Gemeenteblad van Zoetermeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zoetermeer | Gemeenteblad 2023, 121670 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zoetermeer | Gemeenteblad 2023, 121670 | beleidsregel |
Nota Riolering Zoetermeer 2023 t/m 2026
Deraad van de gemeente Zoetermeer;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 november 2022
Overonderdeel 5 van dit besluit geen referendum mogelijk te maken, omdathet een begrotingswijziging betreft.
Dit besluit treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan. Tenzij over de overige onderdelen van dit besluit een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gedaan.
Water speelt een belangrijke rol in de toekomst van Zoetermeer. Door klimaatverandering en verstedelijking is het water- en rioolbeheer een grote opgave. Samen met betrokken partijen verkleinen we de kans op wateroverlast en zorgen we voor een goede afvoer van vuilwater en hemelwater. Dit draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de stad. Het doel van deze Nota Riolering is om te beschrijven hoe de gemeente Zoetermeer de gemeentelijke watertaken uitvoert. Daarbij wordt naar de toekomst gekeken en waar nodig bijgestuurd.
De volgende onderdelen worden in deze Nota Riolering behandeld:
De onderdelen hebben een duidelijke relatie met elkaar, maar verschillende partijen gaan over de afzonderlijke onderdelen. Deze partijen moeten dan ook met elkaar samenwerken. De gemeente gaat over het (transport van) afvalwater, het hemelwater en het grondwater. De zorg voor het oppervlaktewater ligt voornamelijk bij de Hoogheemraadschappen (waterschappen) en de zorg voor het drinkwater ligt bij de drinkwaterbedrijven.
Gemeenten hebben drie zorgplichten volgens de Wet milieubeheer en de Waterwet:
In bijlage 2 zijn de Wet milieubeheer en de Waterwet beschreven en zijn aangevuld met regionale en lokale wet- en regelgeving.
In deze nota staat hoe de gemeente Zoetermeer aan de zorgplichten voldoet en welke (financiële) middelen nodig zijn. Deze vormen de basis voor de rioolheffing. De onderbouwing van de hoogte van de rioolheffing is een belangrijke uitkomst van deze nota.
In de afgelopen periode van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2016-2020 zijn jaarlijks de volgende werkzaamheden uitgevoerd:
Een uitgebreide toelichting over de periode 2016-2020 staat in bijlage 4 van het bijlagenrapport. In de komende periode verwachten wij gelijkblijvende werkzaamheden te verrichten. De jaarlijkse exploitatiekosten in periode 2016- 2020 bedroegen gemiddeld € 2.758.000 (cijfers jaarrekeningen). De jaarlijkse geraamde exploitatiekosten over de periode 2023-2026 bedragen gemiddeld € 3.119.000.
1.3 Van GRP naar Nota Riolering
Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2016-2020 beschrijft de werkzaamheden die gemoeid zijn met het beheer en onderhoud aan de riolering. Daarnaast komt aan bod hoe er door gebruikers mee omgegaan dient te worden. Het hier vernieuwde GRP heet vanaf nu Nota Riolering. Voor een naamswijziging is gekozen om daarmee voorbereid te zijn op de aankomende Omgevingswet.
De Nota Riolering maakt in de nabije toekomst onderdeel uit van het beleidsprogramma voor de fysieke leefomgeving. Dit beleidsprogramma moet nog verder uitgewerkt worden en heeft nog geen definitieve naam. In totaal komen er zes beleidsprogramma’s, met diverse onderliggende nota’s. De zes beleidsprogramma’s hangen rechtstreeks onder de Omgevingsvisie Zoetermeer 2040. Bijlage 9 beschrijft de relatie tussen de Omgevingsvisie Zoetermeer 2040 en Riolering/Water en geeft daarmee inzicht in de visie op de langere termijn.
Bij het maken van de nota is afstemming geweest tussen de gemeente en de hoogheemraadschappen. Vervolgens is het concept van de Nota Riolering officieel voor commentaar gezonden naar de genoemde hoogheemraadschappen en de provincie Zuid-Holland. Deze nota heeft de status van een “Gemeentelijk Rioleringsplan”. In bijlage 8 is de reactie van bovenstaande instanties opgenomen.
1.5 Geldigheidsduur en vaststelling Nota Riolering
De geldigheidsduur van deze nota is vier jaar: 2023 tot en met 2026. Dit is volgens artikel 8 van de financiële verordening van de gemeente Zoetermeer (financiele-verordening-gemeente-zoetermeer-2021.pdf ) Hierin is geregeld dat voor 1 maart in het jaar na de verkiezingen een nota over de riolering aan de raad moet worden voorgelegd. In artikel 19, lid 2 staat wat tenminste in de nota moet komen.
Alle genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2022. Vanaf dit prijspeil zijn de bedragen geïndexeerd en opgenomen in de doorrekening van de kosten vanaf 2023. De prijscorrectie voor 2023 is 4,85 % ten opzichte van 2022. Deze is samengesteld uit een (tussentijdse) correctie van 2,5 % in 2022 en 2,3% die opgenomen is in de programmabegroting.
Evaluatie van de voortgang en (eventuele) tussentijdse bijstelling van de Nota Riolering wordt gedaan als er grote veranderingen zijn geweest.
De Nota Riolering wordt door de gemeenteraad vastgesteld. Na vaststelling wordt het toegezonden aan de hoogheemraadschappen en de Provincie Zuid-Holland. Ook wordt de vaststelling van de Nota Riolering op internet gepubliceerd, zodat belanghebbenden de nota kunnen inzien.
In hoofdstuk 2 wordt de stand van zaken behandeld. Er wordt teruggekeken naar de uitvoering in de afgelopen GRP-periode, benoemd wat de opgaven voor de nabije toekomst zijn en welke ontwikkelingen er aan komen.
In hoofdstuk 3 wordt de methode van het beheer beschreven. De activiteiten, nodig voor een goed beheer, worden getoetst en indien nodig worden maatregelen genoemd om bij te sturen. De uitkomsten van deze methode zijn inhoudelijk te lezen in bijlage 3. Hoofdstuk 4 gaat over de kosten die voortkomen uit de zorgplichten die de gemeente heeft voor riolering en water. In bijlage 11 is een begrippenlijst opgenomen van gebruikte vaktaal in de tekst van dit rapport.
2 Wat we gaan doen (prestaties)
In paragraaf 2.1 wordt eerst de bestaande situatie beschreven. Daarna worden in paragraaf 2.2 de werkzaamheden benoemd die we de komende periode gaan doen. Ook wordt de gewijzigde aanpak van het groot onderhoud aan het riool beschreven. De bijlagen 3, 4 en 5 gaan meer in op de details.
In deze paragraaf staat een korte beschrijving van de tastbare onderdelen (voorzieningen) voor hemelwater, grondwater en afvalwater die bij gemeente Zoetermeer in beheer zijn.
De tabel geeft een samenvatting van de gegevens in het beheersysteem.
De afvalwaterzorgplicht geldt voor het hele beheergebied van de gemeente. In de gemeente zijn per 1 januari 2022 in totaal 59.265 aansluitingen van percelen op het rioolstelsel. Dit zijn bedrijven en woonhuizen. 99,9% van de percelen, die bij deze adressen horen, is aangesloten op de riolering. 0,1% van de percelen is niet aangesloten. Deze percelen hebben een eigen afvalwaterbehandeling, zoals een natuurlijk waterfilter (helofytenfilter) of zijn onbewoond. Ongeveer 99,7% van de aangesloten percelen loost het afvalwater via het vrijverval riool en ongeveer 0,3% van de aangesloten percelen loost het afvalwater via drukriolering.
Zoetermeer investeert sinds de jaren 60 van de vorige eeuw in een duurzaam rioolstelsel. Nagenoeg alle riolen (99,9%) in de gemeente zijn onderdeel van een gescheiden rioolsysteem. Zo’n hoog percentage is uniek in Nederland. Door het gescheiden stelsel zijn vuil water en regenwater van elkaar gescheiden, waardoor bij regenval geen schoon water bij het vuil water wordt gemengd. Deze scheiding van regen- en vuilwater voorkomt dat, wanneer het regent, rioolwater de straat op stroomt.
De zorg voor het oppervlaktewater ligt grotendeels bij de waterschappen. Zoetermeer ligt in het beheergebied van drie Hoogheemraadschappen:
Zie ook het kaartje in bijlage 2 in het bijlagenrapport:
De hoofdwatergangen (primaire watergangen) zijn in beheer bij de hoogheemraadschappen. De Zoetermeerse plas is geheel in beheer bij de gemeente Zoetermeer. De Zoetermeerse plas, ook wel bekend als Noord Aa, is openbaar zwemwater dat wordt gecontroleerd op zwemwaterkwaliteit. Het Hoogheemraadschap van Rijnland ziet toe op de monitoring van de waterkwaliteit. De gemeente heeft een aantal vijvers en watergangen (sloten) in beheer.
Sloten en waterpartijen zijn onderling verbonden door duikers (ondergrondse buizen). De duikers maken wél onderdeel uit van het watersysteem, maar vallen niet onder de Nota Riolering. De duikers zijn, net als de bruggen, onderdeel van de civieltechnische kunstwerken.
De opgave voor de komende planperiode (2023 t/m 2026) bestaat uit het borgen van de huidige prestaties en deze op een aantal punten te verbeteren.
Borgen van de huidige prestaties
De huidige prestaties zijn getoetst of ze voldoen aan de regels voor de fysieke leefomgeving. Deze regels voor de fysieke leefomgeving zijn de uitgangspunten die gelden voor de watertaken in bestaande gebied en zijn voorschriften die gelden voor nieuw gebied (zie overzicht bijlage 3). De uitkomst van de toetsing staat in bijlage 3. Bij veel watertaken is geen actie vereist. Bij een aantal wel en die zijn opgenomen in de activiteitenplanning (zie bijlage 1). In grote lijnen gaan de activiteiten over het mogelijk maken van verbeteringen aan het riool i.v.m. klimaatveranderingen, beoordeling van de kwaliteit van het riool en meer samenwerking tussen verschillende beheerdisciplines (integraal aanpakken van projecten).
In hoofdstuk 4 wordt de systematiek beschreven van het toetsen van maatregelen. Bijlage 4 geeft aan hoe wij de bestaande watervoorzieningen beheren. In bijlage 5 staat wat de gemeente Zoetermeer in de afgelopen planperiode heeft uitgevoerd.
Betere afweging tussen vervangen en renoveren (relinen) van riolen. Inspectie van de riolering (met een door het riool rijdende camera) is een belangrijke basis voor het nemen van beslissingen over wel of niet vervangen, renoveren of repareren van leidingen en putten. We hanteren daarvoor de Europese inspectiemethode NEN-EN 13508-2:2003.
Rioolvervangingen en/of verbeteringen worden de komende periode (2023 t/m 2026) zo veel mogelijk per wijk of buurt gedaan. Dit sluit aan bij hoofdstuk 7 van het coalitieakkoord ‘werken in en aan de wijken’. Bij de opgaven voor groot onderhoud en vervanging van riolering worden ook vervangingen van andere onderdelen in wijken of buurten zoveel mogelijk meegenomen. Denk hierbij aan wegvervanging, openbaar groen, verlichting, etc. Hierbij wordt rekening gehouden met de kwaliteit van de afzonderlijke onderdelen. Dit om te voorkomen dat onderdelen te vroeg worden vervangen (kapitaalvernietiging).
Naast het vervangen van het riool, zie meerjarenplanningen bijlage 1, werken we aan onderstaande onderwerpen. Deze onderwerpen worden uitgebreider beschreven in bijlage 4.
De aanleg van natuurvriendelijke oevers in het Westerpark.
2.2.1 Uitgangspunten groot onderhoud
In het beleid van de afgelopen jaren is uitgegaan van 100% relinen van de riolering. In de praktijk blijkt dat ongeveer 15% van het riool niet te relinen is. De kwaliteit van 15% van de riolering is dusdanig slecht dat deze vervangen moet worden.
De meeste riolen in Zoetermeer zijn vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw aangelegd. Uitgaande van de standaard levensduur van 80 jaar wordt vanaf 2043 jaarlijks een deel van de riolering vervangen en/of gerenoveerd (relinen).
Rioolleidingen kunnen eerder of later dan de standaard levensduur van 80 jaar aan de beurt zijn voor vervanging of renovatie. Door periodieke rioolinspecties wordt de kwaliteit van de rioolleidingen gemeten. Daaruit wordt bepaald of het nodig is om riolen te vervangen of te renoveren.
Deze paragraaf beschrijft eerst de situatie (probleem) waar we tegenaan lopen bij groot onderhoud aan het rioolstelsel. Vervolgens wordt de huidige aanpak besproken en wat wij voorstellen voor de toekomst.
Uit inspecties van de periode 2016-2020 blijkt dat vooral asbest cement leidingen (AC-leidingen) - en in mindere mate de gres-leidingen (steengoed van geperste ijzeraarde) - schades vertonen, waardoor het nodig is de riolen in de komende jaren te renoveren of te vervangen. Schades ontstaan door wortelgroei, verzakking bij aansluitingen, verhoogde gronddruk en slijtage.
De huidige aanpak is gebaseerd op het GRP 2016-2020. De kosten voor de vervangingen uit het GRP 2016-2020 zijn de basis voor de budgetten in de gemeentelijke begroting. In de berekening is ervan uitgegaan dat de riolen oneindig worden gerelined en dat er geen vervangingen plaats vinden.
Bij het geheel relinen van de riolering zijn een aantal kanttekeningen te plaatsen. Er zijn nog geen ervaringscijfers dat leidingen die gerelined worden 80 jaar meegaan. Deze techniek wordt daarvoor nog te kort toegepast. De techniek leent zich ook niet voor het doen van aanpassingen aan de riolering om de gevolgen van het veranderende klimaat op te vangen (adapteren). Verder geldt dat 100% relinen van leidingen technisch onmogelijk is. De kwaliteit is in ongeveer 15% van het leidingwerk dusdanig slecht dat relinen geen optie is. De leidingen van slechte kwaliteit moeten worden vervangen.
In de praktijk betekent het bovenstaande dat jaarlijks 6,5 km vuilwaterriool (AC leidingen) wordt aangepakt. Hiervan wordt 85% gerelined en 15 % vervangen. Dit relinen is nog voor het einde van de levensduur. Vanaf 2043 komen de oudste leidingen van 80 jaar (aanleg 1963) in aanmerking om vervangen te worden. Dit zijn overige leidingen (niet AC leidingen) die dan aan het einde van de (theoretische) levensduur zijn. Leidingen in goede toestand worden niet per definitie vervangen of gerenoveerd.
Rioolbuis voorzien van nieuwe binnenkant d.m.v. relinen.
Gewijzigde aanpak voor de toekomst
Aanpak: 80% relinen en 20% vervangen van riolering tot en met 2026. Vanaf 2027 t/m 2043 lineair oplopende stijging vervanging naar 100%
Meer aansturen op vervanging van riool is noodzakelijk om de kwaliteit van het stelsel te waarborgen. Met name de AC riolen halen veelal de levensduur van 80 jaar niet. Nu al moet 15 % bij een leeftijd van 60 jaar vervangen worden. Door in te zetten op meer vervanging kunnen we de slechter wordende toestand voor blijven.
Bij de actualisatie van de Nota Riolering in 2026 (voor 2027 t/m 2030) wordt deze opgave opnieuw bekeken. Vooral de kwaliteit van het riool en de klimaatopgaven bepalen een eventuele bijsturing. De komende planperiode 2023-2026 wordt gebruikt om de kwaliteit van de AC leidingen te beoordelen en zicht te krijgen op de restlevensduur van betreffende leidingen (activiteit beschreven in bijlage 1)
2.2.3 Werken aan de toekomst (uitdagingen)
De uitdagingen van de toekomst zijn de opgaven van morgen. Deze staan dus vandaag al op de agenda. De Visie Zoetermeer 2040 is richtinggevend. In deze paragraaf worden kort de uitdagingen benoemd. In bijlage 9 zijn deze verder uitgewerkt en verbonden met de maatschappelijke thema’s uit de omgevingsvisie.
De komende periode (2023 t/m 2026) wordt bij rioolvervanging en nieuwe aanleg de klimaatopgave meegewogen. Bij het herinrichten van de openbare ruimte wordt gekeken of extra inspanningen nodig zijn. Te denken valt aan het maken van extra waterberging, extra kolken en directe afvoer van de straat naar het oppervlaktewater. Om voor de toekomst klimaatbestendig te zijn wordt bij het bepalen van de afvoercapaciteit van nieuwe hemelwaterriolen rekening gehouden met zwaardere buien.
Bij de aanleg van verharding (bij herinrichting en nieuwbouw) wordt kritisch gekeken naar de noodzaak ervan. Verharding draagt bij aan wateroverlast omdat water niet de grond in kan en daardoor langer op straat blijft staan of afstroomt naar laaggelegen gebieden.
Water op straat aan de Olof Palmelaan
Vanuit de samenwerkingsverbanden dragen we bij aan het verkennen van de overgang naar een structureel andere energievoorziening ten opzichte van het huidige systeem (energietransitie). Deze overgang heeft ook gevolgen voor de riolering. Nu al ontwerpen we energiebewust (bij voorkeur vrijverval in plaats van gemalen en als toch gemalen nodig zijn dan energiezuinige en storingsvrije pompen toepassen). De ontwikkelingen van een warmtenet volgen we op de voet.
Ook de mogelijkheden om warmte uit het riool (riothermie) te benutten als energiebron wordt bij nieuwbouw meegewogen. Riothermie is één van de potentiële warmtebronnen voor gebieden waar een collectieve alternatieve oplossing voor aardgas te verwachten is. In de Transitievisie warmte zijn deze gebieden op een kaart aangegeven.
De grootste uitdaging zit vooral in het inpassen van nieuwe systemen in de volle ondergrond. Hierbij speelt een planning van werkzaamheden, tezamen met wegen en rioolvervanging, een belangrijke rol.
3 Toetsing van de zorgplichten
Bij de zorg voor het afval-, hemel- en grondwater moeten diverse taken door de beheerder uitgevoerd worden. Het uitvoeren van de taken wordt op een doelmatige en efficiënte wijze aangepakt. De taken zijn te verdelen over onderstaande onderdelen (systemen):
Om te komen tot een eenduidige beschrijving van zowel het gewenste functioneren als de hiervoor noodzakelijke voorwaarden voor een effectief beheer wordt de systematiek van doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden gebruikt. Dit is de zogenaamde DoFeMaMe methode. De methode is gebaseerd op de methode voor afvalwater in de Kennisbank Riolering van RIONED. In onderstaande figuur is een voorbeeld gegeven van de DoFeMaME systematiek.
Met een eenduidige beschrijving van de gewenste situatie krijgen het gemeentebestuur en andere betrokkenen inzicht in de achtergrond van bepaalde activiteiten en de bestemming van middelen. Daarnaast wordt door middel van toetsing bekeken of de taken worden uitgevoerd of met de beschikbare middelen doelmatig wordt omgegaan en welke maatregelen eventueel nog nodig zijn. Kortom, met deze systematiek zijn de taken toetsbaar.
In bijlage 3 zijn van diverse aspecten van het (riool)watersysteem, zoals reguliere beheertaken, stelsel-typen, functioneren van het systeem, de functionele eisen en maatstaven beschreven. Deze zijn vervolgens getoetst en indien nodig zijn daar acties aan gekoppeld om te (blijven) voldoen aan de functionele eisen die vooraf gesteld zijn.
In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens een toelichting gegeven op de volgende zaken:
De doelen en werkkaders (zie paragraaf 4.2) beschrijven de gewenste situatie. Als het over riolering, stedelijk water en grondwater gaat, beschrijft het doel het gewenste functioneren (gedrag) van het watersysteem.
Functionele eisen zijn de specificaties van de doelen die voor de riolering, het stedelijk water en grondwater zijn geformuleerd. Er kunnen meerdere functionele eisen bij een doel horen.
Maatstaven zijn de getalsmatige precisering van de functionele eisen. Een maatstaf maakt de functionele eis in kwantitatieve zin toetsbaar.
Voor de riolering bijvoorbeeld, moet volgens de Nederlandse Praktijkrichtlijn Beheer Buitenriolering (NPR 3220) onderscheid worden gemaakt tussen maatstaven die betrekking hebben op de toestand van objecten (riolen, putten, randvoorzieningen, persleidingen, rioolgemalen) en maatstaven die verband houden met het functioneren van het totale rioleringssysteem.
Niet voor alle functionele eisen zijn de maatstaven eenduidig vast te leggen. Ervaring en verdere ontwikkeling van kennis op lokaal en nationaal niveau zijn nodig om alle maatstaven nader in te vullen en aan te scherpen.
Om de huidige situatie op een eenduidige en reproduceerbare manier aan de maatstaven te kunnen toetsen, zijn meetmethoden gebruikt. De meetmethoden geven aan hoe wordt bepaald of iets voldoet aan de gestelde maatstaf.
De rioleringszorg heeft één hoofddoel. Dit is het duurzaam beschermen van de volksgezondheid. Het aanleggen en het onderhouden van adequate rioolsystemen is een wettelijke verplichting die voortvloeit uit de gemeentelijke zorgplicht voor afvalwater (artikel 10.33 uit de Wet milieubeheer).
Naast het hoofddoel van de riolering zijn er twee nevendoelen.
De maatstaven waaraan getoetst wordt zijn verdeeld in twee situaties:
Zowel het bestaande als het nieuwe gebied worden gerelateerd aan de drie zorgplichten. U leest in elk deel de regels voor de fysieke leefomgeving (functionele eisen en maatstaven) die de gemeente Zoetermeer hanteert om te voldoen aan de afvalwaterzorgplicht, de hemelwaterzorgplicht en de grondwaterzorgplicht.
Achter de beschrijving van de regels voor de fysieke leefomgeving voor het bestaande gebied leest u het resultaat van de toetsing van de huidige situatie aan deze regels. Daar weer achter leest u of er actie nodig is om de huidige situatie aan de gestelde regels te laten voldoen. (bijlage 3)
Het resultaat van de toetsing van de bestaande situatie zijn acties, die ertoe moeten leiden dat de gemeente Zoetermeer blijvend voldoet aan de zorgplichten. Een actie kan zijn het maken van een plan en/of een fysieke maatregel om zaken te verbeteren. De acties staan beschreven achter de resultaten van de toetsing van de huidige situatie.
De resultaten van de toetsing van de nieuwe situatie levert een opsomming van de voorschriften op die gelden voor de inrichting van nieuw stedelijk gebied. Deze voorschriften staan genoemd in bijlage 3 (par. 3.5.1 en 3.5.2) van het Bijlagenrapport.
4 Wat het gaat kosten (financiën)
Jaarlijks worden kosten gemaakt om het riool in goede conditie te houden. Deze kosten bestaan uit uitgaven voor het dagelijkse beheer en klein onderhoud en de storting in de voorziening voor het groot onderhoud. De kosten zijn, ten opzichte van het eerdere GRP 2016 -2020, herzien en aangevuld met kosten voor aanpassingen aan het rioolstelsel mogelijk te maken. Dit laatste om klimaatmaatregelen mee te kunnen nemen.
De Nota Riolering geeft een doorkijk in de verwachte kosten over de komende 80 jaar. De kosten van de komende vier jaar zijn tot en met 2026 nauwkeuriger berekend. Voor deze jaren is bekend welke werkzaamheden worden uitgevoerd. De werkzaamheden staan benoemd in bijlage 1 (meerjarenprogramma). Na uitvoering van deze werkzaamheden wordt er opnieuw geëvalueerd. Deze evaluatie wordt gebruikt voor de volgende Nota Riolering. In paragraaf 4.5 staat de samenvatting van de financiële cijfers en grafieken.
In deze paragraaf komen aan bod: de kosten voor exploitatie, groot onderhoud en de verbrede watertaken.
De exploitatiekosten bestaan uit de jaarlijks terugkerende kosten voor het inspecteren, repareren en schoonhouden van het rioolstelsel en de gemalen. Onder exploitatie behoren ook de kosten voor personeel, onderzoek, planvorming en beheer van het grondwatermeetnet.
De kosten voor groot onderhoud bestaan uit het vervangen of renoveren van het (vrijverval)riool, gemalen en persleidingen. Hieronder worden de kosten behandeld.
Vervanging/ renovatie vrijvervalriolering
Er is een meerjarenprogramma gemaakt om meerjarig inzicht te hebben in de kosten van groot onderhoud. De onderstaande grafiek geeft de te verwachten vervangingskosten van de huidige aanpak en het nieuwe voorstel voor de komende 80 jaar weer. De lijn van de vervangingsgrafiek, vertoont vanaf 2043 een grillig verloop. De voorziening is ingesteld om een gelijkmatig lastenniveau in de begroting te realiseren (zonder pieken en dalen). In de grafiek is zichtbaar dat in het nieuwe voorstel tot 2043 de investeringen oplopen. Dit komt door het hogere percentage vervangingen van asbestcementleidingen. Tussen 2043 en 2102 ligt het investeringsniveau lager ten opzichte van de huidige werkwijze. Dit heeft de volgende redenen:
Meer dan 50% van de leidingen van het (vrijverval) rioolstelsel is voor de afvoer van regenwater. Deze leidingen hebben weinig last van schadelijke stoffen uit het riool. Het gevolg is dat leidingen nauwelijks aangetast worden, waardoor een behoorlijk deel van de vervangingen later plaats kan vinden.
Investeringskosten per jaar in €x1.000.000
Voor het berekenen van de kosten die bij het aanpakken van de vrij-vervalriolen horen, werken we met onderstaande kostenkengetallen. De kosten-kengetallen zijn afkomstig uit het GRP 2016 -2020, vermeerderd met de indexatie over de afgelopen 5 jaar. In de berekening voor de komende jaren is de inflatie meegerekend.
Bijgevoegde grafiek hieronder geeft het verloop weer van de totale kosten (uitgaven per jaar incl. exploitatie, groot onderhoud) bij de huidige werkwijze en bij de nieuwe aanpak.
Gemalen bestaan uit een bouwkundig deel (kelder met eventueel opbouw), een mechanisch deel (pompen, afsluiters en terugslagkleppen) en een elektrisch deel (besturing, bedrading en schakelkast). De verschillende onderdelen kennen een eigen levensduurverwachting. Er wordt onderscheid gemaakt tussen schoonwatergemalen (HWA-gemalen) en vuilwatergemalen (DWA-gemalen en drukrioleringsunits)
De vervangingskosten gemalen en drukrioleringsunits zijn in onderstaande grafiek tot en met het jaar 2102 in beeld gebracht. De kosten voor het vervangen van de verschillende onderdelen van de gemalen zijn ingeschat op basis van ervaringscijfers van gemeente Zoetermeer.
De persleidingen hebben een verwachte levensduur van 80 jaar. De vervangingsplanning volgens onderstaande grafiek. Het kostenkengetal waar mee gerekend is, is € 150 per meter. Bij een verwachte levensduur van 80 jaar is uitgegaan van vervanging vanaf jaar 2057.
De verbrede watertaken zijn de (extra) taken voor grondwater en regenwater waar de gemeente naast riolering ook verantwoordelijk voor is. Door het grondwatermeetnet en het regenwaterstelsel geeft de gemeente al deels invulling aan deze taken. In de nieuwe aanpak (paragraaf 2.2.2) worden rioolverbeteringen mogelijk, dit om een teveel aan regenwater op te nemen.
Verder loopt er op dit moment het proces voor een uitvoeringsagenda klimaatadaptatie (vanuit Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie-DPRA). Hieruit kunnen ook water en riolering gerelateerde voorstellen komen die niet direct om rioolverbetering gaan (denk hierbij aan groene daken, waterdoorlaatbare verharding, aanbrengen extra berging). De kosten daarvoor kunnen, omdat deze maatregelen nog niet bekend zijn, nu niet meegenomen worden in deze nota. Daarvoor zal bij een actualisatie van de nota budget gevraagd moeten worden.
In bijlage 1 van het bijlagenrapport zijn overigens al wel een aantal activiteiten, meest intern, opgenomen die nodig zijn om stappen te kunnen zetten naar klimaatadaptatie. De kosten van de activiteitenplanning zijn onderdeel van het exploitatiebudget.
De gemeente heft rioolheffing en ontvangt bijdragen van de hoogheemraadschappen en bijdragen door aanleg van riolering.
Hieronder staat het overzicht van de inkomsten die begroot zijn in 2022.
Inkomsten bewoners en bedrijven € 6.394.000
Inkomsten groot verbruik € 322.000
Inkomsten bijdrage nieuwe huisaansluitingen € 113.000
Bijdragen Hoogheemraadschappen € 61.000
In figuur 4 zijn voor de huidige werkwijze en de nieuwe aanpak het verloop van de inkomsten weergegeven. Het uitgangspunt hierbij is 100% kostendekking. De patronen zijn een logisch gevolg van de uitgavenpatronen. Voor de huidige werkwijze komen de investeringspieken in de tweede helft van de beschouwde periode, voor de nieuwe aanpak komen deze eerder omdat vervangingen (AC-leidingen) naar voren zijn gehaald.
Bij het opleggen van de rioolheffing passen we een gestaffeld tarief toe. Grote lozers (aansluitingen met lozingen > 500 m3) worden aangeslagen voor de extra m3. Bij elke 100 m3 extra lozing wordt extra rioolheffing opgelegd. Tot 500 m3 afvalwater betaalt iedereen een vast bedrag en een variabel bedrag afhankelijk van de WOZ-waarde van het onroerende goed. De hoeveelheid geloosd afvalwater door een gebruiker wordt bepaald aan de hand van de hoeveelheid ingenomen drinkwater of opgepompt grondwater.
De rioolheffing is 100% kostendekkend. Verdere informatie hierover staat in de ‘Verordening op de heffing en invordering van de rioolheffing 2022’ van de gemeente Zoetermeer.
De stand van de voorziening groot onderhoud rioleringen bedraagt op 1 januari 2022 € 25.080.178. De voorziening behoort feitelijk niet aan de inkomstenkant, maar is in dit hoofdstuk opgenomen omdat het een bron is waaruit werkzaamheden betaald worden. Dit ter vergelijk met de inkomsten uit de rioolheffing waaruit werkzaamheden en ook de dotatie aan dezelfde voorziening betaald worden. De voorziening moet steeds voldoende hoog zijn, zodat de groot onderhoudskosten daaruit kunnen worden betaald.
Onder een putdeksel gaat vaak meer schuil dan je denkt.
Het aanleggen van een nieuwe rioolaansluiting bij particulieren wordt via een factuur bij betreffende particulier in rekening gebracht.
We ontvangen een bijdrage van het Hoogheemraadschap van Rijnland als vergoeding voor het transporteren van hun afvalwater door onze persleidingen.
Uitbreiding van het areaal aan watervoorzieningen ten behoeve van nieuwbouw (zoals nieuwe riolering, gemalen maar ook de wadi’s/ bergingsvijver en natuurvriendelijke oevers die ingezet worden voor waterberging) worden bekostigd uit de exploitatie van de nieuwbouw.
Cofinanciering hoogheemraadschappen
Voor (water)projecten zoeken we naar mogelijkheden om de hoogheemraadschappen mee te laten betalen (cofinanciering). Een voorbeeld hiervan is de samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland bij het aanleggen van natuurvriendelijke oevers en het ‘omkeren’ van het watersysteem van Meerzicht. Dit is het project ‘Ons blauwe goud’. Hiervoor is in 2020 de overeenkomst ‘Uitvoering maatregelen- pakket Kader Richtlijn Water Zoetermeer’ getekend tussen het Hoogheemraadschap en de gemeente. Cofinanciering is kansrijk wanneer in groot onderhoud projecten van de gemeente aanvullende klimaatmaatregelen worden genomen.
Riool – en watervoorzieningen in woningbouwplannen worden betaald uit de inkomsten van de grond- en woningverkoop.
4.3 Kostenonderbouwing uitgaven Nota Riolering
Zoetermeer maakt gebruik van de mogelijkheid uit het Besluit Begroting en Verantwoording om bedragen te doteren aan een spaarvoorziening (BBV art. 44.1.d.) en deze spaarbedragen in mindering te brengen op de vervangings- en verbeteringsinvesteringen voor de drie water-zorgplichten (zie ook BBV-notitie Riolering – nov. 2014). Deze toepassing is bekend als het Ideaal Complex, een methode die met name bij grotere gemeenten toegepast wordt.
In onderstaand overzicht staan de gehanteerde basisgegevens voor de financieringsberekeningen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2,0% 1 |
|
|
|
|
|
Voor het bepalen van de hoogte van de voorziening gelden de volgende voorwaarden:
De uitgaven van de huidige en de nieuwe aanpak bestaan uit exploitatiekosten en vervangingen. In onderstaande tabel zijn de bedragen weergegeven, zowel voor de planperiode 2023-2026 als voor de gehele beschouwde periode 2023-2102.
Tabel 3: Gesommeerde uitgaven planperiode en beschouwde periode (bedragen x €1.000)
In bijlage 10 van het bijlagenrapport worden de saldi voorzieningen en waarde-aanpassing toegelicht.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 30 januari 2023
de griffier,
drs. R. Blokland MCM
de voorzitter,
drs. M.J. Bezuijen
Bijlage 1 Planning activiteiten
Meerjarenplanning 2023 t/m 2026
Meerjarenplanning vrij-vervalriolen
Meerjarenplanning persleidingen
Voor de periode 2023 t/m 2026 staan er geen vervangingen van persleidingen gepland
Bijlage 2 Wetgeving en beleidsplannen
De gemeente Zoetermeer onderschrijft de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelstellingen ‘Global Goals’. In 2017 is daarvoor de motie 1706-42 aangenomen. Document Zoetermeer - Bijlage 2 - Aangenomen motie 1706-42 op 26 juni 2017 - iBabs RIS (bestuurlijkeinformatie.nl)
Deze nota draagt bij aan drie van de zeventien doelen. De drie doelen zijn: ‘schoon water en sanitair’, ‘klimaatactie’ en ‘leven in het water’. In deze bijlage wordt de belangrijke wetgeving genoemd die bijdraagt aan deze doelen. Wetten vanuit het Rijk en de regionale en lokale beleidsstukken komen aan bod.
Op grond van de Wet Milieubeheer artikel 10.33 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt van de in de gemeente gelegen percelen. De zorgplicht voor stedelijk afvalwater kent in vergelijking met de andere zorgplichten weinig vrijheid: inzamelen, transporteren met een openbaar vuilwaterriool en zuiveren (door het Hoogheemraadschap) is verplicht.
De Kaderrichtlijn Water (KRW) is erop gericht de kwaliteit van watersystemen te verbeteren, onder meer door lozingen aan te pakken. Verder is het de bedoeling het duurzaam gebruik van water te bevorderen en de verontreiniging van grondwater aanzienlijk te verminderen. Naast een verbetering van de waterkwaliteit is het streven ook de Europese waterwetgeving te harmoniseren, uiterlijk in 2015.
De KRW stelt voor alle wateren een hoge ecologische en kwaliteitsdoelstelling. Met name voor wateren met verhoogde natuurdoelstellingen kan verwacht worden dat nog grote inspanningen geleverd moeten worden.
Volgens artikel 3.5 van de Waterwet zijn gemeenten verantwoordelijk voor een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. Deze verantwoordelijkheid geldt alleen als degene (particulieren en bedrijven) die zich wil ontdoen van hemelwater niet de mogelijkheid heeft om het hemelwater zelf in de bodem of op het oppervlaktewater te lozen.
Volgens artikel 3.6 zijn gemeenten verantwoordelijk voor een doelmatige aanpak van structurele grondwateroverlast die het onmogelijk maakt om een perceel te gebruiken op de manier zoals het is bedoeld. Deze verantwoordelijkheid geldt alleen zolang:
Acht bestaande wetten (o.a. Wet op de Waterhuishouding en Grondwaterwet) voor het waterbeheer in Nederland zijn vervangen door één Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. De wet zal gericht zijn op het bereiken van doelstellingen van watersystemen (stroomgebieden), met een heldere verdeling van verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken overheden. Tevens is de wet gericht op een adequaat instrumentarium voor de uitvoering van het waterbeleid. Dit betreft dan met name een vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. In het kader van de Waterwet zijn zowel de overstortvergunningen als de aansluitvergunningen verdwenen.
Door de Waterwet zullen Hoogheemraadschappen, gemeenten en provincies beter in staat zijn wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van de functie worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water.
Vanuit het bouwbesluit zijn eigenaren van woningen en bedrijfspanden zelf verantwoordelijk dat hun eigendom zowel aan de bovenkant als aan de onderkant waterdicht is.
Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA)
In 2017 is het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie door het Rijk gelanceerd. In het DPRA staat het gezamenlijk doel centraal:
“In 2050 is het bebouwde gebied in Nederland, inclusief vitale en kwetsbare objecten, zo goed mogelijk waterrobuust en klimaatbestendig ingericht”.
Hierbij wordt gewerkt aan maatregelen om de kwetsbaarheid van de stad te verlagen voor drie opgaven: te nat (overstroming en wateroverlast), te droog (watertekort) en te warm (hittestress). Om dit te bereiken is in het DPRA afgesproken dat we vanaf 2020 water robuust en klimaatbestendig handelen. De praktische vertaling is dat klimaatbestendig bouwen een plaats krijgt in beleids- en werkprocessen. Zoetermeer heeft een stresstest gedaan, heeft klimaatgesprekken gevoerd en is bezig met het maken van een pakket aan maatregelen (uitvoeringsagenda). Dit proces loopt in de tweede helft van 2022 met een uitloop naar 2023. Het college en de raad worden hierin betrokken.
Visie Zoetermeer 2040/ strategische agenda
De Visie Zoetermeer 2040is in 2022 vastgesteld en beschrijft de visie voor de lange termijn voor de stad. Centraal staat de opgave om tot een betere maatschappelijke balans en een opwaartse beweging in de samenleving te komen.
Bij de omgevingsvisie hoort de strategische agenda. Inmiddels is de eerste strategische agenda een feit. De strategische agenda verbindt de lange termijnvisie met de uitvoering. In de agenda staan de programma’s opgenomen waaraan de komende jaren wordt gewerkt. Met deze programma’s wordt de visie tot uitvoering gebracht. Zoals in de inleiding beschreven gaat de Nota Riolering deel uitmaken van een nog te ontwikkelen programma voor de leefomgeving.
Coalitieakkoord 2022-2026 ‘Samen doen wat nodig is’
In het coalitieakkoord is ruime aandacht voor een aantrekkelijke en leefbare woonomgeving. Hier wordt de komende tijd extra in geïnvesteerd. Er is aandacht voor duurzaamheid en biodiversiteit, waarbij rekening wordt gehouden met het veranderende klimaat. De Nota Riolering draagt met de beschreven maatregelen in bijlage 1 (activiteiten) bij aan deze uitgangspunten.
Convenant klimaat adaptief bouwen
Deze afspraak is in 2018 tot stand gekomen en ondertekend door gemeenten, provincie, waterschappen en bedrijven in de provincie Zuid-Holland. De provincie is penvoerder van dit convenant. Het richt zich op nieuwbouw en beschrijft wat nodig is om klimaatbestendig te bouwen. Het streven is naar: minder wateroverlast; meer biodiversiteit; minder hittestress; minder nadelige gevolgen door langdurige droogte; minder bodemdaling en minder nadelige gevolgen ervan.
Het convenant geeft richting aan nieuwbouwprojecten om op de (klimaat veranderende) toekomst voorbereid te zijn.
Samenwerkingsovereenkomst uitvoering maatregelenpakket Kaderrichtlijn Water (KRW) ‘Ons Blauwe Goud’
Deze samenwerkingsovereenkomst is door de gemeente afgesloten met het Hoogheemraadschap van Rijnland en komt uit de Strategische Samenwerkingsovereenkomst. Het doel van de samenwerking is om te komen tot:
In de overeenkomst staan tastbare activiteiten (o.a. natuurvriendelijke oevers) benoemd waar samen aan gewerkt wordt.
Netwerk Afvalwaterketen Delfland (NAD)
In het Netwerk Waterketen Delfland (NAD) werken 12 gemeenten, 2 drinkwaterbedrijven en het hoogheemraadschap van Delfland samen aan een betrouwbare, betaalbare, toekomstbestendige en duurzame waterketen. In 2020 is een bestuurlijke overeenkomst ondertekend Bestuurlijke Overeenkomst NAD 2021 - 2027 - Netwerk Afvalwaterketen Delfland
De samenwerking is gericht op het behalen van de doelen die zijn gesteld in het Bestuursakkoord Water: besparen op kosten, verhogen van de kwaliteit en verminderen van de kwetsbaarheid. Netwerk Afvalwaterketen Delfland. Via de bijgevoegde links is uitvoerig informatie te vinden over de samenwerking. Link: Netwerk Afvalwaterketen Delfland
Wie is waar verantwoordelijk voor?
Hieronder staan de partijen genoemd die een rol hebben bij de riolering- en watertaken.
Gemeente – zorg voor een goed functionerend rioolstelsel. De gemeente biedt binnen de bebouwde kom altijd een aansluitmogelijkheid op het riool, buiten de bebouwde kom gebeurt dit op zoveel mogelijk plekken. De gemeente zorgt ervoor dat hemelwater en grondwater op en onder openbaar terrein goed wordt verwerkt. Als inwoners niet de mogelijkheid hebben om zelf hemelwater- en grondwateroverlast te voorkomen, probeert de gemeente een redelijke en passende oplossing te vinden. Bewoners blijven voor water op het eigen perceel wel altijd zelf verantwoordelijk, ook voor de kosten;
Eigenaren - zorgen voor het opvangen, verwerken en indien nodig afvoeren van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater op eigen perceel. Eigenaren zorgen ervoor dat hun gebouw waterdicht is (zowel dak als vloer), verwerken hemelwater als het kan op eigen terrein en nemen maatregelen om grondwateroverlast te voorkomen;
Waterschappen - zorgen voor een goed functionerende oppervlaktewaterstelsel en het zuiveren van afvalwater. De hoogheemraadschappen van Rijnland, en Schieland en de Krimpenerwaard beheren allebei een deel van de oppervlaktewateren binnen de gemeente Zoetermeer. Al het afvalwater van de gemeente Zoetermeer wordt gezuiverd in de RWZI Harnaschpolder en de RWZI Houtrust van het Hoogheemraadschap van Delfland.
Voor grondwater zijn de waterschappen verantwoordelijk voor kleine onttrekkingen, tijdelijke bronbemalingen en grondwatersanering;
Overzicht lokale en regionale beleidstukken
In de 'Beheervisie openbare ruimte 2016-2020, Samen werken aan de Stad' is beschreven welke thema's belangrijk zijn bij het beheer van de openbare ruimte van Zoetermeer. |
Beheervisie Openbare Ruimte Zoetermeer 2016-2020, Samen werken aan de stad |
|||
Gemeente Zoetermeer heeft 50 jaar geleden een zeer robuust rioolstelsel laten aanleggen, waardoor in de huidige tijd nog steeds geen wateroverlast optreedt bij hevige buien. We kunnen en mogen ons niet rijk rekenen. In het laatste gemeentelijk rioleringsplan is de onderzoeksopdracht opgenomen om knelpunten in het riool- en oppervlaktewatersysteem inzichtelijk te maken. |
||||
Samenwerkingsovereenkomst uitvoering maatregelpakket KRW Zoetermeer samen met HHS van Rijnland |
||||
Afspraken met gemeenten en bedrijven / aannemers om klimaatmaatregelen op te nemen in bouwplannen. |
||||
Bijlage 3 Regels voor de fysieke leefomgeving
In onderstaande figuur is schematisch weergegeven waar u de uitgangspunten, de voorschriften en de acties kunt vinden
3.4.2 Hemelwater en oppervlaktewater
3.5.2 Hemelwater en oppervlaktewater
De uitgangspunten voor het functioneren van de riolering en het oppervlaktewatersysteem voor de afvoer van het hemelwater zijn hieronder aangegeven. Bij extreme neerslag kan er op geschikte locaties mogelijk gekozen worden voor bovengrondse afvoer van hemelwater, als overstort voor het ondergrondse (HWA) stelsel; Hemelwater wordt verzameld in een waterberging met een overloop naar bij voorkeur het oppervlaktewater; Waar nodig wordt het hemelwater eerst via een filterende voorziening geleid; De minimale diameter van de leidingen is ø 400 mm; HWA-riolen worden zonder bodemverhang aangelegd (de leidingen liggen waterpas), of eventueel met een gering bodemverhang van maximaal 1:500; Waterberging in de vormgeving van een wadi heeft een maximale waterdiepte van 30 cm en de oevers bij voorkeur een hellingshoek van bij voorkeur 1:5 en minimaal 1:3. Elke wadi dient vanwege de bodemopbouw in Zoetermeer te zijn voorzien van een drainagesysteem dat afwatert op het hemelwaterriool of op open water. Elke wadi en/of het voorliggende hemelwaterriool is voorzien van een overloop naar bij voorkeur open water of het HWA; Afvoercapaciteit HWA Voor het ontwerpen van nieuwe HWA-stelsels geldt dat de geometrie van het rioolstelsel zodanig moet zijn dat een regenwaterhoeveelheid van 90 l/s/ha over het bruto oppervlak van het rioolgebied kan worden afgevoerd zonder dat water-op-straat wordt berekend. De watergangen en de duikers moeten een zodanige afmeting krijgen dat zij voldoende afvoer van water kunnen garanderen zonder dat een overmatige opstuwing van het water optreedt. Uiteraard mag de peilstijging in het nieuwe gebied niet leiden tot problemen in bestaande gebieden; Het oppervlaktewaterpeil mag niet boven het straatpeil komen bij een neerslagsituatie van T=100+10%. Uiteraard mag de peilstijging in het nieuwe gebied niet leiden tot problemen in bestaande gebieden. |
||
In het algemeen geldt dat water een mede-ordenend principe is bij het inrichten van de (openbare) ruimte. Het doel is om te komen tot een klimaatbestendig watersysteem. Waterberging in nieuwbouwplannen Binnen de gemeente gelden de regels van 3 verschillende hoogheemraadschappen. Welk van de regels moet worden toegepast is afhankelijk van in welk beheergebied het nieuwbouwplan ligt. Hoogheemraadschap van Rijnland Voor nieuwbouwplannen geldt dat 15% van het bruto oppervlak van het plangebied moet worden gereserveerd voor (oppervlakte)waterberging. Met Rijnland houden we gezamenlijk een Berging Rekening-Courant (BRC) bij. In totaal hebben we ongeveer 9000 m2 credit. Deze BRC wordt toegewezen per peilvak, de gemeente kan dit inzetten bij gebiedsontwikkelingen. De BRC is niet uitwisselbaar tussen peilvakken onderling. Voor het ontwerpen van oppervlaktewater binnen het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland verwijzen we naar de volgende link: https://www.rijnland.net/regels/downloads-keur-en-uitvoeringsregels-2020/uitvoeringsregels-keur-2020-1 Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Ook met HHSK houden we gezamenlijk een BRC bij. In totaal hebben we hier ongeveer 45.500 m2 credit. Net als bij Rijnland wordt de BRC toegewezen per peilvak, en kan de gemeente deze inzetten bij gebiedsontwikkelingen. De BRC is niet uitwisselbaar tussen peilvakken onderling. Hoogheemraadschap van Delfland Voor het gedeelte van de gemeente dat onder het Hoogheemraadschap van Delfland valt, is er geen BRC van toepassing. Goede inrichting voorkomt wateroverlast Met het slim inrichten van de openbare ruimte kan worden voorkomen dat de woningen onderlopen. In de gemeente Zoetermeer worden de volgende voorwaarden aangehouden:
Water kan ook worden geborgen op plaatsen waar hinder tot een minimum wordt beperkt. Als voorbeelden worden genoemd:
|
Principe-schets ideale straatprofiel, afkomstig uit Handboek Openbare Ruimte Zoetermeer
Bijlage 4 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging
Om te waarborgen dat we aan onze water-zorgplichten volden, moeten we ervoor zorgen dat de bestaande watervoorzieningen van gemeente Zoetermeer in orde blijven. De werkzaamheden die nodig zijn om dit te realiseren, noemen we de reguliere beheertaken. De beheertaken omvatten een breed scala aan werkzaamheden. Reiniging, inspectie, reparatie en vervangingen- zijn nodig om de aanwezige voorzieningen in een goede staat te houden. Ook moet nagegaan worden of alle voorzieningen nog goed functioneren of dat er verbetermaatregelen nodig zijn. Toetsing, beleidvorming en planvoorbereiding is nodig om de taken gestructureerd uit te kunnen voeren. Ondertussen moeten werkzaamheden omtrent vergunningen en klachtenafhandeling doorgaan.
In deze bijlage zijn de reguliere beheertaken op hoofdlijnen beschreven. We geven aan wat we doen om onze voorzieningen in orde te houden. We onderscheiden de volgende deeltaken:
Voorbereiden van beleid, planvorming
Afhandelen van meldingen en klachten
Vergunningverlening, toezicht en handhaving
1) Voorbereiden van beleid, planvorming
Om het beleid goed te kunnen voorbereiden en vormgeven, is het van belang om te weten wat we aan voorzieningen hebben, waar deze liggen, hoe groot ze zijn, wat de toestand ervan is en wanneer deze voorzieningen naar verwachting zullen worden gerenoveerd of vervangen. Ook is inzicht in knelpunten wenselijk om vast te kunnen stellen waar verbeteringen nodig zijn. De activiteiten die nodig zijn om bovenstaande te waarborgen staan hieronder beschreven.
Digitaal opgeslagen gegevens over de leidingen, putten en gemalen in het rioolstelsel geven een belangrijke basis voor onderzoeken, uitvoering van werkzaamheden en afhandeling van meldingen en klachten. Het is dus belangrijk dat de gegevens in het digitale beheerpakket altijd volledig en actueel zijn.
We werken met het beheerpakket GeoVisia. Voor de vrij-vervalriolen houden we de gegevens bij via Kikker (Riodesk). In het programma worden de gegevens van de rioolobjecten, duikers en wadi’s bijgehouden. De gegevens van de gemalen en drukrioleringsunits (Onderhoud en storingen en keuringsrapporten - NEN-rapportages) worden bijgehouden in SAM. Telemetriegegevens van de debietmeter, regenmeter, grondwatergegevens staan in Telecontrolnet. Registratie van de metingen vindt continue plaats. Meetgegevens worden gebruikt voor inzicht en analyse wanneer wenselijk. Grondwatergegevens worden ook aangeleverd aan DINOloket.
De gegevens in de beheerpakketten zijn actueel en compleet.
Om het digitale beheerpakket volledig en actueel te houden verrichten wij de volgende werkzaamheden:
Bijwerken van revisiegegevens (aanpassingen aan de riolering) direct na ontvangst van de revisie;
Toevoegen van nieuw aangelegde riolering (nieuwbouw/afkoppelen), direct na ontvangst van revisiegegevens;
Invoeren van inspectie- en reinigingsgegevens, direct na ontvangst van de gegevens;
Controleren van meetgegevens (overstortmeters, debietmeter, telemetrie van gemalen, regenmeters, grondwatermeters). Periodiek naar behoefte.
Vanuit de WIBON (Wet Informatie –uitwisseling Bovengrondse en Ondergrondse Netten) bestaat een verplichting om actuele gegevens over ondergrondse netten beschikbaar te hebben, dit is een andere reden om het databeheer goed uit te voeren.
Inspectie en classificatie vrijvervalriolering
We laten rioolinspecties uitvoeren om de kwaliteit van de vrijverval riolen in beeld te brengen. Met behulp van een rijdende videocamera worden beelden gemaakt van de binnenkant van de rioolbuizen, deze beelden worden geclassificeerd en beoordeeld door een gemeentelijk inspecteur. Op basis van deze rioolinspecties worden toestandsaspecten vastgelegd, volgens de NEN-EN-13508-2.
De vrijverval riolen worden 1 keer in de 6 jaar gereinigd en 1 keer in de 12 jaar geïnspecteerd. Voorafgaand aan de inspectie worden de riolen gereinigd, om ervoor te zorgen dat de videocamera een goed zicht heeft. Zinkers worden bij voorkeur jaarlijks gereinigd omdat deze snel vervuild raken.
Met het uitvoeren van berekeningen wordt onderzocht hoe het rioolstelsel hydraulisch en milieutechnisch functioneert. Meestal gebeurt dit als op een specifieke locatie aanpassingen aan het rioolstelsel worden gedaan. De berekeningen met het rioolmodel moeten dan voorspellen wat het effect van de aanpassingen is op het omliggende rioolstelsel. Het gehele stelsel van een kern wordt elke 10 jaar doorgerekend. Dit vindt momenteel plaats als onderdeel van de OAS Harnaschpolder.
Klimaatstresstesten (wateroverlast, droogte, hitte) elke 6 jaar
Om inzichtelijk te hebben welke objecten er in de komende periode moeten worden gerenoveerd of vervangen, stellen we vervangingsplanningen op. We zorgen ervoor dat we doelmatig met ons geld omgaan, dus we vervangen alléén als het echt nodig is en liften mee met andere projecten. We hanteren een vaste methode om te bepalen of renovatie of vervanging nodig is.
De methode voor het maken van vervangingsplannen is voor alle watervoorzieningen hetzelfde. We werken met een te verwachten technische levensduur voor de (onderdelen van) objecten. Het jaar waarin de objecten moeten worden vervangen wordt indicatief berekend door bij het aanlegjaar de te verwachten technische levensduur op te tellen. Dit levert een lange-termijn planning op.
Voor de rioolobjecten gelden de volgende technische levensduur:
We maken jaarlijks voor de korte termijn een vervangings- en renovatieplan waarbij we in ieder geval naar de komende 5 jaar kijken. Van de objecten die volgens de levensduurberekening op de nominatie staan om in de komende 5 jaar te worden vervangen, wordt vastgesteld wat de fysieke kwaliteit is. Dit gebeurt aan de hand van inspecties en keuringen. Op basis van de geconstateerde fysieke kwaliteit wordt nagegaan of de berekende levensduur kan worden verlengd. Als de kwaliteit daar aanleiding toe geeft, dan wordt het object opgenomen in de vervangingsplanning. We stellen vast of er nog gerenoveerd kan worden of dat vervangen wenselijk/nodig is. We stellen ook de urgentie en de planning vast.
We willen onze werkwijze voor het beslissen over wel of niet vervangen beter vastleggen. Hiervoor is de term assetmanagement geïntroduceerd. Het is niet nieuw maar het helpt bij de gestructureerde aanpak van het beheren van het openbare gebied. De methode van assetmanagement helpt om nieuwe aanleg, beheer & onderhoud, verbetering telkens in samenhang beschouwen. Onderbouwd verstandige keuzes maken. Dat is assetmanagement. We doen al veel goed, we leggen het nog niet altijd vast.
De assetmanagement methode wordt in deze planperiode ingevoerd.
We willen de wijk- en buurtgerichte aanpak onderdeel maken van het assetmanagement. We werken toe naar een integrale planning met thema’s → integrale programmeerkamer. Dit traject is al van start. De afwegingscriteria, bedrijfswaarden/organisatiewaarden zijn er. Deze worden opgenomen in nieuwe beheervisie.
De wijk- en buurtgerichte aanpak wordt integraal afgestemd met het programma voor wegonderhoud, wegreconstructies, maatregelen vanuit verkeer, groen en met de relevante afdelingen. We kijken in ieder geval naar de volgende thema’s:
De uiteindelijke ingrepen worden in overleg bepaald. Het kan bijvoorbeeld effectiever zijn dat een vervanging van de riolering enkele jaren eerder opgepakt wordt of dat juist gekozen wordt voor uitstel om een meekoppelkans te kunnen benutten.
Heroverwegen renoveren of vervangen.
In Zoetermeer wordt vaak gekozen voor het renoveren (relinen) van rioolleidingen. We doen dit vooral omdat relinen minder geld kost dan vervangen, de sterkte van de oude leiding volledig wordt hersteld met de nieuwe kous, de overlast bij aanleg minimaal is en dat er snel gehandeld kan worden bij een naderende calamiteit. Daarnaast is de verwachte gebruiksduur van de reliningen van 80 jaar veel langer dan andere toepassingen van polyester, zoals in de auto-industrie. Vanuit de wens om de beheeropgave in het openbare gebied integraal af te stemmen, is er behoefte om een nieuwe afweging te maken tussen relinen en vervangen. Er kan bijvoorbeeld worden gekozen voor vervangen (in plaats van relinen) als er door het vervangen meekoppelkansen ontstaan voor andere ruimtelijke ingrepen in het openbare gebied. We hebben ook behoefte aan een duurzaamheidsafweging, met een beschouwing van het verwerken van de gerelinede AC-buizen als deze aan het einde van hun levensduur zijn.
Periodiek worden van ALLE objecten de inspectiegegevens geautomatiseerd getoetst, ongeacht of zij op de 5-jaarplanning staan. We gaan daarmee na of er toestandsklassen zijn waargenomen die nader onderzoek of ingrijpen vereisen. De objecten waarvoor dit geldt worden vervolgens per stuk beoordeeld om vast te stellen of er actie nodig is en hoe urgent dit is. De beoordelingsmaatstaven hiervoor staan in de onderstaande tabellen. De tabellen maken onderscheid tussen AC-leidingen en leidingen van andere materialen. We kunnen het risico op falen hierdoor goed beheersen.
Als er zich onverhoopt toch calamiteiten voordoen en objecten onverwacht niet functioneren (bijvoorbeeld door overbelasting, bezwijken van rioolbuis, stroomuitval), dan treden we handelend op. We werken niet met een calamiteitenplan. We nemen direct actie. We stellen de aard, ernst en het risico vast en dan volgt planning en oplossing op basis van urgentie en complexiteit. Daarbij gelden voor het vuilwaterriool (DWA) en regenwaterriool (RWA) verschillende beoordelingsmaatstaven:
Op basis van analyses en berekeningen constateren we of onze systemen naar behoren presteren. Als de objecten onvoldoende functioneren, dan maken we een plan voor maatregelen waarmee het functioneren kan worden verbeterd. Vooral de werking van de drukriolering behoeft een blijvende aandacht.
Veel van de verbeteringen op watergebied worden gestimuleerd vanuit het DPRA. De maatregelen zijn er op gericht om het watersysteem en het openbare gebied (water)robuuster te maken en daarmee de klimaatbestendigheid te verbeteren. Momenteel kijken we bijvoorbeeld naar verbeterpunten voor het hydraulische functioneren van riolering en oppervlaktewater (inclusief duikers) aan de hand van stresstesten voor hemelwateroverlast. We blijven inzetten op het gescheiden houden van regenwater van afvalwater. We stellen vast waar opvallende locaties zijn en waar knelpunten optreden. We gaan vervolgens na wat hiervan de oorzaak is. We organiseren klimaatgesprekken om urgentie en prioriteit van ingrepen vast te stellen. Vervolgens beoordelen we de doelmatigheid van de verbetervoorstellen en we stellen vast welke verbeteringen we doorvoeren.
Archeologisch en bodemonderzoek
Bij het uitvoeren van graafwerkzaamheden bestaat er soms een verplichting tot archeologisch en bodemonderzoek. De vorm en frequentie van deze onderzoeken verschilt per locatie. Bij graafwerkzaamheden langs oude weteringen, bij bruggen moet bijvoorbeeld vooraf worden nagegaan of archeologisch en/of bodemonderzoek nodig is. Bij projecten met graafwerkzaamheden kunnen er extra kosten voor deze onderzoeken. We nemen in de kostenbegroting een post voor archeologisch en bodemonderzoek op, zodat we de onderzoekskosten kunnen dekken.
In het kader van de vergunningverlening is er behoefte aan twee nieuwe verordeningen. Deze gaan we in de komende planperiode opstellen/actualiseren. We gaan te rade bij onze collega-gemeenten om te kijken of we documenten van hen als basis kunnen gebruiken.
Opstellen hemelwaterverordening; we leggen in de verordening vast hoeveel berging op eigen terrein moet worden gemaakt bij inbreidingslocatie. Eventueel ook opnemen dat je de wasmachine niet aansluit op het HWA > verordenen wat je mag en moet aansluiten op HWA. + overzichtskaart om welke gebieden het gaat.
Deze Nota Riolering heeft een looptijd van 2023 t/m 2026. Dit betekent dat in 2026 moet worden begonnen met het actualiseren van het Nota Riolering.
Gebruik van de voorzieningen heeft slijtage tot gevolg. Verstrijken van de tijd zorgt voor veroudering. Onderhoud en reparatie zijn nodig om de bestaande objecten functioneel te houden.
Regelmatige reiniging van de vrijverval riolen zorgt voor een goede doorstroming van de riolen. Een deel van de riolen wordt na reiniging geïnspecteerd om een beeld te krijgen van de kwaliteit van de riolering. Naar aanleiding van de inspecties worden eventuele reparaties uitgevoerd.
Straatvegen en onderhoud straat- en trottoirkolken
Vuildeeltjes op straten worden meegevoerd met neerslag en spoelen via de straat- en trottoirkolken het rioolstelsel in. In het rioolstelsel zorgen ze voor extra vervuiling, soms ook voor verstoppingen. Om dit te voorkomen worden straten regelmatig geveegd. De kosten voor straatvegen worden voor 50% toegerekend aan de riolering.
Wanneer een kolk is verstopt, leidt dit tot waterplassen op straat. De straat- en trottoirkolken worden 1x per jaar gereinigd. Dit is nodig om te zorgen voor een goede afstroming van hemelwater.
De mechanisch-elektrische installatie van rioolgemalen wordt 4 maal per jaar gecontroleerd en indien nodig gereinigd. Eenvoudige kleine reparaties worden uitgevoerd.
Onderhoud gemalen en drukriolering
De drukrioleringsgemalen worden onderhouden door een gespecialiseerd bedrijf. Dit bedrijf gaat voor reiniging en inspectie 1x per jaar langs bij alle gemalen. Bij storingen reageert een medewerker van de gemeente, indien deze het probleem niet kan verhelpen wordt het onderhoudsbedrijf ingeschakeld.
Het Hoogheemraadschap van Rijnland onderhoudt 1 hoofdrioolgemaal van de vrijvervalriolen van de gemeente (gemaal Meerzicht). In principe gebeurt het onderhoud 1 maal per jaar. Er zijn afspraken gemaakt over de kwaliteit en beschikbaarheid van de gemalen, het Hoogheemraadschap stemt het onderhoud per gemaal af op de situatie. De overige gemalen lopen mee in de onderhoudscontracten van de drukriolering.
Onderhoud van watergangen en waterpartijen
Kadastrale perceel in eigendom van gemeente, onderhoud door Hoogheemraadschap. Gemeente wel ontvangstplicht voor bagger. Geregeld in convernant.
Gebied Rijnland: Gemeente betaalt aan het Hoogheemraadschep van Rijnland voor afvoeren en verwerken van baggerslib.
Gebied Schieland en de Krimpenerwaard: bagger wordt in depot gezet.
Gebied Delfland: bijna alle watergangen zijn in eigendom, in beheer en onderhoud van Delfland ook een particuliere waterplas. De gemeente heeft geen beheertaken en draagt ook niet bij aan onderhoudskosten. Enkele kleine watergangen zijn bij de gemeente in beheer (@zie de lijst). Voor deze watergangen geldt dat de gemeente wel beheertaken met de daarbij behorende onderhoudskosten heeft.
De gemeente is verantwoordelijk voor onderhoud en functioneren van de duikers. Geldt voor alle 3 de Hoogheemraadschappen.
In de vervangingsplanning is bepaald hoeveel riolen wanneer worden vervangen of gerenoveerd. We gaan op basis van het vervangingsplan na hoe groot en complex de vervangingsopgave is en we zorgen ervoor dat het werk wordt voorbereid door onze eigen dienst (sporadisch extern) zodat de uitvoering ervan kan worden aanbesteed. We voeren het renovatie-of vervangingswerk niet zelf uit. Hiervoor contracteren we een aannemer. We houden zelf toezicht op het uitvoeringswerk, zodat we zeker weten dat er wordt gemaakt wat we willen hebben.
4) Afhandelen van meldingen en klachten
Soms komen klachten/meldingen binnen. Het gaat dan bijvoorbeeld om situaties waarin afvalwater, hemelwater of grondwater niet goed wegloopt, stankoverlast oplevert of werkzaamheden die overlast veroorzaken. Na ontvangst wordt de klacht/melding onderzocht, waarna er wordt beoordeeld in hoeverre de gemeente moet en kan zorgen voor een oplossing. In principe wordt binnen één werkdag een reactie gegeven. Bij urgente klachten is er binnen 4 uur iemand ter plaatse. We streven ernaar om deze klachten binnen 24 uur opgelost te hebben. De meeste meldingen komen telefonisch binnen. Overige meldingen klachten komen in het registratiesysteem ‘Verbeter de buurt’.
5) Vergunningverlening, toezicht en handhaving
De gemeente en de Omgevingsdienst Haaglanden ODH geven verschillende vergunningen uit die te maken hebben met riolering. Het vergunningsproces vraagt om een zorgvuldige omgang met en afweging van informatie en belangen. Afhankelijk van de vergunningaanvraag kan hier veel voor nodig zijn.
Een belangrijk type vergunning voor de riolering is de omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In de omgevingsvergunning worden verschillende zaken geregeld rondom (ver)bouwwerkzaamheden, riolering/water vormt één van deze zaken. De gemeente is vergunningverlenende instantie, maar heeft de verplichting om andere relevante overheden te betrekken in het traject. Voor het verlenen van een omgevingsvergunning is daarom vaak overleg nodig met de Hoogheemraadschappen.
De ODH verzorgt toezicht en handhaving op bestaande lozingen. Voor specifieke lozingen op het gemeentelijke rioolstelsel wordt advies gevraagd bij de gemeente Zoetermeer. Toezicht en handhaving dient in nauw overleg met gemeente en de betreffende van de drie hoogheemraadschappen te gebeuren, om te bepalen waar controles uitgevoerd dienen te worden. In sommige gevallen is de provincie of het rijk de vergunningverlenende instantie.
Bijlage 5 Evaluatie grp 2016 – 2020
In de afgelopen planperiode van het GRP 2016 – 2020 zijn de gemeentelijke watertaken naar behoren uitgevoerd. Wij voldoen aan onze waterzorgplichten. Beleid, beheer en onderhoud zijn er op ingericht om dit zo te houden. De taken bestaan op hoofdlijnen uit de volgende onderdelen:
Voorbereiding voor beleid en uitvoering
Reguliere beheertaken bestaande voorzieningen
Voorbereiding voor beleid, planvorming
In 2017/2018 is een klimaatstresstest uitgevoerd.
Er heeft regulier overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Er is een vernieuwd convenant opgesteld voor het baggeren.
Op enkele plaatsen is de capaciteit van duikers vergroot.
Er is onderzoek gedaan naar foutieve aansluitingen in bedrijfsterrein Lansinghage.
Begin 2019 is gestart met de voorbereiding binnen het NAD voor de OAS Harnaschpolder.
In 2020 is gestart met deze berekeningen voor de OAS Harnaschpolder welke volgens de planning in april/mei 2021 zijn voltooid.
In 2019 heeft via regionale inkoop de aanbesteding in percelen plaatsgevonden van een bestek voor reiniging en inspectie en een bestek voor relining plaatsgevonden. De maximale looptijd van deze bestekken is 4 jaar.
In kwartaal 1 van 2020 is gestart met het opstellen van de Nota Riolering (breder GRP) waarbij aansluiting wordt gezocht met de omgevingsvisie.
Reguliere beheertaken bestaande voorzieningen
Inspectie en reiniging wordt volgens een cyclus uitgevoerd.
De meldingen via melddesk worden afgehandeld en hierin zien we fluctuatie. De laatste jaren nemen het totaal aantal meldingen toe met circa 11 %. Door het thuiswerken ontstaan er meer meldingen.
Het toegenomen areaal aan inspecties zorgt voor een beter en actueel inzicht in de kwaliteit van de riolering.
Met dit betere inzicht wordt het programma voor relining gemaakt. In de afgelopen jaren zijn veel asbestcementleidingen gerelined.
Uit de inspecties is naar voren gekomen dat in een aantal gresleidingen in Oosterheem scheuren vertoonden waarna relining is uitgevoerd.
Daarnaast zijn via rioleringsbestekken grotere zonken in het rioolstelsel aangepast.
Jaarlijks vinden er in de planperiode gemiddeld 2 tot 3 reparaties plaats in het hoofdriool.
In 2017 is in de Eerste Stationsstraat nabij Pilatusdam een slecht functionerende duiker in de Buurtvaart vervangen. De duiker met daarin een zinker en een DWA-kruisingsput is vervangen door een nieuwe vrijliggende DWA-leiding met daar overheen een nieuwe rechte duiker zonder zinker. Hierdoor is de doorstroming in de Buurtvaart verbeterd en kan onderhoud en inspectie makkelijker plaatsvonden.
In 2019 zijn in het Westerpark drie kleine duikers Ø300 mm vergroot door twee grotere duikers Ø600 mm. Hierdoor is de doorstroming van de singels in de wijk Meerzicht en het Westerpark verbeterd.
In de wijk Palenstein is in het gebied waar stadsvernieuwing plaatsvindt de singel en de riolering gewijzigd en vervangen. Deze stadsvernieuwing is voorlopig nog niet afgerond.
In de wijk Rokkeveen is het voormalig tracé voor Randstadrail bebouwd, waarvoor nieuwe riolering is aangelegd. Deze inbreiding is bijna afgerond.
Aan de Van Leeuwenhoeklaan/Vlamingstraat is in 2017 uitbreiding van het riool voor de nieuwbouw van 15 woningen uitgevoerd.
In de nieuwbouwwijk Oosterheem zijn nog steeds ontwikkelingen aan de gang.
Langs de Zegwaartseweg en Voorweg vinden particuliere nieuwbouw ontwikkelingen in toenemende mate plaats.
Daarnaast zijn er nog een aantal kleine nieuwbouwlocaties in bestaande wijken geweest waarvoor nieuwe huisaansluitingen zijn aangelegd.
Met de hoogheemraadschappen wordt op verschillende fronten samengewerkt:
Bijlage 8 Reactie bevoegde instanties op concept
In deze bijlage vindt u de reacties die wij per e-mail van de Hoogheemraadschappen ontvingen. We hebben hen het conceptdocument van het hoofdrapport en het bijlagenrapport van de Nota Riolering toegestuurd.
We zijn vooral blij met de opmerkingen van het Hoogheemraadschep van Delfland. We hebben deze dan ook ter harte genomen.
Ook de opmerkingen van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en van het Hoogheemraadschap van Rijnland waren zeer welkom en nuttig. Deze hebben ervoor gezorgd dat we ons beleid nog beter en helderder konden verwoorden. We hebben de relevante opmerkingen verwerkt. Een aantal opmerkingen hebben we voor kennisgeving aangenomen, omdat we vinden dat we ons beleid in de oorspronkelijke tekst goed verwoord hebben.
Onderwerp: RE: Concept Programma Water Verzonden: dinsdag 22 december 2020 10:55 Onderwerp: RE: Concept Programma Water Bijgaand mijn opmerkingen op het programma water Zoetermeer en de bijlagen. Algemeen vind ik het goed leesbaar .. Ik heb me hierbij beperkt tot de waterketen, omdat Delfland slechts een zeer klein deel van het Zoetemeerse oppervlaktewater beheert. Ik heb vertrouwen in de collega’s van Rijnland en Schieland en de Krimpenerwaard dat zij daar meer aandacht aan besteden en sluit me graag bij hun aanvullingen aan. Succes met de verdere verwerking. Ik zie graag de finale versie voordat deze door het bestuur is Verzonden: dinsdag 8 december 2020 13:12 Onderwerp: Concept Programma Water Wij zijn bezig met het opstellen van een nieuw GRP in een andere vorm. Om aan te sluiten bij de Omgevingswet is de vorm en inhoud anders dan een traditioneel GRP en noemen wij het nu “Programma Water”. Uiteraard hebben alle zorgplichten ook hun plek gekregen. Het concept is nu zover om te delen. Graag wil ik jouw vragen om het document te beoordelen. De definitieve versie delen wij uiteraard ook met jullie, maar in kader van de samenwerking willen wij deze versie nu al met jullie te delen zodat er nog input mogelijk is. Aan de financiële paragraaf wordt nu hard gewerkt. Graag hoor ik wanneer wij een reactie terug kunnen Programmamanager Openbare Ruimte, afdeling Stadsbeheer Bezoekadres: Engelandlaan 502, 2711 DV Zoetermeer Postadres: Postbus 15, 2700 AA Zoetermeer Werkzaam maandag t/m donderdag www.zoetermeer.nl ¦ www.facebook.com/gemeentezoetermeer ¦ www.twitter.com/gemzoetermeer Abonneer u op de elektronische nieuwsbrief via www.hhdelfland.nl. Delfland besteedt grote zorg aan de totstandkoming en verstrekking van de informatie in deze e-mail en eventuele bijlagen. Gebruik van deze informatie door anderen dan de geadresseerde is toegestaan onder de voorwaarde dat u de bron vermeldt. Indien uit de aanhef of de inhoud blijkt dat dit bericht niet voor u is bedoeld, verzoeken wij u de afzender hierover te informeren, het bericht te verwijderen en de inhoud niet te gebruiken of openbaar te maken. Voor onze algemene voorwaarden en diensten verwijzen wij u naar onze website Denk aan het milieu, print deze e-mail alleen als het nodig is |
Bijlage 9 Maatschappelijke thema’s en water
In deze bijlage komen maatschappelijke onderwerpen aan bod die een directe relatie hebben met riolering en water in de openbare ruimte. De thema’s, die per paragraaf worden behandeld, zijn gelijk aan de hoofdlijnen uit de Visie Zoetermeer 2040 (zie ook paragraaf 1.3 van de Nota Riolering).
Het inzamelen en afvoeren van afvalwater is een kerntaak van de gemeente. De toestand van de afzonderlijke onderdelen van de riolering en het watersysteem zijn goed op orde. Zij voldoen in hoge mate aan de geldende richtlijnen. De Nota Riolering draagt bij aan het verder verbeteren van de leefbaarheid.
De gemeente wil de komende 10 tot 15 jaar tenminste 10.000 woningen bij bouwen. Deze woningen worden aangesloten op de riolering. Met berekeningen gaat de gemeente na of het huidige riool het extra water aankan. Bij nieuwbouwprojecten geeft de gemeente vooraf eisen aan de ontwikkelaar mee hoeveel hemelwater moet worden verwerkt op het perceel. Hierover zijn afspraken gemaakt in het convenant ‘Klimaatadaptief bouwen in Zuid-Holland’. Zie voor de inhoud van het convenant en het bijbehorende programma van eisen de link Klimaatadaptief bouwen - Provincie Zuid-Holland.
Het Hoogheemraadschap van Rijnland eist bij uitbreiding van verharding dat dit gecompenseerd moet worden door het ontgraven van water met een oppervlak van 15% van de toegevoegde verharding. Bij nieuwbouw en inbreiding wordt in de planvorming (o.a. stedenbouwkundig plan) daarmee rekening gehouden.
Straat- en trottoirkolken zijn uitgevoerd met een stankslot (te vergelijken met de zwanenhals onder de wasbak). Bij droog weer staan de stanksloten droog, waardoor rioollucht vrijkomt en stank veroorzaakt. De stanksloten worden met water gevuld om de stank te verhelpen. Dit hoort bij het dagelijks onderhoud. De grote rioolgemalen hebben een geurfilter. Regelmatige controle en vervanging van de filters hoort bij het dagelijks onderhoud.
Duurzaamheid is onderdeel van de Nota Riolering. Naast het in orde houden van het bestaande watersysteem, ligt de nadruk op klimaatbestendigheid, duurzaamheid en besparing van energie.
Het afvalwater van Zoetermeer wordt vrijwel geheel gescheiden ingezameld en gaat naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Het regenwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Uit het geconcentreerde afvalwater wordt biogas gewonnen. Hieruit wordt energie opgewekt en dit bespaart dit CO2.
Er zijn kansen voor verduurzaming en vermindering van het energiegebruik. Wij volgen de innovaties op het gebied van energiewinning uit afvalwater (riothermie). We verkennen via de samenwerkingsverbanden de mogelijkheden voor nieuwe sanitatie en haken aan als er interessante ontwikkelingen zijn.
Op 19 september 2017 is Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) vastgesteld door het rijk. De kern van deze deltabeslissing is dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en (water)robuust ingericht is. Het DPRA behandelt de vier thema’s wateroverlast, droogte, hitte en overstroming.
De aanpak van Zoetermeer sluit aan bij de fasering van het DPRA. De fases ‘weten, willen, werken’ zijn vertaald in 3 stappen. Met deze stappen stellen we een concreet maatregelenpakket vast en we voeren deze uit. De stappen zijn:
Stap 1: Knelpunten in beeld. Hiervoor worden stresstesten uitgevoerd. De resultaten van de in 2018 gehouden stresstest vindt u via de link:
https://zuid-holland.klimaatatlas.net/
https://zoetermeer.maps.arcgis.com/apps/MapSeries/index.html?appid=a708b15390174a36b4884cf99a598a79
Stap 2: Prioriteit vaststellen. In overleg met de waterschappen en woningbouwcorporaties worden prioriteiten gesteld op de knelpunten.
Stap 3: Maatregelen uitvoeren. Het gaat hier om het uitvoeren van maatregelen om knelpunten op wateroverlast, droogte, hitte en overstroming te verminderen. Deze thema’s worden hieronder kort toegelicht.
Om wateroverlast te voorkomen neemt de gemeente maatregelen door aanpassingen aan het rioolstelsel en watersysteem te doen. Voor Meerzicht worden als gevolg van wateroverlast maatregelen voorbereid. In bijlage 2 paragraaf 2.4.2 staan drie gradaties van wateroverlast beschreven.
Door droogte kunnen rioolleidingen breken en kunnen stanksloten in straat- en trottoirkolken droogvallen en stank veroorzaken. Maatregelen die ingezet worden zijn o.a. regenwater vasthouden voor aanvulling van het grondwater of vullen van kolken met water om een droogvallend stankslot te verhelpen.
Veel warme dagen achter elkaar heeft een negatief effect op de kwaliteit van het water door algengroei (blauwalg) en botulisme door dode vissen en eenden.
Overstromingsgevaar komt voor Zoetermeer van twee kanten. Dit kan zijn vanaf de oostkant of westkant. De gevolgen kunnen groot zijn. Hoogwaterbescherming is een taak van de hoogheemraadschappen. De maatregelen die worden genomen om ons tegen overstromingen te beschermen staan in het Deltaprogramma Ruimte voor de Rivier en het Deltaprogramma Rivieren. Voor meer informatie verwijzen wij u naar deze Deltaprogramma’s.
Bij veel werkzaamheden binnen de gemeente wordt grond verplaatst. Vanuit het beleidsveld riolering gaat het om rioolvervangingen of baggeren van watergangen. Daarnaast heeft de gemeente de grondwaterzorgplicht, waarvoor zij op openbare terrein nadelige gevolgen van de grondwaterstand moet tegengaan. Daarvoor is het ook belangrijk te weten dat Zoetermeer gevoelig is voor omhoogkomend grondwater (kwel). In bijlage 2 staan de zorgplichten voor grondwater.
Kwelgevoelige gebieden (lichtblauw)
De Nota Riolering draagt bij aan de visuele en recreatieve beleving van water. Er wordt naar ruimte gezocht voor waterberging in het openbare gebied. Een goed voorbeeld hiervan is de aanleg van de Nieuwe Driemanspolder. In het stedelijk gebied is 99% van de riolering voorzien van regenwater afvoerleidingen. Door deze scheiding van vuil en schoon water komt er nauwelijks vuil rioolwater in vijvers en sloten terecht. Hierdoor blijft het oppervlaktewater schoon.
Waterberging Nieuwe DriemansPolder tussen Zoetermeer en Den Haag. Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft een nieuwe waterberging tussen de gemeentes Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer ontwikkeld. Deze berging is nodig om de veiligheid in deze regio te waarborgen. Wanneer er teveel water in het gebied komt, door bijvoorbeeld hevige regenval in combinatie met hoge waterstanden, kan de waterberging in werking worden gezet. Momenteel is de verwachting dat deze situatie zich slechts één keer in de zeven jaar voor doet. Wanneer er geen inzet van de waterberging nodig is, doet het uitstekend dienst als natuur- en recreatiegebied. Met de aanleg van de piekberging in de Nieuwe Driemanspolder verbetert de waterveiligheid in het hele Rijnlandse werkgebied en worden specifiek een aantal regionale knelpunten in het watersysteem rondom Zoetermeer en Den Haag aangepakt. |
De openbare ruimte in Zoetermeer kent veel groene en blauwe structuren. Deze gebieden vormen een buffer waardoor de effecten van klimaatverandering worden verminderd. De gemeente Zoetermeer zet zich in voor het behoud en de ontwikkeling van deze groenblauwe dooradering. Het gaat dan om zowel de waterkwaliteit als de waterkwantiteit. Zo streeft de gemeente ernaar om watergangen niet verloren te laten gaan bij ontwikkelingen. Hierin wordt samengewerkt met het betreffende hoogheemraadschap.
Door natuurgebieden met elkaar te verbinden, via water, wil de gemeente Zoetermeer de verscheidenheid in planten en diersoorten (biodiversiteit) op peil houden en waar mogelijk vergroten. In het watergebiedsplan Zoetermeerse Plas en in de overeenkomst 'Uitvoering maatregelpakket KRW Zoetermeer’, staan verbeteringsmaatregelen voor de waterkwaliteit en ecologie van de Zoetermeerse Plas, de waterberging en doorstroming in de Nieuwe Driemanspolder.
Wanneer bij een herinrichting het riool wordt vervangen worden werkzaamheden zoveel mogelijk geclusterd om overlast te beperken.
Functie van historische weteringen
In Zoetermeer liggen zes historische weteringen, die al in de Middeleeuwen ontstaan zijn als transportroutes: de Leidsewallenwetering, Delftsewallenwetering, Zegwaartsewetering, Voorwegwetering, Buurtvaart en de Schinkelvaart. Deze weteringen liggen gedeeltelijk binnen het beschermd stadsgezicht en hebben een belangrijke functie in het watersysteem. De weteringen zorgen via uitlaten voor verversing van het oppervlaktewater in de drie polders van Zoetermeer.
Historische watergangen (lichtblauw)
Voor grootschalige (her)ontwikkelingslocaties in de stad worden ruimtelijke visies opgesteld. Water speelt een belangrijke rol. Water vergroot de aantrekkelijkheid van een woon- en leefgebied. Ook vanuit het oogpunt van klimaatadaptatie is een goed watersysteem van groot belang. Door hier op een goede wijze rekening mee te houden in ruimtelijke plannen, borgen we dat er voldoende aandacht is voor zowel de waterkwaliteit als de -kwantiteit.
Water en klimaatbestendigheid zijn een essentieel onderdeel van een duurzaam vestigingsmilieu. Al onze bedrijventerreinen zijn aangesloten op een gescheiden rioolstelsel. Voor bestaande bebouwing zijn geen eisen opgelegd ten aanzien van de berging van hemelwater op eigen terrein. Er zijn ook geen regelingen voor de aanleg van groene daken. In het Convenant ‘Klimaat adaptief Bouwen Zuid-Holland’ is afgesproken hierover beleid op te opstellen. Hier liggen kansen om de klimaatbestendigheid van het watersysteem te verbeteren, de biodiversiteit te vergroten en natuur inclusief te bouwen. In de komende planperiode gaan we dit beleid verder vormgeven.
Voor een attractieve en gastvrije binnenstad is de Visie Binnenstad opgesteld. Belangrijk onderdeel van dat plan is de waterhuishouding. In deze visie wordt voorgesteld een nieuwe singel aan te leggen in het stadshart. De haalbaarheid hiervan wordt verder onderzocht. Binnen het stadshart spelen ook de ontwikkelingen rondom de Markt en de Grote Dobbe een belangrijke rol, niet alleen voor waterberging, maar ook voor de belevingswaarde van het gebied.
Voor water-gerelateerde sporten als zwemmen, zeilen, surfen of roeien is een goede waterkwaliteit belangrijk. We zetten ons samen met de drie hoogheemraadschappen in voor de verbetering van de (zwem) waterkwaliteit, bijvoorbeeld in de Zoetermeerse Plas, om deze voor sport en recreatie geschikt te houden. Dit geldt niet alleen voor de watergangen die de KRW (Kaderrichtlijn Water)-status hebben, maar ook in het overige oppervlaktewater.
De gemeente heeft de ambitie om de Leidsewallenwetering weer voor klein scheepvaartverkeer geschikt te maken. Het gaat dan met name om de doorvaarthoogte onder de bruggen te vergroten tot minimaal anderhalve meter. Op deze manier wordt het historische dorpscentrum en het stadshart beter bereikbaar voor de recreatievaart.
Wij participeren in diverse samenwerkingsverbanden met buurgemeenten en andere overheden. Hieronder een opsomming:
We hebben de taak om ervoor te zorgen dat iedereen verstandig met het watersysteem omgaat. Er ligt dus een belangrijke taak voor de gemeente in de communicatie over water en klimaat. Daarnaast zetten we in op bewonersparticipatie bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen.
We zetten in de komende periode in op de communicatie met bewoners over het goed omgaan met een gescheiden rioolsysteem, bijvoorbeeld op de website van de gemeente, in huis-aan-huisbladen op de website www.nietinhetriool.nl of op social media. Hierbij wordt aandacht gegeven aan het wassen van de auto in de straat en het weggooien van (niet afbreekbare) schoonmaakdoekjes in het vuilwaterriool.
Bijlage 10 Financiele grafieken
De jaarlijkse exploitatiekosten in periode 2016- 2020 bedroegen gemiddeld € 2.758.000 (cijfers jaarrekeningen) De jaarlijkse geraamde exploitatiekosten over de periode 2023-2026 bedragen gemiddeld € 3.119.000.
In onderstaande grafiek is de stand van de voorziening voor de komende 80 jaar weergegeven. Bij de huidige werkwijze stijgt de voorziening de komende jaren omdat er nauwelijks vervanging plaatsvindt. In het voorstel wordt de voorziening al vanaf het begin gebruikt om de kosten van de vervanging mee te dekken.
Het saldo van de voorziening blijft waardevast door een dotatie vanuit de algemene middelen die net als de inflatiecorrectie 2% is.
AMvB Algemene Maatregel van Bestuur
CROW Kennisinstituut voor infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer, en werk en veiligheid
GRP Gemeentelijk rioleringsplan
DPRA Deltaprogramma ruimtelijke adaptatie
IBA installatie voor individuele behandeling van afvalwater
NPR Nederlandse praktijkrichtlijn
OAS Optimalisatiestudie afvalwatersysteem
OVIJ Omgevingsdienst Veluwe IJssel
PUB-DR Pomp Unit Beheer DRukriolering
RAW Rationalisatie en Automatisering Grond-, Water- en wegenbouw
RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie
Wvo Wet Verontreiniging oppervlaktewater
TERMEN EN DEFINITIES stedelijk afvalwater en hemelwater
TERMEN EN DEFINITIES grondwater
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-121670.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.