Tweede verzamelwijziging van de Nadere regels Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op de Huisvestingswet 2014, artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2.6.3, 2.6.4 en 2.6.8 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020,

 

besluit:

 

Tweede verzamelwijziging van de Nadere regels Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

Artikel I

De Nadere regels Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 worden als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Hoofdstuk 1 Urgenties wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Onderdeel 4 van artikel 2 komt als volgt te luiden:

      • 4.

        Het vinden van een woning door:

        • -

          In beginsel zelf te zoeken naar een woning op WoningNet door de houder van een stadsvernieuwingsurgentieverklaring;

        • -

          zelf te zoeken naar een woning op WoningNet door de houder van een sociale of medische urgentieverklaring. Het zelf zoeken van een woning is voor deze urgentiecategorieën alleen mogelijk tot de datum dat woonruimteverdeling op basis van het woonpuntensysteem in werking treedt. Na deze datum wordt door middel van directe bemiddeling een woning aangeboden aan de houder van een sociale of medische urgentieverklaring;

        • -

          directe bemiddeling bij overige urgentiecategorieën.

    • 2.

      In onderdeel i van artikel 3 wordt “2 jaar” vervangen door “4 jaar”.

    • 3.

      In Ad i), aanhef, van artikel 3 wordt “twee jaar” vervangen door “vier jaar”.

    • 4.

      In Ad i), onderdeel 2, van artikel 3 wordt “twee jaar” vervangen door “vier jaar”.

    • 5.

      In Ad k), aanhef, van artikel 3 wordt na de zinsnede “een besluit op grond van de Wet ruimtelijke ordening” ingevoegd “(2.6.5 lid 3)”.

    • 6.

      Ad k), onderdeel 2, van artikel 3 komt te luiden:

      • 2.

        verblijft in een bedrijfspand, caravan, een provisorisch onderkomen of een gebouw ongeschikt voor bewoning.

    • 7.

      Het opschrift van artikel 7 komt te luiden:

      7. Urgentiecategorie vergunninghouders (HVV artikel 2.6.8 lid 1d, 1e en 1g)

    • 8.

      Aan het slot van artikel 7 wordt “Degenen die op basis van deze voorwaarden urgentie hebben gekregen, krijgen éénmalig een woning aangeboden.” vervangen door “Woningzoekenden aan wie op grond van de voorgaande urgentiegronden een woning is toegewezen komen in geval van gezinshereniging in aanmerking voor urgentie als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

      • a.

        het betreft een gezinshereniging met gezinsleden uit het land van herkomst;

      • b.

        de huidige woning is niet meer passend om alle gezinsleden te huisvesten;

      • c.

        de gezinsleden verhuizen daadwerkelijk mee naar de nieuwe woning.

    • Degenen die op grond van artikel 2.6.8, eerste lid, onderdeel d, e of g van de Huisvestingsverordening een urgentieverklaring hebben gekregen, krijgen éénmalig een woning aangeboden.”

    • 9.

      In de eerste alinea van artikel 8 wordt na de zinsnede “Maatschappelijke Opvang (MO), Beschermd Wonen (BW) of een psychiatrische instelling in Amsterdam” ingevoegd “Ook de personen die worden toegelaten in de Maatschappelijke Opvang of Beschermd wonen, maar worden gefinancierd vanuit de wet langdurige zorg (WLZ) vallen onder deze urgentiecategorie.”.

    • 10.

      In artikel 15 wordt de zinsnede “De stadsvernieuwingsurgentie is voor bewoners van een woonruimte van een corporatie nader uitgewerkt in Hoofdstuk 3 en voor bewoners van huurwoningen in particuliere eigendom in Hoofdstuk 4” wordt vervangen door “De stadsvernieuwingsurgentie is nader uitgewerkt in Hoofdstuk 3”.

    • 11.

      In artikel 19, onderdeel e wordt “persoonlijke” vervangen door “gepersonaliseerde”.

    • 12.

      In artikel 20.1 wordt in het tweede onderdeel c “twee” vervangen door “minimaal een”.

    • 13.

      In artikel 20.1 wordt in onderdeel e “twee” vervangen door “minimaal een”.

    • 14.

      In artikel 20.2 wordt in onderdeel g “twee” vervangen door “minimaal een”.

    • 15.

      In artikel 21, eerste onderdeel b, onder de paragraaf “Met OGGZ-problematiek” wordt “stabiele mix” vervangen door “Omslagroute”.

    • 16.

      In artikel 21, tweede onderdeel b, onder de paragraaf “Met OGGZ-problematiek” wordt “Uitstroomtafel” vervangen door “Veldtafel MO”.

    • 17.

      In artikel 21 komt onderdeel e, onder de paragraaf “Met OGGZ-problematiek” te luiden:

      • e.

        Zodra de cliënt voldoet aan de gestelde doelen van het hulpverleningstraject en psychisch, sociaal en financieel in staat is om zelfstandig te wonen, wordt deze voorgedragen voor de “omklap” van het huurcontract naar een huurcontract op eigen naam.

  • B.

    Hoofdstuk 2 Experimenten komt te vervallen.

     

  • C.

    Hoofdstuk 3 Stadsvernieuwingsurgentie bij sloop en renovatiecomplexen van corporaties en bij noodzakelijk bouwkundig onderhoud of herstel van particulier of privaat bezit wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      In artikel 2.2, eerste lid, onderdeel a, komt na “renovatieproject binnen” te vervallen “één tot”.

    • 2.

      In artikel 2.5, komt het eerste lid, onderdeel a, te luiden:

      • a.

        Inwonende kinderen bij een huishouden dat in aanmerking komt voor een stadsvernieuwingsurgentieverklaring die op de peildatum 23 jaar of ouder zijn en langer dan vijf jaar onafgebroken met dit huishouden wonen (aantoonbaar met een uittreksel uit de Basisregistratie Personen en vastgesteld door de corporatie tijdens het huisbezoek). Met inwonende kinderen wordt gelijk gesteld kinderen die tot aan hun 18de als pleegkind onderdeel vormden van het huishouden dat in aanmerking komt voor een stadsvernieuwingsurgentieverklaring en aan de overige voorwaarden voor semi-stadsvernieuwingsurgentie voldoen.

  • D.

    In Hoofdstuk 10 zorgfuncties in voorrangsregeling wordt in artikel 1, eerste lid, “artikel 2.3.7, derde lid, onderdeel a” vervangen door “artikel 2.5.3”.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022.

Artikel III Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Tweede verzamelwijziging van de Nadere regels Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 december 2021.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Naar boven