Gemeenteblad van Culemborg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Culemborg | Gemeenteblad 2022, 444692 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Culemborg | Gemeenteblad 2022, 444692 | beleidsregel |
De afgelopen jaren is er erg veel veranderd. De horeca heeft zich verder ontwikkelt. De vraag van de consument verandert en er is behoefte om uit te breidden.
Daarnaast heeft de horeca het door de coronaperiode erg zwaar gehad en is vanaf 1 juli 2021 de aangepaste Drank- en Horecawet, nu dus de Alcoholwet, van kracht geworden.
Door de eerder in gang gezette ontwikkelingen, nieuwe trends, de groei van het aantal inwoners, wil de gemeente nu, de door de raad vastgestelde punten uit de visie ‘Horecavisie Culemborg 2021’, in dit handboek verder uitgewerkt en toegepast zien. Dit handboek, waarin ook het toetskader zit, is een hulpmiddel voor alle betrokkenen. De hoeveelheid informatie is nodig om inzicht en begrip te hebben voor welke regels er zijn, maar ook om te laten zien waar de gemeente mee moet werken. De regels liggen grotendeels vast in landelijke wetgeving, en deels in gemeentelijke regels en kaders. De ondernemers, de direct betrokkenen als ook vergunningverlening en toezicht hebben hierbij meer inzicht en dus hiermee een bruikbaar handboek. Met respect voor elkaar kunnen we zo nog beter samenwerken en worden we minder makkelijk onaangenaam verrast.
Goed om te weten is dat er op een aantal manieren door de gemeente richting wordt gegeven aan, en in, deze stad. Die bestuurlijke inmenging heeft direct en indirect invloed op de horeca en de directe (leef)omgeving. We gaan samen verder werken aan een heldere, transparante uitvoering en daarmee aan de realisatie van de horecavisie:
“Horecavisie Culemborg 2021, ‘Ruimtelijk sturen op de dynamiek”.
Naast de visies, te weten, detailhandelsvisie, evenementenvisie en de horecavisie, is er nog een belangrijk kader. Op 10 mei 2021 is de nota; ‘Kaders voor de compacte Binnenstad 2021’ vastgesteld. Met dit kader streven we naar:
“Het doel is om winkels, horeca en dienstverlening in een aaneengesloten gebied te concentreren”.
Bij dit compacter maken, wordt leegstand in het kerngebied ingevuld met nieuwkomers. Dit gaat in de huidige tijd vooral over verplaatsing vanuit aanloopstraten of elders uit de stad. Aan de leegstand buiten het kerngebied is ruimte geboden om te transformeren, tegenwoordig hoofdzakelijk naar wonen. Zo wordt uiteindelijk het resterende aanbod aan winkels, horeca en publiek aantrekkende functies zoveel mogelijk in een kleiner, maar aaneengesloten gebied bijeengebracht. Dit moet leiden tot een toekomstbestendige binnenstad als belangrijke voorziening voor de Culemborgse gemeenschap.
Als u de inhoudsopgave ziet, merkt u dat u niet zomaar even een horecabedrijf kunt starten. Zeker niet bij nieuwe locaties en/of met de wens ook een terras te exploiteren. In een monumentale en compacte stad als Culemborg is een goed onderzoek van belang, zowel voor de horecaondernemer om te weten wat wel en niet kan, als ook voor de omgeving, vaak detailhandel en woningen. Samen willen we, met respect voor elkaars wensen en belangen, onze stad zo aantrekkelijk mogelijk maken. Om dat te kunnen, zijn er regels. We zetten graag op een rij wat kan, onder voorwaarden kan, of niet kan. Bij horeca gaat het dan over de bestemming, de ruimtelijke indeling, het soort gebruik, alcoholverstrekking, de milieueisen, de integriteit en uiteindelijk de openbare orde en leefomgeving. Voor elk onderdeel is er aparte wetgeving, dat maakt het complex.
Daarom dit handboek waarin we laten zien wat er bij onderdelen gevraagd wordt en waarom. We hopen dat we zo nog beter kunnen samenwerken en ieder zijn of haar ambitie kan waarmaken.
De basis is de horecavisie, “Ruimtelijk sturen op de dynamiek”. Deze visie geeft duidelijke kaders mee waarbinnen we kunnen en moeten werken, zoals ook “Kaders voor de compacte Binnenstad 2021” dat heel duidelijk doet.
Om goed in contact te blijven met de horeca zijn er vaste overlegmomenten. Uiteraard onderhouden de ambtenaren contact met de ondernemers naar aanleiding van reguliere vragen, aanvragen en ontwikkelingen. Ook Koninklijke Horeca Nederland is, via de regiomanager, aangehaakt. De regiomanager kan gevraagd en ongevraagd advies geven. Tenminste twee keer per jaar is er een horecaoverleg waarbij de burgemeester en de wethouder Economische Zaken en Toerisme aansluiten. Voor paracommerciële horeca zijn er ook overlegmomenten als daar reden voor is. Betrokken ambtenaren en de politie sluiten bij deze overleggen aan.
Twee keer per jaar is er een horecaoverleg, indien nodig meer.
De vastgestelde visie en de tussentijdse overleggen maken dat we telkens goed geïnformeerd blijven en elkaar weten te vinden waar nodig. Dat is in deze moeilijke periode erg belangrijk.
De visie geeft ook een nieuwe basis om de vragen en ontwikkelingen te toetsen, wat kan en wat past in Culemborg.
Nieuwe, vernieuwende en of uit te breiden horeca:
De gemeente hanteert de volgende indeling van gebieden bij de mogelijkheden van ontwikkeling van nieuwe-vernieuwende horeca, in de ruimste zin van het woord:
De gemeente hecht, bij ontwikkeling en/of uitbreiding, ook waarde aan:
Hieraan zal dus ook moeten worden voldaan.
Door het na-ijleffect van de coronacrisis en een nieuwe opleving daarvan in het najaar, kunnen we nog niet voorzien wat voor impact de crisis heeft op de horeca en wat voor ontwikkelingen de horeca hierdoor zal kunnen of moeten maken. Het is dus van belang om ruimte te kunnen geven aan de huidige omstandigheden en de toekomstige ontwikkelingen. Maatwerk bieden kan, ook in moeilijke tijden, de oplossing zijn van knelpunten. Denken in mogelijkheden zorgt voor creatieve en unieke concepten om nieuwe en huidige horeca kansen te bieden. Bij elke aanvraag moet dus goed gekeken worden naar de specifieke omstandigheden van de situatie waarin het bedrijf zich bevindt en wat de mogelijkheden zijn. Meer dan ooit realiseren wij ons dat dit noodzakelijk is voor de continuering van een gezonde horecabranche en een gewenst voorzieningenniveau in onze stad.
Wat betekent een en ander in de uitvoering? We lopen een aantal zaken graag met u door, te beginnen bij het beleid en daarna de visies.
Het horecabeleid, “Integraal Horecabeleid 2010”, is op punten verouderd en was aan vernieuwing toe. Met de nieuwe visies, en de uitwerking in dit handboek, bieden we een nieuw kader in de uitvoering.
Het in 2010 vastgestelde integraal horecabeleid kende als doelstelling:
Deze doelstellingen op zich zijn nog steeds heel bruikbaar, al zijn de omstandigheden gewijzigd en is wet- en regelgeving hier en daar ook veranderd. Door de visie en de uitwerking van het handboek is het beleid komen te vervallen. Het handboek geeft een toetskader, daarmee bieden we inzicht voor alle betrokkenen en kunnen we met elkaar aan de slag.
Er zijn ongeveer 50 vergunde horecabedrijven in Culemborg, 15 vergunde paracommerciële instellingen met horeca en 6 vergunde slijtersbedrijven. Hoe de coronacrisis invloed heeft gehad op de horeca gaat nu en in de nabije toekomst pas definitief zichtbaar worden. Natuurlijk willen we het horeca aanbod behouden en/of uitbreiden waar dat kan en gewenst is.
De grootste concentratie van de horeca is nog steeds in het centrum. De horecabedrijven zijn in Culemborg als volgt gecategoriseerd;
Om het inzicht actueel te houden en de vergunningen op orde, de horeca zelf te ontlasten en toezicht te bedienen, is een administratieve toets de beste optie. Voordeel is ook eerlijke mededinging en een zuivere branche, daar kan niemand tegen zijn.
Elke twee jaar wordt een horecabedrijf, op basis van een controle uittreksel handelsregister, gecontroleerd op de actualiteit en rechtmatigheid van het exploiteren met de juiste vergunningen. Bij wijzigingen en/of nieuwe exploitanten wordt actie ondernomen richting de verantwoordelijken van die horeca inrichting.
Openingstijden reguliere horecabedrijven
Volgens de Algemene Plaatselijke Verordening Culemborg mogen commerciële horecabedrijven onbeperkt open zijn (art. 2:29 APV). Er is wel een voorwaarde dat er vanaf 02.00 uur geen nieuwe bezoekers toegelaten worden. De terrassen kennen een apart regime, zie hoofdstuk 3.
Openingstijden paracommerciële horecabedrijven
De openingstijden zijn niet hetzelfde als de schenktijden. De openingstijden zijn bepaald in de APV, de openingstijden van de commerciële horeca zijn wel expliciet benoemd en staan in de vorige paragraaf. De Alcoholwet eist dat de raad v.w.b. paracommerciële bedrijven schenktijden vastlegd. Dit is een apart regime en betekent grotendeels ook dat de exploitatie daarmee beperkt wordt in openingstijden, immers er mogen buiten die tijden geen alcoholhoudende dranken worden geschonken. Daarnaast worden de tijden mede bepaald door de koppeling aan de activiteiten zoals in de statuten van de instelling en het verplichte reglement. De burgemeester heeft nog een mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing, vier keer per jaar tot 01:00 uur.
Het is verboden in paracommerciële inrichtingen alcoholhoudende drank te verstrekken buiten de volgende schenktijden:
In afwijking van de algemene bepalingen voor horeca, hanteren we in Culemborg bij de onderstaande typen paracommerciële inrichtingen de hierna genoemde schenktijden:
Inrichtingen die in beheer zijn bij een rechtspersoon met een sportieve doelstelling:
Inrichtingen die in beheer zijn bij een rechtspersoon met een sociaal - culturele doelstelling, die zich bovendien richt op de doelgroep senioren :
Inrichtingen die in beheer zijn bij een rechtspersoon met een sociaal -culturele doelstelling:
Met daghoreca bedoelen we lichte horeca die open is tijdens de winkeltijden.Koffietentjes, ijssalons, juice bars, traiteurs en lunchrooms spelen een steeds grotere rol in centrumgebieden. Dit, in combinatie met de trend blurring (zie 4.3.1), zie ondersteunende horeca, zorgt voor een positief effect op de levendigheid en het voorzieningenniveau.
De visie van onze gemeente, op het gebied van dag-horeca in het centrum, is dat we de toeristische functie willen versterken en meer horeca toestaan in de binnenstad. Niet uitbreiden van de bestaande horeca (de meters ex terras), maar nieuwe locaties toevoegen om zo meer diversiteit, aantrekkingskracht en toerisme aan te trekken.
Er is ook ruimte voor uitbreiding van bestaande horeca:
We hebben een ontheffingsmogelijkheid om 15% van het oppervlak van het horecabedrijf (ex terras) toe te kennen in bestaande horeca inrichtingen.
Ondergeschikte horeca (ook wel eens ondersteunende horeca genoemd) betekend dat er horecaactiviteiten plaatsvinden als onderdeel van een andere hoofdactiviteit zoals detailhandel. Horeca is dan een nevenactiviteit: service en niet de belangrijkste inkomstenbron die de hoofdactiviteit is.
Ondergeschikte horeca heeft positieve effecten op de levendigheid en het voorzieningenniveau. Daarbij weten we dat het vanuit volksgezondheidsperspectief (de Alcoholwet) en concurrentie ook nadelen kent.
Om duidelijkheid te creëren, en het mogelijk te maken, zijn de volgende regels in onze APV voor ondergeschikte horeca, die geen exploitatievergunningplicht heeft, opgesteld:
Ondergeschikte horeca mag, als:
Van de bovenstaande criteria kan geen ontheffing worden verleend.
De gemeente kenmerkt zich door een ruim en kwalitatief prima restaurantaanbod. Er is voor iedereen wat wils, al blijkt o.a. dat 50% bij het uit eten vaak naar Utrecht gaat, gevolgd door ’s-Hertogenbosch, Tiel, Nieuwegein en Geldermalsen. Daar valt dus nog winst te boeken. Er is één uitgaanscentrum, ‘DS party- en eventcenter’ op bedrijventerrein Pavijen.
Nieuwe discotheken en nachtzaken zijn niet toegestaan.
Dit komt ook doordat het aanbod van de horecagelegenheden uit categorie 6 in de omliggende steden groot genoeg is. Als er marktbehoefte is, en er komen concrete passende ideeën, staat de gemeente open om daarover in gesprek te gaan.
De visie van gemeente Culemborg, op het gebied van avond-horeca, is dat zij zich wil ontwikkelen tot een bekend en goed restaurantgebied, ook aantrekkelijk voor toeristen. Dit, zodat de mensen uit omliggende dorpen en steden uitwijken naar een goed restaurant en de recreanten/toeristen, na het bezoeken van de cultuurhistorische gebieden, de dag verlengen met een bezoek aan de avond-horeca.
De historische belevingswaarde maakt het stimuleren van de horeca in het hart van de binnenstad gewenst. Het heeft een wisselwerking met de groei van het toerisme. Markt, Varkensmarkt, Oude Vismarkt en Tollenstraat genieten de voorkeur voor horeca I, II, III en IV.
1.1.4 Overnachtingsmogelijkheden
Culemborg heeft (nog) geen aanbod op het gebied van de hotelsector. Wel zijn er overnachtingsmogelijkheden in de vorm van Bed & Breakfasts. Voor beide sectoren zijn de kaders helder en zijn er mogelijkheden.
In de APV is voor een specifieke soort hotels bepaald dat:
Hotels, waar uitsluitend voor de hotelgasten dranken worden geserveerd en/of eetwaren verstrekt, zijn exploitatievergunningsvrij.
In de APV is voor een specifieke groep Bed & Breakfasts bepaald dat:
Bed & Breakfasts zijn exploitatievergunningsvrij als er niet meer dan 4 personen in maximaal 2 kamers tegelijkertijd aanwezig zijn.
Alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse:
Daar waar alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt, is wel een vergunning nodig op basis van de Alcoholwet.
Visie overnachtingsmogelijkheden
Als de mogelijke ontwikkeling van een toename van recreanten/toeristen, met daarbij een andere vraag doorzet, wil de gemeente Culemborg het aanbod overnachtingsmogelijkheden ook groter zien. Een hotel zou daar prima bi passen.
Dat kan ook nu al, volgens de visie in te transformeren historische gebouwen, indien dit een toegevoegde waarde heeft voor de ontwikkeling van de locatie, bijvoorbeeld ondersteunend aan andere functies: cultuur, leisure, (flex)werken/congres en zalenverhuur/evenementen. De bestemming wordt bij nieuwe ontwikkelingen nagekeken en als een gewenst initiatief nu nog niet kan, zou dat zo nodig (tijdelijk) moeten worden aangepast.
In de gemeente Culemborg valt een shishalounge onder een inrichting met een exploitatievergunningplicht APV.
In de gemeente Culemborg vallen coffeeshops onder een inrichting met een exploitatievergunningplicht APV. Uit de in een vergunning opgenomen voorschriften blijkt dat in de vergunde inrichting de verkoop van softdrugs onder voorwaarden wordt gedoogd. Het aantal coffeeshops in Culemborg bedraagt momenteel 2.
De overtredingen van de bepalingen van het lokale coffeeshopbeleid worden in principe op basis van de Opiumwet gehandhaafd op basis van de vastgestelde Beleidsregel, ‘Beleidsregel van de gemeenteraad van de gemeente Culemborg houdende regels omtrent de Opiumwet (Beleidsregel artikel 13b Opiumwet).
Ook optreden op grond van de APV blijft daarnaast mogelijk.
De voor het publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven worden onderverdeeld in:
Grow‐en smartshops vallen ook onder de voor het publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven. Een smartshop is een winkel waar in het algemeen smartdrugs en andere psychoactieve substanties worden verkocht en accessoires voor het gebruiken van dit soort middelen.
Uitsluitend growshops die alleen leveren aan de kleine thuiskweker zijn legaal.
1.2 Zonering compacte binnenstad
In de visie is een zonering voorgesteld van kerngebied, aanloopgebied en transformatiegebied. Voor de compacte binnenstad maken we in dat aanloopgebied nog een extra onderverdeling waarbij het gebied dat direct grenst aan het kerngebied als aanloopgebied wordt benoemd, terwijl het gebied met vooral meer afstand tot het kerngebied als transformatiegebied wordt aangemerkt. Het kerngebied krijgt de kans om een aaneengesloten geheel van detailhandel, horeca en publiekstrekkende dienstverlening te huisvesten. Daarom gebruiken we ook niet de term kernwinkelgebied, maar kerngebied.
De zones zijn nu vastgelegd in een kaart op basis van alle panden met een actuele centrumbestemming. Deze kaart (zie verder) is een verbijzondering en concretisering van de kaart uit de beleidsvisies.
Bij het indelen van de binnenstad in zones is telkens de vraag gesteld wat er met een leegkomend winkelpand zou moeten gebeuren om de binnenstad compacter te maken. Diezelfde vraag geldt ook voor horeca of dienstverlening. Afhankelijk van het antwoord is een adres tot een bepaald gebied gerekend: waar een leegkomend winkelpand met een nieuwe winkel ingevuld moet worden is het kerngebied. Waar het pand niet moet, maar opnieuw mag worden ingevuld met een winkel, is aanloopgebied. En waar een pand bij voorkeur niet meer ingevuld wordt met een winkel, dan betreft dit het transformatiegebied. Invulling van de zones is ook bestemmingsplanafhankelijk, aangezien vrijkomende winkels ook als zodanig moeten blijven worden gebruikt en slechts met een procedure kunnen worden omgezet naar wonen. Kortom, het bestemmingsplan heeft veel invloed op de invulling van een pand.
Uit de kaders voor de compacte Binnenstad 2021 benoemen we hier het gebied wat direct en in hoofdzaak de horeca betreft, voor het overige verwijzen we naar het document zelf.
De panden in het kerngebied moeten op de begane grond beschikbaar blijven voor publieksfuncties (winkels, horeca en publiek aantrekkende dienstverlening).
Transformatie naar wonen op de begane grond (in “de plint” aan de voorzijde) is niet gewenst. Enkel onder voorwaarden is het mogelijk om op de begane grond van een pand aan de achterzijde te wijzigen in een woonfunctie, mits het resterende vloeroppervlak aan de straatzijde voldoende courant blijft en daarmee de verkoop- of verhuurbaarheid voor publieksfuncties verbeterd wordt. Een zo ontstane woning moet echter wel een goed leef- en woonklimaat opleveren.
Waar in het kerngebied nu gewoond wordt, mag die functie weliswaar blijven, maar zal een vastgoedeigenaar vooral de ruimte krijgen om op de begane grond een publieksfunctie te faciliteren.
Gezien de cruciale functie van de Markt voor zowel horeca als het doorlopend winkelaanbod, geldt hier een maximering voor persoonlijke dienstverlening (kapsalons, nagelstudio’s, hypothekers, etc.) tot 30% van de panden op de begane grond.
1.4 Beperkte uitbreiding horeca concentratiegebied binnenstad
Het horeca concentratiegebied biedt de mogelijkheid om een horecabestemming voor een pand toe te voegen, mits aan voorwaarden wordt voldaan.
Daarbij geldt dat een nieuwe horecavestiging geen nadelige invloed mag hebben op de woon- of leefsituatie.
Middels voorwaarden kan er ook gerichter worden omgegaan met horeca met een relatief grotere hinder voor de omgeving (bijvoorbeeld met veel verkeer door bezorgen en afhalen). Het bestemmingsplan voor de binnenstad kent reeds een horeca concentratiegebied. Dit gebied is in de Binnenstadsvisie 2017 reeds uitgebreid en daar worden nu het zuidelijke deel van de Varkensmarkt en de beide kerken ten oosten van de Markt aan toegevoegd als ook een deel van de Tollenstraat. Hiermee bieden we kansen voor horeca om ook de attractiviteit van de hele Varkensmarkt te versterken. De beide kerken voegen we bovendien toe, zodat er conform de kerkenvisie, ook hier de kans bestaat op een al dan niet gedeeltelijke exploitatie middels horeca.
Hiermee bieden we iets meer ruimte aan spreiding binnen de binnenstad, zodat, met name op de Markt, óók voldoende ruimte blijft voor detailhandel. Er geldt nu namelijk geen maximum voor het aantal horecazaken op de Markt. We willen echter geen compleet horecaplein laten ontstaan.
De Markt moet een gemengd gebied blijven van detailhandel, horeca en dienstverleners.
Het nu resulterende horeca concentratiegebied is met gele kaders opgenomen in de kaart met zoneringen voor de compacte binnenstad. Hoewel we het gebied vergroten, houden we via de voorwaarden wel de regie over de mogelijke uitbreiding van het aantal horecazaken. Hiermee geven we ook gehoor aan de landelijke oproep van Koninklijke Horeca Nederland om een al te grote uitbreiding van het aantal horecazaken te beperken. Eenzelfde zorg is ook geuit vanuit de Stuurgroep Binnenstad via de binnenstadsregisseur.
1.5 Het stimuleren van verplaatsing naar kerngebied (en aanloopgebied)
Voor ondernemers die nu nog steeds functioneren buiten het kerngebied is de huidige vestigingsplek veelal een logische plek om te blijven zitten. Hoewel een verhuizing naar het kerngebied meer passanten en daarmee meer consumenten oplevert, zorgt die verhuizing ook voor kosten.
Als gemeenschap zijn we echter gebaat bij deze verhuizing, omdat daarmee een sterkere concentratie wordt gerealiseerd die van toegevoegde waarde is voor de toekomstbestendigheid van het centrum.
Om de kostendrempel voor deze ondernemers te verlagen, gaan we middels een verhuisfonds, onder voorwaarden, een deel van de verhuiskosten vergoeden. Belangrijke voorwaarde bij die vergoeding is dat de vastgoedeigenaar in het kerngebied een huurverlaging biedt voor de eerste jaren na de verhuizing. Dit bedrag moet matchen met de verhuissubsidie die wij als gemeente gaan uitbetalen. Daar zit een maximum aan van € 4.000,-.
Deze “match in natura” moet ondernemers overtuigen om hun huidige locatie te verlaten. Aanvullend is aandacht en maatwerk nodig om mogelijkheden te bieden voor transformatie van die huidige locatie.
Tegen welke voorwaarden het verhuisfonds ingezet wordt, zal nader worden uitgewerkt met VVBC en onder begeleiding van de Matchmaker. De Matchmaker is uitvoerend in deze simuleringsmaatregel; hij gaat kandidaten benaderen voor verplaatsing. Daarnaast is hij tevens verantwoordelijk voor externe acquisitie, met doelen die in overleg met de Stuurgroep Binnenstad, de binnenstadsregisseur en de beleidsadviseur gemeente gesteld worden.
Uitgangspunt bij het verhuisfonds wordt “wie het eerste komt, die het eerst maalt”.
Duurzaamheid is een belangrijk thema en neemt ook bij de horeca een vaste plaats in. De gemeente vraagt hier meer en meer aandacht voor. Het gaat dan over energie, gebruik materialen en andere slimme oplossingen. Uiteindelijk kijken we vooruit naar de mogelijkheden van circulaire en zelfvoorzienende locaties.
Om de ecologische footprint beperkt te houden zijn verschillende maatregelen nodig.
Het is zaak om uw bedrijf, het eventuele terras en directe omgeving schoon te houden tijdens de exploitatie.
Dit is ook een vraag bij het verkrijgen van een vergunning en zorg tevens voor een goed imago van de branche en het aangezicht van de stad. Wanneer tussentijds zichtbaar wordt schoongemaakt, indien mogelijk, wordt indirect een appel gedaan op het gedrag van de bezoekers en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor hoe de zaak, het terras en de omgeving achtergelaten wordt.
Ook het afval verminderen, het gebruik van nieuwe energiebronnen, de wijze van transport bij leverancier van goederen, de materialen die bij de catering worden gebruikt alsmede de catering zelf betreffen allemaal keuzes die bepalen hoe duurzaam uw bedrijf is. Nog meer winst valt te behalen, als de horeca in Culemborg hierbij samen optrekt.
In Culemborg willen we dat mensen met beperkingen de horeca moeten kunnen bezoeken en veilig kunnen verlaten. Bij de aanvraag vragen we u naar uw maatregelen hiervoor. Of een bezoeker nu een verstandelijke beperking heeft, of een rollator gebruikt, minder goed ziet of in een rolstoel zit, in de horeca zijn mensen op zoek naar gezelligheid en gastvrijheid. Dat geldt voor iedereen.
Ook bij de horeca is het van groot belang om de toegankelijkheid en de uitgangen te onderzoeken en waar nodig aan te passen. Door mensen met beperkingen eenvoudig toegang te bieden zal men zich welkom voelen en ook eerder en in grotere getale komen. Winst voor iedereen dus want deze mensen kunnen onbezorgd genieten en voor de horeca is er voordeel op financieel en maatschappelijk gebied.
De toegankelijkheid voor mensen met een beperking verbeteren, is meer dan het weghalen van drempels. Bij de ingang kunnen wellicht de doorgangen en looproutes worden verbreed. Ook kunnen (tijdelijke) drempelhulpen of wegneembare oprijplaten worden gebruikt. Het is uiteraard zaak dat bij ontvluchten ook voor deze doelgroep maatregelen worden getroffen als dat nodig blijkt.
Al met al een onderwerp waar Culemborg meer aandacht voor vraagt en ook langzaamaan krijgt. Samen met u en belangengroeperingen streven we naar een inclusieve samenleving, dus ook bij de horeca.
Met de nieuwe visie en de uitwerking in dit handboek, bieden we een nieuw kader in de uitvoering, ook voor terrassen. Er is een groei van terrassen zichtbaar en door de ervaringen die zijn opgedaan tijdens de coronaperiode werd het tijd dit goed met elkaar in te regelen en af te bakenen.
Terrassen dragen bij aan langer verblijf in de stad en in een behoefte aan ontmoetingsplekken buiten voor de bezoekers. De visie ten aanzien van de terrassen in Culemborg is het creëren van een levendig centrum met voldoende aanwezigheid van terrasjes.
We sturen op verantwoord ondernemerschap, goed overleg tussen ondernemers, bewoners, winkeliers en gemeente, met wederzijds vertrouwen in het nakomen van afspraken en het naleven van regels.
De blijvende levendigheid en sfeer kunnen worden gerealiseerd door het vastleggen terrasregels. Door het scheppen van duidelijke kaders, op het gebied van terrassen, wordt voor de ondernemers duidelijk aan wat voor voorwaarden zij moeten voldoen. Dit schept ook duidelijkheid voor de omwonenden en overige ondernemingen.
We gaan voor ruimtelijke kwaliteit en willen verrommeling voorkomen.
De punten waar een aanvraag terras op getoetst wordt, worden in dit hoofdstuk opgesomd. Juist vanwege de impact op de openbare ruimte, het (monumentale) karakter en aangezicht van de stad, het verkeer en de leefomgeving, is er een kwaliteitsteam die de beoordeling in bijzondere situaties kan oppakken. Bij een aanvraag waarover geen discussie ontstaat over materialen en uitstraling, zal vergunningen en toezicht, in afstemming met de ondernemer, het terras toekennen en helpen bij de inrichting (bijvoorbeeld maatvoering en punaisses). Het kwaliteitsteam wordt alleen om advies gevraagd als het terras niet binnen de voorwaarden en voorschriften past en er geen consensus is gevonden. In de praktijk blijkt dat zelden het geval.
In de APV is bepaald dat een terras niet mag/kan als:
Horecabedrijven mogen, zo staat in de visie, het hele jaar door hun terras exploiteren.
Terras in de praktijk en toegankelijkheid
Het terras maakt onderdeel uit van de horeca-inrichting. Het terras, zo staat in de APV, is: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan, waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt.
We kennen drie variabelen voor terrassen. Terras bij een horecabedrijf met alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, terras bij een horecabedrijf zonder alcoholhoudende drank en een terras bij een winkel, alcoholvrij (2:10 APV).
Naast de horecavergunningen (exploitatievergunning en de alcoholwetvergunning) kennen we nog een stelsel waarmee we de terrassen regelen. Het is verboden om het terras voor bezoekers geopend te hebben tussen 24.00 uur en 09.00 uur, met uitzonderring van de zondagen, waarop dit tussen 24.00 uur en 10.00 uur is.
Het eerste lid is, als onderdeel van een proef, niet van toepassing op aangegeven vrijdagen en zaterdagen gedurende de periode van 1 juli 2022 t/m 30 september 2022. Op zomerse dagen (+25 graden Celsius) is het gedurende deze periode verboden om het terras voor bezoekers geopend te hebben tussen 1:00 uur en 9:00 uur. In het geval van overlast of overschrijding van de proeftijden krijgt de betreffende horecazaak een waarschuwing. Bij herhaling mag de betreffende horecazaak niet meer deelnemen aan de proef.
Voor terrassen in de nabijheid van kerken of andere gebouwen voor openbare erediensten kan een afwijkende sluitingstijd worden vastgesteld voor de zondagen.
Het blijkt nodig om een terras te markeren. Naast de terrastekening ziet de ondernemer, de gast en de voorbijganger waar een terras mag zijn en waar niet. Soms is het zo dat de grens van een terras blijkt uit de toegepaste bestrating. De plek waar het terras overgaat in een andere bestrating, of waar een andere kleur bestrating wordt gebruikt, is dan de zichtbare grens van het terras. Als dit niet het geval is, wordt, voor de precieze afbakening van het terras, gebruik gemaakt van een door de gemeente aangebrachte markering (‘punaises’).
Een verzorgd uiterlijk van het terras is het uitgangspunt. Een terras dient een positieve bijdrage te leveren aan de openbare ruimte en dient geen onevenredige afbreuk te doen aan de architectuur, beschermde waarden van een monument, de omliggende panden en aan het straat‐ en stadsbeeld ter plaatse.
Een terras bestaat in beginsel bestaat uit los meubilair (tafels, stoelen) eventueel aangevuld met parasols en terrasafscheidingen. Niet toegestaan zijn overige voorwerpen zoals spandoeken, vlonders, hekwerken e.d.
Het terrasmeubilair is bedoeld voor een extra zitgelegenheid buiten de inrichting, sfeer verhogend en een andere/aanvullende beleving. Daarbij moet het terras een kwalitatief goede uitstraling hebben. Belangrijk is dat hierbij aansluiting gezocht moet worden met het “beeldkwaliteitplan Binnenstad Culemborg”. Er dient o.a. gekeken te worden of het uiterlijk aanzien van het terras in overeenstemming is met de omliggende monumenten. Een aantal eisen, zoals gedekte kleur, lijken weinig concreet en onderhavig aan smaak en dus erg subjectief. We moeten met gezond verstand samen bepalen wat wenselijk en haalbaar is. Daar waar er geen overeenstemming is te bereiken kan de kwaliteitscommissie met verstand van zaken de grenzen aangeven. Landelijk werd het knalgroene huis aan de Pluto in Den Helder een voobeeld hoe zoiets kan lopen, de Raad van State besloot na jaren, dat het huis overgeschilderd moest worden in een ander kleurtint. Gelukkig komt het zelden zo ver. Ook bij reclame sturen we op goed overleg en komen we er samen vaak goed uit. Bij arbitraire zaken kan het kwaliteitsteam adviseren, daarin heeft de horeca zelf ook een zetel.
Een verzoek wordt voorgelegd aan het kwaliteitsteam, die toetst:
Meubilair buiten sluitingstijd en voorwaarden winterterrassen
Na sluitingstijd van het terras mag het terrasmeubilair buiten blijven staan mits:
Terrasmeubilair moet na sluitingstijd vastgeketend zijn.
Bij (aanhoudende) overlast (o.a. geluid, vernieling, e.d.) kunnen er extra voorschriften worden opgelegd zoals bijvoorbeeld dat het terrasmeubilair opgestapeld moet worden en/of binnen in de inrichting geplaatst moet worden.
Als een horecabedrijf het hele jaar door een terras exploiteert, dan gelden er extra voorschriften voor de periode gebruik “winterterrassen”. Bij het verwarmen van terrassen gelden brandveiligheidseisen. De brandweer zal advies geven bij de aanvraag en nagaan of het deugdelijk is geïnstalleerd.
Als een exploitant een verwarmd terras wil exploiteren dan dient hij dit te melden bij de gemeente.
Winterterrassen mogen geen permanente fysieke uitbreiding betekenen van de horecagelegenheid en daarmee een horecalokaliteit vormen.
Op het terras gelden voor muziekgeluid dezelfde normen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer als voor de horeca-inrichting.
Stemgeluid op een terras kan voor overlast zorgen maar wordt bij de geluidsmetingen niet meegenomen. Dat ontslaat de exploitant niet om hiertegen maatregelen te nemen bij overlast.
Het terras wordt een steeds belangrijker onderdeel van de bedrijfsvoering bij horeca, zo blijkt ook tijdens de coronaperiode. Ook in het horecabeleid is al aandacht besteed aan de mogelijkheden waaronder terrassen uitgebaat kunnen worden. De terraskaart is inmiddels vervallen. Toch zoeken we vaak naar een praktische manier om voor iedereen duidelijk te maken wat kan en mag, het waarom is helder.
Bereikbaarheid in de openbare ruimte en toegankelijkheid voetgangers
Zoals al gezegd, naast wenselijkheid terrassen en het zijn van een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering, is het ook zaak oog te houden voor het reguliere gebruik en de toegankelijkheid van de openbare ruimte. Hiervoor gelden de volgende criteria bij en rondom terrassen:
2.2 Extra uitbereiding terrassen
Steeds meer horecazaken hebben een (nieuw) terras en/of een tijdelijk vergroot terras. Er is vraag om deze uitbreiding te mogen houden en zaken waar dat nog niet het geval is te mogen aanvragen. Hierdoor neemt de druk op de openbare ruimte toe.
Voor een uitbreiding van het bestaand terras kan een wijziging van de exploitatievergunning worden aangevraagd. We hanteren bij een aanvraag dezelfde toets criteria als bij een eerste aanvraag voor een terras. Uiteraard moet het terras passen binnen de visies (o.a. kerngebied). Een uitbreiding van het bestaand terras betekent ook een nieuw (hoger) bedrag precario.
2.3 Overkappingen en verankerde terrasschermen
Door de wens om het jaar rond een terras te kunnen exploiteren is er ook vraag naar vaste- en weersbestendige oplossingen. De basis van terrassen is een open (tijdelijk) karakter en opruimbaarheid na gebruik. Zeker in een compacte binnenstad met monumenten is het geen vanzelfsprekendheid dat hieraan medewerking kan worden verleend.
Voor het plaatsen van een overkapping, die meer is dan een verplaatsbare parasol, andere opstallen, of een los terrasscherm geldt een omgevingsvergunningplicht.
Terrasverwarmers worden steeds vaker gebruikt om het terrasseizoen te verlengen en de gasten een prettig verblijf te bieden. Maatschappelijk is er een discussie over energieverspilling en er wordt soms over een algeheel verbod nagedacht. Dat laatste oordeelde de Raad van State is niet toegestaan.
Bij het bepalen of er wel of geen terrasverwarming mag worden geplaatst, wordt er een belangenafweging gedaan in het kader van de openbare orde, volksgezondheid en milieu. Er moet rekening worden gehouden met de belangen van de exploitant en de belangen van de omwonenden.
Om te zorgen dat het gebruik van terrasverwarming brandveilig is, moet de terrasverwarming op de door de leverancier voorgeschreven hoogte geplaatst worden. Er moet ook voldoende afstand zijn tussen de verwarming en het plafond. Bij het plaatsen en onderhouden van gasgestookte gevelverwarming, is het verstandig om gebruik te maken van een vakkundig en erkend bedrijf. Bij gasheaters moet er ook voldoende ruimte zijn voor ventilatie en afkoeling. Er mag daarom niks geplaatst worden op een meter afstand in het stralingsgebied van de gasheater. Ook mag gasgestookte terrasverarming niet in een gesloten ruimte gebruikt worden.
Het is goed ook te onderzoeken wat als alternatief kan. Verwarmde kussens kunnen als alternatief naast of in de plaats van de traditionele terrasverwarming gebruikt worden. De kussens bevatten warmte elementen die door middel van sensoren aan gaan wanneer iemand er tegenaan gaat zitten. De kussens werken met een batterij.
Een andere mogelijkheid is een elektrische deken met zit- en rug verwarming. De dekens kunnen over een bank of een stoel geplaats worden en werken ook met een batterij.
Er zijn ook warmtetafels die warmte-elementen hebben in de tafelpoten. De warmtetafels zijn aangesloten op het elektriciteitsnet. Ook gewone dekens en kussens, zonder additionele verwarming, kunnen soms genoeg zijn voor bezoekers om het warm te krijgen en de sfeer te verhogen. De verdere terrasinrichting, ligging en voorlichting aan klanten om zich warm te kleden, dragen ook bij.
Geluid bij verwarmde terrassen
Terrasverwarming heeft ook gevolgen voor het meten van stemgeluid in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer.
Wanneer een terras verwarmd en/of omsloten wordt, wordt er bij het meten van geluidsoverlast ook de geluidsproductie van stemgeluid gemeten en dus meegenomen in de beoordeling.
2.5 Overzicht: het toetskader terrassen
Het exploiteren van terrassen is meer en meer een wens van horecaexploitanten. Daar waar mogelijk werken we daar graag aan mee. We wegen daarbij alle belangen. Die van de exploitant, maar ook die van winkeliers en omwonenden. De basis is meestal het horecabedrijf, en die mogelijkheden tot vestiging staan opgenoemd in hoofdstuk 1, Horeca: de basis.
Om op een vergunningsvraag positief te kunnen beslissen mag er geen strijd zijn met het basistoetskader APV, - openbare orde, - openbare veiligheid, - volksgezondheid, - bescherming milieu en het - woon- en leefklimaat (zie 6.4).
Omdat we geen eenvoudige ‘Terraswet’ kennen en de verschillende onderdelen in verschillende wet- en regelgeving is belegd, is het geen eenvoudige opgave om aan de voorkant eenvoudig te zien wat kan en mag. Ook hier geldt dat we bij vergunningsaanvragen al die facetten (laten) beoordelen om tot een evenwichtig en houdbaar besluit te komen.
Terrassen: Waar mogelijk werken we graag mee, waar significante belemmeringen zijn kan het niet.
Om inzicht te krijgen hier de opsomming van te toetsen onderwerpen.
De landelijke en Europese trends laten zien dat door de economische perspectieven het consumentengedrag verandert. Eten en drinken is meer en meer een vorm van vrijetijdsbesteding geworden. Het is van belang om op tijd in te spelen op de trends en ontwikkelingen in de horeca. Nieuwe vormen van horeca, casual dining, pop-up restaurants, afhaalconcepten en gezondheidstrents, vragen ook aanpassing en actualisering van het uitvoeringsbeleid. De coronacrisis heeft bedrijven (tijdelijk) doen omschakelen en er zijn de nodige nieuwe concepten (tijdelijk) toegepast. We zetten de trends en ontwikkelingen die we nu kennen op een rij.
3.1 Economische ontwikkelingen
Tot 2019 was er een stijgende lijn van de omzet van de horeca in Nederland zichtbaar. Door de coronacrisis is de omzet toen meer dan de helft gedaald.1 Er kan geen goede inschatting gemaakt worden hoeveel dit de horeca nog verder zal raken en wat de gevolgen daarvan zullen zijn nu de crisis goeddeels voorbij lijkt te zijn. Het is belangrijk dat er ingespeeld wordt op de het nieuwe normaal en de verwerking van de nog na-ijlende gevolgen van de coronacrisis voor de horeca.
3.2 Demografische ontwikkelingen
De verwachtingen zijn, dat de demografische ontwikkelingen zich kenmerken in een groei van de bevolking, (Culemborg vanaf 1995 met 23.728 inwoners naar nu met 23%) een (sterke) vergrijzing en een toenemende diversiteit van de bevolking door een groeiend aantal migranten.2
Culemborg trekt door haar historische kern veel bezoekers en de gedachte is dit verder te verstrekken. Verder is de verwachting dat er, door de samenloop met de beleidsinitiatieven Culemborg op het toeristische-recreatieve gebied, een toename zal zijn op dag- en verblijfstoerisme. Dit komt vooral ten goede aan de dag-horeca en overnachtingsmogelijkheden. Daarnaast wordt er verwacht dat er een toename zal zijn van recreanten/toeristen uit de omliggende gemeenten.
Naast de opkomst van het toerisme in Culemborg, zijn er ook ontwikkelingen op het gebied van het aantal inwoners. Daarbij worden de inwoners van Culemborg gemiddeld genomen steeds ouder. Door de toenemende vergrijzing binnen Culemborg, is er een (tijdelijke) toename aan besteding in horeca en winkels en een ander wensenpakket. Verder blijkt, dat steeds meer jongeren naar de grote steden trekken, een nadeel voor het centrum en haar ondernemers. Culemborg kenmerkt zich daarbij wel door een gemiddeld relatief hoog besteedbaar inkomen per inwoner.
3.3 Conceptuele ontwikkelingen
In de niet-dagelijkse branches zien we een afname in het aantal winkels. Hierdoor is er steeds vaker winkelleegstand. Blurring is de vermenging van de horecafunctie met culturele instellingen, dienstverlening en winkels. Dit heeft een positief effect op de verblijftijd en het aantal bestedingen. Of blurring juridisch gezien mogelijk is, is sterk afhankelijk van het bestemmingsplan. De Alcoholwet geeft geen mogelijkheden voor het verstrekken van alcoholhoudende drank in “niet-horecabedrijven”. In het bestemmingplan is vastgelegd wat zich mag huisvesten in een commerciële ruimte, zoals bijvoorbeeld horeca, of detailhandel en of er sprake mag zijn van ondersteunende horeca. Door te werken met een bestemming als “centrumfunctie” wordt dit mogelijk gemaakt.
In november 2020 is het amendement (wijziging van de Drank- en Horecawet) over het toestaan van blurring met zwak-alcoholhoudende drank verworpen.3 Hierdoor is het alleen toegestaan om alcoholvrije dranken te schenken in combinatie met een winkelfunctie of dienst.
3.3.2 Dark Kitchen en maaltijdbezorging
Dark kitchen is de trend waarbij een restaurant alleen maaltijden bezorgt. Na de coronaperiode weten we hoe dit kan werken. Of de consument het op lange termijn als wenselijk blijft zien zal moeten blijken. Het is bij dit concept niet mogelijk om ter plaatse een maaltijd te eten. Hierdoor is geen exploitatievergunning en geen vergunning op grond van de Alcoholwet vereist.
In het kader van de ontwikkeling van de stad en de visie daarop, zal het college niet zondermeer meewerken aan het vestigen van deze concepten op goedkope locaties buiten het centrum.
Mogelijk richten zich nu toch meer horeca-eigenaren zich op het concept dark kitchen restaurants, met de, voor sommigen positieve, ervaringen uit de coronaperiode. De ruimtelijke ontwikkeling van dark kitchen kenmerkt zich doordat deze concepten zich zullen vestigen op locaties buiten het centrum waar vaak goedkopere panden gevestigd zijn. Voor het toestaan van het concept dark kitchen moet er gekeken worden naar de bestemming van het pand. Als er een strijdigheid is met het bestemmingsplan, dient er een omgevingsvergunning aangevraagd te worden waarmee legalisatie, als het bestuur wil meewerken, mogelijk is. Het bestuur is vooralsnog erg gereserveerd op aanvragen uitbreiding nieuwe locaties. Er dient een zorgvuldige afweging plaats te vinden. Daarnaast is er een trend zichtbaar voor maaltijdbezorging door de reguliere horeca.
Vanuit de consument is er steeds meer vraag naar biologische, duurzame en veganistische producten. Het op een duurzame wijze inrichten van de horeca wordt belangrijker. Dit wordt gedaan door het serveren van vegetarische en veganistische gerechten, en het inkopen van producten bij de lokale agrarische sector. In juli 2021 is er een Europees verbod op plastic verpakkingsmateriaal gekomen4. De horeca zal, ook naar aanleiding van de coronaperiode, met veel afhaalhoreca verder op zoek moeten naar milieuvriendelijke verpakkingen voor maaltijdbezorging en die ook gaan toepassen. Daarnaast is het inzetten op voedselvermindering, en het voorkomen van voedselverspilling, een maatschappelijk initiatief wat ook bij de horecaondernemers onder de aandacht is of gebracht wordt.
Door de 24-uurs-economie, en een toename van flexwerkers, is er een groeiende behoefte naar een gezonde, snelle en simpele maaltijd. Het gaat hierbij niet om de beleving van uit eten, maar om het functioneel en snel nuttigen van een maaltijd. Door het groeiende aantal inwoners dat vanuit huis werkt, wordt er mogelijk ook voor afspraken een locatie in het centrumgebied gezocht. Hierbij wordt zeer waarschijnlijk regelmatig gekozen voor een restaurant, lunchroom of café voorzien van gratis wifi. Dit levert mogelijk meer bezoekers bij de horeca en retailsector in het centrum. Om te voldoen aan de behoefte aan een snelle service, is de verwachting dat de horeca hierop inspeelt door het voorafgaand, telefonisch en/of online bestellen mogelijk te maken.
3.4 Technologische ontwikkelingen
Er zijn verder ook nog technologische ontwikkelingen zichtbaar bij de horeca. In de horeca gaat het bestelproces steeds vaker via een tablet of smartphone. In sommige gevallen wordt het eten nog wel gebracht door een ober, maar er zijn ook concepten, waarbij je het eten zelf moet ophalen. Door de ervaringen in de coronacrisis is het gebruik van tablet en zeker de telefoon, ten behoeve van het bestellen van eten en drinken extra versneld. Naast deze devices is er een opkomst in de selfservice kiosk. Hierbij kan via een gemakkelijke, snelle en veilige wijze eten besteld worden en wordt het contact tussen werknemers en gasten vermeden. Er is verder nog een bijzondere innovatieve en technologische ontwikkeling, het bezorgen van maaltijden via een drone. Dit kan mogelijk al op korte termijn gaan plaatsvinden.
4 Vergunningen horecabedrijven
In Culemborg is een exploitatievergunning vereist voor elk horecabedrijf waar eten en drinken voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt (artikel 2:27 APV).
In het geval dat er ook alcoholhoudende drank wordt geschonken voor gebruik ter plaatse, is er een vergunning op grond van de Alcoholwet vereist.
Door middel van de exploitatievergunning kan er gestuurd worden op bevordering van de openbare orde, het woon- en leefklimaat, volksgezondheid en milieu. Hiermee ontstaat een goed ondernemersklimaat in Culemborg.
Op grond van artikel 3 van de Wet Bibob (een integriteitstoets die hoort bij de toets van de exploitatievergunning en ook de Alcoholwetvergunning) kan een vergunning worden ingetrokken of geweigerd als er ernstig gevaar bestaat dat daarmee strafbare feiten zullen worden gepleegd of uit strafbare feiten verkregen voordelen zullen worden benut.
4.1.1 Geldigheidsduur exploitatievergunning
In Culemborg heeft de exploitatievergunning normaliter geen tijdsbeperking. Het is echter wel een optie in bijzondere situaties.
Er moet een nieuwe exploitatievergunning aangevraagd worden of een wijziging doorgeven als:
4.1.2 Vereisten exploitatievergunning
Een aanvraag voor een exploitatievergunning wordt geweigerd als:
4.1.3 Voorwaarden en voorschriften
De burgemeester kan, als daar een specifieke reden voor is, de vergunning onder voorwaarden verlenen en nadere voorschriften opleggen. Dat is soms nodig om iets toch mogelijk te maken, en soms, om vooraf bij te sturen, in wat niet kan en mag op die specifieke locatie. Beveiligers bijvoorbeeld, kunnen soms (soort horeca, plaats en tijd) nodig zijn in het belang van de leefomgeving of veiligheid of een combinatie van factoren.
Het exploiteren van een terras is vergunningsplichtig en maakt bij de gemeente Culemborg onderdeel uit van de exploitatievergunning.
Het terras wordt getoetst aan het bestemmingsplan. Hierin staat beschreven waar terrassen zijn toegestaan en waarom het vanuit ruimtelijk oogpunt toegelaten kan worden.
Als het terras op gemeentegrond is gevestigd, zal de gemeente jaarlijks precariobelasting heffen.
De hoogte hiervan is geregeld in de precarioverordening van de gemeente.
Als de ondernemer op het terras een overkapping of een ander bouwsel (in de grond verankerd) wil, dat past binnen de regels van de terrassen, moet daar in de regel een omgevingsvergunning voor worden aangevraagd.
Zeker nu er met terrassen geëxperimenteerd is en door corona de behoeften het jaar rond lijken te zijn geworden, komt dit aspect meer naar voren.
Met behulp van de vergunning op grond van de Alcoholwet wordt o.a. het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren effectief tegengaan. Daarnaast wordt de verstoring van de openbare orde, zo veel als mogelijk teruggedrongen, en is ook de eerlijke mededinging vanaf 1991 verankert in deze van origine volksgezondheidswet.
Als er alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt geschonken is er een alcoholwetvergunning vereist. Dat is in deze landelijke wet dwingend bepaald.
Het gaat dan om het horecabedrijf (commercieel of paracommercieel) en/of het slijtersbedrijf.
4.2.1 Geldigheidsduur en wijzigen vergunning Alcoholwet
De vergunning op grond van de Alcoholwet is voor onbepaalde tijd geldig. Ten allen tijden dient de ondernemer ervoor zorg te dragen dat zijn vergunning actueel is.
Eventuele veranderingen (o.a. oppervlak horecalokaliteit, terras, nieuwe leidinggevenden) moeten dan ook verplicht worden doorgegeven aan de gemeente.
Melding wijziging leidinggevende
Er moet ten alle tijden een leidinggevende, die op de vergunning of het aanhangsel staat, in het horecabedrijf aanwezig zijn, stelt artikel 24 van de Alcoholwet.
Mochten er personeelswijzigingen plaats vinden, waardoor er een nieuwe leidinggevende is of een leidinggevende niet meer werkzaam is, dan kan deze worden toegevoegd of verwijderd worden van de vergunning. Dit kan door een melding te doen bij de gemeente.
Op grond van het wijzigen van de inrichting zegt artikel 30 Alcoholwet het volgende:
Indien een inrichting een zodanige verandering ondergaat dat zij niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning gegeven omschrijving, is de vergunninghouder verplicht bedoelde wijziging binnen één maand bij de burgemeester te melden. De burgemeester verstrekt, indien nog aan de ten aanzien van de inrichting gestelde eisen wordt voldaan, een gewijzigde vergunning, waarin de ingevolge artikel 29 vereiste omschrijving is aangepast aan de nieuwe situatie.
Hierbij valt te denken aan, het toevoegen van een (groter) terras of het doorgeven dat er een verbouwing heeft plaats gevonden waardoor het aantal vierkante meters van het vloeroppervlak is gewijzigd. Naast de melding in het kader van de Alcoholwet, moet wellicht ook een melding worden gedaan in het kader van het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer (en vanaf 1 juli 2022 op basis van Besluit activiteiten leefomgeving).
In enkele gevallen kan een vergunning van de Alcoholwet niet worden gewijzigd, maar moet er een nieuwe vergunning worden aangevraagd. Dit is het geval als:
4.2.2 Vereisten aanvrager/ leidinggevende(n)
In of krachtens artikel 8 van de Alcoholwet zijn de eisen opgenomen voor de leidinggevende(n):
Voldoen aan eisen van zedelijk gedrag5;
Horecabedrijven, het gebouw, dient te voldoen aan artikel 10 van de Alcoholwet. De eisen hiervan zijn:
Er dient bij een horecabedrijf tenminste één horecalokaliteit een vloeroppervlakte van 35m2 te zijn, en voor een slijtersbedrijf ten minste 15 m2. De burgemeester kan besluiten af te wijken van die 35m2, indien er sprake is van een lokaliteit die is gevestigd in een rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.
4.2.4 Vereisten paracommerciële rechtspersonen
Het doel van een paracommerciële instelling (opgenomen in de statuten) is, het stimuleren van activiteiten van recreatieve of sportieve of-, sociaal-culturele of educatieve of levensbeschouwelijke en/of godsdienstige aard. Het verstrekken van alcohol is geen hoofdactiviteit.
Vereisten voor een vergunning op grond van de Alcoholwet van een paracommerciële rechtspersoon:
Er dienen tenminste twee gekwalificeerde leidinggevenden te zijn6;
Het aanleveren van een vastgesteld reglement, waarin de verstrekking van alcoholhoudende drank in de inrichting vanuit het oogpunt van sociale hygiëne op verantwoorde wijze wordt gewaarborgd. Hierin wordt ook een registratie van barvrijwilligers beschreven7.
4.3 Ontheffingen/meldingen horecabedrijven
Naast de exploitatievergunning en Alcoholwetvergunning zijn er ook andere bepalingen die betrekking hebben op de horeca.
4.3.1 Ontheffing sluitingstijden
De burgemeester kan een ontheffing verlenen van de sluitingstijden op grond van artikel 2:20 APV Culemborg Sluitingstijd. Daarnaast kan de burgemeester, door middel van een vergunningvoorschrift andere sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijke openbare inrichting of een daartoe behorend terras.
4.3.2 Ontheffing artikel 35 Alcoholwet
Het is verboden om zonder daartoe strekkende vergunning het horecabedrijf uit te oefenen. De burgemeester kan ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank, op aanvraag ontheffing verlenen van het in artikel 3 voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod, bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen (evenementen), mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een persoon die:
De naam van deze persoon staat op de ontheffing vermeld.
De ontheffing artikel 35 Alcoholwet kan voor maximaal twaalf aaneengesloten dagen verleend worden.
4.3.3 Melding incidentele festiviteit
Het is in gemeente Culemborg toegestaan, om maximaal zes dagen of dagdelen per kalenderjaar, een incidentele festiviteit te houden, waarbij de standaard geluidsnormen niet van toepassing zijn. Er dient hiervoor, twee weken voorafgaand aan de festiviteit, een melding gedaan worden bij het College van B&W (artikel 4.6 APV).
Een melding is overigens geen vrijbrief om een onbeperkt geluidsniveau te produceren.
Regels zonder handhaving blijken vaak weinig effect te hebben. Voor een goede naleving van dit horecabeleid is handhaving op deze regels dan ook van belang. Uiteraard kan het, om uiteenlopende redenen, voorkomen dat de regels niet worden nageleefd. Handhaving is dan de uitkomst. Onder handhaving wordt verstaan: het geheel van activiteiten dat gericht is op de naleving van de regels. Hierbij valt dus te denken aan zowel het controleren (toezicht) van regels als het daadwerkelijk handhavend optreden.
De gemeente Culemborg richt zich voornamelijk ook op preventieve handhaving, het voorkomen van overtredingen. High trust, high penalty.
De handhavingsinstrumenten kunnen worden onderscheiden in preventieve instrumenten en repressieve instrumenten. Goede communicatie met de horecaondernemers, en het creëren van een goede relatie (betrokkenheid) met de horecaondernemer, zorgt voor meer draagvlak. Hierdoor kunnen de overtredingen afnemen. Ook het toetsen van vergunningsaanvragen is een voorbeeld van een preventief instrument. Door middel van het toetsen van de criteria, kan een eventueel probleem al voorkomen worden door het wel of niet afgeven van de vergunningen, al dan niet onder voorwaarden. Bij repressieve instrumenten gaat het om het inzetten van sanctiemiddelen, zowel bestuurs- als strafrechtelijk. Het gaat om verschillende wetgeving, soms landelijk, Milieuwetgeving (Activiteitenbesluit), Wabo gerelateerde taken, Alcoholwet en soms lokaal, de APV.
Als uit toezicht en controle (BOA-Toezichthouders gemeente en of ODR) blijkt, dat bepaalde regels niet worden nageleefd, kan er handhavend worden opgetreden. Op basis van de ernst en aard van de overtreding, bepaalt het college van B&W en/of de burgemeester of en op welke manier handhavend wordt opgetreden.
We werken in Culemborg, afhankelijk van welke wetgeving het betreft,, met het Toezicht- en handhavingsbeleid 2020-2022 en het daaruit jaarlijks opgestelde jaarplan voor Culemborg.
Daarnaast kennen we een regionaal handhavingsbeleid Alcoholwet met daarbij een fijnmazige sanctietabel. De Alcoholwet kent verschillende handhavingsopties afhankelijk van de overtreding.
Een ander preventief instrument is het horecaconvenant, een vorm van samenwerking door de horecaondernemers, de gemeente en de politie. Ook Koninklijke Horeca Nederland draagt haar steentje bij aan dit instrument. Directe aanleiding voor het convenant, waren in oktober 2017 de toenemende signalen van inwoners dat ze hinder ondervonden van de aanwezigheid van motorclubs in de horeca en het ook eerdere signaal daarover van de politie. Er was onrust en er ontstond een negatieve beïnvloeding van de openbare orde, leefbaarheid en overlast, en ook de horecaondernemers hadden nadelige gevolgen daarvan. Dit, en enkele incidenten in en om de horeca, heeft de burgemeester, politieteam de Waarden, de Horecabedrijven, samen met KHN doen besluiten een horecaconvenant af te sluiten
Doel: samen herstellen van een gezellig en veilig uitgaansklimaat, en het behouden ervan.
Een belangrijke afspraak die in het convenant is vastgelegd, is het voeren van gezamenlijke huis- en gedragsregels en een gezamenlijk deurbeleid. Dit wordt ook zichtbaar kenbaar gemaakt door het plaatsen van bordjes bij de horeca met de huisregels opgesomd. Uiteraard wordt eenieder welkom geheten en is de slogan ‘Veilig uitgaan in Culemborg’. Het convenant is een blijvend instrument, werkt goed, bind partijen en heeft een preventieve werking. Ondernemers weten waar ze aan toe zijn en gasten dat ze veilig en gezellig uit kunnen.
Als er handhavend wordt opgetreden is dat conform “Sanctiestrategie Alcoholwet en horeca-exploitatie in SWW verband”, deze is vastgesteld in 2014.
Hierin staat vermeld wanneer welke sanctie wordt toegepast. In de sanctietabel, een aparte Excel-lijst behorend bij dit beleid, wordt per overtreding van de Alcoholwet en de APV betreffende horeca-exploitatie aangegeven, welk stappenplan (1, 2a, 2b of 3) wordt gevolgd en welke sancties worden ingezet als de stap tot het opleggen van een sanctie is bereikt.
Op dit moment is het door het college, op 15 december 2020, vastgestelde ‘Uitvoeringsprogramma toezicht en handhaving (100782/109298), van kracht. Hierin staat wat de inzet structureel, incidenteel en projectmatig zal zijn.
De horecasector is gevoelig gebleken voor ondermijnende activiteiten. Als gemeente is het belangrijk om hier actief op in te zetten en dit, waar mogelijk, te voorkomen. Denk hierbij aan, het toepassen van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB), tot het actief toezicht te houden op de locaties. Uiteraard kunnen, en doen, we dit niet alleen. Via het convenant, en de huisregels proberen we samen dit knelpunt aan te pakken en beter nog, te voorkomen.
De weerbaarheid van de ondernemers is daarbij belangrijk en we blijven daarover samen in gesprek.
In het kader van ecologie en verduurzaming is er een verbod voor het oplaten van één of meerdere (wens)ballonnen en het oplaten daarvan in de open lucht te organiseren.
In onze APV is beschreven dat het gaat om: ‘een onbemenste ballon die door middel van hete lucht, afkomstig van vuur dan wel door middel van helium of andere gassen, in de lucht wordt gebracht en waarbij de richting en/of hoogte van de ballon niet door menselijk ingrijpen, kan worden bepaald. Hieronder wordt mede verstaan: herdenkingsballon, vuurballon, gelukslampion, Thaise wensballon, geluksballon of een andere daarmee vergelijkbare ballonnen’.
Het college kan van het bedoelde verbod ontheffing verlenen.
De Alcoholwet (voorheen de Drank- en Horecawet), is de wet als het gaat om regelgeving ten aanzien van de alcoholverstrekking en alcoholmatiging. Daarnaast regelt de Alcoholwet een en ander rond eerlijke mededinging. De Alcoholwet, in de basis een gezondheidswet, is bedoeld om op een verantwoorde manier alcoholhoudende drank te verkopen en/of te gebruiken. De wet richt zich vooral op de verstrekkers van alcoholhoudende drank en de jeugd onder de 18 jaar.
In de wet is ook het toezicht op de naleving hiervan geregeld. Dat toezicht ligt grotendeels bij de gemeente. Nieuw is dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) actief gaat toezien op de online markt. Op grond van de Alcoholwet is het nu toegestaan dat, gemeenten en de NVWA 16- en 17-jarige testkopers inzetten bij het toezicht op de naleving van de leeftijdsgrens.
De testkopers handelen in opdracht van een toezichthouder.
De Alcoholwet maakt onderscheid in verschillende ‘soorten’ ondernemingen namelijk: het horecabedrijf, het slijtersbedrijf en de overige alcoholverstrekkende bedrijven. Het horecabedrijf kent een tweedeling, het commerciële horecabedrijf en het paracommerciële horecabedrijf. In artikel 1 van de Alcoholwet staan de definities waaronder:
Slijtersbedrijf : de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere handelingen;
Paracommerciële rechtspersoon : een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf.
De wet is in 2013 op bepaalde vlakken gewijzigd, met als doel overmatig alcoholgebruik bij jongeren te voorkomen, verstoring van de openbare orde door alcoholmisbruik terug te dringen, en de administratieve lasten te verminderen. In 2014 werd de leeftijdsgrens voor zwak-alcoholhoudende drank verhoogd van 16 naar 18 jaar. Sinds 2014 moeten gemeenteraden verplicht, een preventie- en handhavingsplan alcohol vaststellen waarin ze beschrijven hoe ze ervoor zorgen dat er geen alcoholhoudende drank wordt geschonken aan jongeren onder de 18 jaar, en hoe de handhaving hieromtrent vormgegeven moet worden.
Culemborg heeft dit geregeld via het preventieakkoord (Iriszorg) en de reguliere handhavingsplanning.
Vanaf 1 juli 2021 is het ook toegestaan om een gebied aan te wijzen als alcoholoverlastgebied .
Dit is mogelijk indien sprake is van ernstige aantasting van de openbare orde, de leefomgeving of de volksgezondheid. De verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank vanuit bepaalde verkooppunten kan verboden of beperkt worden. Ook is het mogelijk om aanvragen voor een vergunning op grond van de Alcoholwet te weigeren of een bepaalde verbod of beperking op te leggen. De Alcoholwet stelt nog steeds dat de gemeente, als er sprake is van oneerlijke mededinging in een verordening, nadere regels opneemt voor paracommerciële instellingen.
Culemborg heeft deze regels opgenomen in de APV.
Deze regels hebben betrekking op schenktijden en het voorkomen van oneerlijke concurrentie met de commerciële horeca, zoals activiteiten die niet of niet rechtstreeks met de paracommerciële activiteiten te maken hebben.
Wederverstrekking nu ook strafbaar:
Vrienden, familieleden of andere volwassenen, die na 1 juli alcohol in een horecabedrijf, op een evenement of in de openbare ruimte doorgeven aan een minderjarige, riskeren een boete van €100 euro. De minderjarige die de alcohol aanpakt riskeerde hiermee al een boete van €100 euro. €200 euro boete voor één gebeurtenis.
6.1.2 Voorgeschiedenis Alcoholwet
In 2019 heeft de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn & Sport een wetsvoorstel voor de wetswijziging van de Drank- en Horecawet naar de Alcoholwet naar de Tweede Kamer gestuurd. De evaluatie van de Drank- en Horecawet en het Nationale Preventieakkoord zijn belangrijk ingrediënten daarbij geweest.
De 'verkoop op afstand' (verkoop via telefonie & internet) van alcoholhoudende drank en de naleving van de leeftijdgrens geregeld. Online verkopers van alcohol moeten een leeftijdverificatiesysteem invoeren waarbij de leeftijd zowel bij de (online) aankoop als bij de aflevering van de alcohol moet worden gecheckt;
In de wet wordt vastgelegd dat, stuntprijzen/acties van supermarkten (en andere verkopers van alcohol 'voor gebruik elders dan ter plaatse') niet verder mogen gaan dan 25% korting op de normale verkoopprijs. Het wel of niet aan banden leggen van happy hours in de horeca, blijft een lokale bevoegdheid van gemeenten;
Het is vanaf 1 juli toegestaan, bij gemeentelijke verordening betaalde proeverijen, in alle slijterijen van een gemeente te organiseren, mits deze plaatsvinden op een moment dat volgens de Winkeltijdenwet toegestaan is de slijterij te openen en het moment van de proeverij op dagen en tijden valt waarom de slijterij normaal gesproken gesloten is;
6.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en bestemmingsplan
In het bestemmingsplan is opgenomen, of de locatie waar de horeca gevestigd is of zich zal gaan vestigen ook past binnen het bestemmingsplan. Het komt voor, dat horeca die zich wil vestigen op een bepaalde locatie, in strijd is met het geldende bestemmingsplan en daardoor niet past. De Alcoholwet staat hier los van. Het kan dus zijn dat de Alcoholwetvergunning formeel wel moet worden verleend, maar in de praktijk deze niet op grond van het bestemminsplan bruikbaar is. Overigens is bij de exploitatievergunning, strijdigheid met het bestemmingsplan wel een weigeringsgrond (artikel 2:28 APV) voor de exploitatievergunning. Het bestemmingsplan kan eventueel worden gewijzigd of een omgevingsvergunning voor strijd met het bestemmingsplan op grond van artikel 2.1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan worden verleend. Hierbij hoort een ruimtelijke onderbouwing, waaruit moet blijken dat de horeca commercieel of paracommercieel goed is in te passen in de omgeving. Hierbij zijn verschillende aspecten van belang, zoals geluid, verkeer en parkeren.
Voor het gebruik van gebouwen (dus ook horeca inrichtingen), gelden al langer, in het kader van (brand)veiligheid, de regels die zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012.
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal het Bouwbesluit worden vervangen door het nieuwe Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Dat zal naar verwachting in juli 2022 zijn. Het vereiste uit het voormalige Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet is grotendeels losgelaten (bijvoorbeeld de extra ventilatie-eis). Het resterende is opgenomen in artikel 10 van de Alcoholwet.
De minimumvloeroppervlakte waaraan een horecalokaliteit moet voldoen is: 35 m2.
6.4 Algemene Plaatselijke Verordening
In de Algemene Plaatselijke Verordening worden verschillende onderwerpen geregeld die horeca en/of terrassen bij winkels betreffen, zoals:
Algemene bepalingen voor een exploitatievergunning, wanneer mag de vergunning wel of niet verleend worden.
De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:
Intrekkingsgronden exploitatievergunning:
De burgemeester kan de vergunning tijdelijk of voor onbepaalde tijd geheel of gedeeltelijk intrekken of wijzigen:
Indien aannemelijk is, dat de houder van de openbare inrichting betrokken is, of hem ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten in of vanuit de inrichting, die een gevaar opleveren voor de openbare orde en/of een bedreiging vormen voor het woon- of leefklimaat in de omgeving van de inrichting;
Sluiting van openbare inrichtingen
De burgemeester kan een openbare inrichting - al dan niet voor een bepaalde duur - gesloten verklaren:
De sluiting wordt geacht in het openbaar bekend te zijn gemaakt, zodra een besluit tot sluiting op, in of nabij de toegang of toegangen van de openbare inrichting is aangebracht. Een sluiting voor onbepaalde duur, kan op aanvraag van een belanghebbende door de burgemeester worden opgeheven, indien later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en er naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn dat er geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.
Het is de houder van de openbare inrichting verboden na het van kracht worden van de sluiting als bedoeld in het eerste lid, bezoekers tot de openbare inrichting toe te laten of daarin te laten verblijven.
De Wet op de kansspelen (hierna Wok), verplicht dat er voor de aanwezigheid van kansspelautomaten een vergunning nodig is, aanwezigheidsvergunning genoemd, (zie hiervoor ook artikel 2:39 APV) voor de inrichting waar de kansspelautomaten geplaatst worden. In de APV is geregeld hoeveel kansspelautomaten er aanwezig mogen zijn in de inrichting. Voor de volledigheid dient hierbij de opmerking gemaakt te worden, dat dit wel alleen gaat om een ‘hoogdrempelige’ inrichting. Artikel 2:40 van de APV zegt dat in hoogdrempelige inrichtingen maximaal twee kansspelautomaten zijn toegestaan. In laagdrempelige inrichtingen zijn geen kansspelautomaten toegestaan.
De Wok verstaat onder een hoogdrempelige inrichting:
De Drank- en Horecawet was onvoldoende duidelijk over het schenken van alcoholhoudende drank in speelcasino's. In de Alcoholwet wordt hier een verduidelijking over gegeven.
6.6 Wet bevordering integriteitbeoordeling openbaar bestuur (Wet Bibob)
Als er een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend kan de gemeente deze aanvraag toetsen aan de bepalingen uit de Wet Bibob.
Horecavergunningen worden in Culemborg, door middel van een vragenlijst, aan een eerste integriteitstoets onderworpen.
Dit is in het Bibobbeleid (zie 7.6.3.) bepaald. Als uit het eerste onderzoek niets vreemds blijkt worde de gevraagde vergunning verleend. Als dat wel het geval is zal het Landelijk bureau Bibob om nader onderzoek worden gevraagd.
De Wet Bibob is sinds 1 juni 2003 van kracht en is een (preventief) bestuurlijk instrument. De laatste wijzigingen dateren van 1 augustus 2020. Het biedt bestuursorganen de mogelijkheid om de achtergrond van een bedrijf of persoon en de handelingen te onderzoeken. Als er een ernstig gevaar dreigt dat bijvoorbeeld een vergunning wordt misbruikt voor criminele doeleinden en/of witwassen van gelden, kan het bevoegde bestuursorgaan, de vergunning die is aangevraagd, weigeren of de afgegeven vergunning intrekken. Zo wordt voorkomen dat de overheid criminele activiteiten faciliteert en wordt bovendien de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd. De wet ondersteunt op die manier de gemeente ook, bij de bestuurlijke aanpak van criminaliteit en het ontstaan van vermenging van boven- en onderwereld (ondermijning).
In de aanpak van ondermijning werkt de gemeente Culemborg integraal samen met partners als Justitie, het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC), de politie, de belastingdienst, het openbaar ministerie, Inspectie SZ,W en waar nodig de NVWA (taken van voorheen AID).
6.6.3 Beleidsregels Bibob Culemborg 2019
De gemeente heeft de beleidsregels Bibob Culemborg 2019 vastgesteld waarin de praktijkregels voor de Bibob-toets zijn opgenomen. In alle horeca gerelateerde gevallen waarbij sprake is vergunningen, behalve standaard niet bij paracommerciële instellingen en slijtersbedrijven, en de exploitatie kansspelautomaten, wordt een Bibob-procedure gestart, maar het bereik van de wet Bibob is veel groter. Concreet houdt dit in, dat er een eerste eigen onderzoek wordt ingesteld aan de hand van de door de exploitant in te vullen formulieren en in te dienen documenten. Wanneer er na dit onderzoek geen reden tot twijfel is aan de integriteit van de aanvrager en/of andere personen, die op de aanvraag van de vergunning staan, en er geen indicatoren zijn, dan wordt de vergunning verleend door de gemeente zonder een adviesverzoek aan het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) en of het Landelijk Bureau Bibob (LBB). Bij twijfel kan de gemeente een verzoek indienen bij het RIEC. Als uit dit onderzoek niets naar voren komt, kan de gemeente alsnog, onder voorwaarden naar het LBB gaan voor het verrichten van nader onderzoek (Bibob-toetsing), waarna een advies van datzelfde bureau volgt. Bij een negatief advies van ofwel het RIEC of het LBB kan de gemeente besluiten geen vergunning te verlenen, een vergunning onder voorwaarden verlenen of een inmiddels verleende vergunning in te trekken.
Het bevoegd gezag, de burgemeester, moet uiteindelijk altijd zelf motiveren waarom een vergunning wordt geweigerd of ingetrokken.
6.6.4 Bibob-procedure achteraf opstarten
Een Bibob-procedure kan ook achteraf (na verlening van een vergunning) nog worden ingesteld wanneer er een vermoeden is en/of blijkt dat een onderneming/ondernemer zich schuldig maakt of heeft gemaakt aan bepaalde strafbare feiten en/of criminele contacten onderhoudt waarbij de mogelijkheid aanwezig is dat crimineel verworven inkomsten worden wit gewassen.
Daarnaast kan zowel de officier van justitie als het Landelijk Bureau Bibob (LBB) kunnen overheden rechtstreeks tippen om de Wet Bibob toe te passen.
Dit betekent, dat een overheidsinstelling gewezen wordt op de mogelijkheid een eigen Bibob-onderzoek te verrichten en daarna eventueel het LBB om een advies te vragen.
Op 1 augustus 2020 is de wet Bibob op een aantal punten gewijzigd. Enkele wijzigingen zijn:
De mogelijkheden voor LBB zijn aangepast. Het LBB mag namelijk adviesaanvragen weigeren te behandelen. Daarnaast mag zij tips verstrekken en adviseren eigen onderzoek te verrichten. De adviezen van het LBB kunnen ook voor langere tijd worden gebruikt voor een andere beslissing. Deze termijn wordt namelijk verlengd van twee jaar naar vijf jaar;
Wat betreft de weigering van aanvragen. Vergunningen mogen worden geweigerd/ingetrokken bij het vermoeden van een strafbaar feit ter verkrijging van de vergunning. Weigering van het verstrekken van gegevens kan gezien worden als ernstig gevaar en om die reden ook tot weigering van de aanvraag leiden;
6.7 Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit milieubeheer)
Het Activiteitenbesluit milieubeheer is een Algemene Maatregel van Bestuur op basis van de Wet milieubeheer (dit wordt n.a.w. per 1 juli 2022, Besluit activiteiten leefomgeving).
Het besluit bevat onder andere regels op het gebied van geluid waar horeca-inrichtingen zich aan moeten houden. Op basis van de APV kan het college van burgemeester en wethouders en ontheffing verlenen van het bepaalde in het Activiteitenbesluit.
In artikel 4:2, eerste lid, van de APV staat bijvoorbeeld dat de geluidsnormen als bedoeld in het Activiteitenbesluit niet voor de door het college per kalenderjaar aan te wijzen acht collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen gelden.
Artikel 4:3, eerste lid, van de APV stelt bovendien dat maximaal zes incidentele festiviteiten per kalenderjaar aangewezen kunnen worden waarbij de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit niet gelden.
In deze artikelen zijn de tijdens een ontheffing geldende absolute geluidsnormen opgenomen en de tijd dat deze normen mogen duren.
Dit horecauitvoeringsbeleid heeft de juridische status van beleidsregel als bedoeld in artikel 1:3 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In beginsel volgt de gemeente de beleidsregels.
Het kan echter voorkomen dat dit vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. In dat geval mag van de regels worden afgeweken.
De burgemeester en/of het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, behouden het recht om van dit beleid af te wijken in het kader van openbare orde, veiligheid, en bij zaken die niet zijn voorzien bij het opstellen van dit horecabeleid.
Aldus vastgesteld door de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg (ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft) op 27 september 2022.
De burgemeester van Culemborg,
G. van Grootheest
Burgemeester en wethouders van Culemborg,
de secretaris,
E.J. Kruijswijk Jansen
de burgemeester,
G. van Grootheest
8 Bijlage Checklist vergunningen
7.1 Checklist aanvraag alcoholwetvergunning & exploitatievergunning
Gegevens uit de aanvraag, de basis
2.1 Bestemmingsplan controleren: kan het aangevraagde op deze locatie?
* Geen weigeringsgrond APV-Alcoholwet, wel plicht op basis van Milieuwetgeving
Entiteit (rechtspersoon of natuurlijk persoon-personen) en de personen KvK (bestuurders) komt/komen overeen met vergunningaanvraag |
* Eerste stap, weet met wie je te doen hebt. Locatie (nevenvestiging) niet in KvK; terug naar aanvrager, die moet de locatie in laten schrijven. Mede bewijs dat deze kan beschikken over locatie
2.5 Indieningsvereisten paracommercieel horecabedrijf, extra t.o.v. regulier
Minimaal twee leidinggevende opgenomen in de Alcoholwetvergunning (art. 8 Alcoholwet) |
||
Overzicht openingstijden van de kantine en inzicht in de schenktijden |
3: Alcoholwet: Basiscontroles uitzetten en/of zelf uitvoeren
Persoonsgebonden eisen leidinggevenden
4: De overige gegevens nakijken en beoordelen
Indieningsvereisten en ophalen Bibob -vragenlijst met gevraagde gegevens
Indieningsvereisten betekent; wat mag en wil je opvragen voor een goede toets. Dat mag volgens de Algemene wet Bestuursrecht mits in redelijkheid nodig om een goed besluit te kunnen nemen. Vraag niet te veel en/of onnodige informatie op.
Datgene wat je zelf kunt ophalen (bijv. uittreksel KvK, of gegevens Bibob die al bij de bouwaanvraag opgehaald zijn) in huis of via systemen hoef je niet aan de aanvrager te vragen.
Een vergunning wordt geweigerd indien:
niet wordt voldaan aan de ingevolge de artikelen 8 tot en met 10 geldende eisen;
artikel 7, tweede lid , artikel 31, vierde lid, en artikel 32, tweede lid, zich tegen de verlening van de gevraagde vergunning verzet;
redelijkerwijs moet worden aangenomen dat een of meer van de bij of krachtens de artikelen 2 en 13 tot en met 24 gestelde verboden zal worden overtreden of dat in strijd zal worden gehandeld met aan de vergunning verbonden beperkingen of voorschriften.
Een vergunning ten aanzien van een inrichting, waarvan de vergunning op grond van artikel 31, eerste lid, onder c, is ingetrokken, kan gedurende een bij die intrekking vastgestelde termijn van ten hoogste vijf jaar worden geweigerd.
Een vergunning kan worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Voordat toepassing wordt gegeven aan het derde lid, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
Weigeringsgronden APV toetsen (lokaal maatwerk op basis APV en beleid)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-444692.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.