Beleidsregel voor de subsidiering van professionele instellingen op het gebied van welzijn en het sociaal domein 2021-2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vaals

 

gelet op:

  • -

    artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en onderdeel E van de Subsidieverordening Vaals 2014 (ASV) ;

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende beleidsregel:

 

Beleidsregel voor de subsidiering van professionele instellingen op het gebied van welzijn en het sociaal domein 2021-2022

 

Begrippen

Beleidsgestuurde Contractfinanciering (BCF)

BCF is een vorm van resultaatgericht subsidiëren. Uitgangspunt is dat de gemeente, als opdrachtgever/subsidieverstrekker, een opdracht formuleert aan de maatschappelijke organisatie (de opdrachtnemer/subsidie-ontvanger). De gemeente doet dit op basis van haar beleidsdoelstellingen (wat wil de gemeente dat de organisatie uitvoert).

Vanuit een gedeelde visie tussen deze twee partijen en met respect voor hun verschillende verantwoordelijkheden komt er een interactief proces tot stand waarin de stappen worden gezet om te komen tot een afgestemde beleidscyclus. In deze cyclus toont de organisatie aan welke resultaten er zijn bereikt. Zie bijlage 2 voor een uitgebreidere beschrijving.

 

Professionele instellingen

Professionele instellingen zijn instellingen die – voor de uitvoering van hun taak - gebruik maken van beroepskrachten. Aanvullend kunnen zij vrijwilligers inzetten. Het College van B&W wijst deze instellingen aan (collegebesluit).

 

Sociaal domein

Het sociaal domein gaat over alles wat mensen in hun directe bestaan raakt. Het heeft primair betrekking op zorg, welzijn, arbeid, onderwijs, gezondheid en vrije tijdsbesteding. Het sociale domein gaat dus om mensen en de wijze waarop zij in staat zijn om deel te nemen aan de samenleving. Een veilige leefomgeving (op basis van de Wmo 2015, de Participatiewet en de Jeugdwet) is een belangrijke randvoorwaarde hiervoor.

 

Subsidieproces

  • 1.

    Bepalen subsidiepartners

     

    • 1.

      Het college bepaalt, ruim voor de aanvraagdatum van de subsidie als bedoeld in artikel 2. Lid 1 van onderdeel E van de subsidieverordening, welke professionele instelling voor subsidie op grond van onderdeel E van de ASV gemeente Vaals in aanmerking komt.

    • 2.

      Het college hanteert hiervoor de volgende criteria:

      • a.

        De instelling verleent algemeen toegankelijke dienstverlening op het gebied van welzijn/sociaal domein.

      • b.

        De instelling werkt met professionele krachten in een of meer specifieke welzijnssectoren ten behoeve van inwoners van de gemeente Vaals. Hierbij worden eventueel ter aanvulling vrijwilligers ingezet.

      • c.

        De instelling levert een bijdrage aan beleidsdoelen van de gemeente die zonder subsidie niet of niet geheel gerealiseerd kunnen worden.

    • 3.

      Het college kan als gevolg van veranderde omstandigheden of veranderde inzichten besluiten een jaarlijkse of meerjarige subsidie aan een organisatie te beëindigen. De organisatie wordt hierover, met inachtneming van een redelijke termijn, tijdig geïnformeerd.

  • 2.

    Aanvraag van de subsidie

    • 4.

      Het college kan een format vaststellen voor de aanvraag van de subsidie.

  • 3.

    Beslissing op aanvraag

    • 1.

      Het college informeert de instelling met een beschikking over de gehele of gedeeltelijke toekenning van de subsidie, danwel over de afwijzing van het subsidieverzoek.

    • 2.

      In de beschikking is opgenomen:

      • a.

        Welke voorwaarden aan de subsidie zijn verbonden;

      • b.

        Welke bepalingen eventueel niet van toepassing zijn;

      • c.

        Het toegekende subsidiebedrag;

      • d.

        De wijze van verantwoording en vaststelling van het subsidiebedrag na afloop van de subsidieperiode.

  • 4.

    Verantwoording

    • 1.

      Het college kan een format voor de verantwoording van de subsidie vaststellen.

Inhoudelijke bepalingen

  • 5.

    Beleidsdoelstellingen gemeente

    • 1.

      Het college stelt de beleidsdoelstellingen vast. De instellingen leveren met hun acties en activiteiten een bijdrage aan deze beleidsdoelstellingen. De beleidsdoelstellingen staan in bijlage 1 en 3.

  • 6.

    Methodiek

    • 1.

      Het college stelt de subsidiemethodiek vast. De subsidiemethodiek is beschreven in bijlage 2.

  • 7.

    Monitoring

    • 1.

      Het college stelt indicatoren voor monitoring en verantwoording vast. Deze zijn opgenomen in bijlage 3.

    • 2.

      Per instelling kunnen deze indicatoren in de subsidiebeschikking nader aangescherpt worden.

    • 3.

      Monitoringsgesprekken vinden binnen 1 maand na afloop van het kwartaal plaats.

    • 4.

      Op basis van de monitoringsgesprekken kunnen de subsidie-afspraken aangescherpt worden.

Financiële bepalingen

  • 8.

    Betaalbaarstelling van de subsidie

    • 1.

      Het college kan voorschotten verstrekken.

  • 9.

    Budgetplafonds

    • 1.

      Het college kan een budgetplafond vaststellen.

Slotbepalingen

  • 10.

    Afwijkingen en Hardheidsclausule

    • 1.

      Afwijkingen van de begroting en/of het werkplan behoeven vooraf de goedkeuring van het college.

    • 2.

      Indien de bepalingen in deze beleidsregel leiden tot onbillijkheden, kan het college besluiten in afwijking van de beleidsregel.

    • 3.

      Het college kan voor onderdelen van het proces mandaat verlenen aan het sectorhoofd maatschappij.

  • 11.

    Citeertitel en inwerkingtreding

    • 1.

      Deze beleidsregel kan aangehaald worden als Beleidsregel subsidiering professionele instellingen welzijn/sociaal domein gemeente Vaals.

    • 2.

      De beleidsregel treedt in werking de dag na de bekendmaking van deze beleidsregel.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Vaals d.d. ….

de secretaris,

mr. drs. J.H.M.J. Bertram

de burgemeester,

mr. H.M. H. Leunessen

Bijlage 1 visie sociaal domein, beoogde doelen en maatschappelijke effecten

 

Visie sociaal domein:

 

De visie van de gemeente Vaals op het Sociaal Domein is vastgelegd in 2 documenten: 1) de startnotitie “Kantelen binnen het sociaal domein”. Lokale bouwstenen voor een regionale visie op het sociale domein (medio 2013) en 2) de Toekomstagenda sociaal domein Maastricht-Heuvelland (vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Vaals op 15-02-2016). De visie uit deze documenten is in deze bijlage opgenomen.

 

Uitgaan van de leefwereld van inwoners, kijken wat zij nodig hebben om verder en mee te kunnen komen in de samenleving. In tegenstelling tot uitgaan van de systeemwereld van wetten, regels en protocollen. Dit is de beweging die de gemeente Vaals in de volle breedte van het sociaal domein maakt. De gemeente werkt daarvoor met makelaars in de aanpak WijVaals, waar in samenwerking met de specialisten op het gebied van bijvoorbeeld Jeugdhulp, Schuldhulpverlening, werk en inkomen en Wmo breed en integraal gekeken wordt. Maar de gemeente toetst ook de samenwerking met partnerorganisaties aan deze werkwijze

 

De burger zal nog meer centraal komen te staan. Ook zal nog meer gekeken worden naar hoe de burger zelf, al dan niet met hulp van het netwerk en/of voorliggende voorzieningen, geholpen kan worden om de problemen op te lossen of hanteerbaar te maken. Ook preventie zal meer aandacht krijgen. Wanneer problemen namelijk vroegtijdig opgespoord worden, kan erger voorkomen worden. Deze visie is in ontwikkeling en kan daarom nog niet vastgelegd worden in dit document, maar wordt als gedachtegoed meegenomen in dit document.

 

Visie “Kantelen binnen het sociaal domein”

 

De gemeenten zien, in lijn met de strategische visies van de gemeenten, het sociale domein als één geheel. Het sociale domein omvat alle ondersteuning en activering van burgers op het gebied van zorg en welzijn (Wmo), jeugdbeleid en jeugdzorg, gezondheidszorg, onderwijs, vrije tijd, werk en inkomen, leefbaarheid, veiligheid en sport.

 

Het sociaal domein definiëren we daarbij als volgt:

 

Het sociaal domein gaat over alles wat mensen in hun directe bestaan raakt. Het heeft primair betrekking op zorg, welzijn, arbeid, onderwijs, gezondheid en vrije tijdsbesteding. Het sociale domein gaat dus om mensen en de wijze waarop zij in staat zijn om deel te nemen aan de samenleving. Een veilige leefomgeving is een belangrijke randvoorwaarde hiervoor.

 

Algemeen uitgangspunt is dat de mens zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen welzijn, dat ieder mens uniek is en een eigen behoeftepatroon heeft dat bovendien in de tijd kan variëren. Ouders zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van hun kinderen. Als overheid zorgen wij voor voldoende basis- c.q. algemene voorzieningen. Activiteiten en werkzaamheden gericht op de mens en zijn omgeving worden integraal vanuit het sociale domein opgepakt en zodanig op elkaar afgestemd dat er een samenhang ontstaat in de aanpak en uitvoering, het ondersteunen en beschikbaar stellen van faciliteiten. De ondersteuning is gericht op het versterken van de eigen kracht: we helpen mensen met behulp van de civil society zo snel mogelijk weer op eigen benen te staan.

 

De integrale en samenhangende visie op het sociale domein bevat de volgende algemene uitgangspunten:

 

  • 1.

    Schuiven op de verantwoordelijkheidsladder

    Problemen vroeg signaleren en voorkomen, het probleem zelf oplossen, met behulp van het netwerk of vrijwilligers, inzetten op preventie;

  • 2.

    Zorg voor een sterke eerstelijnszorg en investeer niet in superspecialisatie en onterecht zware hulpverlening;

  • 3.

    Ga terug naar de basis: zorg die de eigen kracht versterkt en de sociale omgeving benut;

  • 4.

    Integraal, effectief en efficiënt

    Informatie, advies, toegang en ondersteuning samenhangend en zo efficiënt mogelijk vormgeven vanuit creatieve en innovatieve concept-ontwikkeling;

  • 5.

    Het resultaat telt

    De collectieve en algemene voorzieningen zijn voorliggend, individuele voorzieningen gelden alleen als vangnet. Het verstrekken van individuele voorzieningen is geen doel op zich;

  • 6.

    Dichtbij de burger en waar mogelijk in de directe leefomgeving

    Laagdrempelig, waar mogelijk dichtbij en direct/zelf betrokken bij oplossingen;

  • 7.

    Financieel houdbaar

    Het streven is om de gehele operatie budgettair neutraal te laten plaats vinden, ofwel binnen de budgetten die het Rijk hiervoor biedt;

  • 8.

    Een mensgerichte benadering staat voorop en mag niet belemmerd worden door bureaucratische werkprocessen en verantwoordingssystematieken;

  • 9.

    Werken vanuit een lokaal zicht op de situatie en hierop prioriteitstelling kunnen baseren.

Beoogde maatschappelijke effecten

 

Inwoners van de gemeente Vaals zijn zelfredzaam en zetten hun eigen kracht in ten behoeve van zichzelf en anderen.

Inwoners van de gemeente Vaals maken deel uit van een netwerksamenleving, helpen elkaar met informele hulp.

Inwoners van de gemeente Vaals doen mee naar vermogen.

De oplossingen die in de gemeente Vaals worden gevonden voor problemen zijn passend en verdeeld over eigen kracht, samenkracht, collectieve voorzieningen en maatwerkvoor-zieningen. Het beroep op maatwerkvoor-zieningen neemt af door passende voorliggende oplossingen.

In de gemeente Vaals worden de juiste oplossingen worden geboden, hetgeen blijkt uit cliëntervarings-cijfers, effectmetingen en andere vormen van feedback.

 

Beleidsdoelen

Om deze visie werkelijkheid te maken zijn in de toekomstagenda een aantal doelen opgenomen. Deze 4 hoofddoelen vormen als het ware de lijnen waarlangs we werken. Dat doen we middels een aantal projecten binnen de toekomstagenda gezamenlijk met de 6 gemeenten in Maatstricht-Heuvelland, maar ook via de reguliere werkzaamheden in het sociaal domein, die voortdurend verbeterd en doorontwikkeld worden, en met en aantal prioritaire lokale projecten. Deze beleidsdoelen zijn verder geoperationaliseerd in een aantal indicatoren.

 

De individuele eigen kracht wordt versterkt.

De collectieve kracht van de samenleving wordt versterkt .

In onze samenleving staan de burger en zijn directe omgeving centraal, niet het systeem.

We blijven mensen ondersteunen die tijdelijk of permanent geen regie over hun eigen leven kunnen voeren en/of en chronische beperking hebben.

 

(bron, toekomstagenda sociaal domein Maastricht-Heuvelland, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Vaals op 15-02-2016)

 

Centrale uitgangspunten voor ondersteuning zijn dan ook:

 

  • Onze inwoners worden geholpen de regie over het eigen leven weer (terug) te krijgen;

  • Organisaties dragen eraan bij dat onze inwoners langer zelfstandig kunnen blijven wonen;

  • Iedereen doet mee en draagt bij naar vermogen;

  • Zo licht- en passend mogelijke ondersteuning wordt geboden, zoveel mogelijk in en door de eigen omgeving van onze inwoners;

  • Dit aan zowel kwetsbare inwoners met- als aan kwetsbare inwoners zonder beperking;

  • De ondersteuning wordt samenhangend en vanuit alle vier de domeinen bezien en zo nodig geboden waarin een intensieve samenwerking met overige partners essentieel is;

  • Partners brengen samen met elkaar en met burgers de sociale omgeving per kern/dorp in kaart , inventariseren de belangrijkste vragen, knelpunten en kansen worden benoemd en met de juiste personen wordt samengewerkt. De zelfwerkzaamheid en burgerinitiatieven worden zoveel mogelijk gestimuleerd (niet overnemen maar zoveel mogelijk zelfsturing). Hierbij staat niet de organisatie centraal, maar de (vraag van de) burger.

Bijlage 2 BCF-methodiek

De huidige subsidieverordening van de gemeente Vaals bestaat uit een aantal inhoudelijk componenten, namelijk:

 

  • Subsidiëring Specifiek Welzijn - hieronder vallen o.a. Emancipatiewerk, Kunstzinnige vorming, Amateuristische kunstbeoefening, Volkscultuur, Jeugd- en jongerenwerk, Ouderenwerk, Sport;

  • Subsidiëring Sociale Cohesie en Leefbaarheid;

  • Subsidiëring Evenementen.

De gemeente heeft hieraan een onderdeel toegevoegd voor de subsidiering van professionele instellingen op het gebied van welzijn/sociaal domein ten behoeve van een rechtmatige subsidieverstrekking. Bij de aanpassingen in de verordening is er tevens de wens om de sturing op de dienstverlening en de geleverde resultaten van de instellingen te verbeteren (verbeteren doelmatigheid). Om hieraan invulling te geven past de gemeente per 1-7-2019 Beleidsgestuurde Contractfinanciering (BCF) toe.

 

BCF is een vorm van resultaatgericht subsidiëren. Uitgangspunt is het formuleren van een opdracht aan de maatschappelijke organisatie op basis van de beleidsdoelstellingen van de subsidieverstrekker. Om dit beleid te vertalen in een concrete opdrachtformulering wordt gebruikgemaakt van een aansturingsstructuur (zie figuur 1).

 

 

Figuur 1 Aansturingsstructuur

 

In deze structuur worden alle maatschappelijke effecten vertaald in beleidsdoelstellingen, die op hun beurt vertaald worden in zo veel mogelijk SMART geformuleerde resultaten. Alle resultaten worden voorzien van resultaatindicatoren, op grond waarvan gemeten kan worden of de beoogde resultaten ook daadwerkelijk door de maatschappelijke organisatie gerealiseerd zijn.

 

De maatschappelijke organisatie geeft op haar beurt in de subsidieaanvraag aan op welke manier en met welke interventies zij de beoogde resultaten denkt te realiseren.

 

Maatschappelijke organisaties maken voor het opstellen van de subsidieaanvraag in de praktijk gebruik van productplannen, dienstboeken of landelijke standaards, waarin mogelijke interventies zijn omschreven. Elke interventie heeft een uitkomst, gerelateerd aan gewenste doelen van de gemeente.

 

De beleidscyclus van BCF ziet er als volgt uit (zie figuur 2).1 Uit het schema blijkt dat de cyclus start met het vaststellen van het beleidskader waarin de te bereiken maatschappelijke doelen zijn omschreven. Na analyse van het aanbod dat maatschappelijke instellingen kunnen doen vindt de uitvraag plaats en dient de instelling een subsidieaanvraag in, in de vorm van een offerte. Na beoordeling door de gemeente leidt dit tot een subsidieovereenkomst (contract) met de instelling om de vooraf overeengekomen activiteiten of prestaties uit te voeren, dat door de opdrachtgever gestelde doelen worden bereikt.

 

 

Figuur 2 Beleidscyclus beleidsgestuurde contractfinanciering

 

Per kwartaal vindt er overleg plaats met de instelling en dat kan een reden zijn om de subsidieovereenkomst aan te passen, bijvoorbeeld aan nieuwe ontwikkelingen. De cyclus eindigt met het opleveren van een eindrapportage door de instelling en de beoordeling en vaststelling van de subsidie. Dit vormt tevens de input voor een eventuele nieuwe subsidie voor een eventuele volgende subsidieperiode en zo nodig het bijstellen van beleid.

 

De wederkerigheid in de subsidierelatie tussen de gemeente als subsidieverstrekker en de instellingen als subsidiënten komt goed tot uitdrukking in onderstaande figuur 3. Vanuit een gedeelde visie en met respect voor de onderscheiden verantwoordelijkheden komt er een interactief proces tot stand waarin de stappen worden gezet om te komen tot een afgestemde beleidscyclus.

 

 

Figuur 3 Wederkerigheid tussen gemeente en instellingen

 

Eerste stappen gezet door de gemeente Vaals in het kader van BCF

 

De gemeente Vaals heeft de eerste stappen gezet in het vormgegeven van BCF als nieuwe systematiek voor de subsidieverlening aan professionele instellingen in de gemeente Vaals.

 

Om de BCF-methode goed uit te kunnen voeren is het essentieel dat de gemeente duidelijke en helder geformuleerde doelstellingen heeft (SMART) ten aanzien van het taakveld basisondersteuning.

Bijlage 3 In te zetten acties en middelen, bijbehorende indicatoren

 

Basisondersteuning Vaals

In de gemeente Vaals zijn een aantal partijen actief in de eerste lijn. Hun dienstverlening draagt bij aan het bereiken van de visie uit de toekomstagenda en de beoogde maatschappelijke effecten. De gemeente Vaals heeft daartoe eind 2016 een aantal middelen-activiteiten-lijnen geformuleerd.

 

Informatie en advies

Vrijwillige inzet en informele hulp

Preventie en vroegsignalering

Ontmoeting en activiteiten

Lichte persoonlijke ondersteuning

Onze inwoners hebben vragen en weten niet altijd waar ze terecht kunnen met vragen op diverse leefgebieden.

 

Sommigen hebben niet de beschikking over internet of kunnen zaken niet downloaden of printen. Na het informeren kunnen burgers zichzelf redden of worden doorverwezen.

 

Het inwinnen van informatie en advies is ook voor inwoners met taalproblemen goed geborgd.

 

Het themagericht en groepsgericht informeren behoort ook tot de opdracht.

 

Onze inwoners hebben soms vragen die eenvoudig zijn op te lossen door inzet van een vrijwilliger of door inwoners te koppelen aan actieve andere inwoners, lokale initiatieven of het netwerk te versterken. De inzet van de vrijwilliger helpt burgers hun vraag op te lossen, maar draagt ook bij aan het sociale contact van de burger. De vrijwilliger kan een brug slaan/vormen met de buitenwereld.

 

Burgers met een vraag hebben vaak een partner, familielid of goede buur die een bijdrage levert aan de dag dagelijkse zorg en/of ondersteuning, de zogenaamde mantelzorger. Zeker voor partners en familieleden kan deze mantelzorg (zeer)belastend zijn en/of vanwege de intensiteit van de vraag de mantelzorger isoleren van zijn sociale omgeving. Gevolg kan zijn eenzaamheid of overbelasting.

Burgers met een ‘beginnende vraag’ weten waar ze moeten zijn voor hulp en begeleiding.

Uitgangspunt is dat snel met lichtere hulp en ondersteuning kan worden gestart en voorkomen wordt dat zwaardere/duurdere hulp ingezet dient te worden.

 

Dit geldt ook voor het vinden en ondersteunen van burgers die zichzelf minder snel zelf melden.

De kans op eenzaamheid is voor groepen burgers reëel aanwezig. Door gebrek aan een sociaal netwerk ontbreekt de reflectie en motivering. Hierdoor hebben eenzame burgers grotere kans op ziek worden en doen vaker een beroep op hulp en ondersteuning.

Burgers hebben soms compensatie op het gebied van zelfredzaamheid nodig, dat is meestal door minder functioneren op psychisch/persoonlijk en/of sociaal gebied. Het gaat veelal over regie voeren en praktische ondersteuning bij voeren van huishouden, financiën en/of administratie.

Insteek is ook sociale activatie en bevorderen inzet van het eigen sociale netwerk en/of vrijwilligers.

 

Informatie en advies

Vrijwillige inzet en informele hulp

Preventie en vroegsignalering

Ontmoeting en activiteiten

Lichte persoonlijke ondersteuning

Wat willen we bereiken?

 

 

 

 

  • 1.

    Inwoners van de gemeente Vaals weten waar zij terecht kunnen met hun vragen;

  • 2.

    Inwoners van de gemeente Vaals zijn geholpen of geïnformeerd bij hun vragen op diverse leefgebieden;

  • 3.

    Inwoners van de gemeente Vaals zijn dusdanig geholpen bij hun vragen, dat zij zich zelf, al dan niet met hulp van hun netwerk, kunnen redden of zijn doorverwezen naar een passende, zo licht mogelijke vorm van ondersteuning.

  • 1.

    Eenvoudige levensbrede vragen zijn opgelost of hanteerbaar gemaakt door inzet van vrijwilligers of door inwoners te koppelen aan actieve andere inwoners, lokale initiatieven of het netwerk te versterken

  • 2.

    Sociale contacten van de inwoners van de gemeente Vaals zijn verbeterd;

  • 3.

    Mantelzorgers zijn ontlast.

  • 1.

    Duurdere hulp en ondersteuning zijn voorkomen;

  • 2.

    Voor de inwoners van Vaals is duidelijk waar zij hulp en begeleiding kunnen vinden (zie verbinding met doelen Informatie en Advies);

  • 3.

    Populatie van zorgmijders in de gemeente Vaals is in beeld;

  • 4.

    Aantal zorgmijders is teruggebracht door een op maat gesneden informatie en advisering.

  • 1.

    Inwoners van de gemeente Vaals hebben een groter sociaal netwerk gekregen en participeren naar vermogen;

  • 2.

    Inwoners van Vaals voelen zich minder eenzaam;

  • 3.

    Inwoners van de gemeente Vaals zijn betrokken bij elkaar.

Zelfredzaamheid van de inwoners van Vaals is toegenomen ten aanzien van praktische activiteiten als het voeren van het huishouden, financiën en administratie etc.

 

Informatie en advies

Vrijwillige inzet en informele hulp

Preventie en vroegsignalering

Ontmoeting en activiteiten

Lichte persoonlijke ondersteuning

Subdoelen

subdoel 1:

Inwoners van Vaals weten de weg te vinden naar hulp en ondersteuning door laagdrempelige informatievoorziening en adviesondersteuning.

 

subdoel 2:

Inwoners van Vaals zijn in staat hun eigen oplossingen te verzorgen door een laagdrempelige manier van informatievoorziening en advies.

 

subdoel 3:

De problemen van de burger zijn na ondersteuning opgelost of beheersbaar door inzet van onafhankelijk cliëntondersteuning bij aanvraagprocedures levensbreed (wmo, jeugd, participatiewet, WLZ en zorgverzekeringswet.

subdoel 1:

(Groepen van )mensen, die zich willen inzetten voor een ander ontvangen hierbij de benodigde facilitering.

 

subdoel 2:

Aantal inwoners in Vaals in een sociaal isolement is afgenomen

Aantal inwoners dat meedoet welzijn etc.) is toegenomen.

 

subdoel 3:

Er is een vangnet aanwezig voor mantelzorgers en steunstructuren.

subdoel 1:

Door burgers met een ‘beginnende vraag’ de weg te wijzen naar hulp en begeleiding kan snel met lichtere hulp kan worden gestart en voorkomen wordt dat duurdere hulp en ondersteuning nodig is.

subdoel 1:

Er zijn vanuit de gemeente locaties beschikbaar gesteld, waar inwoners gebruik van kunnen maken voor

  • a)

    kunnen binnenlopen en meedoen

  • b)

    zelf activiteiten kunnen organiseren.

subdoel 2:

Activiteiten in de gemeenten zijn breed toegankelijk.

 

subdoel 1:

Inwoners van Vaals met een vraagstuk van psychosociale aard en/of op materieel gebied zijn met ondersteuning in staat dit zelf of met hun sociale omgeving en-/of voorliggende voorzieningen op te pakken.

 

Informatie en advies

Vrijwillige inzet en informele hulp

Preventie en vroegsignalering

Ontmoeting en activiteiten

Lichte persoonlijke ondersteuning

Indicatoren

Voor de gemeente overall gelden de volgende indicatoren. Organisaties leveren met hun specifieke rapportages een bijdrage aan deze indicatoren.

  • -

    De wijze van routering (hoe komt in het gemeentelijk toegangsmodel een cliënt bij de betreffende organisatie terecht?).

  • -

    De mate van afname van maatwerkvoorzieningen individueel. Doelstelling: een afname van 15 % cliënten die gebruik maken van deze maatwerkvoorziening en een daling in kosten van 10%.

  • -

    De mate van afname van maatwerkvoorzieningen groep. Doelstelling: een afname van de gemiddelde kosten per cliënt van 10%.

  • -

    Een stijgende trend in het gebruik van voorliggende preventieve voorzieningen.

  • -

    Klanttevredenheid is een belangrijke indicator voor het bereikte maatschappelijk effect; van voorliggend veld tot maatwerkvoorziening.

Aanbieders geven in ieder geval weer:

 

  • Individuele activiteiten:

    het aantal unieke cliënten

  • Indicator ‘doelen gerealiseerd’: in 35 % van de gevallen zijn de doelen geheel of gedeeltelijk behaald.

  • Indicator ‘geen nieuwe start hulp’: in 70 % van de gevallen is de cliënt zelf of met hulp van zijn omgeving, of met informele hulp, in staat zijn vragen zelf op te lossen of te stabiliseren. Er is geen hulp meer nodig en er is niet opgeschaald naar zwaardere hulp.

    In niet meer dan 10% van de casuïstiek is een maatwerkvoorziening nodig.

    In de overige gevallen worden vragen opgelost of gestabiliseerd door inzet van professionals uit het voorliggend veld.

    Indicator ‘afname problematiek’: De inzet heeft in 85 % van de gevallen geleid tot verbeteringen/stabilisatie in dagelijks functioneren en kwaliteit van leven.

  • GRoepsactiviteitenen

    omschrijft de groepsactiviteiten die zij aanbieden/ontwikkelen en de deelnemersaantallen.

    Indicator ‘preventieve waarde groepsactiviteiten’: in 70 % heeft deelname aan groepsactiviteiten een preventieve waarde en zorgt ervoor dat een andere vorm van begeleiding niet nodig is:

     

  • Algemene indicatoren

    Aantal unieke cliënten (nieuwe/afgesloten/lopende) en aard van de vragen.

    Leefdomeinen (problematieken top 5)

    Aantallen onafhankelijke clientondersteuning

    Deelnemers groepsactiviteiten en Activiteiten-beschrijving

 

Informatie en advies

Vrijwillige inzet en informele hulp

Preventie en vroegsignalering

Ontmoeting en activiteiten

Lichte persoonlijke ondersteuning

Voorwaarden dienstverlening

Dienst moet voldoen aan:

  • Aanwezigheid op bereikbare/zichtbare locatie (laagdrempelig) aangepast aan de doelgroep

  • Kennis van het zorg/ondersteunings-landschap en gemeentelijke loketten

  • Kennis en toepassen van netwerkstrategieën.

  • Beschikbaar hebben van informatie en/of mogelijkheid dit te printen

  • Ketensamenwerking

  • Levering: individueel en themagericht en groepsgericht informeren

  • Innovatief en innoverend vermogen

  • Signaleren

Dienst moet voldoen aan:

  • Doel van de opdracht is een goede match en klik te maken tussen de burger, zijn vraag en de vrijwilliger of met de actieve andere inwoners, lokale initiatieven of het netwerk. Vrijwilligers moeten geworven en gevonden worden en/of mensen die zichzelf melden als vrijwilliger moeten bemiddeld worden naar een burger met een vraag of ander vrijwilligerswerk. Eenmaal vrijwilliger heeft deze wellicht behoefte aan begeleiding en coaching. Dit gebeurt vanuit een centraal punt

  • Enerzijds gaat het om het overnemen van de zorgtaak (al dan niet thuis), anderzijds om het faciliteren van ontmoetingen, delen van ervaring en hun verhaal kwijt kunnen. Het gaat hier over de inzet van vrijwilligers in combinatie van het organiseren van activiteiten en ontmoetingen.

  • Innovatief en innoverend vermogen

  • Signaleren

Dienst moet voldoen aan:

  • Ze zijn bekend in de buurten, hebben contact met zorgverleners in de nulde en eerste lijn en reageren op signalen. Ze zijn actief op de ‘vindplaats’ van de doelgroep, maar zijn ook kritisch in overnemen en zoeken het liefst de oplossing in het sociale systeem van de burger en/of algemene voorzieningen.

  • Kennis en toepassen van netwerkstrategieën.

  • Innovatief en innoverend vermogen

  • Signaleren

Dienst moet voldoen aan:

  • Zelf initiatief en organisatie vanuit inwoners hebben de voorkeur. Coördinatie / begeleiding diverse projecten, vergoeding kosten van initiatieven

  • Activiteiten dragen er aan bij dat onze inwoners anderen ontmoeten, hun sociaal netwerk verstevigen, sociale vaardigheden versterken, een zinvolle daginvulling, of vrijetijdsbesteding hebben. Dit voorkomt eenzaamheid, overlast, ontlast mantelzorgers en biedt uitdaging.

  • De ontmoeting is niet doelgroepgebonden

  • Deelname is betaalbaar

  • Er wordt gebruik gemaakt van bestaande verenigingen en organisaties en dergelijke. Die staan daar voor open en kunnen omgaan met een diversiteit aan doelgroepen

  • Innovatief en innoverend vermogen

  • Signaleren

Dienst moet voldoen aan:

  • Aanwezigheid op bereikbare/zichtbare locatie (laagdrempelig) aangepast aan de doelgroep

  • Kennis van het zorg/ondersteuningslandschap en gemeentelijke loketten

  • Kennis en toepassen van netwerkstrategieën.

  • Ketensamenwerking

  • Innovatief en innoverend vermogen

  • Signaleren

 

Naar boven