Wijzigingsbesluit aardgasvrijsubsidie Molenwijk

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 4:23, eerste lid van de Algemene Wet Bestuursrecht en artikel 3, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013, gezien de op 3 maart 2020 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050, gezien de op 14 december 2016 vastgestelde ‘Strategie naar een Stad zonder Aardgas’ en gezien het besluit van de gemeenteraad van Amsterdam van 16 februari 2022 met onderwerp ‘instemmen met het verlenen van financiële dekking uit het Klimaatfonds voor subsidie voor het aardgasvrij maken de van de Molenwijk.

 

besluit:

Artikel I – Toevoegen gebiedsgericht hoofdstuk

De subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen wordt als volgt gewijzigd:

 

a. Na hoofdstuk 3c wordt een hoofdstuk toegevoegd dat als volgt luidt:

 

Hoofdstuk 3d Molenwijk

 

Artikel 3d.1 Gebied en datumbepaling

  • 1.

    Het gebied Molenwijk, waarbinnen subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3d.3, plaats dienen te vinden is als volgt begrenst:

    • a.

      aan de noordzijde door de Molenaarsweg;

    • b.

      aan de oostzijde,

      • i.

        door de Molenaarsweg;

      • ii.

        tussen de Molenaarsweg en de Stellingweg door de sloot tussen basisschool de Krijtmolen en de gebouwen aan het Zuideinde ligt;

      • iii.

        door de delen van de Stellingweg die niet bij de Molenflats eindigen;

    • c.

      aan de zuid- en westzijde door de delen van de Stellingweg die niet bij de Molenflats eindigen.

  • 2.

    De beoogde datum waarop al het vastgoed binnen het onder het eerste lid bepaalde gebied aardgasvrij zal zijn, is 31 december 2031.

  • 3.

    In afwijking op artikel 2.1, eerste lid wordt een bedrijfsruimte en maatschappelijk vastgoed, dat gelegen is binnen het in het eerste lid beschreven gebied, bij een subsidieaanvraag op grond van artikel 2.3 geacht binnen het in het artikel 2.1 bepaalde gebied te liggen. Bedrijfsruimten en maatschappelijk vastgoed binnen het in het eerste lid beschreven gebied zijn daardoor niet als gevolg van die gebiedsaanwijzing uitgesloten van de subsidie in hoofdstuk 2.

Artikel 3d.2 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor verlening van subsidie voor de in artikel 3d.3 genoemde activiteiten voor het tijdvak lopende van de inwerkingtreding Wijzigingsbesluit aardgasvrijsubsidie Molenwijk tot en met 31 december 2026 bedraagt €3.600.000.

 

Artikel 3d.3 Subsidiabele activiteiten

Op voorwaarde dat het vastgoed hiermee aardgasvrij wordt kan het college een eenmalige subsidie verlenen voor het treffen van één of meerdere van de volgende fysieke gebouwgebonden voorzieningen in een bestaande woning:

  • a.

    omzetten van de aardgasgestookte ruimteverwarmingsinstallatie naar een aardgasvrije ; en/of

  • b.

    omzetten van de aardgasgestookte tapwaterinstallatie naar een aardgasvrije ; en/of

  • c.

    omzetten van de aardgasgestookte kookvoorziening naar een aardgasvrije kookvoorziening; en/of

  • d.

    verwijderen van de gasaansluiting door de netbeheerder.

Artikel 3d.4 Subsidiabele kosten

In aanmerking voor subsidie komen de gemaakte kosten voor de uitvoering van de in dit hoofdstuk bepaalde activiteiten met uitzondering van:

  • a.

    de kosten voor zelf verrichte arbeid, indien de voorzieningen door de aanvrager zelf worden getroffen;

  • b.

    de kosten voor isolatievoorziening;

  • c.

    de kosten voor zonnepanelen;

  • d.

    de kosten voor biomassaverbrandingsketels, hout- of pelletkachels;

  • e.

    de kosten voor installaties of fornuizen op fossiele brandstoffen als kolen, olie, butaangas of andere brandstoffen die bij verbranding meer fijnstof produceren dan aardgas;

  • f.

    de kosten voor pannen en ander keukengerei;

  • g.

    de kosten voor voorzieningen die gericht zijn op het voldoen aan wettelijke verplichtingen.

Artikel 3d.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Voor activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3d.3, onder a en b, wordt voor het bepalen van de hoogte van de subsidie de som van de subsidiabele kosten voor deze activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3d.4, verminderd met €3750,- per woning. Van het resterende bedrag komt 50% in aanmerking voor subsidie. Deze subsidie bedraagt maximaal €4500,- per woning.

  • 2.

    Voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 3d.3, onder c worden voor het bepalen van de hoogte van de subsidie in aanmerking genomen 50% van de subsidiabele kosten, zoals bedoeld in artikel 3d.4. Deze subsidie bedraagt maximaal €500,- per woning.

  • 3.

    Voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 3d.3, onder d geldt dat de hoogte van de subsidie gelijk is aan de kosten die door de netbeheerder in rekening worden gebracht voor het verwijderen van de gasaansluiting, maar in ieder geval niet hoger is dan €1000,- per aansluiting.

  • 4.

    Bij het bepalen van de hoogte van de op grond van dit hoofdstuk vast te stellen subsidie zijn de bedragen uit leden 1 tot en met 3 van toepassing, maar de subsidie is in geen geval hoger dan de, met andere voor de subsidiabele activiteiten verleende of vastgestelde subsidies verminderde, daadwerkelijk gemaakte kosten voor het realiseren van de subsidiabele activiteiten. Indien aannemelijk is dat een andere verleende subsidie lager vastgesteld zal worden brengt het college het verwachte lagere bedrag in mindering in de plaats van het verleende bedrag.

Artikel 3d.6 Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op de in artikel 1.6 genoemde weigeringsgronden weigert het college subsidie voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 3d.3 te verlenen indien de aanvraag na 31 december 2026 is ingediend.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.6, eerste lid, onder a, kan het college subsidie verlenen voor de subsidiabele activiteiten in artikel 3d.3 voor voorzieningen die zijn getroffen in de periode tussen 1 juli 2021 en de éénennegentigste dag na de inwerkingtredingsdatum van het Wijzigingsbesluit aardgasvrijsubsidie Molenwijk. Een aanvraag hiervoor moet binnen 90 dagen na de inwerkingtreding van het Wijzigingsbesluit aardgasvrijsubsidie Molenwijk ingediend zijn.

b. In de toelichting wordt na de paragraaf over de Reimerswaalbuurt een paragraaf ingevoegd die als volgt luidt:

 

De Molenwijk

 

Op 18 januari 2022 heeft het college van B&W met het oog op de concrete plannen en afspraken die voorlagen voor het aardgasvrij maken van delen van het vastgoed in de Molenwijk, besloten om een specifieke (i.e. op die buurt gerichte) uitwerking vast te stellen. Deze subsidie is opgenomen in hoofdstuk 3d.

 

Voor bedrijven en maatschappelijke organisatie geldt dat zij aanspraak kunnen blijven maken op de stadsbrede subsidie voor wat betreft het vastgoed in de Molenwijk.

 

Er wordt een potentieel hoger subsidiebedrag beschikbaar gesteld voor het aardgasvrij maken van woningen in deze buurt, maar om aanspraak te kunnen maken op dit hogere bedrag zullen ook aanzienlijk hogere subsidiabele kosten opgevoerd moeten worden. Dit is het gevolg van het feit dat in de Molenwijk, net als in de Bernard Loderbuurt en de Reimerwaalbuurt een forfaitair bedrag in mindering wordt gebracht. In de Molenwijk is dit forfaitair bedrag hoger dan in de voorgaande buurten. Net als in de Bernard Loderbuurt en de Reimerswaalbuurt is, na het in mindering brengen van dit forfaitaire bedrag, slechts 50% van de resterende kosten subsidiabel.

 

Het subsidieplafond voor de Molenwijk sluit aan bij de som van de op basis van de afspraken en concrete plannen voor deze buurt verwachte aanvragen gedurende de beperkte periode dat het mogelijk is om subsidie aan te vragen.

 

In samenhang met het besluit om subsidie te verlenen voor deze buurt is ook besloten om het gebied aan te wijzen als gebied waar de netbeheerder geen taak heeft aanvragers van een kleinverbruik gasaansluiting te voorzien. Consequentie daarvan is dat het niet meer mogelijk is om een kleinverbruik gasaansluiting te krijgen en op die manier het aardgasvrij maken van vastgoed in dit gebouw ongedaan te maken.

 

c. In de artikelsgewijze toelichting wordt na hoofdstuk 3c Banne Noord een hoofdstuk ingevoegd dat als volgt luidt:

 

Hoofdstuk 3d Molenwijk

 

Artikel 3d.1 gebieds- en aardgasvrij datum bepaling

 

Eerste lid

 

Met dit lid wordt het gebied bepaald waarbinnen de subsidiabele activiteiten in dit hoofdstuk plaats dienen te vinden. Als de activiteiten buiten dit gebied liggen zijn ze niet subsidiabel op basis van dit hoofdstuk. Dit artikel omschrijft de grenzen van het gebied.

 

Het gebied Molenwijk, waarbinnen subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3d.3, plaats dienen te vinden is als volgt begrenst:

  • a.

    aan de noordzijde door de Molenaarsweg;

  • b.

    aan de oostzijde,

    • i.

      door de Molenaarsweg;

    • ii.

      tussen de Molenaarsweg en de Stellingweg door de sloot tussen basisschool de Krijtmolen en de gebouwen aan het Zuideinde ligt

    • iii.

      door de delen van de Stellingweg die niet bij de Molenflats eindigen;

  • c.

    aan de zuid- en westzijde door de delen van de Stellingweg die niet bij de Molenflats eindigen.

 

figuur 3d.1.1 - overzichtskaart van Amsterdam met het gebied ‘Molenwijk’ gemarkeerd

 

 

figuur 3d.1.2 - detailkaart met daarin het gebied ‘Molenwijk’ gemarkeerd

 

De volgende postcodes en bijbehorende huisnummers worden geacht binnen het gebied te liggen:

 

Postcode

Huisnummers

 

Postcode

Huisnummers

 

Postcode

Huisnummers

1035AA

alle

1035BJ

alle

1035CV

alle

1035AB

alle

1035BK

alle

1035CW

alle

1035AC

alle

1035BL

alle

1035CX

alle

1035AD

alle

1035BM

alle

1035CZ

alle

1035AE

alle

1035BN

alle

1035EA

alle

1035AG

alle

1035BP

alle

1035EB

alle

1035AH

alle

1035BR

alle

1035EC

alle

1035AJ

alle

1035BS

alle

1035ED

alle

1035AK

alle

1035BT

alle

1035EE

alle

1035AL

alle

1035BV

alle

1035EG

alle

1035AM

alle

1035BW

alle

1035EH

alle

1035AN

alle

1035CA

alle

1035EJ

alle

1035AP

alle

1035CB

alle

1035EK

alle

1035AR

alle

1035CC

alle

1035EL

alle

1035AS

alle

1035CD

alle

1035EM

alle

1035AT

alle

1035CE

alle

1035EN

alle

1035AV

alle

1035CG

alle

1035EP

alle

1035AW

alle

1035CH

alle

1035ER

alle

1035AX

alle

1035CJ

alle

1035ES

alle

1035AZ

alle

1035CK

alle

1035ET

alle

1035BA

alle

1035CL

alle

1035EV

alle

1035BB

alle

1035CM

alle

1035BC

alle

1035CN

alle

1035BD

alle

1035CP

alle

1035BE

alle

1035CR

alle

1035BG

alle

1035CS

alle

1035BH

alle

1035CT

alle

 

Tweede lid

Met dit lid wordt voor dit hoofdstuk bepaald dat de streefdatum om al het vastgoed in de Molenwijk aardgasvrij te maken 31 december 2031 is. De voornaamste werking van deze streefdatum ontstaat door de verplichting om een intentieverklaring te leveren die ertoe strekt dat al het vastgoed, binnen het gebied, in eigendom van de eigenaar waarop subsidieaanvraag betrekking heeft, aardgasvrij wordt (zoals genoemd in artikel 1.5, eerste lid onder e) en de mogelijkheid voor het college om een subsidieaanvraag (ten dele) te weigeren als die intentieverklaring onvoldoende stevig is (artikel 1.6, tweede lid, onder c).

 

Derde lid

Met dit lid wordt de werking van artikel 2.1, eerste lid gewijzigd. De hoofdregel is dat stadsbrede subsidievoorwaarden uit hoofdstuk 2 niet van toepassing is in gebieden waar een specifieke uitwerking voor bestaat. Als gevolg van dit lid blijven de stadsbrede subsidievoorwaarden uit hoofdstuk 2 van toepassing voor bedrijven en maatschappelijke organisaties.

 

Artikel 3d.2 Subsidieplafond

Dit artikel bepaalt de hoogte en de looptijd van het subsidieplafond voor de subsidies op grond van artikel 3d.3. De looptijd van het plafond vangt aan bij de inwerkingtreding van het Wijzigingsbesluit aardgasvrijsubsidie Molenwijk. In artikel II van dat Wijzigingsbesluit staat dat het in werking treedt met ingang van de dag na bekendmaking. De inwerkingtreding van het plafond valt dus samen met ingang van de dag na de bekendmaking van het Wijzigingsbesluit aardgasvrijsubsidie Molenwijk. Als het subsidieplafond gedurende de looptijd bereikt is worden subsidieaanvragen geweigerd op grond van artikel 4:24, tweede lid Awb.

 

Artikel 3d.3 Subsidiabele activiteiten

Dit artikel bepaalt voor welke activiteiten op grond van dit hoofdstuk subsidie aangevraagd kan worden. Het is uitsluitend mogelijk om subsidie aan te vragen voor deze activiteiten voor zover ze uitgevoerd worden aan vastgoed dat gelegen is binnen het in artikel 3d.1, eerste lid gelegen gebied. In de aanhef wordt bepaald dat het mogelijk is voor elke combinatie van de in de onderdelen a tot en met d opgesomde activiteiten subsidie aan te vragen onder de voorwaarden dat het ertoe leidt dat een bestaande woning aardgasvrij wordt. De begrippen aardgasvrij, bestaande woning en fysieke gebouwgebonden voorzieningen worden allemaal gedefinieerd in de algemene definities uit artikel 1.1.

 

Artikel 3d.4 Subsidiabele kosten

Dit artikel bepaalt welke van de kosten die gemoeid zijn met het uitvoeren van de in artikel 3d.3 bepaalde activiteiten subsidiabel zijn. Het gaat in principe om alle gemaakte kosten voor de uitvoering, maar de soorten kosten in de opsomming worden uitzondert. Deze formulering wijkt nauwelijks af van de formulering van artikel 2.4 en voor verdere toelichting bij de verschillende subonderdelen wordt u daarom verwezen naar de artikelsgewijze toelichting bij dat artikel.

 

Artikel 3d.5 Hoogte van de subsidie

Dit artikel bepaalt de hoogte van de subsidie verleent en vastgesteld kan worden voor de activiteiten uit artikel 3d.3.

 

Het eerste lid bepaalt de subsidie die beschikbaar is voor aardgasvrij maken van de ruimteverwarmingsinstallatie, zoals bedoeld in artikel 3d.3, onderdeel a en voor het aardgasvrij maken van de tapwaterverwarmingsinstallatie, zoals bedoeld in artikel 3d.3, onderdeel b. Het maximale subsidiebedrag wordt bepaald op basis van de combinatie van de subsidiabele kosten voor de uitvoering van onderdelen a en b. Het gehele forfaitaire bedrag wordt in mindering gebracht ongeacht of één of beide activiteiten uitgevoerd worden. Nadat het forfaitaire bedrag in mindering is gebracht op de subsidiabele kosten, zoals bedoeld in artikel 3d.4 komt de helft van het resterende bedrag in aanmerking voor subsidie. Die subsidie kan niet hoger dan het maximale bedrag per woning.

 

Het tweede lid bepaalt de subsidie die beschikbaar is voor het aardgasvrij maken van de kookvoorziening, zoals bedoeld in artikel 3d.3, onderdeel c. Bij het berekenen van de hoogte van de subsidie voor de kookvoorziening wordt geen forfaitair bedrag in mindering gebracht. De helft van de subsidiabele kosten, zoals bedoeld in artikel 3d.4 komt in aanmerking voor subsidie.

 

Het derde lid bepaalt de subsidie die beschikbaar is voor het verwijderen van de gasaansluiting. Het gaat nadrukkelijk om de door de netbeheerder beheerde gasaansluiting. In principe komen alle door de netbeheerder in rekening gebrachte kosten in aanmerking, maar er is wel een maximumbedrag per aansluiting ingesteld. Het college wil voorkomen dat het groter dan verwachte subsidies moet verstrekken als bijvoorbeeld aanvullende kosten zijn als gevolg van de wensen van de aanvrager of als er grootverbruik aansluitingen verwijderd worden.

 

Het vierde lid is anders dan de eerste drie leden. In dit lid wordt namelijk bepaalt dat de subsidie in geen geval hoger kan zijn dan de subsidiabele kosten verminderd met eventuele andere verleende of vastgestelde subsidies voor dezelfde activiteiten. Hiermee voorkomt het college dat de aanvrager meer subsidie krijgt voor de activiteiten dan dat de activiteiten zelf daadwerkelijk kosten. Als gevolg van het feit dat voor de activiteiten uit artikel 3d.3, onderdelen a, b en c slechts een deel van de subsidiabele kosten in aanmerking komen voor subsidie is er vaak voldoende ruimte voor aanvragers om andere subsidies aan te vragen voor de activiteiten, zonder dat dat er toe leidt dat de subsidie op grond van dit artikellid lager vastgesteld dient te worden. De tweede volzin in dit artikel ziet er op dat het college naar redelijkheid kan beoordelen of een eventuele andere verleende subsidie mogelijk lager vastgesteld zal worden. Op die manier kan onder andere voorkomen worden dat een aanvrager dubbel gekort wordt op de subsidie als een bepaalde activiteit niet geheel is uitgevoerd. Het college bepaalt of er sprake is van andere subsidies op grond van de stukken die op grond van artikel 1.5, onderdeel d moet worden verstrekt bij de aanvraag tot subsidieverlening en op grond van artikel 1.8, onderdeel 2 moet worden verstrekt bij de aanvraag tot subsidievaststelling. Op grond van artikel 4:46, eerste lid kan het college de subsidie lager vaststellen. Het subsidiebedrag dat bij de verlening wordt bepaald betreft een maximumbedrag dat op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten en de eventuele andere te ontvangen subsidie naar beneden bijgesteld kan worden.

 

Artikel 3d.6 Weigeringsgronden

Dit artikel bepaalt de een aanvullende of afwijkende weigeringsgronden die voor subsidies op grond van dit hoofdstuk van toepassing zijn.

Het eerste lid betreft een aanvullende weigeringsgrond. Deze weigeringsgrond is in aanvulling op de weigeringsgronden uit artikel 1.6 van het algemene hoofdstuk. De weigeringsgronden uit artikel 1.6 zijn op hun beurt weer een aanvulling op de weigeringsgronden uit artikel 9 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013. Het regelt dat aanvragen die na 31 december 2026 worden ingediend worden geweigerd.

 

Het tweede lid betreft een afwijking op de weigeringsgrond uit artikel 1.6, eerste lid onder a. Dat is het artikel dat er op ziet dat de subsidie geweigerd wordt als reeds begonnen is met de uitvoeren van de activiteiten voordat de subsidie is aangevraagd. Het gevolg van deze afwijking is dat activiteiten die tussen 1 juli 2021 en de 91ste dag na de inwerkingtredingdatum van het Wijzigingsbesluit aardgasvrijsubsidie Molenwijk toch in aanmerking komen voor subsidie op grond van dit hoofdstuk. Een aanvrager die aanspraak wil maken op deze uitzondering moet zijn subsidieaanvraag echter wel binnen 90 dagen na de inwerkingtreding van het Wijzigingsbesluit aardgasvrijsubsidie Molenwijk indienen. Als die 90 dagen termijn verstreken zijn de reeds uitgevoerde activiteiten niet meer subsidiabel.

Artikel II – Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel III – Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit aardgasvrijsubsidie Molenwijk

Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 januari 2022.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting bij het wijzigingsbesluit

Algemeen deel

Dit wijzigingsbesluit introduceert een gebiedsgerichte uitwerking binnen het kader van hoofdstukken 1 tot 4 van de subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen. Hoofdstukken 1 tot 4 van die subsidieregeling zijn gericht op het aardgasvrij maken van de bestaande stad. Deze gebiedsgerichte uitwerking is gericht op de Molenwijk. Met de eigenaren en de bewoners van de Molenwijk is uitvoerig gesproken over de wijze en termijn waarop deze wijk aardgasvrij gemaakt zal worden. Uitkomst van de gesprekken was dat een aanzienlijke financiële bijdrage nodig is om de overstap naar aardgasvrij mogelijk te maken. De subsidievoorwaarden van dit nieuwe hoofdstuk zien op die financiële bijdrage.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

Artikel I ziet op de toevoeging van het hoofdstuk en bestaat uit vier onderdelen.

 

Artikel I, onderdeel a ziet op de toevoeging van het gebiedspecifieke hoofdstuk 3d en de zes artikelen waar dat hoofdstuk bestaat aan de bestaande subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen.

 

Artikel I, onderdeel b ziet op de toevoeging van de algemene toelichting met betrekking tot het toevoegde gebiedspecifieke hoofdstuk 3d aan de bestaande subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen.

 

Artikel I, onderdeel c ziet op de toevoeging van de artikelsgewijze toelichting met betrekking tot het toegevoegde gebiedspecifieke hoofdstuk 3d aan de bestaande subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen.

 

Artikel II

Artikel II regelt het moment waarop het wijzigingsbesluit in werking treedt. Het moment van inwerkingtreding is de dag na de bekendmaking. De bekendmaking geschiedt doormiddel van de publicatie van het Wijzigingsbesluit in het Gemeenteblad.

 

Artikel III

Artikel III regelt de citeertitel van het wijzigingsbesluit. Door deze citeertitel nadrukkelijk in het wijzigingsbesluit te bepalen wordt naamsverwarring voorkomen en wordt geregeld dat met een zeer korte omschrijving verwezen kan worden naar dit specifieke besluit.

Naar boven