Verlenging verkeersbesluit aanpak Maastunnelcorridor eerste stap

Rotterdam Centrum 21 / 0012747 - AS21/08788

De directeur van Stadsontwikkeling,

overwegende,

• dat op 15 mei 2020, gepubliceerd in de Staatscourant van 20 mei 2020, nr. 27886, een verkeersbesluit is genomen voor experiment Maastunnelcorridor in het kader van de RMA (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-27886.html);

• dat in maart 2021 een tussenevaluatie heeft plaatsgevonden over de uitgevoerde eerste stap van de Aanpak Maastunnelcorridor;

• dat de uitkomst van deze tussenevaluatie is dat het experiment als geslaagd beschouwd kan worden om de volgende redenen:

• dat de luchtkwaliteit sinds de start van deze verkeersaanpak is verbeterd en zich in heel Rotterdam nu onder de Europese normen bevindt;

• dat er ruim 5.000 minder voertuigen per dag bij het luchtknelpunt ter hoogte van de Doklaan reden;

• dat in de Maastunnel de huidige verkeersaanpak weinig tot geen effect op het aantal voertuigen in de tunnel heeft;

• dat op de route tussen de Statenweg en ’s-Gravendijkwal richting de Maastunnel het aantal voertuigen is afgenomen tussen 8 en 26%. Op de Pleinweg richting de Maastunnel was de afname tussen de 1 en 17%;

• dat deze verkeersaanpak weinig effect heeft op de reistijd. Wel zijn er op bepaalde delen van de route kleine verschillen tijdens en na de spits (tot maximaal 100 seconden);

• dat er ook weinig tot geen toename in de verkeersdrukte in omliggende straten is;

• dat ondanks de positieve uitkomst vastgesteld dient te worden dat de effecten van stap één niet voldoende zijn om het luchtknelpunt ook na COVID-19 structureel op te lossen;

• dat de lage achtergrondconcentratie in 2020 en de lage verkeersintensiteit daarvoor onvoldoende garanties kunnen bieden;

• dat het noodzakelijk is het Aanpak Maastunnelcorridor te vervolgen om ook in de komende jaren rondom het Maastunneltracé te voldoen aan de Europese normen voor luchtkwaliteit;

• dat gelet op voorgaande overwegingen is besloten de aanpak door te zetten in een tweede stap door middel van de invoering van aanvullende verkeersmaatregelen;

• dat hiervoor op 11 mei 2021, gepubliceerd in de Staatscourant van 19 mei 2021 nr. 25718 een verkeersbesluit is genomen (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-25718.html);

• dat gelet op voorgaande overwegingen ook is besloten de eerste stap van de aanpak van de Maastunnelcorridor te verlengen;

• dat gelet op de tijdelijke werking van het verkeersbesluit van 15 mei 2020 voor deze verlenging een nieuw verkeersbesluit nodig is;

• dat ten opzichte van het oorspronkelijke verkeerbesluit in het kader van de verkeersveiligheid een aantal verbeteringen worden doorgevoerd;

• dat op zuid de slinger bij de Pleinweg, na kruising Zuidplein in het kader van de verkeersveiligheid is verbeterd met extra pijlen, een bord met slinger aan beide kanten, een dikkere en langere doorgetrokken streep en een bufferruimte ter hoogte van de slinger;

• dat op noord de rechtdoor rijstrook naar parallelbaan Henegouwerlaan is afgekruist om sluipverkeer tegen te gaan;

• dat de fietspaden op deze parallelbaan optisch zijn vergroot om meer ruimte voor de fietsers te geven;

• dat de kruising met de Middellandstraat is afgekruist en de opstelstrook naar rechts is opgeschoven;

• dat hulpdiensten hierdoor een verbeterde vrije doorgang hebben tot aan stopstreep;

• dat misbruik van afgekruiste rijstrook wordt ontmoedigd omdat het verkeer niet meer rechtdoor kan rijden;

• dat het pictogram voorrangsvoertuig bij de bebording niet meer wordt gebruikt;

• dat bij het wegnemen van een rijstrook, geen C1 borden meer worden geplaatst maar een doorgetrokken streep wordt toegepast;

• dat bij de voorbereiding rekening is gehouden met de belangen van betrokkenen, zoals bewoners die wonen aan of in de directe omgeving van de Maastunnelcorridor, hulpdiensten en RET;

• dat in het voortraject ook overleg heeft plaatsgevonden met vertegenwoordigers van hulpdiensten (ambulance, brandweer en politie);

• dat relevante aspecten, zoals aanrijdtijden voor de hulpdiensten, daarbij ook zijn meegenomen in het experiment;

• dat de maatregelen, gelet op artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw, besluit van 21 april 1994, Staatsblad (Stb.) 1994, 475, zoals nadien gewijzigd), strekken tot:

• het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen door het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;

• het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden;

• het bevorderen van een doelmatig of zuinig energiegebruik.

• dat de gemeente Rotterdam het experiment, om de leefbaarheid en de verkeersveiligheid te verbeteren, als belang zwaarder laten wegen dan de hinder die de maatregelen eventueel met zich mee zal brengen;

• dat het treffen van een verkeersmaatregel daarnaast een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

• dat de weg onder beheer is van de gemeente Rotterdam;

• dat in het kader van artikel 24 sub a. van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW, besluit van 26 juli 1990, 460, of zoals nadien gewijzigd) overleg heeft plaatsgevonden met de Politie, eenheid Rotterdam;

• dat de Politie, eenheid Rotterdam, te kennen heeft gegeven niet akkoord te zijn met de voorgelegde verkeersmaatregelen;

• De verkeersmaatregelen hebben volgens het district centrum verstrekkende consequenties voor de bereikbaarheid, de verkeers- en publieke - veiligheid en de leefbaarheid van de omgeving. Daarnaast is de benodigde inzet op handhaving niet voldoende te realiseren en wordt aandacht gevraagd voor een veilige doorgang van hulpdiensten;

• De verkeersmaatregelen hebben volgens het district Charlois als gevolg dat de bruikbaarheid van de weg sterk wordt verminderd, de vrijheid van het verkeer wordt beknot en mede daardoor de veiligheid op de weg niet wordt verzekerd doordat automobilisten doorgangen blokkeren, vreemde en niet gewenste manoeuvres maken en het zeker niet een doelmatig of zuinig energiegebruik bevordert. Daarnaast wordt aandacht gevraagd voor een veilige doorgang van hulpdiensten;

• Dat de gemeente zich op het standpunt stelt dat de aanpak Maastunnelcorridor intensief gemonitord wordt op de effecten op de luchtkwaliteit en verkeer. Met betrekking tot de veiligheid op de weg heeft een ongevallenanalyse uitgewezen dat er niet meer ongevallen zijn geregistreerd. Daarnaast wil de gemeente benadrukken dat er geen sprake is van een volledige afsluiting en dat de wegen op het traject nog steeds bruikbaar en toegankelijk blijven. De gemeente geeft ook aan dat als de evaluatie van de aanpak resulteert in besluitvorming waarbij de situatie definitief gemaakt wordt, de handhaving in dat geval zal plaatsvinden via Automatic Number Plate Recognition (ANPR) camera’s in combinatie met daartoe bevoegde bijzondere opsporingsambtenaren. De gemeente zal tenslotte aandacht besteden aan het schoonhouden van de vrijgekomen rijstroken voor een veilige doorgang van hulpdiensten;

• Dat de gemeente alles overziend zal afwijken van het advies van de Politie, Eenheid Rotterdam;

Gelet op artikel 18 aanhef en onder d. van de Wegenverkeerswet 1994 (Staatsblad 1994, nr. 475, zoals nadien gewijzigd), het bepaalde in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer en daartoe bevoegd krachtens het College van Burgemeester en Wethouders verleend mandaat in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2012 (Gemeenteblad 2012-53, zoals nadien gewijzigd)

Besluit:

Namens het college van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,

Bebordingstekening Noord

• het aanbrengen van een doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 76 RVV op het wegdek bij de Statentunnel, hoofdrijbaan Henegouwerlaan en hoofdrijbaan ’s-Gravendijkwal, in de rijrichting naar de Maastunnel toe;

Bebordingstekening Zuid

• het aanbrengen van een doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 76 RVV op het wegdek van de gehele Pleinweg, in de rijrichting komend vanaf de Maastunnel;

• het verwijderen van twee borden F03 (verbod voor vrachtauto’s om motorvoertuigen in te halen) als bedoeld in bijlage I van het RVV 1990 op de Pleinweg, ter hoogte van de Mijnsherenlaan;

te bepalen dat beide bordenplannen integraal onderdeel uitmaken van dit verkeersbesluit;

te bepalen dat het verkeersbesluit in principe geldt voor de duur van één jaar of zoveel eerder (geheel of in delen) danwel zoveel later als de maatregelen daarom vragen of de aanpak Maastunnelcorridor als geslaagd kan worden beschouwd;

te bepalen dat na afloop van deze experimenteerperiode de Statenweg, Henegouwerlaan, ’s-Gravendijkwal en de Pleinweg te stellen in de oude situatie of in te stellen in de definitieve situatie, dit middels een nieuw verkeersbesluit.

De directeur van Cluster Stadsbeheer wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Dit besluit wordt op de voor de gemeente gebruikelijke wijze gepubliceerd.

Rotterdam, 9 november 2021

Namens het College van Burgemeester en Wethouders

de directeur Stadsontwikkeling,

voor deze, het hoofd Afdeling Mobiliteit

M.A. van Kruiningen

Niet eens met dit besluit?

Dan kunt u, of een andere belanghebbende, een bezwaarschrift indienen. Dit moet binnen zes weken

na de bekendmaking van het besluit. U stuurt het bezwaarschrift naar:

Het college van burgemeester en wethouders,

t.a.v. de Algemene Bezwaarschriftencommissie,

Postbus 1011, 3000 BA te ROTTERDAM,

faxnummer Algemene Bezwaarschriftencommissie: (010) 267 63 00.

In het bezwaarschrift moet in ieder geval staan

· uw naam, adres en handtekening;

· uw telefoonnummer zodat contact met u opgenomen kan worden om samen met u te bespreken wat de

beste aanpak van uw bezwaarschrift is;

· de datum waarop u bezwaar maakt;

· een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt;

· de reden(en) van uw bezwaar.

U wordt verzocht tevens een kopie van dit besluit mee te zenden.

U kunt uw bezwaarschrift ook digitaal indienen via internet op Rotterdam.nl/ pdc : bezwaar indienen,

m.b.v. het webformulier (zie “mijn loket”). Hiervoor is nodig een DigiD -code, of voor bedrijven een Eherkenning ,

die kan worden aangevraagd via digid.nl, resp. eherkenning.nl. U kunt het bezwaarschrift

niet op een andere digitale wijze, bijvoorbeeld per e-mail, indienen. Zie ook rechtspraak.nl.