangen beter vastleggen. Hiervoor is de term assetmanagement geïntroduceerd.  Het is niet nieuw maar het helpt bij de gestructureerde aanpak van het beheren van het openbare gebied. De methode van assetmanagement helpt om nieuwe aanleg, beheer & onderhoud, verbetering telkens in samenhang beschouwen. Onderbouwd verstandige keuzes maken. Dat is assetmanagement. We doen al veel goed, we leggen het nog niet altijd vast.

De assetmanagement methode wordt in deze planperiode ingevoerd.

 

Wijk- en buurtgerichte aanpak

We willen de wijk- en buurtgerichte aanpak onderdeel maken van het assetmanagement. We werken toe naar een integrale planning met thema’sintegrale programmeerkamer. Dit traject is al van start. De afwegingscriteria, bedrijfswaarden/organisatiewaarden zijn er. Deze worden opgenomen in nieuwe beheervisie.

De wijk- en buurtgerichte aanpak wordt integraal afgestemd met het programma voor wegonderhoud, wegreconstructies, maatregelen vanuit verkeer, groen en met de relevante afdelingen. We kijken in ieder geval naar de volgende thema’s:

 

  • Rioolvervanging

  • Wegrenovatie

  • Duikers/oppervlaktewater

  • Klimaatopgave en DPRA

  • Stadsvernieuwing/schaalsprong

  • KRW-maatregelen Zoetermeer

  • Vergroenen en versterken biodiversiteit.

De uiteindelijke ingrepen worden in overleg bepaald. Het kan bijvoorbeeld effectiever zijn dat een vervanging van de riolering enkele jaren eerder opgepakt wordt of dat juist gekozen wordt voor uitstel om een meekoppelkans te kunnen benutten.

 

Wijk- en buurtgerichte aanpak

We gaan binnen de komende planperiode werken volgens een wijk- en buurtgerichte aanpak. Dat betekent dat we de opgaven voor het openbare gebied zo veel mogelijk per wijk of buurt beschouwen. We kijken integraal naar de vervangingsopgave. Rioolvervangingen maken hier deel van uit, maar ook wegvervanging, openbare verlichting en zo voort.

We werken de verschillende onderwerpen uit op themakaarten. Deze kaarten leggen we als lagen over elkaar heen zodat een integraal beeld van de opgave ontstaat. We toetsen niet alleen de vervangingsopgave, maar kijken ook naar de volgende onderwerpen:

 

  • Stadsvernieuwing

    • o

      Schaalsprong

  • Bereikbaarheid

    • o

      Economisch belang

    • o

      Aangenaam woon- en leefklimaat

  • Veiligheid & gezondheid

    • o

      Technische veiligheid

  • Duurzaamheid en klimaat

    • o

      Klimaat bestendigheid

    • o

      Biodiversiteit

    • o

      CO2 neutraal

    • o

      Energie(transitie)

  • Kosten en opbrengsten

    • o

      T.C.O. (Total Cost of Ownership; inzichtelijk maken van alle kosten gerelateerd aan de aanschaf en het gebruik gedurende de hele levenscyclus, dus investerings- en onderhoudskosten - technisch, verzorgend en vervangend, op basis van de verwachte of geschatte levensduur)

    • o

      S.R.O.I. (Social Return On Investment; meetmethodiek om (toekomstig) maatschappelijk rendement van investeringen in economische èn sociale zin meetbaar en zichtbaar te maken)

  • Verbeterpunten voor water

    zichtbaarheid en beleefbaarheid van water verbeteren door realiseren van bovengrondse waterafvoer en berging in greppels en wadi’s;

    sponswerking van de stad. Regenwater wordt nu vastgehouden in het oppervlaktewater, regenwaterriolen, ondergrondse zandcunetten en groengebieden. Op particulier terrein ontbreekt de mogelijkheid voor het water vasthouden meestal.

    reduceren van afvoer van regenwater via de drukriolering

    verminderen van H2S bij lozingspunt van drukriool op vrijvervalstelsel.

  • Wensen voor afvalwatersysteem

    • o

      afvalwatersysteem verder verduurzamen door:

      • o

        het controleren op verkeerde aansluitingen

      • o

        communicatie over juist rioolgeruik

      • o

        stimuleren van afvalwaterbesparende maatregelen

      • o

        gebruik van technisch, economisch en duurzaam verantwoorde materialen en materieel;

    • o

      klimaatbestendigheid vergroten; maatregelen volgen uit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie.

  • Meekoppelkansen

    • o

      bij rioolvervangingen meeliften met (her)ontwikkeling en wegreconstructies om het rioolsysteem beter te maken en de openbare ruimte klimaatbestendig in te richten. Deze zijn integraal opgenomen in de vervangingslijst riolering zie bijlage 2.

  • Natuurvriendelijke oevers

    waterberging (zowel voor de taakstellingen van het Hoogheemraadschap als ook de gemeente);

    toename van ecologie en biodiversiteit;

    landschappelijke meerwaarde

  • Wadi ’s en greppels

    • o

      regenwaterberging;

    • o

      ecologie, biodiversiteit;

    • o

      invulling van groene stadsstructuren

    • o

      vergroten sponswerking.

 

Heroverwegen renoveren of vervangen.

In Zoetermeer wordt vaak gekozen voor het renoveren (relinen) van rioolleidingen. We doen dit vooral omdat relinen minder geld kost dan vervangen, de sterkte van de oude leiding volledig wordt hersteld met de nieuwe kous, de overlast bij aanleg minimaal is en dat er snel gehandeld kan worden bij een naderende calamiteit. Daarnaast is de verwachte gebruiksduur van de reliningen van 80 jaar veel langer dan andere toepassingen van polyester, zoals in de auto-industrie. Vanuit de wens om de beheeropgave in het openbare gebied integraal af te stemmen, is er behoefte om een nieuwe afweging te maken tussen relinen en vervangen. Er kan bijvoorbeeld worden gekozen voor vervangen (in plaats van relinen) als er door het vervangen meekoppelkansen ontstaan voor andere ruimtelijke ingrepen in het openbare gebied. We hebben ook behoefte aan een duurzaamheidsafweging, met een beschouwing van het verwerken van de gerelinede AC-buizen als deze aan het einde van hun levensduur zijn.

 

Calamiteiten

Periodiek worden van ALLE objecten de inspectiegegevens geautomatiseerd getoetst, ongeacht of zij op de 5-jaarplanning staan. We gaan daarmee na of er toestandsklassen zijn waargenomen die nader onderzoek of ingrijpen vereisen. De objecten waarvoor dit geldt worden vervolgens per stuk beoordeeld om vast te stellen of er actie nodig is en hoe urgent dit is. De beoordelingsmaatstaven hiervoor staan in de onderstaande tabellen. De tabellen maken onderscheid tussen AC-leidingen en leidingen van andere materialen. We kunnen het risico op falen hierdoor goed beheersen.

 

Als er zich onverhoopt toch calamiteiten voordoen en objecten onverwacht niet functioneren (bijvoorbeeld door overbelasting, bezwijken van rioolbuis, stroomuitval), dan treden we handelend op. We werken niet met een calamiteitenplan. We nemen direct actie. We stellen de aard, ernst en het risico vast en dan volgt planning en oplossing op basis van urgentie en complexiteit. Daarbij gelden voor het vuilwaterriool (DWA) en regenwaterriool (RWA) verschillende beoordelingsmaatstaven:

 

Beoordelingsmaatstaven DWA

Code

Omschrijving

AE C

Verandering vorm of diameter

1

2

3

4

5

AE D

Verandering materiaal

1

2

3

4

5

geen ingrijpcriterium

AE F

Verandering lengte

1

2

3

4

5

aanpassen in rioolbeheerbestand of in inspectiebestand

BAA

Deformatie

1

5

BAB

Scheur

1

2

4

5

BAC

Breuk/Instorting

1

2

4

5

BAD

Defectief Metselwerk

1

5

BAE

Ontbrekend metselspecie

1

5

BAF

Oppervlakte schade

1

2

3

4

5

Klasse 3 alleen bij AC-leidingen

BAG

Instekende inlaat

1

3

5

BAH

Defectieve aansluiting

1

5

BAIA

Indringende afdichtingsring

1

2

3

4

5

BAIZ

Ander indringend afdichtingsmateriaal

1

2

3

4

5

geen ingrijpcriterium

BAJA

Verplaatste verbinding axiaal

1

5

geen ingrijpcriterium

BAJB

Verplaatste verbinding radiaal

1

3

5

geen ingrijpcriterium

BAJC

Hoekverdraaiing

1

5

geen ingrijpcriterium

BAK

Defectieve Lining

1

2

3

4

5

BAL

Defectieve reparatie

1

5

BAM

Lasfouten

1

5

BAN

Poreuze buis

1

5

BAO

Grond zichtbaar door defect

1

5

BAP

Holle ruimte zichtbaar door defect

1

5

BB A

Wortels

1

2

3

4

5

BB B

Aangehechte afzetting

1

2

3

4

5

BB C

Bezonken afzetting

1

2

3

4

5

BB D

Binnendringen van grond

1

2

3

4

5

BB E

Andere obstakels

1

2

3

4

5

BB F

Infiltratie

1

2

3

4

5

BB G

Exfiltratie

1

5

BB H

Ongedierte

1

5

geen ingrijpcriterium

BD A

BD B

Extra put, niet op tekening

1

5

algemene opmerking

BD C

Camera loopt vast op uitsteeksel

1

5

inspectie afgebroken

BD D

Waterdiepte

1

2

3

4

5

BD E

Vloeistofstroom in de binnenkomende buis

1

5

BD F

Atmosfeer in leiding

% gas of concentratie ppm

BD G

Verlies van beeld

BE X

Gerepareerd

1

2

3

4

5

Nagaan of actie nodig is. Fysieke kwaliteit van de rioolleiding beoordelen aan de hand van inspectiebeelden

Beoordelingsmaatstaven HWA

Code

Omschrijving

AE C

Verandering vorm of diameter

1

2

3

4

5

AE D

Verandering materiaal

1

2

3

4

5

geen ingrijpcriterium

AE F

Verandering lengte

1

2

3

4

5

aanpassen in rioolbeheerbestand of in inspectiebestand

BAA

Deformatie

1

5

BAB

Scheur

1

2

4

5

BAC

Breuk/Instorting

1

2

4

5

BAD

Defectief Metselwerk

1

5

BAE

Ontbrekend metselspecie

1

5

BAF

Oppervlakte schade

1

2

3

4

5

BAG

Instekende inlaat

1

3

5

BAH

Defectieve aansluiting

1

5

BAIA

Indringende afdichtingsring

1

2

3

4

5

BAIZ

Ander indringend afdichtingsmateriaal

1

2

3

4

5

geen ingrijpcriterium

BAJA

Verplaatste verbinding axiaal

1

5

geen ingrijpcriterium

BAJB

Verplaatste verbinding radiaal

1

3

5

geen ingrijpcriterium

BAJC

Hoekverdraaiing

1

5

geen ingrijpcriterium

BAK

Defectieve Lining

1

2

3

4

5

BAL

Defectieve reparatie

1

5

BAM

Lasfouten

1

5

BAN

Poreuze buis

1

5

bij drainage geen ingrijpcriterium

BAO

Grond zichtbaar door defect

1

5

BAP

Holle ruimte zichtbaar door defect

1

5

BB A

Wortels

1

2

3

4

5

BB B

Aangehechte afzetting

1

2

3

4

5

BB C

Bezonken afzetting

1

2

3

4

5

BB D

Binnendringen van grond

1

2

3

4

5

BB E

Andere obstakels

1

2

3

4

5

BB F

Infiltratie

1

2

3

4

5

BB G

Exfiltratie

1

5

BB H

Ongedierte

1

5

geen ingrijpcriterium

BD A

BD B

Extra put, niet op tekening

1

5

algemene opmerking

BD C

Camera loopt vast op uitsteeksel

1

5

inspectie afgebroken

BD D

Waterdiepte

1

2

3

4

5

geen ingrijpcriterium

BD E

Vloeistofstroom in de binnenkomende buis

1

5

BD F

Atmosfeer in leiding

% gas of concentratie ppm

BD G

Verlies van beeld

BE X

Gerepareerd

1

2

3

4

5

Nagaan of actie nodig is. Fysieke kwaliteit van de rioolleiding beoordelen aan de hand van inspectiebeelden

 

Verbeteringsplannen

Op basis van analyses en berekeningen constateren we of onze systemen naar behoren presteren. Als de objecten onvoldoende functioneren, dan maken we een plan voor maatregelen waarmee het functioneren kan worden verbeterd. Vooral de werking van de drukriolering behoeft een blijvende aandacht.

 

Uitvoeringsprogramma DPRA

Veel van de verbeteringen op watergebied worden gestimuleerd vanuit het DPRA. De maatregelen zijn er op gericht om het watersysteem en het openbare gebied (water)robuuster te maken en daarmee de klimaatbestendigheid te verbeteren. Momenteel kijken we bijvoorbeeld naar verbeterpunten voor het hydraulische functioneren van riolering en oppervlaktewater (inclusief duikers) aan de hand van stresstesten voor hemelwateroverlast. We blijven inzetten op het gescheiden houden van regenwater van afvalwater. We stellen vast waar opvallende locaties zijn en waar knelpunten optreden. We gaan vervolgens na wat hiervan de oorzaak is. We organiseren klimaatgesprekken om urgentie en prioriteit van ingrepen vast te stellen. Vervolgens beoordelen we de doelmatigheid van de verbetervoorstellen en we stellen vast welke verbeteringen we doorvoeren.

 

Archeologisch en bodemonderzoek

Bij het uitvoeren van graafwerkzaamheden bestaat er soms een verplichting tot archeologisch en bodemonderzoek. De vorm en frequentie van deze onderzoeken verschilt per locatie. Bij graafwerkzaamheden langs oude weteringen, bij bruggen moet bijvoorbeeld vooraf worden nagegaan of archeologisch en/of bodemonderzoek nodig is. Bij projecten met graafwerkzaamheden kunnen er extra kosten voor deze onderzoeken. We nemen in de kostenbegroting een post voor archeologisch en bodemonderzoek op, zodat we de onderzoekskosten kunnen dekken.

 

Verordeningen

In het kader van de vergunningverlening is er behoefte aan twee nieuwe verordeningen. Deze gaan we in de komende planperiode opstellen/actualiseren. We gaan te rade bij onze collega-gemeenten om te kijken of we documenten van hen als basis kunnen gebruiken.

  • Opstellen aansluitverordening; we gebruiken het bestaande aansluitformulier als basis.

  • Opstellen hemelwaterverordening; we leggen in de verordening vast hoeveel berging op eigen terrein moet worden gemaakt bij inbreidingslocatie. Eventueel ook opnemen dat je de wasmachine niet aansluit op het HWA > verordenen wat je mag en moet aansluiten op HWA. + overzichtskaart om welke gebieden het gaat.

Actualiseren Nota Riolering

Deze Nota Riolering heeft een looptijd van 2023 t/m 2026. Dit betekent dat in 2026 moet worden begonnen met het actualiseren van het Nota Riolering.

 

2) Onderhoud en reparatie

Gebruik van de voorzieningen heeft slijtage tot gevolg. Verstrijken van de tijd zorgt voor veroudering. Onderhoud en reparatie zijn nodig om de bestaande objecten functioneel te houden.

 

Onderhoud vrijvervalriolering

Regelmatige reiniging van de vrijverval riolen zorgt voor een goede doorstroming van de riolen. Een deel van de riolen wordt na reiniging geïnspecteerd om een beeld te krijgen van de kwaliteit van de riolering. Naar aanleiding van de inspecties worden eventuele reparaties uitgevoerd.

 

Straatvegen en onderhoud straat- en trottoirkolken

Vuildeeltjes op straten worden meegevoerd met neerslag en spoelen via de straat- en trottoirkolken het rioolstelsel in. In het rioolstelsel zorgen ze voor extra vervuiling, soms ook voor verstoppingen. Om dit te voorkomen worden straten regelmatig geveegd. De kosten voor straatvegen worden voor 50% toegerekend aan de riolering.

 

Wanneer een kolk is verstopt, leidt dit tot waterplassen op straat. De straat- en trottoirkolken worden 1x per jaar gereinigd. Dit is nodig om te zorgen voor een goede afstroming van hemelwater.

 

Onderhoud rioolgemalen

De mechanisch-elektrische installatie van rioolgemalen wordt 4 maal per jaar gecontroleerd en indien nodig gereinigd. Eenvoudige kleine reparaties worden uitgevoerd.

 

Onderhoud gemalen en drukriolering

De drukrioleringsgemalen worden onderhouden door een gespecialiseerd bedrijf. Dit bedrijf gaat voor reiniging en inspectie 1x per jaar langs bij alle gemalen. Bij storingen reageert een medewerker van de gemeente, indien deze het probleem niet kan verhelpen wordt het onderhoudsbedrijf ingeschakeld.

 

Het Hoogheemraadschap van Rijnland onderhoudt 1 hoofdrioolgemaal van de vrijvervalriolen van de gemeente (gemaal Meerzicht). In principe gebeurt het onderhoud 1 maal per jaar. Er zijn afspraken gemaakt over de kwaliteit en beschikbaarheid van de gemalen, het Hoogheemraadschap stemt het onderhoud per gemaal af op de situatie. De overige gemalen lopen mee in de onderhoudscontracten van de drukriolering.

 

Onderhoud van watergangen en waterpartijen

Kadastrale perceel in eigendom van gemeente, onderhoud door Hoogheemraadschap. Gemeente wel ontvangstplicht voor bagger. Geregeld in convernant.

Gebied Rijnland: Gemeente betaalt aan het Hoogheemraadschep van Rijnland voor afvoeren en verwerken van baggerslib.

Gebied Schieland en de Krimpenerwaard: bagger wordt in depot gezet.

Gebied Delfland: bijna alle watergangen zijn in eigendom, in beheer en onderhoud van Delfland ook een particuliere waterplas. De gemeente heeft geen beheertaken en draagt ook niet bij aan onderhoudskosten. Enkele kleine watergangen zijn bij de gemeente in beheer (@zie de lijst). Voor deze watergangen geldt dat de gemeente wel beheertaken met de daarbij behorende onderhoudskosten heeft.

De gemeente is verantwoordelijk voor onderhoud en functioneren van de duikers. Geldt voor alle 3 de Hoogheemraadschappen.

 

3) Renoveren of vervangen

In de vervangingsplanning is bepaald hoeveel riolen wanneer worden vervangen of gerenoveerd. We gaan op basis van het vervangingsplan na hoe groot en complex de vervangingsopgave is en we zorgen ervoor dat het werk wordt voorbereid door onze eigen dienst (sporadisch extern) zodat de uitvoering ervan kan worden aanbesteed. We voeren het renovatie-of vervangingswerk niet zelf uit. Hiervoor contracteren we een aannemer. We houden zelf toezicht op het uitvoeringswerk, zodat we zeker weten dat er wordt gemaakt wat we willen hebben.

 

4) Afhandelen van meldingen en klachten

Soms komen klachten/meldingen binnen. Het gaat dan bijvoorbeeld om situaties waarin afvalwater, hemelwater of grondwater niet goed wegloopt, stankoverlast oplevert of werkzaamheden die overlast veroorzaken. Na ontvangst wordt de klacht/melding onderzocht, waarna er wordt beoordeeld in hoeverre de gemeente moet en kan zorgen voor een oplossing. In principe wordt binnen één werkdag een reactie gegeven. Bij urgente klachten is er binnen 4 uur iemand ter plaatse. We streven ernaar om deze klachten binnen 24 uur opgelost te hebben. De meeste meldingen komen telefonisch binnen. Overige meldingen klachten komen in het registratiesysteem ‘Verbeter de buurt’.

 

5) Vergunningverlening, toezicht en handhaving

De gemeente en de Omgevingsdienst Haaglanden ODH geven verschillende vergunningen uit die te maken hebben met riolering. Het vergunningsproces vraagt om een zorgvuldige omgang met en afweging van informatie en belangen. Afhankelijk van de vergunningaanvraag kan hier veel voor nodig zijn.

 

Een belangrijk type vergunning voor de riolering is de omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In de omgevingsvergunning worden verschillende zaken geregeld rondom (ver)bouwwerkzaamheden, riolering/water vormt één van deze zaken. De gemeente is vergunningverlenende instantie, maar heeft de verplichting om andere relevante overheden te betrekken in het traject. Voor het verlenen van een omgevingsvergunning is daarom vaak overleg nodig met de Hoogheemraadschappen.

 

De ODH verzorgt toezicht en handhaving op bestaande lozingen. Voor specifieke lozingen op het gemeentelijke rioolstelsel wordt advies gevraagd bij de gemeente Zoetermeer. Toezicht en handhaving dient in nauw overleg met gemeente en de betreffende van de drie hoogheemraadschappen te gebeuren, om te bepalen waar controles uitgevoerd dienen te worden. In sommige gevallen is de provincie of het rijk de vergunningverlenende instantie.

Bijlage 5 Evaluatie grp 2016 – 2020

In de afgelopen planperiode van het GRP 2016 – 2020 zijn de gemeentelijke watertaken naar behoren uitgevoerd. Wij voldoen aan onze waterzorgplichten. Beleid, beheer en onderhoud zijn er op ingericht om dit zo te houden. De taken bestaan op hoofdlijnen uit de volgende onderdelen:

Voorbereiding voor beleid en uitvoering

Reguliere beheertaken bestaande voorzieningen

Verbeteringen

Uitbreiding areaal

Samenwerking

 

Voorbereiding voor beleid, planvorming

In 2017/2018 is een klimaatstresstest uitgevoerd.

Er heeft regulier overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Er is een vernieuwd convenant opgesteld voor het baggeren.

Op enkele plaatsen is de capaciteit van duikers vergroot.

Er is onderzoek gedaan naar foutieve aansluitingen in bedrijfsterrein Lansinghage.

Begin 2019 is gestart met de voorbereiding binnen het NAD voor de OAS Harnaschpolder.

In 2020 is gestart met deze berekeningen voor de OAS Harnaschpolder welke volgens de planning in april/mei 2021 zijn voltooid.

In 2019 heeft via regionale inkoop de aanbesteding in percelen plaatsgevonden van een bestek voor reiniging en inspectie en een bestek voor relining plaatsgevonden. De maximale looptijd van deze bestekken is 4 jaar.

In kwartaal 1 van 2020 is gestart met het opstellen van de Nota Riolering (breder GRP) waarbij aansluiting wordt gezocht met de omgevingsvisie.

 

Reguliere beheertaken bestaande voorzieningen

Inspectie en reiniging wordt volgens een cyclus uitgevoerd.

De meldingen via melddesk worden afgehandeld en hierin zien we fluctuatie. De laatste jaren nemen het totaal aantal meldingen toe met circa 11 %. Door het thuiswerken ontstaan er meer meldingen.

 

Verbeteringen

Het toegenomen areaal aan inspecties zorgt voor een beter en actueel inzicht in de kwaliteit van de riolering.

Met dit betere inzicht wordt het programma voor relining gemaakt. In de afgelopen jaren zijn veel asbestcementleidingen gerelined.

Uit de inspecties is naar voren gekomen dat in een aantal gresleidingen in Oosterheem scheuren vertoonden waarna relining is uitgevoerd.

Daarnaast zijn via rioleringsbestekken grotere zonken in het rioolstelsel aangepast.

Jaarlijks vinden er in de planperiode gemiddeld 2 tot 3 reparaties plaats in het hoofdriool.

In 2017 is in de Eerste Stationsstraat nabij Pilatusdam een slecht functionerende duiker in de Buurtvaart vervangen. De duiker met daarin een zinker en een DWA-kruisingsput is vervangen door een nieuwe vrijliggende DWA-leiding met daar overheen een nieuwe rechte duiker zonder zinker. Hierdoor is de doorstroming in de Buurtvaart verbeterd en kan onderhoud en inspectie makkelijker plaatsvonden.

In 2019 zijn in het Westerpark drie kleine duikers Ø300 mm vergroot door twee grotere duikers Ø600 mm. Hierdoor is de doorstroming van de singels in de wijk Meerzicht en het Westerpark verbeterd.

 

Uitbreiding areaal

In de wijk Palenstein is in het gebied waar stadsvernieuwing plaatsvindt de singel en de riolering gewijzigd en vervangen. Deze stadsvernieuwing is voorlopig nog niet afgerond.

In de wijk Rokkeveen is het voormalig tracé voor Randstadrail bebouwd, waarvoor nieuwe riolering is aangelegd. Deze inbreiding is bijna afgerond.

Aan de Van Leeuwenhoeklaan/Vlamingstraat is in 2017 uitbreiding van het riool voor de nieuwbouw van 15 woningen uitgevoerd.

In de nieuwbouwwijk Oosterheem zijn nog steeds ontwikkelingen aan de gang.

Langs de Zegwaartseweg en Voorweg vinden particuliere nieuwbouw ontwikkelingen in toenemende mate plaats.

Daarnaast zijn er nog een aantal kleine nieuwbouwlocaties in bestaande wijken geweest waarvoor nieuwe huisaansluitingen zijn aangelegd.

 

Samenwerking

Met de hoogheemraadschappen wordt op verschillende fronten samengewerkt:

  • -

    Baggerwerkzaamheden HHSK en HHR;

  • -

    Beheer watergangen en duikers

  • -

    Onderzoek en plan van de aanpak voor algen in de Zoetermeerse Plas en Noordhovense Plas met HHR

  • -

    Samenwerking op het gebied van afvalwater via het Netwerk Afvalwater Delfland, door kennisuitwisseling en gezamenlijke projecten

  • -

    Diverse overleggen met betrekking tot het lopende beheer, nieuwe ontwikkelingen en informatie-uitwisseling

  • -

    Het opstellen van het Afvalwaterakkoord (AWA) ter opvolging van de vervallen aansluitvergunning

  • -

    Het opstellen van een samenwerkingsagenda;

  • -

    Samenwerking in wijkbestekken voor Rokkeveen en Oosterheem met HHSK

  • -

    Het samen overleggen over stankklachten bij hoofdrioolgemaal Meerzicht en verbeteren van de situatie door onder anderen stankfilters

  • -

    Het transport van afvalwater via het Zoetermeerse rioolstelsel naar HRG Meerzicht van afvalwater van:

    • -

      bedrijventerrein Prisma via RG Rokkeveenseweg;

    • -

      kern Benthuizen via het vrijverval riool in de Edisonstraat-Noord;

    • -

      Gelderswoudse weg via het vrijverval riool in het Marotplan;

    • -

      Nieuwbouwproject aan de Katwijkerlaan Noord via het vrijverval riool in de Agaat;

 

Bijlage 6 Prognose woningbouw

 

Prognose woningbouw

 

Woningbouwprognose 2021 e.v.

jaar

netto toevoeging

netto toevoeging prognose

gemiddelde netto toevoeging per jaar

gemiddelde netto toevoeging per jaar in planperiode

2020

185

2021

1.216

2022

765

2023

2.165

2024

2025

2026

593

267

200

868

2027

2028-2035

75

700

 

Bron: Rapportage Ruimtelijk Fysiek 2e halfjaar 2020

 

Conclusie

  • De gemeente heeft de ambitie om de komende 10-15 jaar 10.000 woningen te realiseren. Met de huidige productie wordt deze doelstelling behaald.

  • De gemeente onderzoekt of nog eens 6.000 woningen extra zouden kunnen worden gebouwd. Deze gegevens zijn niet meegenomen in deze Nota Riolering.

 

 

Prognose afvalwaterhoeveelheid

Afvalwaterprognose Zoetermeer

Actueel (2020)

Prognose 2025

Prognose 2035

Inwoners

en Woningen

aantal inwoners

[-]

128850.00

143997.00

157220.00

gemiddelde woonbezetting

[inw/won]

2.29

2.20

2.20

aantal woningen

[-]

56246.10

65418.00

71398.00

Droogweerafvoer

(biologisch)

huishoudens

[i.e. 150g O2]

150325.00

167996.50

183423.33

o.b.v. heffinggegevens

bedrijven (incl. recreatie)

[v.e. 150g O2]

51573.94

47515.12

47515.12

totaal

[i.e. 150g O2]

201898.94

215511.62

230938.45

Droogweerafvoer

(hydraulisch)

huishoudens

[m³/h]

1546.20

1727.96

1886.64

bedrijven (incl. recreatie)

[m³/h]

878.70

947.70

947.70

totaal

[m³/h]

2424.90

2675.66

2834.34

Aangesloten verhard

oppervlak

woningen

[ha]

32.55

32.55

32.55

[m²/won]

bedrijven

[ha]

109.20

29.20

29.20

totaal

[ha]

141.75

61.75

61.75

Pomp-overcapaciteit

norm gemengd

[mm/h]

0.70

0.70

0.70

norm vgs

[mm/h]

0.30

0.30

0.30

woningen

[m³/h]

162.45

162.45

162.45

bedrijven

[m³/h]

335.60

335.60

335.60

totaal

[m³/h]

498.05

498.05

498.05

Totale capaciteit

Hydraulisch benodigd

[m³/h]

2922.95

3173.71

3332.39

Biologisch benodigd

[i.e. 150g O2]

201898.94

215511.62

230938.45

 

 

Bijlage 7 Overzicht overstorten en hwa-uitlaten

 

 

Bijlage 8 Reactie bevoegde instanties op concept

 

In deze bijlage vindt u de reacties die wij per e-mail van de Hoogheemraadschappen ontvingen. We hebben hen het conceptdocument van het hoofdrapport en het bijlagenrapport van de Nota Riolering toegestuurd.

 

We zijn vooral blij met de opmerkingen van het Hoogheemraadschep van Delfland. We hebben deze dan ook ter harte genomen.

 

Ook de opmerkingen van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en van het Hoogheemraadschap van Rijnland waren zeer welkom en nuttig. Deze hebben ervoor gezorgd dat we ons beleid nog beter en helderder konden verwoorden. We hebben de relevante opmerkingen verwerkt. Een aantal opmerkingen hebben we voor kennisgeving aangenomen, omdat we vinden dat we ons beleid in de oorspronkelijke tekst goed verwoord hebben.

 

Onderwerp: RE: Concept Programma Water

Van:

Verzonden: dinsdag 22 december 2020 10:55

Aan:

CC:

Onderwerp: RE: Concept Programma Water

Beste collega’s,

Bijgaand mijn opmerkingen op het programma water Zoetermeer en de bijlagen.

Algemeen vind ik het goed leesbaar ..

Ik heb me hierbij beperkt tot de waterketen, omdat Delfland slechts een zeer klein deel van het

Zoetemeerse oppervlaktewater beheert. Ik heb vertrouwen in de collega’s van Rijnland en Schieland en

de Krimpenerwaard dat zij daar meer aandacht aan besteden en sluit me graag bij hun aanvullingen aan.

Succes met de verdere verwerking. Ik zie graag de finale versie voordat deze door het bestuur is

vastgesteld.

Hartelijke groet,

Van:

Verzonden: dinsdag 8 december 2020 13:12

Aan

Onderwerp: Concept Programma Water

Beste Carlo,

Wij zijn bezig met het opstellen van een nieuw GRP in een andere vorm. Om aan te sluiten bij de Omgevingswet is

de vorm en inhoud anders dan een traditioneel GRP en noemen wij het nu “Programma Water”. Uiteraard hebben

alle zorgplichten ook hun plek gekregen.

Het concept is nu zover om te delen. Graag wil ik jouw vragen om het document te beoordelen. De definitieve versie

delen wij uiteraard ook met jullie, maar in kader van de samenwerking willen wij deze versie nu al met jullie te delen

zodat er nog input mogelijk is.

Aan de financiële paragraaf wordt nu hard gewerkt. Graag hoor ik wanneer wij een reactie terug kunnen

verwachten.

Met vriendelijke groet,

 

Gemeente Zoetermeer

2

Programmamanager Openbare Ruimte, afdeling Stadsbeheer

Bezoekadres: Engelandlaan 502, 2711 DV Zoetermeer

Postadres: Postbus 15, 2700 AA Zoetermeer

 

Werkzaam maandag t/m donderdag

www.zoetermeer.nl ¦ www.facebook.com/gemeentezoetermeer ¦ www.twitter.com/gemzoetermeer

Meer weten over Delfland?

Abonneer u op de elektronische nieuwsbrief via www.hhdelfland.nl.

Delfland besteedt grote zorg aan de totstandkoming en verstrekking van de informatie in deze e-mail en eventuele bijlagen. Gebruik van

deze informatie door anderen dan de geadresseerde is toegestaan onder de voorwaarde dat u de bron vermeldt. Indien uit de aanhef of

de inhoud blijkt dat dit bericht niet voor u is bedoeld, verzoeken wij u de afzender hierover te informeren, het bericht te verwijderen en

de inhoud niet te gebruiken of openbaar te maken. Voor onze algemene voorwaarden en diensten verwijzen wij u naar onze website

www.hhdelfland.nl.

Denk aan het milieu, print deze e-mail alleen als het nodig is

 

Onderwerp: RE: Concept Programma Water

Van: "

Datum: 15 januari 2021 om 17:46:16 CET

Aan: "

Kopie: ".

Onderwerp: RE: Concept Programma Water

Beste Jeroen,

Wij zouden nog reageren op jullie programma Water. We zijn erg blij met de ambitie van het plan, en de consistentie met de stresstest. Doordat het plan echter hoog-over is, is het lastig voor ons te bepalen hoe de uitwerking van de ambities er uit gaat zien. Er worden bijvoorbeeld geen toetsingscriteria genoemd. We zouden daarom graag betrokken blijven bij het opstellen van de themakaarten en concrete plannen. Het makkelijkst is om dit via Anne Witteveen te doen. Zij kan eea dan verder uitzetten binnen HHSK.

Een algemene opmerking is dat op een aantal punten gesproken wordt over de waterschappen. Op bijv. blz. 11 boven het plaatje gaat dit mis (Rijnland wordt 2 keer

genoemd). Ik zou alle vermeldingen van waterschappen nog even nalopen, om te controleren dat duidelijk is om welk waterschap het gaat.

In het document staan een paar puntjes die wat vragen oproepen, die waarschijnlijk snel beantwoord kunnen worden:

- Er wordt gesproken over een probleem bij overstorten na droogte. Is dit iets wat daadwerkelijk is opgetreden in het verleden, of is dit een theoretisch probleem?

De tekst hierover leest alsof het een erg urgent probleem is, wat opvallend is gezien het geringe aantal overstorten in Zoetermeer.

- Er wordt gesproken over een controle van de afvoercapaciteit van HWA-gemalen. Wat wordt hier precies mee bedoeld? Gaat dit ook over het gemaal Meerzicht. De

opmerking op blz 9 dat verkleinen van pompovercapaciteit geen gevolgen heeft voor overstortvolume moet worden aangepast. We zijn nu bezig met onderzoeken of dat inderdaad het geval is.

- Wat betreft riothermie is het belangrijk ook rekening te houden met minimaal benodigde temperaturen op de zuivering. Heeft Delfland hier eisen voor?

- Wat betreft het verwijderen van hormonen en medicijnen: wordt hiermee aan de voorkant, of bij de zuivering bedoeld?

- Voor warmte-koude-opslag is het van belang aan de voorkant goed af te stemmen waar spoelwater heen gaat. Hoe ziet de gemeente dit?

- Hoe serieus zijn jullie als het over nieuwe sanitatie gaat, en waar gaat het dan om?

Tenslotte, omdat het programma als GRP dient, en dat (nog net) verplicht is, mis ik een aantal zaken. Daardoor is het lastig er iets definitiefs over te zeggen. Ik zou daarom

graag nog de afgeronde bijlagen lezen, voordat ik officieel reageer op dit programma (ik ga er voor het gemak van uit dat jullie een brief van ons verwachten). Volgens mij

kunnen in de bijlagen vrij makkelijk de volgende zaken nog verwerkt worden:

- Een kaart met de locaties van de 3 overstorten (nodig, om niet in het vergunningencircuit te geraken).

- Een volledige prognose voor het afvalwateraanbod. Als het mogelijk is onderscheiden naar wijk, zodat de drie waterschappen weten waar ze aan toe

zijn.

- Een overzicht van de rioleringsmaatregelen, inclusief planning, kosten en eventuele verdeling hiervan. Ik kan me voorstellen dat een aantal van jullie

maatregelen (bijv. afkoppelen, poc) ook oog hebben voor de kostenverdeelsleutels.

 

Ik hoop dat je hiermee verder kunt en ontvang graag de definitieve versie van in ieder

geval de bijlagen.

Vriendelijke groet,

Anke

Van:

Verzonden: maandag 7 december 2020 10:34

Aan:

CC

Onderwerp: Concept Programma Water

Beste Anke,

Wij zijn bezig met het opstellen van een nieuw GRP in een andere vorm. Om aan te sluiten bij de

Omgevingswet is de vorm en inhoud anders dan een traditioneel GRP en noemen wij het nu

“Programma Water”. Uiteraard hebben alle zorgplichten ook hun plek gekregen.

Het concept is nu zover om te delen. Graag wil ik jouw vragen om het document te beoordelen. De

definitieve versie delen wij uiteraard ook met jullie, maar in kader van de samenwerking willen wij

deze versie nu al met jullie te delen zodat er nog input mogelijk is.

Aan de financiële paragraaf wordt nu hard gewerkt. Graag hoor ik wanneer wij een reactie terug

kunnen verwachten.

Met vriendelijke groet,

Gemeente Zoetermeer

Programmamanager Openbare Ruimte, afdeling Stadsbeheer

Bezoekadres: Engelandlaan 502, 2711 DV Zoetermeer

Postadres: Postbus 15, 2700 AA Zoetermeer

 

Werkzaam maandag t/m donderdag

www.zoetermeer.nl ¦ www.facebook.com/gemeentezoetermeer ¦

www.twitter.com/gemzoetermeer

 

Onderwerp: RE: reactie op 1ste concept Programma Water

Van:

Verzonden: vrijdag 8 januari 2021 12:26

Aan:

>

Onderwerp: reactie op 1ste concept Programma Water

Beste Jeroen,

Hierbij zend ik je namens mijn collega onze opmerkingen m.b.t. jullie 1ste concept van het Programma Water van 18 november 2020. Mijn naam is ik ben de nieuwe rioleur binnen HH Rijnland en daarmee directe collega van Saskia. Mijn werkgebied behelst het Groene Hart, Leidschendam-Voorburg, Krimpenerwaard en Zoetermeer. Zodoende ben ik aangetakt door Saskia bij de beoordeling van jullie 1ste concept Programma Water. Met belangrijke input van mijn collega’s heb ik deze opmerkingen kunnen opstellen. Ik zou graag een afspraak met je inplannen waarin we onze opmerkingen samen nog even kunnen doorspreken en tegelijk ook nader kennis kunnen maken.

 

Met vriendelijke groet,

Adviseur Waterketen

Vergunningverlening en Handhaving

071-306 3904

Lars.Mandjes@rijnland.net

woensdag roostervrije dag

Hoogheemraadschap van Rijnland

Archimedesweg 1, 2333 CM Leiden

Postbus 156, 2300 AD Leiden

www.rijnland.net

Opmerkingen dd. 08-01-2021 op GWP Zoetermeer, 1ste concept van 18 nov ’20

opsteller:, Hoogheemraadschap van Rijnland

opmerkingen zijn tot stand gekomen met belangrijke input van mijn collega’s

 

p7 meekoppelkansen verzilveren, integrale en wijkgerichte aanpak, komt regelmatig terug in dit GWP. heel goed!

p7 1ste alinea staat dat er voldoende fte is. Is opvolging van ervaren (riool-)medewerkers die met pensioen gaan voldoende geregeld?

p7 tekstueel: beheer ipv ‘bezit’?

p7 onder aansluitpercentage: laatste punt.. uitstel vanwege andere redenen, welke redenen en hoeveel in getal? En lozen deze percelen dan ongerioleerd of helemaal niet?

P7 laatste alinea; wat betreft Iba’s: duidelijk aangeven tot waar de gemeente de zorgplicht voor afvalwater op zich neemt (als er niets over aangegeven wordt, reikt de zorgplicht tot de

gemeentegrenzen. De zorgplicht wordt dan ingevuld met gemeentelijke Iba’s. Geef je als gemeente duidelijk aan in je grp/waterplan in welke gebieden de particulier zelf moet zorgen voor zijn afvalwaterzorg, dan beperk je het aantal gemeentelijke Iba’s en legt de gemeente het beheer ervan in particuliere handen).

P8 99,9% van de vrijvervalrioolstelsels in de gemeente is gescheiden, dat is ook mooi, maar is er ook

inzicht in de hoeveelheid foutaansluitingen?

Omschrijving staafdiagram onderaan p8 ontbreekt.

P9 eerste par.: 2x Delfland, terwijl HH Rijnland niet wordt genoemd!

P9 laatste alinea, par 2.1:

Onderhoud

Rijnland is de beheerder van het water voor wat betreft de waterkwaliteit, het waterpeil en water aan- en afvoer. Het onderhoud van watergangen bestaat uit het dagelijks onderhoud en het groot onderhoud (het baggerwerk). Bij Rijnland is er geen sprake van A-watergangen maar is er sprake van primaire watergangen en overige watergangen. Het onderhoud van het primaire water ligt bij Rijnland. Het onderhoud van het overige water ligt bij de gemeente. Er loopt een discussie over de status van primair water van watergangen. Deze periode moet dus die discussie plaatsvinden. De gemeente gebruikt vaak de term beheer i.p.v. onderhoud, dit is een belangrijk onderscheid! Beheer is geen onderhoud!

p9 2.2 droogte tegengaan door water in de ondergrond vast te houden=top

Duikers:

p9 2.2. als aanvullende opmerking op de opgave om de afvoercapaciteit van het HWA-riolen (hiermee worden toch de duikers bedoeld?) in kaart te brengen: Zoetermeer heeft genoeg bergingscapaciteit in het oppervlaktewater, maar kan de hemelwaterriolering het er ook naartoe krijgen? Ook met de geplande inbreidingen? Of lukt dat via maaiveld zonder problemen te krijgen? Wellicht reden tot urgentie voor het openmaken van een aantal duikers in de gemeente die de afvoercapaciteit beperken en vooral de bedrijfszekerheid daarvan.

p10 klimaat adaptieve inrichting (en ook 4.2.1) Met de uitbreiding van Zoetermeer vanaf de zestiger jaren is het regenwater afgekoppeld en met het vele oppervlaktewater en de parken is de stad toen al klimaatbestendig ingericht Opmerking: Hier wordt gesuggereerd dat er geen sprake is van een risico. Gebleken is dat door het groot aantal duikers wel degelijk sprake is van een risico voor bepaalde objecten in de stad. Zie ook de klimaatatlas van Rijnland. De duikers kunnen bij extreme neerslag eenvoudig verstopt raken of worden geblokkeerd door materiaal dat voor de roosters blijft hangen. Ook vanwege het feit dat de stroomrichting in de stad wordt omgedraaid om de belasting van de Zoetermeerse plas met nutriënten

te verminderen zullen bepaalde duikers moeten worden vergroot.

In 4.2.1 wordt niet ingegaan op de risicodialoog die er gevoerd zal gaan worden op basis van de klimaatstresstest. Aanpak van duikers zou ook onder 2.4 klimaatverandering en DPRA genoemd moeten worden.

p12 Zoetermeer wil een inhaalslag maken op het gebied van wonen; 10.000 woningen erbij in 10-15jaar! Voornamelijk inbreidingslocaties.

p12 Het Hoogheemraadschap van Rijnland eist dat 15% van het bruto oppervlak van de ontwikkeling wordt gereserveerd voor oppervlaktewater. Dit klopt niet. Er moet bij uitbreiding van verharding gecompenseerd worden door het graven van water met een oppervlak van 15 % van de toegevoegde verharding. Compensatie voor nieuwe verharding kan in sommige gevallen ook worden uitgevoerd door een alternatieve maatregel te treffen. Dit is niet afhankelijk van de omvang van het gebied. In het verleden was dit wel het geval.

p16 wederom wordt hier aangegeven dat het systeem goed op orde is; duikers vormen hierop een extra aandachtspunt. Daar waar mogelijk zijn open watergangen betrouwbaarder voor de afvoercapaciteit. Ook is het in het geval van duikers van belang dat er vrije hoogte boven het peil aanwezig is om ophoping van kroos te voorkomen ter voorkoming van verstikking van het water.

p18 stimuleren ontstening particulier terrein en vergroenen schoolpleinen = top

p21 Bij kwel is het van belang te vermelden dat de kwel hoge concentraties nutriënten bevat die daardoor in het oppervlaktewater komen en leiden tot meer algengroei, een slecht doorzicht en daardoor tot een matige ecologie in het oppervlaktewater. Om de kwaliteit te borgen moet relatief veel worden doorgespoeld.

p22 Daarnaast onderzoekt de gemeente samen met het hoogheemraadschap waar er mogelijkheden zijn om lange duikers in de stad open te maken, waardoor er meer oppervlaktewater ontstaat. Hierdoor ontstaan er ook alternatieve routes voor de verversing van het water. Dit komt de waterkwaliteit ten goede.

Opmerking: in het kader van het watergebiedsplan/KRW wordt dit inderdaad onderzocht. In de SSA is

daarnaast het volgende afgesproken:

1. Er is een gezamenlijke afspraak gemaakt om ervoor te zorgen dat het gemeentelijk onderhoud van duikers qua planning samenvalt met het baggeren van watergangen.

2. Bij vervanging van lange duikers wordt gestreefd naar het realiseren van open water. Daar waar het niet mogelijk is om een duiker te vervangen door open water wordt gestreefd naar het realiseren van duikers met voldoende lucht (open ruimte boven het water in de duiker). Ook wordt afgewogen of een duiker kan worden uitgevoerd met een ecologisch voorziening om migratie van kleine zoogdieren mogelijk te maken.

p26 In paragraaf 6.3 wordt gesproken over foutieve lozingen. Waarschijnlijk wordt hier verwezen naar foute aansluitingen bijvoorbeeld een lozing vanuit een schuurtje in de tuin op het schoonwaterriool. Er ligt hier een relatie met recreatie maar uiteraard ook met ecologie als beschreven in 5.3 (natuur en biodiversiteit). Naast het beperken van foutieve lozingen zou ook gedacht kunnen worden aan het opsporen daarvan bijvoorbeeld om de verspreiding van bioresistente bacteriën in oppervlaktewater te verminderen.

 

In 6.3. is ook de hengelsport genoemd. In de SSA hebben wij opgenomen dat Rijnland en Zoetermeer de KRW-doelen voor vis en het gemeentelijk visbeleid nader met elkaar zullen afstemmen. Dit hangt ook samen met 5.3

p28 In 7.2 wordt gesproken over het goed omgaan met de riolering. Naast het wegspoelen van verfresten, vet, medicijnen en toiletdoekjes die niet in het riool thuis horen is in de SSA aandacht gevraagd voor make up waarin microplastics zijn verwerkt. Hierover willen wij nog graag nader overleg voeren samen met Delfland.

 

Overall: de afspraken in de SSA dienen goed in dit plan te worden opgenomen.

 

Opmerkingen Bijlagen:

P4 capaciteit HWA Harnaschpolder/Meerzicht die gecontroleerd/doorgerekend wordt; liggen hier ook de (te) lange duikers? (bij Zoetermeer onder de categorie rioolstelsel ingedeeld)

P5 opstellen van een aansluitverordening danwel onderdeel omgevingsplan in 2022; geldt 50 mm berging particulieren alleen voor nieuwbouw of ook voor bestaande bouw? -groene daken ipv bergingseis….is dat wel gelijkwaardig? Misschien beter groene daken inzetten om bergingseis in te vullen?

P9 tekstueel: ‘en’ de zuivering (awzi’s)

Par 2.1 gehanteerde methode is de DoFeMaMe-methode, echter staat in de alinea eronder dat hiervan wordt afgeweken vanwege de bredere kijk op het watersysteem.. tegenstrijdigheid.

par 2.3 check afwijkende toetsing.

P13 in kolom toetsing en onder stelsel-typen: gemengd stelsel wordt langzaam omgebouwd; wil dit zeggen dat de bestaande buis in gebruik blijft als onderdeel van het gescheiden stelsel?

P14 toepassen van verschillende kleuren buizen om foutaansluitingen te voorkomen is ook heel goed!

P15 Iba’s: er is gekozen voor drukriolering, aanleg van nieuwe Iba’s is dus niet het beleid. Ook goede keuze!

P20 punt d) in principe wil je helemaal geen oppervlaktewater dat via de overstortdrempel het rioolstelsel inloopt! Dus niet ‘bij voorkeur’. Er staat hier wel nadere toetsing voor ingepland, dat is goed! P29 meekoppelkansen (integrale aanpak) benutten is heel goed.

P31 hierop staat dat er niet met een calamiteitenplan wordt gewerkt. Van mijn collega begreep ik dat er in het verleden aggregaten paraat stonden om ingezet te worden bij een calamiteit. Deze aggregaten zijn tegenwoordig gekoppeld aan bepaalde assets, waardoor ze niet zomaar vrij ingezet kunnen worden bij een calamiteit. Is de gemeente Zoetermeer zich hiervan bewust?

P33 uitv.prog. DPRA: verbeterpunten voor het hydraulisch functioneren van de riolering: worden hierin ook de (te) lange duikers betrokken?

P33 opstellen nieuwe aansluitverordening: komt hier ook het buitengebied ter sprake en wat de procedure is bij Iba’s; wie plaatst en beheert de Iba? Of is dit in Zoetermeer niet van toepassing?

P33 opstellen nieuwe hemelwaterverordening: 50 mm berging particulieren, is dat alleen voor nieuwbouw of ook voor bestaande bouw? En groene daken ipv bergingseis….is dat wel gelijkwaardig? Misschien beter groene daken stimuleren om bergingseis in te vullen? Of iets met een subsidieregeling optuigen ter stimulering voor bestaande woningen. Gemeente Leiden en Den Bosch hebben goede voorbeelden van hoe een afkoppelverordening eruit zou kunnen zien; wellicht een idee om daar gebruik van te maken. 4

P34 1 hoofdgemaal dat onderhouden wordt door Delfland (Awtg Rokkeveenseweg?). Waarom wordt Awtg Meerzicht van Rijnland niet genoemd (en eventueel noodgemaal Oostergo)? Optimalisatie van AWTG Rijnland in combinatie met finetunen gemeentelijke gemalen zou top zijn.

 

Einde opmerkingen.

 

 

Bijlage 9 Maatschappelijke thema’s en water

 

In deze bijlage komen maatschappelijke onderwerpen aan bod die een directe relatie hebben met riolering en water in de openbare ruimte. De thema’s, die per paragraaf worden behandeld, zijn gelijk aan de hoofdlijnen uit de Visie Zoetermeer 2040 (zie ook paragraaf 1.3 van de Nota Riolering).

 

  • o

    Zoetermeer is mijn thuis

Het inzamelen en afvoeren van afvalwater is een kerntaak van de gemeente. De toestand van de afzonderlijke onderdelen van de riolering en het watersysteem zijn goed op orde. Zij voldoen in hoge mate aan de geldende richtlijnen. De Nota Riolering draagt bij aan het verder verbeteren van de leefbaarheid.

 

Figuur 2 Bijschrift foto

 

Wonen

De gemeente wil de komende 10 tot 15 jaar tenminste 10.000 woningen bij bouwen. Deze woningen worden aangesloten op de riolering. Met berekeningen gaat de gemeente na of het huidige riool het extra water aankan. Bij nieuwbouwprojecten geeft de gemeente vooraf eisen aan de ontwikkelaar mee hoeveel hemelwater moet worden verwerkt op het perceel. Hierover zijn afspraken gemaakt in het convenant ‘Klimaatadaptief bouwen in Zuid-Holland’. Zie voor de inhoud van het convenant en het bijbehorende programma van eisen de link Klimaatadaptief bouwen - Provincie Zuid-Holland.

 

Het Hoogheemraadschap van Rijnland eist bij uitbreiding van verharding dat dit gecompenseerd moet worden door het ontgraven van water met een oppervlak van 15% van de toegevoegde verharding. Bij nieuwbouw en inbreiding wordt in de planvorming (o.a. stedenbouwkundig plan) daarmee rekening gehouden.

 

Lucht

Straat- en trottoirkolken zijn uitgevoerd met een stankslot (te vergelijken met de zwanenhals onder de wasbak). Bij droog weer staan de stanksloten droog, waardoor rioollucht vrijkomt en stank veroorzaakt. De stanksloten worden met water gevuld om de stank te verhelpen. Dit hoort bij het dagelijks onderhoud. De grote rioolgemalen hebben een geurfilter. Regelmatige controle en vervanging van de filters hoort bij het dagelijks onderhoud.

 

  • o

    Duurzame stad in en tussen de parken

Duurzaamheid is onderdeel van de Nota Riolering. Naast het in orde houden van het bestaande watersysteem, ligt de nadruk op klimaatbestendigheid, duurzaamheid en besparing van energie.

 

Duurzaamheid en energie

Het afvalwater van Zoetermeer wordt vrijwel geheel gescheiden ingezameld en gaat naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Het regenwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Uit het geconcentreerde afvalwater wordt biogas gewonnen. Hieruit wordt energie opgewekt en dit bespaart dit CO2.

 

Er zijn kansen voor verduurzaming en vermindering van het energiegebruik. Wij volgen de innovaties op het gebied van energiewinning uit afvalwater (riothermie). We verkennen via de samenwerkingsverbanden de mogelijkheden voor nieuwe sanitatie en haken aan als er interessante ontwikkelingen zijn.

 

Water en klimaat

Op 19 september 2017 is Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) vastgesteld door het rijk. De kern van deze deltabeslissing is dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en (water)robuust ingericht is. Het DPRA behandelt de vier thema’s wateroverlast, droogte, hitte en overstroming.

 

Aanpak in drie stappen

De aanpak van Zoetermeer sluit aan bij de fasering van het DPRA. De fases ‘weten, willen, werken’ zijn vertaald in 3 stappen. Met deze stappen stellen we een concreet maatregelenpakket vast en we voeren deze uit. De stappen zijn:

 

Stap 1: Knelpunten in beeld. Hiervoor worden stresstesten uitgevoerd. De resultaten van de in 2018 gehouden stresstest vindt u via de link: 

https://zuid-holland.klimaatatlas.net/

https://zoetermeer.maps.arcgis.com/apps/MapSeries/index.html?appid=a708b15390174a36b4884cf99a598a79

Stap 2: Prioriteit vaststellen. In overleg met de waterschappen en woningbouwcorporaties worden prioriteiten gesteld op de knelpunten.

Stap 3: Maatregelen uitvoeren. Het gaat hier om het uitvoeren van maatregelen om knelpunten op wateroverlast, droogte, hitte en overstroming te verminderen. Deze thema’s worden hieronder kort toegelicht.

 

Figuur 3 Water op straat

 

We maken de openbare ruimte klimaatbestendig

We richten de openbare ruimte zo in dat we geen hittestress, droogtestress of wateroverlast creëren. En we zorgen ervoor dat we op plekken waar dit wel het geval is deze overlast laten afnemen. Vooral water en groen levert hieraan een grote bijdrage.

 

Wateroverlast

Om wateroverlast te voorkomen neemt de gemeente maatregelen door aanpassingen aan het rioolstelsel en watersysteem te doen. Voor Meerzicht worden als gevolg van wateroverlast maatregelen voorbereid. In bijlage 2 paragraaf 2.4.2 staan drie gradaties van wateroverlast beschreven.

 

Droogte

Door droogte kunnen rioolleidingen breken en kunnen stanksloten in straat- en trottoirkolken droogvallen en stank veroorzaken. Maatregelen die ingezet worden zijn o.a. regenwater vasthouden voor aanvulling van het grondwater of vullen van kolken met water om een droogvallend stankslot te verhelpen.

 

Hitte

Veel warme dagen achter elkaar heeft een negatief effect op de kwaliteit van het water door algengroei (blauwalg) en botulisme door dode vissen en eenden.

 

Overstromingen 

Overstromingsgevaar komt voor Zoetermeer van twee kanten. Dit kan zijn vanaf de oostkant of westkant. De gevolgen kunnen groot zijn. Hoogwaterbescherming is een taak van de hoogheemraadschappen. De maatregelen die worden genomen om ons tegen overstromingen te beschermen staan in het Deltaprogramma Ruimte voor de Rivier en het Deltaprogramma Rivieren. Voor meer informatie verwijzen wij u naar deze Deltaprogramma’s.

 

Bodem en ondergrond

Bij veel werkzaamheden binnen de gemeente wordt grond verplaatst. Vanuit het beleidsveld riolering gaat het om rioolvervangingen of baggeren van watergangen. Daarnaast heeft de gemeente de grondwaterzorgplicht, waarvoor zij op openbare terrein nadelige gevolgen van de grondwaterstand moet tegengaan. Daarvoor is het ook belangrijk te weten dat Zoetermeer gevoelig is voor omhoogkomend grondwater (kwel). In bijlage 2 staan de zorgplichten voor grondwater.

 

Kwelgevoelige gebieden (lichtblauw)

 

  • o

    Palet van wijken en buurten 

De Nota Riolering draagt bij aan de visuele en recreatieve beleving van water. Er wordt naar ruimte gezocht voor waterberging in het openbare gebied. Een goed voorbeeld hiervan is de aanleg van de Nieuwe Driemanspolder. In het stedelijk gebied is 99% van de riolering voorzien van regenwater afvoerleidingen. Door deze scheiding van vuil en schoon water komt er nauwelijks vuil rioolwater in vijvers en sloten terecht. Hierdoor blijft het oppervlaktewater schoon.

 

Waterberging Nieuwe DriemansPolder tussen Zoetermeer en Den Haag.

Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft een nieuwe waterberging tussen de gemeentes Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer ontwikkeld. Deze berging is nodig om de veiligheid in deze regio te waarborgen. Wanneer er teveel water in het gebied komt, door bijvoorbeeld hevige regenval in combinatie met hoge waterstanden, kan de waterberging in werking worden gezet. Momenteel is de verwachting dat deze situatie zich slechts één keer in de zeven jaar voor doet.

Wanneer er geen inzet van de waterberging nodig is, doet het uitstekend dienst als natuur- en recreatiegebied.

Met de aanleg van de piekberging in de Nieuwe Driemanspolder verbetert de waterveiligheid in het hele Rijnlandse werkgebied en worden specifiek een aantal regionale knelpunten in het watersysteem rondom Zoetermeer en Den Haag aangepakt.

 

Groen en landschap

De openbare ruimte in Zoetermeer kent veel groene en blauwe structuren. Deze gebieden vormen een buffer waardoor de effecten van klimaatverandering worden verminderd. De gemeente Zoetermeer zet zich in voor het behoud en de ontwikkeling van deze groenblauwe dooradering. Het gaat dan om zowel de waterkwaliteit als de waterkwantiteit. Zo streeft de gemeente ernaar om watergangen niet verloren te laten gaan bij ontwikkelingen. Hierin wordt samengewerkt met het betreffende hoogheemraadschap.

 

Natuur en biodiversiteit

Door natuurgebieden met elkaar te verbinden, via water, wil de gemeente Zoetermeer de verscheidenheid in planten en diersoorten (biodiversiteit) op peil houden en waar mogelijk vergroten. In het watergebiedsplan Zoetermeerse Plas en in de overeenkomst 'Uitvoering maatregelpakket KRW Zoetermeer’, staan verbeteringsmaatregelen voor de waterkwaliteit en ecologie van de Zoetermeerse Plas, de waterberging en doorstroming in de Nieuwe Driemanspolder.

 

Openbaar gebied

Wanneer bij een herinrichting het riool wordt vervangen worden werkzaamheden zoveel mogelijk geclusterd om overlast te beperken.

 

Functie van historische weteringen

In Zoetermeer liggen zes historische weteringen, die al in de Middeleeuwen ontstaan zijn als transportroutes: de Leidsewallenwetering, Delftsewallenwetering, Zegwaartsewetering, Voorwegwetering, Buurtvaart en de Schinkelvaart. Deze weteringen liggen gedeeltelijk binnen het beschermd stadsgezicht en hebben een belangrijke functie in het watersysteem. De weteringen zorgen via uitlaten voor verversing van het oppervlaktewater in de drie polders van Zoetermeer.

 

Historische watergangen (lichtblauw)

 

Ruimtelijke visies

Voor grootschalige (her)ontwikkelingslocaties in de stad worden ruimtelijke visies opgesteld. Water speelt een belangrijke rol. Water vergroot de aantrekkelijkheid van een woon- en leefgebied. Ook vanuit het oogpunt van klimaatadaptatie is een goed watersysteem van groot belang. Door hier op een goede wijze rekening mee te houden in ruimtelijke plannen, borgen we dat er voldoende aandacht is voor zowel de waterkwaliteit als de -kwantiteit.

 

  • o

    Ontplooiingskansen voor iedereen en toegepaste innovatie 

Kantoren en bedrijven

Water en klimaatbestendigheid zijn een essentieel onderdeel van een duurzaam vestigingsmilieu. Al onze bedrijventerreinen zijn aangesloten op een gescheiden rioolstelsel. Voor bestaande bebouwing zijn geen eisen opgelegd ten aanzien van de berging van hemelwater op eigen terrein. Er zijn ook geen regelingen voor de aanleg van groene daken. In het Convenant ‘Klimaat adaptief Bouwen Zuid-Holland’ is afgesproken hierover beleid op te opstellen. Hier liggen kansen om de klimaatbestendigheid van het watersysteem te verbeteren, de biodiversiteit te vergroten en natuur inclusief te bouwen. In de komende planperiode gaan we dit beleid verder vormgeven.

 

Detailhandel

Voor een attractieve en gastvrije binnenstad is de Visie Binnenstad opgesteld. Belangrijk onderdeel van dat plan is de waterhuishouding. In deze visie wordt voorgesteld een nieuwe singel aan te leggen in het stadshart. De haalbaarheid hiervan wordt verder onderzocht. Binnen het stadshart spelen ook de ontwikkelingen rondom de Markt en de Grote Dobbe een belangrijke rol, niet alleen voor waterberging, maar ook voor de belevingswaarde van het gebied.

 

Sport en recreatie

Voor water-gerelateerde sporten als zwemmen, zeilen, surfen of roeien is een goede waterkwaliteit belangrijk. We zetten ons samen met de drie hoogheemraadschappen in voor de verbetering van de (zwem) waterkwaliteit, bijvoorbeeld in de Zoetermeerse Plas, om deze voor sport en recreatie geschikt te houden. Dit geldt niet alleen voor de watergangen die de KRW (Kaderrichtlijn Water)-status hebben, maar ook in het overige oppervlaktewater.

 

De gemeente heeft de ambitie om de Leidsewallenwetering weer voor klein scheepvaartverkeer geschikt te maken. Het gaat dan met name om de doorvaarthoogte onder de bruggen te vergroten tot minimaal anderhalve meter. Op deze manier wordt het historische dorpscentrum en het stadshart beter bereikbaar voor de recreatievaart.

 

  • o

    Zoetermeer regiostad

Samenwerking

Wij participeren in diverse samenwerkingsverbanden met buurgemeenten en andere overheden. Hieronder een opsomming:

  • -

    Met het Hoogheemraadschap van Rijnland wordt projectmatig samengewerkt op basis van de Strategische Samenwerkingsagenda Zoetermeer-Rijnland.

  • -

    Met het Hoogheemraadschap van Rijnland en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard zijn sinds 2018/2019 afspraken gemaakt over de berging rekening courant (BRC). De hoeveelheid bijgekomen en verdwenen waterberging wordt bijgehouden.

  • -

    Met het Hoogheemraadschap van Rijnland is recent (in 2019) het bestaande convenant over het baggeren vernieuwd. In dit convenant zijn afspraken gemaakt over de afstemming van het baggerplan en de financiering hiervan;

  • -

    In januari 2020 is het afvalwaterakkoord vastgesteld. In dit plan zijn afspraken met de drie hoogheemraadschappen gemaakt over het functioneren van de afvalwaterketen, het beheer en de bedrijfskosten, de bekostiging en de juridische bepalingen;

  • -

    Met andere gemeenten wordt samengewerkt binnen de Netwerkorganisatie Afvalwaterketen Delfland;

  • -

    Met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard wordt op projectbasis samengewerkt;

  • -

    Er is samenwerking met omliggende gemeenten (o.a. Den Haag, Pijnacker, Zoeterwoude) en de Hoogheemraadschappen op het gebied van afvalwater rondom de gemeentegrenzen;

  • -

    met de provincie, woningbouwverengingen, bouwbedrijven en gemeenten in de regio is het Convenant Klimaat adaptief Bouwen Zuid-Holland ondertekend. Hierin spreken we uit dat we bij nieuwbouwlocaties zo klimaat adaptief mogelijk gaan bouwen en hier actief om vragen en op sturen.

Communicatie en Participatie

We hebben de taak om ervoor te zorgen dat iedereen verstandig met het watersysteem omgaat. Er ligt dus een belangrijke taak voor de gemeente in de communicatie over water en klimaat. Daarnaast zetten we in op bewonersparticipatie bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen.

 

We zetten in de komende periode in op de communicatie met bewoners over het goed omgaan met een gescheiden rioolsysteem, bijvoorbeeld op de website van de gemeente, in huis-aan-huisbladen op de website www.nietinhetriool.nl of op social media. Hierbij wordt aandacht gegeven aan het wassen van de auto in de straat en het weggooien van (niet afbreekbare) schoonmaakdoekjes in het vuilwaterriool.

 

Bijlage 10 Financiele grafieken

 

De jaarlijkse exploitatiekosten in periode 2016- 2020 bedroegen gemiddeld € 2.758.000 (cijfers jaarrekeningen) De jaarlijkse geraamde exploitatiekosten over de periode 2023-2026 bedragen gemiddeld € 3.119.000.

 

Saldo reserves/voorzieningen

In onderstaande grafiek is de stand van de voorziening voor de komende 80 jaar weergegeven. Bij de huidige werkwijze stijgt de voorziening de komende jaren omdat er nauwelijks vervanging plaatsvindt. In het voorstel wordt de voorziening al vanaf het begin gebruikt om de kosten van de vervanging mee te dekken.

 

 

Waardeaanpassing

Het saldo van de voorziening blijft waardevast door een dotatie vanuit de algemene middelen die net als de inflatiecorrectie 2% is.

 

Bijlage 11 Begrippenlijst

 

AFKORTINGEN

 

AMvB Algemene Maatregel van Bestuur

BBV bergbezink voorziening

BBL bergbezink leiding

BBT Best beschikbare techniek

BRP Basis rioleringsplan

Bob binnenonderkant buis

CROW Kennisinstituut voor infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer, en werk en veiligheid

GRP Gemeentelijk rioleringsplan

DPRA Deltaprogramma ruimtelijke adaptatie

DWA Droogweerafvoer

HWA Hemelwaterafvoer

IBA installatie voor individuele behandeling van afvalwater

NEN Nederlandse norm

NPR Nederlandse praktijkrichtlijn

OAS Optimalisatiestudie afvalwatersysteem

OVIJ Omgevingsdienst Veluwe IJssel

PUB-DR  Pomp Unit Beheer DRukriolering

RAW Rationalisatie en Automatisering Grond-, Water- en wegenbouw

RWA Regenwaterafvoer

RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie

Wm Wet milieubeheer

Wvo Wet Verontreiniging oppervlaktewater

 

TERMEN EN DEFINITIES stedelijk afvalwater en hemelwater

 

Aangroei

Verzameling van organismen die zich op de buiswand hebben vastgehecht of in slierten aan de buiswand hangen

Aansluitvergunning

Vergunning op grond van de aansluitverordening en de Wvo die wordt afgegeven door het zuiveringsschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI)

Aantasting

Een wijziging van de structuur van de buiswand als gevolg van (bio)chemische of mechanische processen

Afkoppelen

Het actief scheiden van vuilwater en regenwater met als doel om het regenwater niet meer naar de RWZI te transporteren

Afvalwater

Alle water waarvan de houder zich met het oog op de verwijdering daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (opmerking: hieronder wordt dus ook afvloeiend regenwater begrepen)

Afvoerend oppervlak

Het naar de riolering afwaterende oppervlak

Afzetting

Aankoeken van slib, vet en kalk op de buiswand; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur

Basisinspanning

Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren

Basisrioleringsplan

Document (tekening + toelichting en berekeningen) met de huidige situatie van de riolering en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen

Beheer

Zie rioleringsbeheer

Bemalingsgebied

Een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd

Beoordelen

het toetsen van een parameter aan de bijbehorende maatstaf en het geven van een oordeel over de uitkomsten van de toetsing

Bergbezinkvoorziening

Reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstorten kunnen plaatsvinden

Berging

De inhoud van de riolering uitgedrukt in m3 of mm

Bergingsverlies

De vermindering van berging door permanente vulling in de riolering als gevolg van verzakkingen

Beslisboom aan- en afkoppelen verhard oppervlak

Hulpmiddel voor gemeenten en particulieren om verantwoorde beslissingen te nemen bij het aan- en afkoppelen van verhard oppervlak op wijk- en straatniveau

Classificatie

De indeling van toestandsaspecten in klassen

Controleren

Controle, toezicht houden op (bijvoorbeeld op de naleving van voorschriften, op het beheer van een zaak, op de werking van een machine

Droogweerafvoer (dwa)

De hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd

dwa-rioolstelsel

Zie vuilwaterrioolstelsel

Emissiespoor

Onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terugbrengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit

Externe overstort

Rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater

Gemengd rioolstelsel

Rioolstelsel, waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door 1 leidingstelsel wordt getransporteerd

Gescheiden rioolstelsel

Rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd

Hydraulisch

Waarbij van de leer van de praktische toepassing van waterbeweging gebruik wordt gemaakt

Hydraulische berekening

Het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel

Infiltratieriool/ IT-riool

Rioolbuis die ontworpen en aangelegd is om hemelwater in de bodem te brengen, waarna het in de bodem kan infiltreren

Ingrijpmaatstaf

Grenstoestand waarbij ingrijpen in de actuele toestand noodzakelijk is en waarbij maatregelen moeten worden opgesteld

Inspectie

Het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand

Maatstaf

Grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan

Onderhoud

Herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt

Onderzoek

Het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering

overstorting

De lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater

Overstortput

Rioolput voorzien van een overstortdrempel

Randvoorziening

Vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel die als doel heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen

Regenwaterriool

Riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag

Regenwaterrioolstelsel

Rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag

Renovatie

Herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd; evenaren technische staat van nieuwaanleg

Reparatie

Herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd

Riolering

Het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater

Rioleringsbeheer

Zorg voor het functioneren van de buitenriolering

Riool

Samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater

Rioolput

Constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg)

Rioolwaterzuiveringsinrichting

Het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater (RWZI)

Rwa riool/ rwa rioolstelsel

Zie regenwaterrioolstelsel

Verbeterd gescheiden rioolstelsel

Gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt 'geborgen' in de riolering en naar de zuivering afgevoerd.

Verbeteren

Het aanpassen van het oorspronkelijke functioneren

Vervangen

Herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst

Visuele inspectie

Het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand

Vrijverval riool

Riool waardoor afvalwater door middel van de zwaartekracht wordt getransporteerd

Vuilemissie

Zie vuiluitworp

Vuiluitworp

Het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via overstorten. Hierbij kan gedacht worden aan biologisch afbreekbare stoffen die bij afbraak in het water zuurstof verbruiken (BZV), aan stikstof en fosfaten en aan zware metalen

Vuilwaterriool

Riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag

Vuilwaterrioolstelsel

Rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag

Waarschuwingsmaatstaf

Grenstoestand waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek nodig is

Wadi

Systeem voor hemelwater berging en afvoer door infiltratie en/of drainage

Waterkwaliteitsdoelstelling

Doelstelling voor de kwaliteit van een oppervlaktewater nodig om dat water een bepaalde functie te kunnen laten vervullen

Water op straat

Het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau

Wateroverlast

Het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden

Wortel ingroei

De wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw- of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid

Zandinloop

Het intreden van zand via buisverbindingen of scheuren

 

TERMEN EN DEFINITIES grondwater

 

Afsluitende laag

Laag in de bodem die zo wordt genoemd vanwege zijn eigenschap dat hij grondwater slecht doorlaat

DINO

Digitale Informatie Nederlandse Ondergrond, een direct benaderbare databank voor grondwatergegevens in beheer bij TNO Grondwater en Geo-Energie in Delft

Doorlatendheid

Het vermogen van de grond om water en/of lucht door te laten

Drainage

De afvoer van water over en door de grond en door het waterlopenstelsel

Drooglegging

De afstand tussen het oppervlaktewaterpeil en het maaiveld

Freatisch grondwater

Het grondwater in de bovenste bodemlaag, dat (indirect) in contact staat met de atmosfeer. De freatische grondwaterstand is een andere term voor grondwaterspiegel

Geohydrologie

De leer van de grondwaterstroming en de -dynamiek in samenhang met de structuur en de opbouw van de ondergrond.

GHG

Gemiddeld hoogste grondwaterstand. Dit is het gemiddelde van de drie hoogste grondwaterstanden van de afgelopen 8 jaren, gebaseerd op maandelijkse metingen.

Grondwater

Water beneden het grondoppervlak, meestal beperkt tot het water beneden de Grondwaterspiegel

Grondwaterisohypse

Hoogtelijn voor de grondwaterstand of voor de stijghoogte van het grondwater. Een grondwater isohypsenkaart geeft met lijnen (isohypsen) punten aan met gelijke stijghoogte. De kaart geeft onder andere informatie over de stromingsrichting van het grondwater

Grondwateronderlast

Problemen die zich voordoen als gevolg van lage grondwaterstanden. Bijvoorbeeld aantasting van houten funderingen als gevolg van droogstand

Grondwateroverlast

Wateroverlast door hoge grondwaterstanden. Bijvoorbeeld plasvorming op binnenterreinen of vocht in kruipruimten

Infiltratie

Intreding van water in de bodem, sponswerking van de bodem

Kruipruimte

Ruimte onder de begane grond vloer in gebruik voor het bereiken van leidingen voor inspectie, onderhoud of reparatie, en voor ventilatie van de vloer en eventuele houten constructiedelen onder de woning

Kwel

Het uittreden van grondwater

Ontwatering

De afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen, met als functie afwatering

Ontwateringsdiepte

De afstand tussen de hoogste grondwaterstand tussen twee ontwateringsmiddelen (sloot, drain) en het maaiveld.

Onverzadigde zone

Deel van de grond boven de grondwaterspiegel, waarin de bodemporiën zowel water als lucht bevatten. De verzadigde zone is het deel waar de poriën geheel gevuld zijn met water.

Opbolling

Het maximale hoogteverschil tussen de grondwaterspiegel en de waterstand in de drainagebuizen en/of watergangen

Peilbuis

Algemene term voor een buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter waarin een grondwaterstand c.q. stijghoogte kan worden gemeten

REGIS

Regionaal Geohydrologisch Informatiesysteem, een interactief informatiesysteem dat beschikt over voor het waterbeheer relevante en actuele gegevens. REGIS wordt beheerd door TNO.

Stijghoogte

Hoogte boven een referentievlak tot waar het water in een peilbuis stijgt. Deze stijghoogte is afhankelijk van de druk van het grondwater ter plaatse van de opening onder in de peilbuis.

Wadi

Voorziening voor de opvang, berging en afvoer van neerslag. In een komvormige greppel kan het regenwater infiltreren. Vervolgens kan infiltratie naar het grondwater plaatsvinden of afvoer via een drain.

Zetting

Bodemdaling als gevolg van inklinking, van krimp, door de bouw van kunstwerken, het ophogen van de grond of het aanbrengen van andere materialen.

 

Naar boven