Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Staatscourant 2021, 25718 | Verkeersbesluiten |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Staatscourant 2021, 25718 | Verkeersbesluiten |
Op de route tussen de Statenweg en ’s-Gravendijkwal richting de Maastunnel is het aantal voertuigen afgenomen tussen 8 en 26%. Op de Pleinweg richting de Maastunnel was de afname tussen de 1 en 17%;
dat in het voortraject tevens rekening is gehouden met verschillende projecten die reeds in de buitenruimte staan of in de toekomst worden uitgevoerd, zoals HOV Maastunnelcorridor, Blackspot kruising ’s-Gravendijkwal/1e Middellandstraat, VRI’s vervangen Strevelsweg, uitvoering Hart van Zuid en tramspoorvervanging Wolphaerstbocht;
dat de gemeente Rotterdam de aanpak, om de leefbaarheid en de verkeersveiligheid te verbeteren, als belang zwaarder laten wegen dan de hinder die de maatregelen eventueel met zich mee zal brengen;
dat het treffen van een verkeersmaatregel daarnaast een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;
dat de weg onder beheer is van de gemeente Rotterdam;
dat in het kader van artikel 24 sub a. van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW, besluit van 26 juli 1990, 460, of zoals nadien gewijzigd) wel overleg heeft plaatsgevonden met de Politie, eenheid Rotterdam;
dat de Politie, eenheid Rotterdam, gebied Noord te kennen heeft gegeven negatief te adviseren met betrekking tot de voorgestelde verkeersmaatregelen:
-dat de Politie heeft aangegeven dat er vanuit de hulpdiensten bezwaar is omdat de vrijgekomen rijstroken risicovol en potentieel gevaarlijk kan worden door vervuiling, gebladerte en vochtig wegdek;
-dat de gemeente met betrekking tot dit punt extra aandacht zal besteden aan het schoonhouden van de vrijgekomen rijstroken;
-dat de Politie heeft aangegeven dat door verkeerscongestie niet wenselijke en verkeersgevaarlijke situaties op het gehele traject zullen toenemen;
-dat de gemeente bij de tussenevaluatie van stap 1 een ongevallenanalyse voor dit traject heeft uitgevoerd en daaruit niet is gebleken dat door de Aanpak Maastunnelcorridor er meer ongevallen zijn geregistreerd. Bij stap 2 zal dit punt eveneens goed gemonitord worden;
-dat de Politie heeft aangegeven dat handhaving op de verdrijvingsvlakken moeilijk is omdat niet zonder meer gesteld kan worden welke gedraging iemand heeft gepleegd die over de gesloten rijstrook rijdt en daarnaast bewoners ter hoogte van de ’s-Gravendijkwal de strook gebruiken om in-en uit te stappen;
-dat de gemeente op twee plekken bij het kruispunt met 1e Middellandstraat de opstelstroken voor rechtsaf voorziet van een verdrijvingsvlak om de hulpdiensten te voorzien van een vrije doorgang tot aan de stopstreep. Zowel overschrijding van de verdrijvingsvlakken als de doorgetrokken streep zijn op zichzelf handhaafbaar. Daarnaast mag op de huidige opstelstroken voor rechtsaf ter hoogte van de ’s Gravendijkwal, gezien de gevaarzetting daarvan, ook niet gehalteerd worden;
-dat de Politie zich op het standpunt stelt dat het plaatsen van borden uit de L serie met daarin een afbeelding van een bord C1 geen rechtsgeldig verbodsbord is;
-dat de gemeente beaamt dat de L7 borden met C1 niet-verkeersbesluitplichtige informatieve borden zijn. De borden maken daarom geen onderdeel uit van dit tijdelijke verkeersbesluit;
-dat de Politie van oordeel is dat een deel van de verkeersmaatregelen slechts een kans van slagen heeft bij een vorm van permanent verkeerstoezicht waarbij 24/7 gehandhaafd wordt. Dit is gezien de doel- en taakstelling, prioritering en personeelsbezetting bij de Politie niet daadwerkelijk te realiseren;
-dat de gemeente aangeeft dat de Aanpak Maastunnelcorridor eind 2021 geëvalueerd wordt. Een positieve uitkomst van de evaluatie kan resulteren in besluitvorming waarbij het experiment definitief gemaakt wordt. In dat geval zal het definitieve verkeersbesluit gehandhaafd worden door Automatic Number Plate Recognition (ANPR) camera’s in combinatie met daartoe bevoegde bijzondere opsporingsambtenaren;
-dat de Politie verwacht dat de effecten van het Maastunnel-corridor experiment op de bereikbaarheid, de verkeers- en publieke - veiligheid en de leefbaarheid van de omgeving onder ‘normale’ omstandigheden vrijwel zeker sterker zullen zijn;
-dat de gemeente aangeeft dat er geen sprake is van een volledige afsluiting en dat de wegen op het traject derhalve toegankelijk blijven. Stap 2 van Aanpak Maastunnelcorridor zal daarnaast intensief gemonitord worden op de effecten op de luchtkwaliteit en verkeer;
-dat de Politie, eenheid Rotterdam, gebied Zuid ook te kennen heeft gegeven negatief te adviseren met betrekking tot de voorgestelde verkeersmaatregelen:
-dat de Politie zijn twijfels uitspreekt over de noodzaak en effectiviteit van de maatregel;
-dat de gemeente van oordeel is dat stap 2 van Aanpak Maastunnelcorridor nodig is om ook de luchtknelpunten na COVID-19 structureel op te lossen. Daarnaast zal bij de aanpak intensief gemonitord worden op de effecten op de luchtkwaliteit en verkeer;
-de Politie vreest dat er door te grote drukte op de primaire rijbaan op de Pleinweg gemotoriseerd snelverkeer de secundaire rijbaan als sluiproute gaat gebruiken;
-de gemeente geeft aan dat uit de tussenevaluatie van stap 1 is gebleken dat op de parallelbaan Pleinweg (rijrichting naar de Maastunnel) er juist een reductie van het verkeer is opgetreden;
-de Politie merkt op dat er tussen het begin van de "versmalling" vanaf het Maastunnelplein tot vlak voor de kruising met de Wolphaertsbocht – circa tweehonderd meter - geen doorgetrokken streep wordt aangebracht en men dus tot kort voor de kruising van rijstrook kan wisselen. De politie vreest dat dit net als op het Zuidplein zal leiden tot extra overlast door claxonnerende automobilisten;
-de gemeente merkt over dit punt op dat deze lengte ook nodig is te kunnen anticiperen om van rijstrook te wisselen en de rechtsafrijstrook te kunnen bereiken. De gemeente is van oordeel dat er geen sprake is van een vergelijkbare situatie omdat het bij het Zuidplein gaat om een dubbel doorgetrokken streep met bufferruimte;
- dat de Politie heeft aangegeven dat handhaving op de (niet-verkeersbesluitplichtige) verdrijvingsvlakken moeilijk is;
-dat de gemeente van mening is dat zowel overschrijding van de verdrijvingsvlakken als de doorgetrokken streep op zichzelf handhaafbaar zijn;
-dat de Politie opmerkt dat ter hoogte van de fietsers- en voetgangersoversteekplaatsen een doorgetrokken streep ontbreekt en er dus van rijstrook verwisseld worden zonder in overtredinq te worden bevonden;
-dat de gemeente laat weten dat op voetgangersoversteekplaatsen (zebrapaden) geen doorgetrokken strepen worden aangebracht, maar dat de afgesloten rijstrook wordt beëindigd met een doorgestrokken streep en het verkeer daar niet overheen mag rijden;
-dat de Politie zich op het standpunt stelt dat het plaatsen van borden uit de L serie met daarin een afbeelding van een bord C1 geen rechtsgeldig verbodsbord is;
-dat de gemeente beaamt dat de L7 borden met C1 niet-verkeersbesluitplichtige informatieve borden zijn. De borden maken daarom geen onderdeel uit van dit tijdelijke verkeersbesluit;
-dat de Politie vreest dat de secundaire rijbaan van de Brielselaan steeds vaker als sluiproute wordt gebruikt en dat die druk zal toenemen als de Pleinweg versmald wordt. De Politie vrees hetzelfde voor de Dorpsweg;
-dat de gemeente aangeeft dat uit de tussenevaluatie van stap 1 blijkt dat de verkeersintensiteiten op de Brielselaan in dezelfde rijrichting als de parallelbaan hetzelfde zijn gebleven tijdens stap 1. Bij stap 2 van Aanpak Maastunnelcorridor zal ook gemonitord worden op verkeersintensiteiten;
Dat de gemeente alles overziend zal afwijken van het advies van de Politie, Eenheid Rotterdam;
Gelet op artikel 18 aanhef en onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (Staatsblad 1994, nr. 475, zoals nadien gewijzigd), het bepaalde in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer en daartoe bevoegd krachtens door het college van Burgemeester en Wethouders verleend mandaat in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016 (gemeenteblad 2016-6556, zoals nadien gewijzigd);
namens het college van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam,
Tot het instellen van diverse verkeersmaatregelen in het kader van het Aanpak Maastunnelcorridor, middels
De directeur van Cluster Stadsbeheer wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Dit besluit wordt zowel in de Staatcourant als op de voor de gemeente gebruikelijke wijze gepubliceerd.
Namens het college van Burgemeester en Wethouders
de directeur van het cluster Stadsontwikkeling,
voor deze, het hoofd Mobiliteit,
Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit binnen zes weken na datum van publicatie in de Staatscourant, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders.
Dit bezwaarschrift moet ondertekend zijn en moet ten minste bevatten:
- naam en adres van de indiener
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt.
Het bezwaarschrift moet worden gezonden naar:
Het college van burgemeester en wethouders,
t.a.v. de Algemene Bezwaarschriftencommissie, postbus 1011, 3000 BA te ROTTERDAM.
Faxnummer Algemene Bezwaarschriftencommissie: (010) 2676300.
U kunt uw bezwaarschrift ook digitaal indienen op: www.rotterdam.nl/bezwaar
U kunt, indien u een bezwaarschrift bij het college heeft ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen bij:
Rechtbank Rotterdam, sector Bestuursrecht, postbus 50951, 3007 BM te ROTTERDAM.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-25718.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.